SCHETSEN UIT ENfiELAND. N°. 3843. A0. 1872. Dinsdag 20 Augustus. Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00. Franco per post„8.85. Afzonderlijke Nommenn 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVKRTENTISN. Voor ledgren regelf 0.15. Grootere letten near de pleataroiiGte die lij beslaan. Lelden, 19 Augustus. Ter voorkoming van mogelijke teleurstelling chten wij het niet ondienstig het volgende in erinnering te brengen n dat de Academietuin alhier, te beginnen met Woensdag e. k., gedurende eenige dagen over dag vpor stedelingen gesloten zal zijn 3„„dat echter op de twee avonden, waarop de jjVictoria regia alsdan zal bloeien, de Victoria-kas van 8 tot 10 ureu verlicht zal worden dat aan elk belangstellende voor die gelegen heden eene toegangskaart zal worden verstrekt, mits dit heden Dinsdagaan den Directeur, Prof. W. F. R. Suringar, wordt aangevraagd en wel per poet, door middel van een briefkaart met vooruit betaald antwoord; ,u dat op de zijde van het antwoord, ter voorko ming van vergissing, door den belangstellende zelf zijn adres moet worden geschreven, zullende dan op de blanco-keerzijde bet bewij9 van toegang worden gedrukt en dat per post geretourneerd ,,jvorden; u dat voor eiken persoon zulk eene kaart noodig is, ■jen eindelijk: dat op de dagen waarop de Victoria alsdan jubloeit, zulks aan het hek van den Academietuin, .,poomede aan de stations te 's-Gravenhage, Haar lem en Leiden, zal worden bekend gemaakt. Niettegenstaande het streng verbod om zonder toezicht en buiten de daartoe aangewezen plaats te gaan badeD, zijn gisteren aan den Helder op een half uur afstands van het fort Erfprins de miliciens J. H. uit de gemeente ter Aar en W.G. uit Hazerswoude, beiden van de aldaar voor den i garnizoensdienst gedetacheerden van het 4de regi ment infanterie, gaan baden, met het noodlottig gevolg dat beiden zijn verdronken. Hunne lijken zijn tot op heden nog niet ge vonden. Eergisteren had aan de Janvossensteeg-brug een ongeval plaats, dat een zeer ernstigen afloop kon gehad hebben. De bruggedraaister was bezig de brng toe te draaien, toen zij er een jongen dicht bij zag staan. Zij verbood den snuiter, die baar echter uitlachte. Zij, in den waan dat de jongen zich verwijderd beeft, draait toehoort een geschreeuw, kijkt om, en ziet den knaap tusschen den wal en de brug gekiemd. Op het gezicht daarvan staat zij roerloos, heeft de macht niet de brug te openen en valt in zwijm. Eenige toe schouwers evenwel draaien de brug weer open en haalden er den deugniet uit, die er met eenige kneuzingen afkwam. Asd de leden der Nederlandsche Juristen-Ver- eeniging is door den Secretaris dier Vereeniging, den heer G. A. van Hamel, kennis gegeven, dat, wegens zijne benoeming tot Minister van Justitie, Mr. G. de Vries Az. de a. s. algemeene vergade- "iring te Arnhem niet zal presideeren. Het bestuur heeft in Z. Ed. plaats aangewezen Mr. M. J. Pijn appel, lid van het bestuur, die deze opdracht heeft aangenomen. In de Haarlemsche Ct. is eene advertentie ge plaatst van P. Twisk te Alkmaar, die o. a. heeren bloemisten en bloembollenkweekers aankondigt, dat hijbij zijne nieuwe Tulpen Conkesten eene Witte Tulp heeft met gouden rand om het loof, die hij onder den naam van Minister J. R. Thor- becke in den handel zal presenteeren. De Witte Tulp met gouden rand om het loof stelt Thor- becke voorhet wit was het doel waarnaar hij streefde, en de statige Pinas tusschen goud en groen zijn persoon en wezen. De Commissaris des Konings in deze provincie heeft de gemeentebesturen, bij circulaire van 17 dezer, verzocht, hem uiterlijk binnen acht dagen te berichten, of iQ het jaar 1871, binnen hunne gemeente stoomtuigen en stoomketels in gebruik waren, en zoo ja, om de opgave daarvan in te richten overeenkomstig de bij de circulaire ge voegde modelstaten. De gemeenteraad te Groningen heeft de docenten benoemd aan de school voor middelbaar onderwijs voor meisjes. Tot leeraressen in de moderne talen werden benoemd de juffrouwen M. J. U. Pruim, (van Leeuwarden), G. G. M. Beker (van Leeu warden) en H. Janssonius (van Groningen); tot docent in de wiskunde de heer T. Greidanus (te Rijswijk)in de natuurwetenschappen de heer J. F. M. Caudri (te Doesburg)in het handtee- kenen de heer J. H. Egenberger (te Groningen); in het zingen de heer J. H. Bikker (te Groningen) Tot tijdelijk onderwijzer in de gymnastiek werd benoemd de heer J. Eden (te Groningen) en in het dansen de heer P. Bikker (mede te Groningen). De beroemde hoogleeraar Pettenkofer te Mun- chen geeft den volgenden raad als voorzorg tegen de cholera: 1°. onderhoud van de werkzaamheid der huid door eiken dag te zweeten2". inade ming van ozon3°. een vochtigen omslag om den buik, (zoogenaamdeu Nepluuusgordel) tot bevor dering der spijsveriering; 4". lichaamsbeweging en 5°. diëet, vermijding van alle schadelijke spij zen en dranken. den man zeiven. Thorbecke moet hier in den Haag staaD, overeind, (geen zittend beeld) recht, onwrikbaar, zooals hij was en zooals ieder hem daar zag. Hij is, hoe vreemd het sommigen schijnt, een dankbare figuur voor een beeldhouwer. Zijn hoofd, zijn gestalte had iets monumentaals, en, met behoud van al zijn eigenaardigheden van gedaante en kleeding, behoeft er maar eene kleine mate van idealisatie, naar de eischen der kunst, toe, om van hem een indrukwekkend beeld te maken. Ik vertrouw dat men de dwaasheid niet zal begaan, van die idealisatie te overdrijven tot het bederven van het kantige, eigenaardige der figuur; dat men geen toga's, afhangende mantels en dergelijk ontuig in dit geval zal gebruiken, om te maskeeren wat men niet zou aandurven. 01 dat ik beeldhouwer was; de vingers zouden mij jeuken. De buste van Royer bevat goeds; maar de mond moest gunstiger zijn. Het tweede besluit was, het beeld op te richten in 's-Gravenhage, het hoofdtooneel van 's mans werken. Maar waar? Ik weet het wel. Voor mij is er geen twijfel of hij behoort te staan op het Binnenhof, het oude middenpunt der regeering, de plaats waar het parlement zit dat hij gecreëerd heeft, waar de geesten van Oldenbarnevelt en Jan de Wit spoken, waar een klassiek ernstige omgeving een zoo voegzame plek aanbiedt. De Staatscourant behelst het Verslag der Com missie van 1 Augustus 1871 tot 1 Augustus 1872, belast met het afnemen van het examen van apotheker, volgens art. 8 der wet van 1 Juni 186B Staatsblad n°. 59). In de Vlugmaren van den Spectator leest men: „Ik noemde straks Thorbecke's standbeeld. Ik verbeug mij over den wakkeien geest die zich in deze zaak heeft getoond. Dat is nu eens goed dat er wat enthousiasme, wat vuur, wat breeder opvatting van de zaken zich zijn gaau openbaren. Thorbecke verdient deze erkenning. Twee goede besluiten zijn al vastgesteld; waarlijk wij zijn het niet gewoon dat de zaken dadelijk zoo goed op stapel worden gezet, althans niet kunstzaken. Vooreerst is het prijslijk dat men een standbeeld maakt. Dat is het eenige sterk sprekende teeken. Het volk zal het begrip krijgen van wat een kloek man en een organiseerende geest beteekent in bet leven, moet zien hoe zulk een man openlijk, in de plaats van zijn werkzaamheid, wordt ge waardeerd, en het moet geen symbool zien, maar De Staatscourant behelst het Verslag der Com missie, van 1 Augustus 1871 tot 1 Augustus 1872, belast met bet afnemen van bet examen van hulp-apotheker, volgens art. 8 der wet van lJuni 1865 Staatsblad n®. 59.) Daarin leest men o. a. Het examen heeft de commissie geleid tot de volgende opmerkingen. De resultaten bij het examen in toxicologie wa ren in het algemeen vrij voldoende. De candida- ten toonden de verschillende méthoden tot het opsporen van organische en anorganische ver giften goed te hebben bestudeerd, en legden ook eene vrij voldoende mate van bedrevenheid in de practijk der toxicologie aan den dag. De artsenijkennis was bij de meeste Candida- ten voldoende: in het microscopisch onderzoek der simplicia hadden zich echter betrekkelijk weinigen voldoende geoefend. Een paar candidaten gaven bewijzen van de gelijke studie der geneeskrachtige planten, bij anderen was de kennis van dit gedeelte vrij middelmatig; een enkele moest hoofdzakelijk wegens onvoldoende kennis der simplicia en der geneeskrachtige plaoten worden afgewezen. Ook de verklaring van de bereidingen der in de pharmacopoea voorkomende chemicaliën en galenica liet bij eenigen te wenschen over, en was eene der redenen waarom enkele der can didaten niet slaagden. Van de twaalf candidaten die het examen af legden werden vier afgewezen en acht toege laten. De Directeur der Polytechnische School maakt bekend, dat hij, tot inschrijving voor de lessen van den op Maandag 2 September aauvangenden cursus 1872/73, zitting zal houden in het gebouw der instelling, op Donderdag, Vrijdag en Zater dag, 29, 30 en 31 Augustus, van tien tot vier uren. De luitenant-ter-zee der 1ste klasse F. H. Cobliju, dienende aan boord van Zr. lis. wachtschip te Hellevoetsluis, wordt, op zijn verzoek, met den laatsten dezer op non-activiteit gesteld, en met den lsten September aanstaande vervaDgen door den luitenant-ter-zee der 1ste klasse E. L. Elinle. BINNENLAND. Amsterdam, 17 Augustus. Tot benoeming van een commandant der brandweer te Amsterdam, worden voorgedragen: P. VV. SteeDkamp, 1ste luit. der artillerie bij de torpedo-compagnie te Brielle, J. C. de Ruyter de Wildt, luit.-ter-zee 2de klasse, ridder der Militaire Willemsorde, en F. A. van Braam Houckgeest, kapitein bij het corps mariniers, ridder der Militaire Willemsorde. 's-Gravenhage, 18 Augustus. De Haagsche gra- veur-medailleur van Z. M. den KoniDg, de heer S. de Vries, .heeft aangekondigd de uitgave van een Gedachtenispenning, ter viering van het zilve ren eeuwfeest der Hollandsche Maatschappij van Landbouw (2130 September 1872). De proefaf- druk van (die medaille voldoet iu hooge mate, te meer daar de prijs der exemplaren in zilver, in brons en in wit metaal bijzonder billijk is gesteld en alzoo ieder belangstellende in 's lands agricultuur zich gemakkelijk een dergelijk her inneringsmetaal in de volgende maand zal kun- Den aanschaffen. De inteekening staat tot 1 Sep tember open bij den lieer de Vries voornoemd. Burgemeester en Wethouders van's-Graven hage hebben (ten gevolge van een schrijven.: van den majoor der artillerie, voorzitter der commis sie van proefneming) opnieuw ter algemeene kennis gebracht, dat het strand nabij Schevenin- gen, van den Oesterput af tot op 6000 meter iu de richting van Wassenaar, onveilig is, dagelijks, behalve Zaterdag en Zondag; en dat het onveilige terrein door roode vlaggen is afgebakend. De commissie van bijstand in bet beheer van het gemeente-badhui6 te Scbeveuingen heelt bekend gemaakt, dat op Donderdag 22 dezer we derom een groot vuurwerk op het terras zal wor den afgestokeu. De audiëntie van den Minister van Oorlog zal op Donderdag 22 Augustus aanstaande niet plaats hebben. Met den trein van den Rijnspoorweg, die 10 minuten over twaalven alhier aankomt, keer den heden terug de overwinnaren van het corps Koninklijke 's-Gravenhaagsche scherpschutters uit den derden Dationalen schietwedstrijd op de Wiesselsche heide. Ook de grenadiers en jagers die den tweeden corpsprijs en de gedetacheerden naar het pransch van I. T A I NI E. VIII. De Engelsche geest. (Vervolg.) De andere geeft eene niet minder nauwkeurige beschrijving van hare gewaarwordingen van den dag af toen zij bij een archery-meeting haar toe- komstigen man voor de eerste maal zag. Beiden eindigen nagenoeg op dezelfde wijze: „En nu ben ik de gelukkigste vrouw ter wereld." De eène is alledaagsch, de andere gevoelig; de eene ziet slechts met de oogen, de andere weet een blik in haar hart te slaan. Maar zoowel bij het kiesche gewetensonderzoek als bij den plompen beschrij- venden catalogus heeft men dezelfde duidelijk heid en afwezigheid van phrases, Niets dan fei ten geen enkele algemeene beschouwingin het hsychologische verhaal zoowel als in de positieve statistiok is alles document. Het is mij duidelijk dat hare bedoeling alleen was om de vriendin in te lichten, die der eene over haar socialen toestand, der andere over haar gemoedsleven, en dat iedere bijvoeging of ontwikkeling door haar als ijdel gesnap zou beschouwd zijn. Bij ge mis van die brieven doorloope de lezer de En- gelsche romans vau dezen tijd; daarin heerscht dezelfde geest. Het zijn dichte pakken van kleine physieke en moreele feiten; de laatste overvloe diger en meestal van groote waarde. In geen enkele letterkunde heeft men beter de verschil lende gewaarwordingen onderscheiden en nage gaan, de wijze waarop zich een karakter in 't verborgen vormt, de langzame ontluiking van een hartstocht, een ondeugd of een deugd, de on merkbare trapsgewijze opklimming, waardoor de ziel van jaar tot jaar meer haar vaste plooi aan neemt. Zij alleen hebben het kind gekend en de wijze waarop het man wordt. Men leze slechts de ro mans van Elliot. Sedert Locke is de zielkunde in Engeland inheemsch; zij gaat er hand aan hand vooruit met de statistiek en de staathuishoudkunde. Een nauwkeurige bekendheid met de uitwendige kenmerken van den mensch, het nauwkeurig na gaan van de roerselen zijner ziel, dat zijn de beide middelen waardoor men tot een bijnajuist doorzien, een bijna zekere behandeling der men- schelijke toestanden geraakt. Uit dezen zoo rijken humus wassen veel oor spronkelijke talenten op, alle uiet een ander voor komen dan bij ons, sommige hooger opgeschoten, andere slecht uitgegroeid en scheef. Wij zullen eerst spreken over het talent, dat men den Fran- schen in de eerste plaats toekentgeestigheid. Het i9 de kunst om de dingen aangenaam te zeggenmijne EDgelsche vrienden vinden dat zij een deel uitmaakt van bet Fransche tempera ment. Sir Henry Bulwer France social, literary, political, p. 75) vroeg aan twee kleine Fransche dorpelingen, een van zeven en een van achtjaar, wat zij dachten te doen als zij groot waren. De een antwoordt: „Ik word de dokter van het dorp." „O!" zegt de ander, „als mijn broer de dokter wordt dan word ik de pastoor. Hij zal de menschen doodmaken, ik zal ze begravenop die manier hebben wij met ons beiden het heele dorp." Op zekeren dag boorde ik te Besanfon twee soldaten tegen een talus uitgestrekt met elkaar praten. Eensklaps staat de een op, zeg gende: „Kom, het is tijd, aan het werkl" Ba!" zegt de ander, „blijf maar liggen, wij krijgen toch onze soldij 1" Een Duitsch generaal verhaalt in zijn dagboek, dat men bij gelegenheid van een schermutseling een Fransch huzaar voor hem bracht met een breede schram in het gezicht. „Well" zegt hij, „vriendje, gij hebt zeker een houw met de sabel gehad?" „O," antwoordt de huzaar, „ze hebben mij van morgen wat hard geschoren." Een oud schrijver merkte reeds aan, dat moed en geestigheid de bij de Galliërs meest gewaardeerde eigenschappen waren(duas res industn- osissimepersequitur gens Gallorum, rem miltlare met argute loqui),en zijn Latijusche uitdrukking beteekent zeer juist den voor conservatie, het talent van woorden ma kenden smaak voor levendige, geestige, ouvoorziene, vernuftige, vroolijke en ODdeugende zetten. Door vreemdelingen wordt deze begaafdheid iu hen bewonderd; zij zeggen dat zij den smaak tot metgezel beeft, en dat beide bij ons algemeen, en vroeg ontwikkkeld zijn. Eene geringe arbeid ster kleedt zich met smaak, beeft aangename manieren, praat heel aardig; een soldaat, een werkman zijn opgewekt, bij de hand, weten zich goed voor te doen en te schertsen; dat is het ingegno van het Zuiden, vrij, ongedwongen, le vendig. Dat van het Noorden is veel stijver, lang zamer in ontwikkeling; hier is het volk onbe houwen, hoogstens verstandig onbehouwen, en de mindere burgerstand een caricatuur die zich met feilen overlaadt; het kost veel mpeite

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1