N°. 3836. A«. 1872. Maandag 12 Augustus. Feuilleton vau het Leidsch Dagblad". mmm uit esselamd. LEIDSCn PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00. Franco per post3.85. Afzouderlyke Nommera0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PKIJS DER ADVEBTKNTIKN. Voor iedewn regel/"0.16. Grootere letten naar de plaatsruimte die r\j beslaan. STADS-BERICHTEN. PA.TEMXB^AOEi«. De BURGEMEESTER, Hoofd van het Gemeen tebestuur van Leiden, doet te weten, dat de inge vulde patentbladen over het dienstjaar 1872 en 1873, voor de Wijken 1, 2, 3 en 4, bij bet College van Zetters, in eene der vertrekken van het Raadhuis dezer gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, met uit zondering van den Zondag, van des namiddags twaalf Etot twee uren, en wel tot en met den 17den Augus tus eerstkomende, terwijl, na bet verstrijken van dien tijd, de onafgehaalde Patentbladen van die Wijken, aan de deurwaarders der directe belastingen alhier ter uitreiking moeten worden afgegeven, die, voor hunne moeite, mogen eischen tien cents, zonder meer. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Cou- ipfant afgekondigd. De Burgemeester voornoemd, STOFFELS, Weth., loco Burgem. Leiden, 7 Augustus 1872. Lelden, 1© Augustus. Aanstaanden Dinsdag, den 13den dezer, zullen, naar wij vernemen, ruiui 15Ü van de onder de wapenen opgeroepen miliciens van het 4de regi- inent infanterie btj de ingezetenen alhier worden ingekwartierd, daar er geen plaats is om hen in de kazernes te huisyesteu. Door het vertrek op Woensdag morgen met den trein van 7 u. 40 ui. van twee compaguiën naar den Helder en Hoorn, komt er localiteit disponiebel, zoodat dan ook de inkwartiering slechts voor één dag zal zijn. De verschijning van liet nieuwe weekblad de Anti-ültramontaan mag vrij overbodig geacht wor den. De inmenging der kerk op het gebied van den staat vindt te vele en te krachtige tegenstan ders zuO in als uuiteu de periodieke pers, dan dat liet weekblaadje in een leemte zou voorzien. De wijze waarop de redactie zich bovendien van hare taak denkt te kwijten en welke liet eerste nummer ruimschoots doet kennen, achten wij zoo stellig mogelijk meer in het nadeel dan ter bevordering van liet voor oogeu gestelde doel. Met schelden, razen en tieren, met liet uitkra men van kulussale grofheden doet men de begin selen, die men zich voorstelt te verdedigen, meer kwaad dan goed. Als slotsom kunnen wij dus niet anders zeggen, dan dat T blaadje ons tamelijk ouverschillig laat. De aandacht der ingezetenen wenschen wij te vestigen op het voornemen van den eigenaar van RhijnziclU om een goed gelukte proef in het vorig jaar met een zwemwedstrijd, te herhalen. Daartoe rekent hij op den steun der burgerij, welke hem ook destijds niet oDtbrak en zoo wij hopen ook nu zal verleend worden. Neemt men in aanmerking den aard der in richting, waaraan de lieer Kramer zijn zorgen wijdt, de wezenlijke behoefte waarin zij voorziet en hare goede werking, getuige nog het succes door een barer leden bij den laatsten uationalen zwemstnjd te Utrecht, dan is 't wel te ver wachten dat de ingezetenen tot het bereiken Van het doel dat de eigenaar zich voorstelt zullen wil len medewerken. Lijsten worden den leden aan hunne wonin gen nangeboden, en op de onderscheidene Sociëtei ten dezer gemeente is evenzeer de gelegenheid ter iuteekening opengesteld. De maatregel van den heer Kramer om de leden dier Sociëteiten den dag van den wedstrijd toegang tot zijn etablis sement te verleenen, zal zeker de goedkeuring van velen wegdragen. j Met de nog verwachte lijsten berekent men het I totaal op minstens 25 a 30,000 franes. Er is thans een comité van uitvoering benoemd en tevens be- paald, dat het monument zal worden opgericht in de hoofdstad. Aan de Zwem- en Bad-inrichting Rhymigl zijn gedurende deze week 509 baden genomen. Gedurende deze week zijn in het Werkbuis alhier opgenomen, van 94 tot 110 volwassen per sonen en van 36 tot 48 kinderen. De christelijk-historisclie Bazuin behandelt de vraag„Moet het congres der Internationale te 's-Hage verboden worden?" Na ernstige overweging, ook met hel oog op liet toestemmend antwoord van vele dagbladen en de eerlang te verzenden adres sen aan de Regeering, luidt het antwoord van de Bazuin in tegenovergestelde» zin„Niet ver bieden." Doch het coDgres moet een openbare vergadering blijven, waarop ieder spreken kan en die iedereen toegang verleent. De bijeenkomst te Utrecht, waar de lieeren Kol en anderen zicb zoo voortreffelijk hebben gekweten van hun plicht als Nederlanders en als Christenen, ligt nog versch in 't geheugen. Men spreke en overtuige. De Bazuin acht de dagbladen en vlugschriften, die de heillooze beginselen der Internationale verspreiden, niet minder schadelijk dan een openbare bijeen komst, waar men terstond in aller tegenwoordig heid voet bij stuk kan zetten en drogredenen ontmaskeren. Ook de Werkmansvriend wijdt een artikel aan liet aanstaande congres der Internationale te 's-Gra- venhage. Reeds vroeger heeft het blad er zijne meening over medegedeeld en liet verbieden van liet congres afgeraden, wat den Werkmansvriend natuurlijk eene bestralling van hel Dagblad op den hals haalde, die niet onbeantwoord bleef. Thans vindt de Werkmansvriend in het adres aan den Minister van Justitie aanleiding oin uogmaals op liet congres terug te komen. Vooraf brengt liet blad in herinnering hoe scherp liet tegen de In ternationale gekant is, en geeft het zijn standpunt aan, van waar het de zaak beschouwt. Daarop volgt eeu afschrilt van het bekende adres dat bij twee llaagsche boekhandelaren ter teekening ligt. De Werkmansvriend wil niet in eene beoor deeling treden over het al of niet wettelijke om het houden van liet congres der Internationale te verbieden. Het blad wil gaarne aannemen dat de regeering er het recht toe heeft, maar vraagt zou het wenschelijk zijn, dat ze iu deze van hare bevoegdheid gebruik maakte? Dat meent de Werkmansvriend te moeten betwijfelen. Tot nu toe is aan inschrijvingen in Luxemburg, voor een monument ter nagedachtenis aan prin ses Hendrik, ingeschreven voor ruim fr. 20600. Men schrijft aan 't Handelsblad uit Gleve van 7 Augustus het volgende; Hedenvoormiddag omstreeks halfelf kwam al hier de Hollandsche pleiziertrein aan, bestaande uit 24 waggons, waaruit 1200 a 1300 menschen werden „ontladen," gelijk wij het hoorden noe men. Een aantal Clevenaars wachtten de Hol landsche „broeders" op, wier aankomst door velen met gejuich werd begroet. Wat zij opzagen, die groote menigte Amsterdammers, Rotterdammers, enz., maar vooral hoe zij „oproken," toen hun de heerlijke lueht van Cleve te gemoet kwam, in vergelijking van de balsemieke geuren, die hun dagelijks uit Amstels- en Rottesgrachteu in de neusgaten worden gedreven. Er waren echter ook oogenblikken, dat zij eene soort „illusion perdue" haddenzij hadden den pleiziertocht voor auder- halven gulden ondernomen, om nu ookjeens voor eeu goedeu dag in een heusch vreemd land te komen kijken, waar alles wel een heel ander aanzien zou hebben dan in liet eigen land. En wat trof liet oog der vreemde bezoekers al da delijk? Tal van opschriften enz., iu de Nederl. taal, op uithangborden, voor winkels, logementen enz. En hoe verbaasd was menigeen, niet alleen toen hij zich ten duidelijkste hoorde verstaan, maar ook toen hij zich in de taal van zijn eigen land hoorde toespreken, duidelijker dan wel iu sommige streken daarvan zou zijn geschied. Iu de Grosse 'Strasse gekomen, waren velen totaal verbluft, bij het lezen van een Opschrift: Noord-Hollandsch Koffiehuis en daar Han delsblad en Vaderland voor de ramen zagen ten toongesteld, en evenzoo toen zij hier en daar Nieuwe Rotterdammer eu Oprechte Haarlemmer aan troffen. Had men hen wellicht gefopt en op een verkeerden trein doen plaats nemen, die hen in stede van naar Cleve, naar een der plaatsen aau de 'Zaan had gevoerd? Zij werden echter spoe dig gerustgesteld, toen men hun aan het verstand bracht, dat Cleve het met alle grensplaatsen ge meen heeft, dat men er niet alleen de taal des naburigen lands, zij 't dan ook verbasterd hoörl spreken, maar ook vele van zijne zeden en gewoon ten ziet overgenomen. Langzamerhand kwam bij velen, die wij spraken, zelfs een ander gevoel op, 't streelde hun. nl. zooveel Hollandsch iu eene Duitsche stad te ontmoeten; 't was huu tot waar burg, dat Nederland nu wel niet spoedig ver- duitscht zou worden. Maar nu het pleizier. Dit woord moge voor den trein niet misplnatst zijn geweest, het ver blijf alhier leverde weinig of geen pleizier op. Was het bij de aankomst slechts een fijne mot regen, van oogenblik tot oogenblik werden de druppelen zwaarder en vertoonde de hemel zich slechts als een dik, grijs kleed, als een pantser, ondoordringbaar voor eiken zonnestraal. Het was één regen en alles regén. öelukkig echter waren de pleitierreizigers meerendeels met parapluie's gewapend, en zoo dwaalden zij door de scboone dreven, waaraan Cleve zoo rijk is, en verlustig den zij, die slechts vlak land kennen, zich in het beklimmen van de onderscheidene bergen, om van daar verrukt te worden door de scboone gezichten over het Rijndal en de kronkelende rivier zelve. En wat al uitroepen bij bet aan schouwen van het heerlijke panorama, hun bij Maywald aangeboden. Tal van „Jannen" zaten daar als echte „Pieten," en zwolgen den fon kelenden Rijnwijn met niet minder welgevallen in als tehuis den echten Schiedammer. Overigens hadden de meesten, voor zoover zij door vrou wen, dochters of zusters waren vergezeld, hun teerkost medegenomen en ras was de rijke inhoud van spoorwegmand of kabas geledigd en verorberd. Toen het oogenblik des vertreks was gekomen, hadden ook de talrijke omstanders pleizier. Het was een geschreeuw en getier, een gejoel eu ge woel, een dringen en stooten, bijna zonder einde. Het duurde lang eer ieder behoorlijk was gezeten De conducteurs hadden haast geen handen genoeg, om het uitgelaten volkje plaats te geven. Nauwelijks was een portier gesloten of er kwam opnieuw een gansche troep aauloopen, hijgende en blazende, en zoo ging het herhaalde malen. Een muziek corps stond op het perron en hief beurtelings Wien Neerlandsch bloed en die Wacht am Rhein aan, waarmede jong eu oud krachtig instemde. Maar de Hollanders hadden er niet genoeg aan en zon gen of liever schreeuwden ook nog andere lie deren, waarbij het Omdat het zoo lekker is vooral uitkwam. Het bleek dat de massa, in weerwil van de door het weder ondervonden teleurstelling, toch pleizier had en goedsmoeds was. Met Hol landsche bedaardheid berustte zij in het „fait ac compli", ofschoon men de meesteu op liet laatste oogenblik niet voor bedaarde Hollanders zou heb ben aaugezieu. Eindelijk zette de lauge trein zich in beweging eu werd van het bekoorlijke Cleve afscheid genomen. En nog toen de trein door de kromming van den weg niet meer in 't gezicht was, hoorde men het zingen van die frohen Hol lander. Ol allen wel even froh zullen zijn geweest, die herwaarts kwamen? Wij betwijfelen het. Er waren toch enkelen, wien het Kleefsch „Körn" evenzeer als het binnenlaiidscb gedistilleerd had gesmaakt maar die er tevens dezelfde gevolgen van hadden ondervonden. Zij waren er door „verspalert" ge worden, en daar er geen reservetrein was geor ganiseerd, bleef er voor hen niets anders over dab, in plaats van met den „boterham-trein" (gelijk hij Bier werd genoemd) te vertrekken, hier te overnachten, om morgen als gewone passagiers de terugreis naar hun penaten te aanvaarden. Een honderdtal gezinnen uit Overijsel maakt zich reisvaardig, om tegen 't einde dezer maand naar Amerika te vertrekken. Aau den predikant Bavink, te Emmerik, in die streken aloin gunstig bekend, is f 3000 salaris aangeboden, in lieu bij naar het fransch van bi. a JE. VIII. FaJbi-ieUeii eu Werklieden. Vervolg.) Hier heeft liet dierlijke te veel ue overhand en kunnen begrip en oordeel zich moeilijk vrijma ken, daar zij als vonken zijn, die verstikt wor den onder den vnile en zwaren damp der natuur driften en niet van zelf, krachtig, vrij kunnen uitspatten als bij de zuidelijke volken. Men moet ze wat helpen, de geschikte braudstoffen aan dragen, om een vlam te verkrijgen die door de ruwe stoffen heenbreekt. Slaagt men daarin dan ontstaat er een lievige gloedmaar nergéus is het beschaven van den mensch zoo dringend noodig. Wij gaan een menigte openbare inrichtingen voor onderwijs en uitspanniug bezoeken. Voor eerst Peel's Park, een soort van grooten Engel- schen tuin in het centrum der stad, waar de armen tusschen de boomen en bloemen kunnen gaan zitten. Het is tot stand gekomen door eene particuliere inschrijving van 35000 p. s. en be vat bovendien een museum en een bibliotheek. In dat museum zijn twee galerijen van zeer goede schilderijen en teekeningen, die voor zes maanden door de eigeuaars worden te leen gegeveneen zaal voor natuur geschiedenis met collecties vo gels, slangen, kapellen, enz.een zaal met oude of vreemde weefsels; een zaal met voortbrengse lender industrie: katoen, liennip, meekrap, kortom, een verzameling van voorwerpen, leerzaam voor den geest of aangenaam voor 't oog. Onze bege leider, een groot koopman, zeide ons: „Dat alles „spreekt tot de zinnen en wel op eene boeiende „wijze; dat alles houdt de werklieden bezig en „geeft hun begrippen; zij moeten afleiding heb- „ben, en ieder uur hier doorgebracht is aan de „kroeg ontnomen." Hij maakt ons opmerkzaam dat er geen wachters zijn in de zalen, die bewaakt worden door de goede gezindheid en de eerlijk- lijkheid van 't publiek; geen enkele voorwerp wordt er gestolen, geschouden of ook maar aangeraakt ener komen dagelijks gemiddeld 2550 bezoekers. Van daar gaan wij naar eene bibliotheek, die eveneens uit particuliere iuschrijvingen is opge richt, waar voor niet kan gelezen worden, en die hoofdzakelijk voor de werklieden bestemd is. Zij telt 25000 deelen; de bibliothecaris zegt dat er 10000 lezers in de maand komen; men vindt er ook de dagbladen. Als men door twee respecta bele personen is voorgesteld, kan men boekeD meekrijgener zijn twaalf- a veertienhonderd geregelde lezers. Ik zie uit de lijsteD, dat zij vooral de levens van Nelson en Wellington lezen, alsook theologische werken. Volgens onzen bege leider zijn er vele kundige menschen onder, die collectiën maken; hij vertelt ons van een werk man, die de namen en afbeeldingen kent van 900 soorten van schildvleugelige insecten. De na- tuur-historie en over 't algemeen natuur-weten- schappen vallen zeer in hun smaak; zij houden van feiten, van het proefondervindelijke, 't geen hen dikwijls ver van den bijbel verwijderten geheel tot het positivisme leidt; de secularisten vinden onder hen vele volgelingen. Overigens lezen zij revues over staathuishoudkunde en couranten nu zijn de Engelsche couranten, zelfs van de kleine steden, leerzaam en vol uitvoerige en juiste cor respondenties en inlichtingen. Hier moet dunkt mij een werkman, die niet drinkt, als hij een uur daags leest, rijk natr kennis cn zeer ontwik keld zijn. Verder heeft men the mechanic's institute ook door particuliere iuschrijviugen opgericht en on derhouden. Zeshonderd leerlingen, jongens en meisjes, boven de tien jaar. Het zijn twee soorten vao scholen namelijk voor Eransch, Duitsch, teekenen, muziek en wiskunde, voor hen die een kleine som betalen, over 't ge heel kinderen van winkeliers; en voor le zen, schrijven, rechtlijnig teekenen en rekenen, gratis, waar voornamelijk gebruik van wordt ge maakt door jongens en meisjes in lompen, die door de fabrikanten worden gezonden. Bij 't onderwijs staat rechtlijnig teekenen eu elementaire wiskunde op den voorgrond; in de hoogste klasse, kinderen van 13 tot 15 jaar, wordt het zesde boek van Euclides verklaard; zij moeten de inrichting hunner machines begrijpen. Gewoonlijk gebruikt de meester een jongen van zijne klasse als repe titor. De inrichting heeft ook eene leeu-bibliotheek van een duizendtal deelen en eene zaal voor de leerlingen om couranten en revues te lezen. Er zijn tegenwoordig een of meer van die ambachts- en speciale scholen in alle labriekssledeu, eD men is zeer tevreden over hare goede resultaten. Men gaat van den stelregel uit, dat men het volk moet onderwijzen, wil men heL kunnen blijven besturen. De godsdienst helpt hen daarbij; eene menigte scholen zijn met kerken verbondeu

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1