N0. "3839. Donderdag A®. 1872. 15 Augustus. c LEIBSCH DACIBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leideu per 3 maanden3.00. Franco per postn 3.85. Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regel/"0.15. Grootere letters naar de plaatsrnimte die zij beslaan. STADS-BERICHTEN. PATEMTBrADEW. De BURGEMEESTER, Hoofd van bet Gemeen tebestuur van Leiden, doet te weten, dat de inge- hlde patentbladen over bet dienstjaar 1S72 en 1873, de Wijben 1, 2, 3 en 4, bij het College van fetters, in eene der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, met uit zondering van den Zondag, van des namiddags twaalf aIWt twee uren, en wel tot en met den 17den Augus- 1 'tüs eerstkomende, terwijl, na het verstrijken van dien tijd, de onafgehaalde fatentbladen van die Wijken, aan de deurwaarders der directe belastingen alhier ter uitreiking moeten worden afgegeven, die, voor hunne tnoeite, mogen eischen tien cents, zonder meer. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Cou rant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, STOFFELS, Weth., loeo Burgem. Leiden, 7 Augustus 1872. ONTAVIKKELEVG TAN SURINAME. Adelaars en Slruizen in de Surinaamiche quaeslie, door Auekinus. Leiden, P. Someuwil, 1872. ns li. Eerbied voor en waardeering van het streven, dat Amerinus zich voorstelt door den machtigen efboom ouzer eeuw, de pers, te verbreiden en ngaug te doen vinden, hebben wij getoond door es schrijvers beleefdheid, om ons zijn vlugschrift ;oe te zenden, te beantwoorden met de aandacht van het publiek daarop te vestigen. Maar verder te gaan en, zooals deschr. op blz. 116 het uitdrukt.de handschoen op te nemen voor de zaak der kolo nisatie, opdat regeering en vertegenwoordiging zullen gedwongen vvoideu spoedig handelend op te treden, zie dat zou met onze overtuiging strij den, welke op dit punt van die des schrijvers merkbaar afwijkt. Zouder ons te verdiepen in de tirguineiiien en redeueermgen die hij aanvoelt om te slaven dat Suriname zonder kolonisatie te gronde wordt gericht, en die geheel het wezeu "der organisatie omvatten, welke hij tot opbeuring en toekouistigeü bloei van deze kolonie noodig acht, zonder ons ook te begeven in een onderzoek naar de vraag, ot kolonisatie uit het Moederland Wérkelijk Suriname tot het toppunt van glaDS zou voeren, en naar de middelen van andere zijden aanbevolen, b. v. in den boezem der vertegen woordiging, zullen we ons bepalen tot bestrij ding dei door den sclir. bedoelde kolonisatie in verband tot zijn beweren dat zij palliatief is tegen het pauperisme en proletariaat. De kolonisatie toch van Suriname welke Ame rinus wenscht is onbereikbaar. Wat bij er ook Ipvan moge zeggen, het klimaat onder de tropen Pis voor Europeesche emigranten, die zich met het 'landbouwbedrijf zullen hebben bezig te houden, onhoudbaar. Hij stelle zich ook niet voor dat zij, die in Nederland den kost kunnen verdienen, met onzekere vooruitzichten uaar een ander wereld- eel zullen vertrekken. Zoo ver gaat de schr. xouwens niet. Neen, de armen, de proletariërs toeten er heeu trekken, met staatshulp. De kolonisatie diene tevens ter bestrijding van iet pauperisme, om hen namelijk op te heffen, aarvoor, gelijk Malthus het uitdrukte, geen aats is aan het gastmaal des levens en zoodoende 'ook den pas af te snijden aan overbevolking. De bedoeling moge goed ziju, de zaak zelve gerust op eene dwaling. Niemand kan verwachten dat van lieden, die bij ons onbruikbaar zijü, iu Suriname partij kan worden getrokken. Het is ok niet tegen te spreken dat juist die klasse fan ruenschen, welke Amerinus wil doen emigree- eti, het gestel mist dat bestand is om ouder e tropen te arbeiden. Is het voorts niet bekend hoe heftig de Engelsche olouiëu zich tegen de overzending vau proleta riërs, van landverhuizers uit de armenhuizen ver- ietten? En de klassen die al spoedig totlandver- uizing zouden ziju te bewegen, v. leegloopers, ichtüusseh, vaders van te talrijke gezinnen, klein- andelaren die door allerlei omstandigheden hun rood verloren hebben, kuDneu juist liet minst n overzeesche bezittingen, waar zij vlijtig moeten irheiden om hun lot te verbeteren, aan het werk omen. Hun energie is als 't ware uitgedoold. Wie moeten dan naar Suriname? De welge- telden zullen niet en de proletariërs kunnen niet aan. Zij dan die een ambacht of beroep uitoefe- ien, die een van beiden goed verstaan, die m. a. W. hun handeu roeren en krachtig kunnen deel- nemen aan de voortbrenging? Aangenomen eens dat er 10,000 bekwame arbeiders te vinden zou den zijn om uaar Suriname te vertrekken, dan nog zouden wij er bezwaar in zien dit op staats kosten te doen. Overvoer en eerste vestiging van aie kolonisten zouden aanzienlijke financieele offers van staats wege vorderen, die het nationaal verinogen zou den verzwakken, maar tevens zou een groot kapitaal aan inenschen worden weggevoerd, zon der dat men zekerheid heeft het beoogde doel te bereiken en natuurlijk ten nadeele van het moederland. Neemt een landverhuizer gemiddeld meer kapitaal mede, dan voor het blijvende deel der natie per hoofd overschiet, dan wordt bij iedere welgelukte landverhuizing van dien aard de verhouding van den consument tot het kapi taal steeds ongunstiger. Het landverhuizend deel der natie moge zich hierbij wel bevinden, het overblijvend grootste gedeelte daareutegeu wordt aan kapitaal en arbeidskrachten armer, en in dezelfde verhouding rijker aan behoeftigen. Verleende de staat nu aan zulk eene landverhui zing, en dit is de eenige die mogelijk zou kunnen zijn, de hulp die schr. bedoelt, de regeering zou, iu stede van weldadig te werken, de kwaal in het moederland verergeren en ook geheel buiten hare roeping treden. Weinig staathuishoudkundigen van naam en ook van den nieuweren tijd zal schr. in zijn stellingen zien deelen. Zelfs Roscher, die voor „Kolonisatorische Auswanderungis, weet dat hij dit sielsel aanprijst, om Duitschlaud eindelijk eens in het bezit van koloniën te doen geraken. Lees slechts de voorwaarden die hij voor de aldus te bevolken koloniën stelt ten opzichte hunner ver houding tot het moederland en hoe hij aan 't slot angstig uitroept: „Und doch musi sich Deulsch- land beeilen, wenn ihm nicht bald auch die letite pas sende Localimt von anderen, entschlosseneren Vólkern soil vorweggenommen werden I" Niettemin stelt Roscher voor de vestiging van de landverhuizers nog een aantal voorwaarden, die op het geweten al aanwezig moeten zijn. Daaronder rangschikt hijvolkomen rechtszeker heid, in het bijzonder met het oog op den door hen te verkrijgen grondeigendom, en persoonlijke, godsdienstige en gemeentelijke vrijheid. Voorts moet het land waar de emigranten zich vesti gen een klimaat en bodeui hebben geschikt voor den landbouw op Duitsche wijze, enz. Wij hebben thans onze meening over de quaestie korlelijk samengevat, zeker zonder ons aan de overdrijving schuldig te maken, waaraan de schr. der brochure mank gaat en welke Suriname voorstelt als het Eldorado van onze wereld en de kolonisatie als het middel om Nederland tot een land te maken, waar men in het vervolg geen armoede, geen maatschappelijke kwalen zal hebben te zoeken. De schrijver heelt zich, o. i., te veel lateu medesloepen door zijn innige liefde voor Suriuame en is daardoor in dwalingen vervallen, die wij meenen geschetst te hebben en zouden leiden tot een stelsel, dat wij van harte hopen dat door den tegen woordigen minister van koloniën niet zal worden gedeeld. Ten slotte evenwel nog een korte bijdrage ten bewijze hoe weinig lust er bestaat naar Suriname te verhuizen. Volgens de wet van 1862 wordt de vrije kolonisatie van Suriname aangemoedigd. En uit de memorie van toelichting van den Mi nister de Waal, op het w. o. tot bevordering van den invoer van vrije arbeiders in de kolonie Suriname, is het volgende gebleken „Iu de practijk kwam echter tot dusver weinig of niets van de gedachte kolonisatie. Do neder zettingen bepaalden zich tot die van enkele reeds iu de kolonie gevestigde individuen; en door het koloniaal bestuur werden in 1864 en 1865 slechts aan drie personen voorschotten verleend, elk groot I 250. Geen enkel Europeesch landverhuizer trok naar Suriname." Lelden, li Augustas. Men verneemt alsuu met zekerheid, dat de onder officieren vau het leger, die voldoend examen hebben afgelegd, doch uit gebrek aan genoegzame plaatsen niet konden in aanmerking komen voor den rang van '2den luitenant, thans als zoodanig aan Z. M. zijn voorgedragen en dat men elk oogeu- blik hun benoeming kan tegeinoetzien. Dr. J. E. de Vrij, te's-Gravenhage, is benoemd tot eerelid van het College of Pharmacy te Phi ladelphia. Men schrijft aan de Arnhemsche Courant het vol gende Dezer dagen ontving ik het volgende schrijven van een kleurliDg van de Kust van Guinea: „Ik ben zeer blijde, de Engelsche vlag van het fort Elmina te zien wapperen. Het iseenegroote gebeurtenis in de Afrikaansche geschiedenis. De geheele Kust moest onder één Gouvernement worden gebracht en ik geloof dat liet Britsche ineer macht heeft dan het uwe, zoodat het haar wel goed zal regeeren. De overdracht van het grondgebied was eene zeer goede daad, maar het is een groote misstap van uw Gouvernement ge weest, dat het Commendah heeft laten afbranden; mijn God, wat had die arme bevolking u gedaan om haar van have en goed te berooven? De ver woesting van Commendah heeft al die verwar ring teweeggebracht. Maar nu is alles weer be daard en spoedig zullen we een eigen bestuur hebben. „Te Elmina is de bevolking zeer rustig; zij mort alleen over de belasting op de spiritualiën die nu verdubbeld is. Zij heeft de Hollanders spoedig vergeten. Naar ik hoor, heeft uw Gouverneur de Kust in een zeer onberedderden toestand achter gelaten, en men zegt, dat kapitein Joost daar het slachtoffer vaii geweest is. De heer Ferguson heeft hij het verlaten der Kust onder de bevolking geld doen uitstrooien. „Het volk, dat kapitein Joost vermoord heeft, zal opgehangen worden. Er zal wel weer veel over gebeuzeld worden. We gelooven, dat de gou verneur Henessey hier een goed man voor ons is, veel beter dan Usher c. s." Het onderzoek in de zaak van den heer Joost is afgeloopen en de jury heeft drie personen schuldig verklaard, waarna zij veroordeeld zijn om gehangen te worden. Men wacht slechts op de bekrachtiging van het vonnis. De gouverneur- generaal zal binnen eenige dagen hier'komen. Ik vrees voor groote ODlusteu als het vonnis wordt ten uitvoer gelegd; de veroordeelden zijn slechts de werktuigen. De leden der jury waren Viala de Veer, de Bordes, Simons, Tesschema- ker, Karei van Dijk enz. De Negers zeggen, dat de Hollanders hals over kop vertrokken zijn, omdat zij bang waren. Het had er trouwens veel van; het geheele archief is achtergebleven, en dit zal nu wel een prooi der kakkerlakken en ander ontuig worden. Het is jammer dat de komst niet is afgewacht vau den kolonel van der Haas: deze had voorzeker op een voor Nederland waardiger wijze de bezittingen op de Kust van Guinea aan Engeland overge geven. Naar ik hoor heeft F. zooveel spoed ge maakt, dat er bij zijn vertrek niets geregeld is; hij heeft alles voor den consul overgelaten. a fd 03 CO pq 5' P P (P (5 K* 3 O -e S v S X a S" 5 c E. Cf? ijq' o' O Q D5 a> cd 2 CO c <1 55' a 2 er. p 2 o 3 2 1 3 n 3, 3 g. PT" PT O O o cc -«a "to o O o o o JO vi CO "co "cc- O O co i—to o o «o CC' ifs W O o cc o o o ®T> CC co O O o d Pk. a PT O 5 "O W CO ifi OJ üi t cc t O JO (f- -I co OJ O CO 05 05 h oi o o ro J ix o o b b fcfi. O O to o Oj CD V- CD Cï CD co "co CO c=> -Q w ■=- O co co CO r3 5-° Oi o o zo O O O O co co O M ot t«o _- CO "CJI "crc cc O if. O -J CO ü- c e* <2 5 o. e» 8 s sr g. 8- er p o Jp5 «O ox O CO ZO 1 co o -a tfa to LI P f CO O j£a o O co O os a o jo t> <rc Uit dezen staat blijkt alzoo, dat deNederland- sche Bank op 12 Aug., b:j een muntinateriaal van f 142,454,670.42', vooreenesom van f 155,164,437.99 minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar toe. zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt ƒ62,065,775.20' meer be 1 raagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dek king noodig zou wezen. Te Neuburg ging de heer Coxeter met don heer Throckmorton om duizend guiojes de vol gende weddenschap aan. Te 5 uren des morgens bracht laatstgenoemde aan den eerste twee scha pen, waarvan deze hem des avonds te 9 uren een rok moest hebben gemaakt. De schapen wer den geschoren, de wol gesponnen, liet garen ge- weefd, het doek vervaardigd, geverfd en geperst en te 4 uren aan den kleermaker gegeven," en 20 minuten voor 9 uren bracht de heer Coxeter aan den lieer Throckmorton den rok geheel ge reed, waarmede deze in eene bijeenkomst vau meer dan 5000 mensehen verscheen. De beide schapen werden gebraden en met het noodige bier aan de fabriekarbeiders gegeven. De wed denschap was gewonnen in den tijd van 13 uren en 20 minuten. Onlangs hebben wij gemeld dat Mej. v. B. voor de rechtbank van eersten aanleg te Brussel terecht stond onder beschuldiging van valschheid in geschrifte, het verbreken van gerechtelijke ze gels en van medeplichtigheid met haar broeder, den Nederlandschen advocaat v. B. De recht bank heeft deze dame veroordeeld tot 1000 francs boete wegens het verbreken van zegels, tot 14 dagen gevangenisstraf omdat zij een politieagent in den vinger beet, die haar een stuk papier uit den mond wilde halen. Zij werd vrijgesprokeu van valschheid in geschrifte te hebben gepleegd. Eindelijk werd zij iu de kosten veroordeeld. Van dit voonis heeft Mej. v. B. appèl aangeteekend. De laatst verschenen afleveringen der Verza meling van consulaire en andere verslagen over het voorgaande jaar, houden onder andere ver slagen in van raden en secretarissen van legatie, als: te Londen, over den invoer vau vee iu Groot- Brittannië; te Berlijn, over de Bank-quaestie, de landbouwkundige scholen, de invoering der gou den munt enz. in Duitschlaud; te Parijs, over het beheer der justitie in Frankrijk; te Brussel, over de Belgische Staatsspoorwegen; en te Wee- nen, over den Oostenrijkschen Lloyd. De eerste afleveringen dier verzameling over 1872 bevatten o. a. een scheepvaarlverslag van het consulaat generaal te St.-Petersburg en een verslag van deü consul-generaal te Pesth, over de oeconomische ontwikkeling van Hongarije. Z. M. heeft aan C. Zaalberg en M. Wins, ka merdienaren bij Z. K. II. Prins Hendrik der Ne derlanden, vergunning verleend tot het aanne men en dragen der aan elk hunner door den Groothertog vbd Saxeu-Weimar-Eisenach toege kende zilveren medaille voor verdiensten. Z. M. heeft de benoeming van J, J. Schotte- link, burgemeester van Nederhorst den Berg, tot secretaris dier gemeente, goedgekeurd. Z. M. heeft aan B. P. Genemans, te Amster dam, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevre denheid wegens redding van een persoon uit het water aldaar op 5 Juni jl.toegekend de bron zen medaille, ingesteld bij besluit van 22 Sep tember 1855, alsmede een loffelijk getuigschrift. Z. M. heeft benoemd tot procureur bij de arrond - rechtbank te Zierikzee Jhr. Mr. J. W. D. Schuur- beque Boeije, advocaat aldaar. Z. M. heeft benoemd tot plaatverv. kantourech- ter te Woubrugge H. A. J. vau der Speek Obreen, candidaat-uotaris aldaar. Z. M. heeft benoemd tot rechter in de arroud.- rechtbank te Zierikzee Jhr. Mr. P. J. F. Rethaan Macaré, thans substituut-griffier bij de arrond.- rechtbank te 's-Hertogenbosch. Z. M. heeft goedgevonden don luit.-ter-zee der Isle kl. J. M. Berend?, ter zake van zijn gehou den gedrag op den 21sten Juli 1868 bij de krijgs verrichtingen tegen Kraeng Bonto Bonlo in de noorder-districten vun Celebes, alsnog te benoe men tot ridder der 4de kl. van de Militaire Willemsorde. Z. M. heeft goedgevonden bij het wapen der cavalerie te benoemen: bij het 3de reg. huzaren, tot lsten luit. (naar ouderdom van rang), den 2den luit. J. G. Blaauw, van liet corps. Z. M. heeft goedgevonden, te rekenen van den lsten der volgende maand, in zijnen raag over te plaatsen bij den staf der infanterio den lsten luit. L de Vlaming, van het reg. grenadiers en jagers. Z. M. heeft aan den heer H. J. C. Hoogeveen, resident van Batavia, vergunning verleend tot liet aannemen van het liooge eereteeken, genaamd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1