N°. 3840. Vrijdag A°. 1872. 16 Augustus. STADS-BERICHTEN. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00. Franco |>ar post.8.85. Afzonderlyka NommenB 0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DKR ADVÏÏBTKNTIEN. Voor iederen regel/"0.15. Qrootere letten naar de plaatsruimte die i{j beslaan. PaTEMTBLADEN. De BURGEMEESTER, Hoofd van liet Gemeen- |Bbestuur van Leiden, doet te weten, dat de inge- ulde patentbladen over het dienstjaar 1872 en 1873, bor de Wijken 1, 2, 3 en 4, bij het College van letters, in eene der vertrekken van het Baadkuis dezer gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, met uit- Tmdering van den Zondag, van des namiddags twaalf ^lt twee uren, en wel tot en met den llden Augus- 'tns eerstkomende, terwijl, na het verstrijken van dien tijd, de onafgehaalde Patentbladen van die Wijken, aan de deurwaarders der directe belaatiugen alhier ter uitreiking moeten worden afgegeven, die, voor hunne moeite, mogen eischen tien cents, zonder meer. En wordt deze door plaatsing in de Leidsclie Cou ■rant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, STOFFELS, Wetk., loco Burgem. Leiden, 7 Augustus 1872. OPROEPING in werkelij ken dienst, van miliciens-verlofgangers der lichtingen van 1868 en 1869 g DE BURGEMEESTER VAN LEIDEN, Gezien de Circulaire van den Heer Commissaris des Konings in de provincie Zuid-Holland, van den 17 Juli 11., A. N°. 5240/1 (2« afd.), Provinciaalblad n°. 54; Brengt ter kennis van de belanghebbenden dat, bij Ms. besluit van den 29 Mei jl., n°. 2, de Heer dimster van Oorlog is gemachtigd om, tot het hou den van practische oefeningen in de legerplaatsen te Yeist en te Milligen en van najaarsoefeningeD in het algemeen, te dezen jare in werkelijken dienst op te roepen de hierna vermelde miliciens-verlofgangers, onder bepaling dat de opgekomen infanteristen vóór of op den 17 September, en de opgekomen artilleris ten, zoodra zij uit het kamp terugkeeren, of gedu- 'rende 30 dagen in activiteit zijn geweest, in het ge not van groot verlof zullen worden hersteld; dat ten gevolge daarvan genoemde Minister de vereischte bevelen heeft uitgevaardigd tot het op roepen in werkelijken dienst tegen den 27sten Juli e. k. van al de miliciens-verlofgangers der lichting van 1868 van ket corps Pontonniers en vau het 2« en de helft van die van het le regiment Vesting-artillerie; tegen den 13den Augustus e. k. van al de miliciens-verlofgangers der lichtingen van 1868 en 1869 van het regiment Grenadiers en Jagers en van de overige regimenten Infanterie en tegen den 22s(en Augustus daaraanvolgende, van de overige miliciens-verlofgangers der lichting van 1868, van het 1., en van allen van dezelfde lichting van het 3c regiment Vesting-artillerie met bepaling dat de manschappen der lichting van 1868, zoo van de infanterie als van de artillerie, die vóór den 1»'«d Augustus dezes jaars gehuwd zijn, dit maal buiten oproeping worden gelalen; dat mitsdien bedoelde miliciens verplicht zijn zich, voonien van al de voorwerpen van kleeding en uitrus ting door hen bij hun vertrek met groot verlof mede- men, alsmede van hunne verlofpassen en zak- loekjes, op het bepaalde tijdstip bij nunne corpsen te bevinden dat aan die miliciens, welke, hetzij daartoe ver plicht of op hun verlangen, zich rechtstreeks naar hunne corpsen begeven, nadrukkelijk wordt aanbe volen om te zorgen, dat zij op den 27sten Juli, of op len 13denof 22sten Augustus aanstaande, naar gelang der itegorie waartoe zij behooren, des namiddags vóór vier ren, bij hunne corpsen zijn aangekomen dat den overigen in detachement le vereenigen mili- iiens van het 2c regiment vesting-artillerie en van het srps Pontonniers wordt gelast, op Zaterdag den 27sten tli aanstaande, des voormiddags te HALFTWAALF, tgenwoordig te zijn aan het lokaal van het Provin ciaal Bestuur te 's-Gravenhage dat de miliciens, die meer dan dertig kilometers moeten afleggen, van het gewone reisgeld tot aan de plaats van bestemming zullen worden voorzien, tot de uitbetaling waarvan ter Secretarie wordt geva ceerd gedurende twee ol drie dagen voor den tijd tot de opkomst bepaald, van 's voormiddags 10 tot namiddags 2 uren; I en eindelijk, dat, bijaldien ziekte of andere wettige redenen hen mochten verhinderen aan deze oproeping te voldoen, zij daarvan tijdig ter plaatselijke Secre tarie behooren kennis te geven, in het eerste geval onder overlegging eener geneeskundige verklaring. J En ten einde niemand hieromtrent onwetendheid ■oude kunnen voorwenden, geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Leidsclie Courant. Leiden, 25 Juli 1872. De Burgemeester voornoemd, v. d. BRANDELER. Lelden, 15 Augustus. Ter aankondiging van den schrijver ontvingen ij eene dezer dagen verschenen brochure, geti ld Sumatra's Westku' Schets '•an de middelen I ontwikkeling, door C. C. van 'erden, laatst 'dient der Padangsche Bovenlanden, o.aeger van Ta- onoeli. Leiden, S. G. van Doesbdrgu, 1872. Hetgeen ons dadelijk bij het lezen dezer bro- hure trof, was de buitengewone soberheid van oorden en toch zoo heldere uiteenzetting en blootlegging van des schrijvers weten en willen. Al zou het titelblad dit niet reeds aanduiden, dan zou reeds deze verdienste der brochure uit wijzen dat een deskundige hand aan het werk was getogen om van eene veelomvattende zaak in betrekkelijk weinige vellen druks een helder en duidelijk begrip te schetsen. Gaarne en van harte schenken wij onze sym pathie, die Öchr., rekenende op onze belangstelling in Nederlandsch-Indië, voor zijne in deze brochure ontvouwde denkbeelden inroept, door op onze beurt in deze kolommen het een en ander aan zijn „Schets" te ontleenen. Een opmerkiug vooraf kunnen wij niet weer houden. Zij is deze, dat hoe loffelijk en bereikbaar des schrijvers reorganisatie-ontwerp ook moge zijn, de hoop, dat er vooreerst van verwezenlijking iets kan komen, minstens twijfelachtig is. Er valt immers nog zooveel te hervormen in Indië waarop jaren achtereen aangedrongen wordt, en waartoe nochtans vergeefsche pogingen zijn aangeweud, dat een bekwaam en krachtig Minister van Ko- loniëu zijne handen reeds vol genoeg heeft met het uitvoeren van hetgeen nog in staat van wijzen en voorbereid is. Dit behoeftevenwel niemaud ter wereld te weer houden de reeks geweuschte hervormingen met nieuwe te vermeerderen, waarop, zoo zij inderdaad onmisbaar zijn, te gelegeoer tijd ongetwijfeld acht zal moeten geslagen worden. In dien zin heeft de geachte schrijver, door zijue denkbeelden het licht te doen zien, zeer zeker een nuttige brochure verschaft wier lezing overwaardig is, en waar toe wij, door hetgeen hier volgt, eeo prikkel zui len trachten te geveu. Hoogst betreurenswaardig acht Schr. de onwe tendheid die omlrent Sumatra bestaat. Slechts weinigen weten er meer van dan dat dit eiland behoort tot de Nederlandsch-Indische bezittingen, en nog geringer is het aantal dargenen die besef hebben van de schatten, die de ontwikkeling der bronneu door een goed beheer zoude doen ver krijgen. Welke toekomst belooft niet door ontwikkeling der hulpbronnen een eiland, liever gezegd een land als Suinatia, zoo uitgestrekt als menig aan zienlijk rijk in Europa, zoo gunstig gelegen, voonil na de doorgraving van het kanaal vau Suez, zoo gezegend door een bij uitslek vruchtbaren bodem en een heerlijk klimaat, afgewisseld van de warmte der keerkringseilauden, tot die van het zuidelijk Europa, zoo rijk aan delfstoffen en met. eene bevolking, die wel meestal schaars in uit gestrekte streken, op vele plaatsen, zooals in de Padangsche Bovenlauden, toch tamelijk gedrongen is, geschikt en bereid om, voortgeholpen, de gun stigste uitkomsten te doen verkrijgen. Geldt dit in het algemeen het geheele eiland Sumatra, voor het tegenwoordige wenschl Schr. zich te bepalen tot het Gouvernement Sumatra's Westkust. Dit Gouvernement bestaat uit de Padangsche Beneden- en Bovenlanden en Tapanoeli, beslaande een oppervlakte van 800 mijlen. De ligging is voor den handel gunstigde di recte stoom verbinding tusschen Nederland en Java volgt haren weg op korten afstand van deze kust en de stoomschepen zouden met weinig oponthoud de voornaamste havens kunnen aandoen, en bij het toenemen der vaart door het kanaal van Suez ligt het op den handelsweg tusschen Europa en de overige Indische bezittingen. Allerlei producten der keerkringslanden wor den er gevonden. De bodeui is uitstekend vruchtbaar en levert zoowel rijke vruchten, geurige bloemen als de voor Europa zoo gewenschte koffie en bosschen van deugdzame houtsoorten, de luchtsgcsieldheid is vooral in de bergstreken allergunstigst en verschillend van Java, heeft men hier niet die sterke afscheiding van regen- en drogen lijd. Schaiten van delfstoffen, waaronder de zoo zeer benoodigde steenkolen, worden er gevonden. Het hoofdproduct is rijst. Vernuftig is de Su- matraan in den aanleg zijner waterleidingen, maar door den aanleg van meer irrigatie-werken zou tnen veel te gemoet komen in dikwerf voor komend gebrek aan de noodige bevloeiing. De rijstcultuur was in vroegere jaren zoo voor- deelig dat men het product vau vele oogstjaren bewaarde. Na de verschrikkelijke veeziekte in 1867, die alleen in de Padangsche bovenlanden ongeveer den halven veestapel ca. 130,000 stuks hoornvee wegmaaide, steeg niet alleen de prijs, door ver minderde opbrengst, maar de voorraad werd ge heel uitgeput. Langzamerhand is echter het vee weder toe genomen en mag men eene betere toekomst te getnoet zien. Voor uitvoer plant men koffie (monopolie); ta bak vindt men in overvloed, en ook geschikt, door bereiding, voor de Europeesche markt. Cas sia, gambier, indigo, muskaat- en betelnoten, kruidnagelen kunnen evenals de boschproducten gom-elastiek, getahpertja, dainar, kamfer, rotan uitgevoerd worden. Ook nog de benzoin, die in de Bataklanden aangeplant wordt. Na eenigen tijd mag men ook hopen op den bast der kina-boomen, die als proef in verschil lende bergstreken zijn geplant. Sumatra's westkust wordt bestuurd door een gouverneur, twee residenten, negen adsisteut-re sidenten, vijfentwintig controleurs en eenige ambtenaren ter beschikking. Voorts is aan den gouverneur en eiken resideut toegevoegd eeo secretaris met verder bureau-personeel. De inlandsche bevolking staat onder eigene hoofden, die deeis bezoldigd, deeU onbezoldigd ziju en door haar behoudens goedkeuring vvor den gekozen. Als begiusel van bestuur geldt nog steeds het besluit van den Commissaris-Generaal van Neder landsch-Indië van den llden October 1833 n". 310, hoewel vooral in de laterejaren zoovelever anderingen zijn ingevoerd, dat de oorspronkelijke regeleD nauw kenbaar zijn gebleven. Beter zoude bet geweest zijn te verklaren dat de aanleiding tot afwijking der algemeene begin selen vau bestuur hebben opgehouden noodzake lijk te ziju en een vast stelsel volgens het thans werkende Regeerings-reglement voortaan ware aangenomen. Feitelijk volgt men nog slechts de rechtspraak gegrond op de Adat, hoewel bij misdrijven dik wijls straffen worden opgelegd daarbij onbekend. Voor het burgerlijk recht zijn de oude instellin gen ten eenenmale onvoldoende. De rechtstoe- slaud laat dan ook veel te wenscheu over, en waarborgt weinig de zoo hoog noodige veiligheid voor personen en goederen. Als belastingstelsel vindt men in de eerste plaats de tegen eene geringe vergoeding gedwongen koffie-levering 1) en de belasting in arbeid, meer hekend onder den naam van heerendiensten. Verder wordt de schatkist gebaat door de on langs weder algemeen ingevoerde opium-pacht, liet zout-monopolie, de inkomende en uitgaande rechten, en verder evenals elders in Nederlandsch- Indië door verschillende pachtmiddelen en indi recte belastingen. Hoewel vele dier belastingen dringend verbe tering eischen, en vooral het verpachten reeds lang had behooren afgeschaft te zijn geworden, zijn het voornamelijk de gedwongen diensten en de gedwongen koffie-levering, die de ontwikke ling tegenhouden. Na dit vooraf gezegd le hebbeu komt schr. tot het eigenlijk doel van zijn brochure. Hij beant woordt de vraag: wat is er noodig voor de wel vaart van Sumatra's westkust, met liet opsommen van de volgende acht maatregelen Verbetering der middelen van gemeenschap, vooral de aanleg van spoorwegen. Een goed bestuur. Verbetering van het rechtswezen. Afschaffing der heerendiensten. Verzekering van den grond-eigendom en vrije beschikking over den grond. Opheffing der gedwongen koffie-levering, ver breiding van kennis, waaronder die omtrent landbouw en veeteelt. En vooral uitbreiding van het Europeesch ele inent onder de bevolking. Aan de uileenzetting, toelichting en verdediging hiervan is verder de interessante brochure gewijd- Naar aanleiding van het bekend adres aan den Minister van Financiën waarin wordt ge klaagd, dat de boeren hun beter direct aan de huizen bezorgen, meestal tegen den hoogsten marktprijs, en dat zonder van patent le zijn voor zien, wordt er io de Prov. Groningsche Ct. op ge wezen, dat adressanten de patentwet niet schij nen te kennen. Daarin staat toch voor welke 1) 13 per pikol vaa ca. 62 kilogrammen). beroepen geen patent wordt vereischt en vindt men onder litt. 1 daaronder de „Landbouwers" vermeld met deze omschrijving: „Landbouwers (waaronder ook de warmoeziers), voor zooverre zij de vrachten van de door hen bebouwde lau den of tuinen, of de voortbrengsels van hun vee, niet anders dan in natura verkoopen," latende de wet let wel op deze woorden onmid dellijk verder volgen: „staande liet nochtans aan dezelven vrij, om de melk van hun vee en de vruchten hunner boom- of wijngaarden zoodanige bewerking te doen ondergaan, als waarvoor de zelve vatbaar zijn, en die alzoo verwerkt te ver koopen, zonder deswege zich van patent te moe ten voorzien." Tot lid van de Provinciale Staten van Gelder land is gekozen W. E. I. baron vau Wassenaar, met 312 van de 526 geldige stemmeu. Ouder de iu de algemeene vergadering van het Xllde Nederlaudsch taal- en letterkundig con gres te hespreken onderwerpen, komt nog voor: dat van den heer Max. Kooses te Gent, over het postverkeer tusschen Noord- en Zuid-Nederland, inzonderheid met het oog op vermindering van het dagbladport, en dat van Dr. E. Laurütard, te Amsterdam: over woordspelingen iu onze taal. Voorts is van den heer Adolf Many, te Brugge, het bericht ontvangen, dat hij in de algemeene vergadering als spreker zal optreleu met het onderwerphet onderwijs in het leger. Verder zal nog aan de werkzaamheden wor den deelgenomen door den heer F. Lints, te Leuven. Een zeer hooge springvloed zal deo 20sten dezer plaats hebben. Dit zal voor de badplaatsen dus ook voor Scheveoingen een interessant schouw spel opleveren. De Hollanders in New-York eo omstreken zouden volgens berichten uit New-York op 1 Augustus een optocht inet fakkellicht houden en ouder de Amerikaansche en Hollandscbe vlaggen marcheeren, naar de aanlegplaits van het Hol- landsche stoomschip Ariadne, kapitein Bakker, het eerste dat de reis tusschen New-York en Rot terdam heeft volbracht, om dien gezagvoerder geluk te weuscben met de verwezenlijking van de hoop ouzer landgenooteu door het tot stand koinen van de brug over den Oceaan. De Koninklijke bewilliging is verleend op de naaiulooze vennootschap Nederlandsche Westfaalsche Spoorwegmaatschappij, te vestigen te Winterswijk Het doel der vennootschap is de aanleg en exploitatie van een spoorweg van Zutfen, over Winterswijk en Borken, naar de kolenrivier „de Ruhr." De vennootschap wordt aangegaan voor den tijd van negentig jaren, welke gerekend worden aan le vangen inel den dag van het verlijden der ac'e van oprichting. Van het Departement van Financiën zijn ter mededeeling ontvangen de volgende uittreksels uit de Verzameling van Consulaire en andere Berichten en Verslagen, uitgegeven door het Ministerie van Buitenlandsche Zaken (jaargang 1872, deel I): Consulaat-generaal der Nederlanden te St.-Petersburg Scheepvaartverslag over 1871. Van meer gewicht is de toenemende vaart onder vreemde vlag naar Nederland, welke trou wens in dit jaar weder door oen bijzonder druk ken uitvoer van granen werd begunstigd. Voor zoo verre onze statistiek reikt, is er nooit vroeger een zoo groot aantal vreemde schepen naar Neder land vertrokken als in dit jaar. De levendige vaart onder vreemde vlag was in 1867, toen rechtstreeks van hier naar Nederland vertrokken: 100 vreemde schepen, inhoudende 8,120 1,; inl871J40_ 16,995 meer 40 7,875 dus in dit jaar bijna het dubbele der tonneu- maat van hetgeen in 1867, als liet drukste jaar, ouder vreemde vlag direct vau hier naar Neder land ging. Hieronder zijn nog niet eeas begrepen die vreemde schepen, welke voor orders van hier vertrekkende, te Kopeuhageu of Elsaoeur naar Nederland worden gedestineerd, waarover geene nauwkeurige controle te houden is, zooial men zich aan het opgegeven aantal moet luuden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1