Ïi KOLONIËN. aer WEST-IN DIE. Suriname. Paramaribo, 20 Juli. Z. Exc. de gou verneur zal zich morgen naar de Marowijne be geven, vergezeld van zijn adjudant, in gezelschap van zijne beide dochters en niejufvr. C. Conradi, benevens de procureur-generaal Mr. R. Tvviss, de agent-generaal voor de emigratie G. Duijckink, de majoor-commandant der troepen J. C. S. v. Epe en de commandant van Zr. Ms. stoomschip Amstel A. Coomans de Ruijter. In de morgen- en avondvergaderingen, ge- ouden op Donderdag den llden en de 2 volgen.de agen is het begrootingsvverk bij de Kolon. Staten fgedaau. De gewijzigde ontwerp-verordening is angenomen met 7 tegen 5 stemmen. Uit de baluns der Surinaamsche bank blijkt at zij op 18 Juli 1872, bij een specievoorraad van 291,173.91, voor eene soin van 305,265.min er aan bankbiljetten in omloop had dan waartoe jij gerechtigd is, terwijl de specievoorraad op zijne beurt 122,107.06 meer bedraagt dau tot dekking der opvraagbare verbintenissen door de wet ge- rderd wordt. Men heeft te Paramaribo uit Coronie de eurmare ontvangen van het droevig overlijden van den eerwaarden hoofd voorstander van de zen ding der Moravische broedergemeente in deze kolonie, den heer Herman Clemens, op het eta blissement Salem, een man die ruim 20 jarèn zich met den meesten ijver aan de verspreiding van het christendom onder de inlandsche bevol king heeft toegewijd en die in bewogen oogen- blikkeo met zijne medehelpers groote diensten aan deze kolonie heeft bewezen, waardoor rust en orde gehandhaafd zijn geworden. Wie hem eenigszins vau nabij gekend heeft zal in hooge mate waar- deeren het gemoedelijk karakter, de minzaamheid, de hulpvaardigheid en den dienstijver, die zijn aatscbappehjk leven in ziju midden heeft gekeu- hetst. Groot is het verlies voor zijne gemeente, ie in hem een waardigen leidsman voor zijne edehelpers, die een oprechten vriend; voor zijn ;ezin, dat een liefderijken echtgenoot en vader, en voor de bevolking, die in hem een achtens- waardigen burger derven. Lang zal zijne nage- acbtenis bij allen levendig blijven. Men heeft de volgende berichten betreffende de buitendistricten over de maand Juni. Beneden- ■ommewijue, Commetewane en Boveu-Comme- wijne: De gezondheidstoestand was ongunstig. Veelvuldige pleurapneumonen in de vormen van rheumatica en beliosa waren heerschende, waar onder verscheidene met doodelijken afloop. Boven-Cottica en Terica: De gezondheidstoestand was in de laatste helft der maand minder gunstig. Verscheidene gevallen van galkoorts deden zich voor. Nickerie: Het weder heeft zich geken merkt door zware regens. De uitvoer van suiker bedroeg gedurende het afgel. half jaar 3,418,855 ponden, waaronder 7S1,355 ponden vaccumpan- suiker. Van de in het district zelf geproduceerde suiker werd uitgevoerd 2,490,483 ponden. Door de vernieuwing en verplaatsing van inaskome- riëu is de productie in belangrijke mate belem merd. Bij de algemeene beschouwingen in de ko loniale staten over de koloniale huishoudelijke begrooting voor het dienstjaar 1873, heeft de heer Mollinger verklaard, dat hij tegen de begrooting zou stemmen, omdat bet hem mangelde aan ver trouwen in het bestuur, en wanneer hij zeide be stuur, dan gold het niet alleen den gouverneur maar wel het bestuur zooals het was samenge steld, het bestuur in zijn geheel. Hij werd in dat wantrouwen versterkt door de tegenwoordige be- rooting, waarin vermeerdering van personeel en er uitgaven, verhooging van raming door hem ;evonden werd, terwijl de kolonie achteruitgaat. (Bij de stemming over de begrooting die met 7 tegen 5 stemmen werd aangenomen, was de heer Mollinger wegens ongesteldheid afwezig). De heer Muller Az. besloot zijne rede met zijn gevoelen over het subsidie in het algemeen kenbaar te ma ken en zeide, dat het immer improductief zou blijven, zoolang het geeri andere richting bekwam dan nu gevolgd werd. „Eerst dan", zeide hij, ^wanneer Nederland mocht besluiten aan Suri- ame een bepaald kapitaal in eens, zonder meer e (e kennen, over hetwelk naar de behoefte er kolonie jaarlijks mag worden beschikt, of dat e denkbeelden door wijlen het lid Rochussen in Ie Tweede Kamer verkondigd, door het lid der Staten Mr. Colaco Belmonte op deze plaats helder licht gesteld, en door het lid der Neder- ndsche vertegenwoordiging van Sijpesteijn her- aald, namelijk, dat aan Suriname een jaar lijks afnemend subsidie bij de wet worde toege- taan, onder toekenning aan het koloniaal bestuur de vertegenwoordiging, van de bevoegdheid ro hunne eigene huishouding te regelen en te esturen, lot waarheid worden gebracht, zal Su rname in staat gesteld worden, zich te ver- ieffen uit den zinkenden staat waarin de kolonie lebracht is, en eenmaal voor Nederland worden tvat Java geworden is. Zonder een dergelijken maatregel zal Suriname, bij al de bijdragen uit 's Rijks schatkist blijven sukkelen, welke moeite ook door de Staten aan het jaarlijksch begroo- tingswerk wordt aangewend. De heer van Em- den ving zijne rede aan met te wjjzen op de toe komst van Suriname Dat die toekomst donker is, zeide spr., zal niemand ontkennen. Iedereen is daarvan overtuigd, zoowel hier als elders. Hij wanhoopt aan die toekomst. Jaren lang heeft hij er op vertrouwd, dat Nederland zoude doen wat het behoorde te doen. Nu is hij van een tegen overgestelde meening. Als grond hiervoor wijst hij op de immigratiequaestie. Eindelijk is een tractaat geslotenmaar wat gebeurt nu De minister van koloniën verbindt daaraan zulke bezwarende voorwaarden, dat niemand deze kan aannemen. Met den iaatsten mail zijn alhier be richten ontvangen, dat de Ned. Handelmaatschappij eene bijeenkomst heeft belegd, waarin door de directie is medegedeeld, dat zij bereid was eene proef te nemen met 150 immigranten uit Britsch Indië, en aan de Surinaamsche belanghebbenden voorstelde het ontbrekende aantal ter completee ring van ééne carga, voor hunne rekening te ontbieden. Eenstemmig werd door die belang hebbenden geantwoord, dat geen hunner onder de bestaande bepaliugen van het tractaat, geen enkelen arbeider wenschte te ontbieden. Feitelijk beteekent het tractaat dus niets. Het zal een enkelen immigrant bezorgen. Geen enkele eige naar, zelfs niet de bemiddelde, zal immigranten kunnen ontbieden en indien er al eenige immi granten komen, zal hun aantal toch zeer onvol doende zijn. Ziedaar de treurige toestand. Treurig voor de toekomst van Suriname, waarin de kolonie ten opzichte der immigratie verkeert. Ten opzichte van de begrooting verklaarde hij, dat hij noch do raming der uitgaven, noch de raming der middelen kon goedkeureu. Hij achtte het ondoenlijk de begrooting door amendementen zoo danig te verbeteren, dat zij aanneembaar werd, te minder omdat eene begrooting, waarop al de vereischten zouden voorkomen, noch in de oogen van den tegenwoordigen minister van koloniën, noch in die der vertegenwoordiging, goedkeuring zoude kunnen vinden. En al ware dit het geval dan zoude dit toch niets balen. Immers èn de minister èn de gouverneur storen zich niet. vol gens deu spr., aan de uitspraak der vertegen woordiging in Nederland of aan die der kolo-~ niale staten. BUITENLAND. Duitsohland. Een petitionnement onder het ontleedmes. De Jezuïeten-wet heeft in de nieuwe rijks- provinciën aanleiding gegeven tot een petionue- ment, dat weder een merkwaardig staaltje mag heeten van de uitstekende tucht, die in de Room- sche kerk heerscht. De volgende aanschrijving werd, met een exemplaar van het te ondertee kenen adres, van het bisschoppelijk bureau te Straatsburg aan verschillende pastoors rondge zonden „Bisdom Straatsburg, 2 Augustus 1872. Mijnheer de Pastoor I Msgr. de bisschop verzoekt u, het hier bijge voegde protest te doen overschrijven voor iederen pastoor van uw kanton, die het moet onderwer pen aan de onderteekening van de leden zijner parochie. Bovendien zult n zoo goed zijn, er een tweede copij van te maken, die moet ondertee kend worden door de heeren pastoors van het kanton. Deze verschillende stukken moeten zoo spoedig mogelijk naar het secretariaat van het bisdom worden opgezonden; dat, door de geestelijkheid onderteekend, moet onmiddellijk worden gezon den." (Geen onderteekening.) Ziehier nu den inhoud van het protest: De geestelijkheid en de katholieken van den Elzas hielden zich stil toen de katholieken van Duitschland door petitiën in massa tegen het ont werp over de Jezuïeten en de hun verwante ge nootschappen optraden. Deze omstandigheid moet niet aan onze onverschilligheid worden toege schreven. Wat onze katholieke broeders zoo be slist hebben uitgesproken, daarmede vereenigden ook wij ons onbepaald. Nu echter dit ontwerp rijkswet geworden is gevoelen wij ons door ons katholiek geweten (in unserem katkolischen Gewiisen zeer naïf wordt bier het bestaan van een dubbel geweten bij de Roomschen, een katholiek en een gewoon geconstateerd) verplicht, daartegen plech tig te protesteereo. De geestelijke orden en con gregaties behooren tot bet organisme der kerk, evenals de edele ledematen tot het lichaam der rnen- sclien. Hunne stichters zijn de helden van het chris telijk geloof en der christelijke liefde. De kerk is ten allen tijde en op alle plaatsen hunne verzorgster geweest. Hunne beginselen en werken leggen voor ieder bloot. Sedert twaalf eeuwen versprei den zij in ons midden de christelijke leer en christelijke zeden en den rijken zegen van hunne barmhartigheid; en dat de bron van deze barm hartigheid nog niet is uitgedroogd, daarvan kon men zich gedurende den laat9ten oorlog in hos pitalen en lazaretten en op het bloedige slag veld genoegzaam overtuigen. Die medeleden van de christelijke orden, die onder ons werken, zijn allen gezamenlijk zonen en dochters van den Elzas. Wij kennen hen, want zij zijn uit ons midden voortgekomen, zij leven en werken en offeren zich in ons midden op. Hunne grondbeginselen zijn onze grondbe ginselen, hun streven is ons streven, en iedere aanklacht die tegen hen wordt uitgebracht treft ook ons. Men beweert wel is waar, dat de Je zuïeten-wet niet tegen de katholieke kerk is ge richt; waar de hatelijke uitvallen van de geza menlijke officieuse en officieele bladen van den Elzas leeren het ons anders. Sedert maanden zijn zij opgevuld met ophitsingen tegen de zoo genaamde zwarte bende, tegen den heiligen stoel en de vrijheid en eenheid der katholieke kerk. Wij verheffen onze stem, niet om gemeene en laffe beschimpingen te wederleggen, maar om van waarheid en recht getuigenis te geven. Onze meening wordt in het volgende korte woord uitgedrukt: Wij zien in de Jezuïeten-wet een inbreuk op de gewetensvrijheid, op de vrijheid der katho lieke kerk en die van de katholieke huisgezin nen. Met verontwaardiging protesteeren wij tegen de uitvoering van een wet, die tweehonderd mil- lioen katholieken in hunne innigste en heiligste gevoelens krenkt en verbittert." Nemen wij nu eens aan, dat alles wat in dit petitionnement gezegd wordt, van het standpunt der katholieken uit waarheid behelst, hoewel wij zonder veel moeite zouden kunnen aantoonen, dat zij zelf innerlijk zeer goed weten wat er eigenlijk b v. van die opoffering der Jezuïeten en dien aanval der regeering op de Katholieke kerk waar is. Maar dan nog vragen wij, welk gewicht mag er ge hecht worden aan een petitionnement, dat op de bovenvermelde wijze tot stand komt? Uiteen logische redeneering zal dit aanstonds blijken, en daarmede is het oordeel uitgesproken, niet alleen over dit adres uit den Elzas, maar over al die adressen, die in zulk een groote menigte bij de Duitsche regeering zijn ingekomen. Stel, dat het adres rondgaat in 50 parochiën (wij kennen het cijfer der Katholieke gemeenten in den Elzas niet) en dat in iedere parochie door 100 personen wordt geteekend. Dat maakt te zaïnen 5000 onderteekeningen van leeken en 50 van geestelijken. Hoe zijn deze tot stand geko men? Doordat de bisschop van Straatsburg de pastoors eenvoudig gelast heeft om te teekenen en te doen teekeoen. De pastoors voor zich zijn dus vanwege de kerkelijke tucht natuurlijk reeds verbonden. Hoe handelen nu de pastoors in de practijk met hunne parochianen? Zij leggen hun eenvoudig de lijst voor; tegenspraak komt óf niet te pas óf wordt door bedreigingen vernietigd; kinderhanden (wij hebben het in Frankrijk ge zien) worden des noods door de pastorale hand over het papier geleid om een gekrabbel voort te brengen, dat een haudteekening moet verbeel den. Derhalve: de parochianen worden (metzeer enkele uitzonderingen) even goed gedwongen tot teekenen door de pastoors als de pastoors door den bisschop. Nu een eenvoudig rekenkundig vraagstuk: Indien 100 menschen zeggen wat één man hun beveelt te zeggen, hoeveel zelfstandige opinies worden er dan uitgesproken? Antwoord: één. Indien op 100 menschen één zelfstandige opinie wordt uitgesproken, hoeveel dan 5000? Antwoord vijftig. Indien deze 50 mannen op hun beurt weer zeggen wat één ander man hun beveelt, hoeveel zelfstandige opinies worden dan ten slotte door 5000 menschen uitgesproken? Antwoord: Één. Deze redeneering gaat dunkt ons op. De daad zaken ziju waar en de gevolgtrekkingen voor een klein kind te begrijpen. Indien er derhalve aan de rijkskanselarij een groot paket aankomt met het opschrift: Protest enz., en schoon klinkende volzinnen er in en een menigte onderteekeningen er onder, wat is er dan eigenlijk te Berlijn aan gekomen? De opinie van éen onderdaan van het Duitsche rijk. Wij zouden nog verder kunnen gaan en bewij zen, dat zelfs niet een enkel onderdaan zijne zelfstandige opinie in dat groote paket naar Berlijn heeft gezonden. Immers die onderdaan is krach tens de geestelijke subordinatie verplicht, aan den paus te gehoorzamen, en nu is het een feit, dat Pius IX zich de zaak der Jezuïeten zeer heeft aangetrokken en dat als gewoonlijk het wacht woord voor de houding, die de geloovigen moesten aannemen, d. i. ook voor de petitiën, van Rome is uitgegaan. Ten slotte behelzen dus de groote paketten, die te Berlijn aankomen, niets anders dan dat de paus, of wil men liever zijne omge ving, de verdrijving der Jezuieten ten sterkste afkeurt. Dit feit nu behoeft waarlijk aan de Duitsche regeering niet meer kenbaar gemaakt te worden. Ook wij hebben eenigen tijd geleden in een uitvoerig artikel onze afkeuring, met redenen om kleed, over de Jezuieten-wet te kennen gegeven. De vorige redeneering heeft dan ook in geenen deele de strekking om haar te verdedigen. Wij hebben alleen de onzinnigheid willen aantoonen van dergelijke petitionnementen (zooals zij bijv. ook bij ons te lande in 1853 en '56 zijn voorge komen) maar vooral hoe zij alle waarde en be- teekeoia verliezen, wanneer, zooals bij de katho lieken het geval is, de onderteekenaars geheel aan den wil van anderen, ja van éen man zijn onderworpen. ZwltMei-lauil. De Bondsraad en de Curie. Zooals men weet loopt in Zwitserland het ge rucht, dat de katholieke gemeenten van het kan ton Genève van de diocese Lausanne worden ge scheiden en tot een zelfstandig bisdom verheven met den geprononceerden onfeilbaarheids-man, Msgr. MermilM, aan het hoofd. De Bondsraad beraadslaagde terstond over hetgeen hem in dit geval te doen stond, doch kon geen definitief be sluit nemen omdat hem niet officieel van het plan door de Curie was kennis gegeven, en hij dus niet wist of het gerucht waarheid bevatte. Sedert is de Curie zorgvuldig blijven zwijgen en de Bondsraad bevindt zich dus nog in dezelfde on zekerheid. Nu echter heeft hij een middel uitge dacht om de clericalen te noodzaken, zich duide lijk over de zaak te verklaren. Twee pastoors- plaatsen moesen sedert lang in gemeenten van het kanton Genève bezet worden. Nu heeft de Bondsraad volgens zijn recht Msgr. Marmilley aangeschreven om tot die benoemingen over te gaan. Indien nu waarlijk het kanton Genève van de diocese Lausanne, die onder Freyburg ressorteert, is gescheiden dan mag de heer Mar milley de benoeming niet doen. Hij is dan ech ter wel verplicht om aan den Bondsraad van zijne weigering reden te geven. TELiEGRA YlUl EN. Konstantlnopel, 12 Augustus. Jl. Dinsdag zijn de gezanten aan het Russische gezantschap vereenigd geweest,waarbij ook Nubar Pacha tegen woordig was. Er is over het ontwerp van hervor ming van het rechtswezen in Egypte gehandeld.Men is het niet eens kunnen wordenvooral bestoud er groot verschil van gevoelen aangaande de straf rechtspleging. Omtrent de gehouden beraadsla gingen is een rapport aan de onderscheidene Gouvernementen toegezonden, die bij die zaak betrokken zijn. Havana, 12 Augustus. Volgens alhier uit Mexico ontvangen berichten, waren eenige hoof den van den opstand in onderwerping gekomen en mocht het herstel der rust in het geheele land binnenkort worden tegemoet gezien. Eene geldbezending van twee millioen was, onder geleide, van Zatacecas en Sao Luis ver trokken, met bestemming naar Mexico, en zou vandaar waarschijnlijk tegen het einde van deze maand naar Vera Cruz gaan. Ganteln, 12 Augustus. De Duitsche Keizer, wiens gezondheidstoestand bij voortduring niets te wenschen overlaat, wordt op 31 dezer maand te Berlijn teruegewacht. De bijeenkomst der drie Keizers te Berlijn wordt voorafgegaan door eene conferentie van den Duitschen Keizer met den Keizer van Oostenrijk te Ischl. De keizer aller Russen, benevens de grootvorsten Nicolaas (troonopvolger) en Wladimir, worden op 5 Sep tember te Berlijn verwacht, vergezeld doorgraaf Schuwaloff en graaf Adlerberg. Aangaande de komst vao prins Gortschakoff is nog niets met zekerheid bekend. Londen, 13 Augustus. Prinses Helena, gemalin van prins Christiaan van Sleeswijk-Holstein, is van eene dochter bevallen. De Japansche gezant heeft zijne geloofsbrieven overhandigd. De gisteren gevierde Derbyfeesten zijn te Du blin zonder ongeregeldheden afgeloopen. De ge wone demonstratiën en processlën hebben ook ditmaal weder plaats gehad. Munchen, 13 Augustus. De kroonprins van het Duitsche rijk, die in den afgeloopen nacht hier aankwam, is heden naar Hohenschwangau ver trokken. De generaal Blumenthal en de luitenant kolonel Mischke vergezellen hem. Farys, 14 Augustus. Het Journal officiel weer spreekt het door de Opinion nationale medege deelde bericht, dat de minister van buitenland- sche zaken den heer de Vogué zou hebben uit- genoodigd, om zijn ontslag als gezant van Frank rijk te Konstantinopel in te dienen. LAATSTE BEU1CHTE V. 's-Geavenhaoe, 14 Augustus. Bij de gisteren alhier gehouden herstemming voor twee leden van den Gemeenteraad zijn ingekomen 1127 stem briefjes waarvan 8 van onwaarde werden ver klaard. Het getal der geldigen bedroeg alzoo 1119. Hiervan verkregen de heeren Mr. C. van Bell 629, A. P. Godon 537, J. A. Keurenaer 517 en Mr. J. J. van Geuns 482. De heeren C. van Bell, raadsheer in het Prov Gerechtshof van Zuid-Holland en A. P. Godon gepensioneerd O. I. ambtenaar, zijn alzoo toi leden van den Gemeenteraad gekozen. Scheveningbn, 14 Augustus. Er heeft gisteren een diner op het Groot Stedelijk Badhuis alhier plaats gehad van een dertigtal der voormalige heeren studenten, behoord hebbende tot de com pagnie vrijwillige jagers van 1830 der Leidsche Hoogeschool en die aan den tiendaagschen veld tocht hebben deelgenomen. Utrecht, 14 Augustus. Hedenmorgen overleed alhier zeer onverwacht de gepensioneerde schout bij-nacht J. E. de Man, ridder van de Militaire Willemsorde 3de klasse, commandeur en ridder der Bath-orde van Engeland. De overledene, die hier de algemeene achting genoot, had op schit terende wijze 't Nederlandsche escader voor de jongste expeditie naar Japan geleid en den roem- vollen Nederlandsche naam met eere gehandhaafd. De overledene was thans lid van het hoo» mi litair gerechtshof. HUWELIJKEN. GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN. Burgerlijke stand van Leiden van den 8sten tot en met den 14den Augustus 1872. GEHUWD. J. C. vau Biemen jm. eo A. Al. Ouvlee jd A. van Oosten jm. en C. A. Scheffer jd. B. Erades jm. en A. Hemerik jd. J. van Houten jm. en G. van der Nat jd. P. J. van den Hoek jm. cn W. Bink jd. M. Dee jm eu S. Hakbijl jd, D. van Wijk jm. en S. Al. Deele jd. BEVALLEN. C. M. van Egmond, geb. Lindenhof, D. J. S. van der Veer, geb. ClausmaD, D. J. AI. Jilles, geb. van der Hoeven, D. H. van Zijp, geb. Schakeobos, Z. A. J. Voerman», geb. Volkert, Z. J. C. Bos, geb. Vlaande ren, D. C. Schuller, geb. Schouten, J. Zaalberg, geb. Qaeatra, Z. Al. van der Velden, geb. van Zijp, D. D Brug man, geb. Bolstier, D. Al, Dujvermau, geb. Bolatier, Z. C. Cb. Ie Mair, geb. Stikkelorum, Z. Al. C. Smits, geb. vau der Tas, tweel, D. en D. J Al. de Wolf, geb. de Mejj, Z. A. H. Hansen, geb. Langezaal, Z. N. Steenbauer, geb. Maat, D. OVEB.LEDEN. w. G. van der Hart D. 3 m. P. Ver mond Z. 6 d. A. Jongeneel, geb. Pufka9, 61 j. C. M. C. A. van der Chijs D. 10 m C. Bavelaar Z. 11 m A. Boom Z. 22 m. S, P. Heus D. 6 m. C. J, Tkysiea^

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3