e'e° *1 zich ook van zekeren kant zoekt te beijve- d 1 de Turksche financiën als zeer veel verbeterd f6'vèlfs bloeiend voor te stellen, uit het feit zelf D' Wi* Turkije altijd en onverpoosd tot zeer kost- 'letii geldleeningen moet overgaan welhettegen- 6 geB schijnt te blijken 1 I1 Vas:a Noord-Amerikaansche spoorweglondsen blij- - van hS) sticbi» ïveos ift' o van nog steeds tamelijk verlaten en de handel slechts bij kleine partijtjes plaats. De Erie's m terug van 45 op 41%, California Oregon 82 op 81, Oregon California van 65 op 61(4, Huron van 46% op 45% pCt.Rockfort k Island verbeterde zich vau 37% tot 42 pCt. iijii" ragenM 'd Z'J' vijl enkel andere soorten zich it tot pCt. r- of achterwaarts bewogen. iet geld op prolongatie, dat in 't begin der en dei L. OT~ -r r k op 6 pCt. geloopen was, liep even spoedig Ier terug op 4 pCt. stige me m mo m' BÜITENL 1>- bereik" een 4 Ooetenr.-HonK- Monarchie. Niéuwe inrichting der katholieke theolo- net gische faoulteiten. lerlijfc )e Oostenrijksche minister van eeredienst, Stre- terï;. yr, heeft een ontwerp ingediend, dat van zeer K0! jot gewicht is voor de faculteit der katholieke 'e °8éologie aan de universiteiten. aan«fTot nu toe zijn deze faculteiten als het ware chts africhtiugen, die onder onmiddellijk be- sc,ter der bisschoppen staan en als zoodanig ook or den staat erkend worden. Hun werkkring ons paalde zich derhalve nagenoeg alleen tot het !D g'ésseeren van bruikbare aspiranten voor de ziel- >als rzorging, want tot wetenschappelijke vorming wore ,je hoogere beteekenis van het woord waren t uitlij inrichtingen in het minst niet bestemd. De l set ondspreuk waarnaar zij werden bestuurd was: koelie respect voor de theologie als wetenschap, 3r aar wij hebben haar niet noodig." Het gevolg uiratervan is natuurlijk geweest een volkomen 1 f ï'srval van de theologische wetenschap. De trap he san ontwikkeling der Oostenrijksche geestelijk- zou eid is, zonder zelfs in een vergelijking te treden ren iet het protestantisme, allertreurigst te noemen. Gedurende zijn eerste ministerie heeft Stremayr r*£t)eds een poging gedaan om hierin verandering te l8J,rengen. Hij maakte een ontwerp, dat door den igenwoordigen hoofdman van het oud-katholi- (l isme, von Döllinger, werd goedgekeurd. Doch ij had geen tijd om zijn plan te volvoeren en 3jl, ijn opvolger Jiretschek ging van de stelling uit: Danken wij God, dat wij zulke goede theologi sche faculteiten bezitten." Toen nu Stremayr voor .ie tweede maal aan het hoofd van het departe- jjV, vent van eeredienst kwam, heeft hij zijn vorig lVeo ntwerp weder opgenomen, omgewerkt en in a j., en aantal officieuse artikelen van de Prctst open- gemaakt onder den titel: „De hervorming uil er katholieke-theologische faculteiten van Oosten- en rv ijk, Weenen 1872." jjnej De grondslag van het ontwerp is duidelijk uit 0^jle zinsnede: „De theoretische vorming der can- wo[didaten in de theologie moet een grondig-weten- schappelijke zijn en het geheele gebied der theo- logie omvatten; deze vorming maakt derhalve ■e[ een deel uit van het openlijke slaatsonderricht, j zij behoort lot de theologische faculteiten van le den staat, en voor haar bloei is uoodig de op- heffing der bisschoppelijke onder wijs-in richtingen zij er zich mede vergenoegden, te zwijgen en te bidden. Maar nu, terwijl zij tot den strijd zijn opgestaan, zijt gij zelf verschrokken. En wanneer geheel Italië door zijne katholieke gemeenteraden tegen uw onchristelijk regeerings-systeem protes teert, hoe zult gij het dan maken, gij die slechts steunen kondt op de révolutie, en die genoodzaakt zijt, de révolutionnairen, die reeds, veel verder zijn voortgegaan dan gij zelf, de hand te reiken, dat is aan de republikeinen, uwe ware en eenige vijanden? Neem u in acht, Joh. Lanza, voor de vree8elijke gevaren die u omringen. Denk aan de valsche positie, die gij u geschapen hebt, toen gij naar Rome zijt overgekomen om een onchris telijke politiek te volgen. Wij katholieken zijn van oordeel, dat de Rubicon overgetrokken is en dat ons verder niets overblijft dan te overwinnen of in de katakomben terug te trekken." Vreeselijke woorden waarlijk voor den armen Joh. Lanza! Welk een ontzettend lot, zoo van alle kanten door dreigende gevaren omringd te zijnl Wie zal Caesar tegen de wanhoop der in het nauw ge brachte Gall ik wil zeggen katholieken, beschermen Och wij gelooven dat Joh. Lanza zich wel een weinig gerust kon stellen en nog niet dadelijk tot een lichamelijken of politieken zelfmoord be hoeft over te gaan. Vóórdat „door alle Katholieke gemeenteraden van Italië tegen zijn onchristelijk regeerings-systeem wordt geprotesteerd" zal er nog heel wat tijd verloopen; ja wij vreezen voor de Italiaaosche rijks-brieveuposterij, dat die pro testen nooit verzonden zullen worden. Joh. Lanza zal zich door zulke bespottelijke bedreigingen als die van de VocedellaVeritk wel niet van zijne politiek laten albreogen. In allen ge valle is de uitslag van de verkiezingen dit jaar zoadanig dat de gevaren, waardoor de ultramon- taansche bende bedreigd wordt, vrij wat grooter zijn dan die Joh. Lanza en zelfs zijne Republikein- sche „opgedrongen bondgenooten" omringen. Het Vaticaan keurt de bijeenkomst der keizers te Berlijn af. Aan de Fanfulla toch wordt uit Weenen geschreven „De ultramontaansche partij, de van uit het Vaticaan gegevene wenken vol gend, doet moeite om de samenkomst der beide keizers te Berlijn te verhinderen. Daar deze be- j nioeiiugen zonder gevolg gebleven zijn, doet die I partij nu haar best om ongenoegen tusschen Au- drassy en Bismarck te zaaien, en wel met be- trekking tot de Jezuïeten-quaestie. Eenige in de dagbladen opeobaar gemaakte artikels waren met dit doel geschreven. Men is echter algemeen j van oordeel, dat deze pogingen even weinig succes en klooster-scholen." ösuj. aaj.( De faculteiten krijgen volgens het ontwerp een Ju5tdriejarigen leercursus; eerst na dezen cursus met n s| goeden uitslag doorloopen te hebben is de op- name in een bisschoppelijk seminarium of in ls(j sen klooster tot practische vorming geoorloofd. Daarmede is natuurlijk de quaestie of de geeste lijkheid op seminariën dan wel op rijks-facultei- opjs. ten hare opleiding zal ontvangen, beslist. Wat les het onderricht zelf betreft wordt voorgesteld de oprichting van leerstoelen voor de geschiedenis Ier philosophie, theologische encyclopaedie, ge schiedenis der dogmatiek en verscheidene an dere. Voorts zal de Duitsche taal bij de lessen SI» gebruikt worden, terwijl de benoeming der professoren uitsluitend wordt toegekend aan den staat. erL Het spreekt van zelf, dat van clericale zijde, vooral van de hooge geestelijkheid, een storm van ;cb vert Akelige toekomst voor Joh. Lanza. De U1- tramontanen en de keizer-bij eenkomst. oppositie tegen het ontwerp zal opgaan. Italië. De Voce della Vcrita richtte aan den minister van binnenlandsche zaken naar aanleiding der verkiezingen |de volgende toespraak: „Het is niet onze schuld, wanneer wij nu het wettelijke wa- pen van de verkiezingen aangrijpen om u te be- U strijden en wanneer wij later ook nog andere wettelijke wapenen ter hand nemen. Gij zijt het, Joh. Lanza die ons dwongt tot tegenweer, toen gij Ons aaugreept in ons geloof, onze kerk, de opvoeding onzer kinderen, in onze godsdienslige vrijheid. Wij grijpen het wapen aan, datonstoe- gereikt wprdt. En, weet het Joh. Lanza, wij zul 1 len overwinnen, hetzij in ditofin een ander jaar, maar wij zullen overwinnen. Gij kondt in de binnenlandsche aangelegenheden gemakkelijk de overhand op de katholieken behouden zoo lang zullen behalen als de vorige." Dat gelooven wij ook; de ultramontaansche partij heeft hier waarlijk niet met twee domme sukkels te doen. TELEGRAMM EN. St.-Petersburg, 6 Augustus. Hedeuochtend is te Nischnei Nowgorod op de jaarmarkt een groole brand uitgebroken. Londen, 7 Augustus. In 't Lagerhuis deelde heden Lord Enfield mede dat, na nauwkeurige overwegingen, de Porte tot 't besluit is gekomen, dat de Suez-Kanaal-Maatschappij haar tonnegeld mag berekenen volgens de bruto-tonnemaat. De juristen van de Britsche Kroon zijn van hetzelfde gevoelen. Berlyn, 7 Augustus. De Pro». Corresp., spre kende over de aanstaande samenkomst van de drie keizers, zegt het volgende 't Gemeenschappelijk doel is de bestendiging en 't behoud van den vrede in Europa. De Duit sche Regeering wenscht den band van eendracht met Oostenrijk en Rusland te bewaren en nau wer toe te halen. Duitschlands houding heeft den weg gebaand tot toenadering van Oostenrijk's en Rusland's zijde. Bertyn, 8 Augustus. De Kreuzitg verneemt, dat tijdens de bijeenkomst der drie keizers de meeste Duitsche vorsten te Berlijn zullen komen. Londen, 8 Augustus. In het Lagerhuis zeide Lord Enfield, dat Frankrijk volhoudt, dat het recht heeft om differentieele rechten van Engel- sche schepen te heften. De ouderhandelingen duren echter nog voort. De minister Forster zeide, dat alle schapen, die uit Duitschland kwamen, onmiddellijk ge slacht moesten worden. {-De invoer van vee uit Frankrijk bleef vrij. Londen, 8 Augustus. Gisteren zijn 500,000 p. st. naar Duitschland gezonden en aaost. Zaterdag zullen nog 500,000 p. st. volgen. Men gelooft, dat dit voldoende zal zijn. De Times heeft een telegram uit Sau-Sebastian van gisteren ontvangen, meldende dat aldaar een of twee verdachte personen zijn gearresteerd. De koning is uitgegaan om te bewijzen dat hij het volk vertrouwde. Hij is overal toegejuicht. New-York, 8 Augustus. De laatste berichten over de verkiezingen in Noord-Carohna doen zien, dat de republikeinsche kandidaat Halde- well tot gouverneur gekozen is. Ook de verkie zing der overige ambtenaren is ten gunste der republikeinen uitgevallen, maar de demokreten hebben de meerderheid in de wetgeving. Gemeenteraad. INGEKOMEN STUKKEN. Leiden, 25 Juli 1872. Wij hebben de eer hierbij over te leggeu eene missive van Curatoren der Leidsche hoogeschool dd. 24 Juli jl.n°. 286, alsmede het daarbij in gezonden, op machtiging van den Minister van Binnenlandsche Zaken vastgesteld, Reglement voor het bestuur van het nieuw Academisch Ziekenhuis. Overeenkomstig het verlangen van Curatoren voornoemd, stellen wij u voor om thaus tot de benoeming van twee leden van voormeld Bestuur te willen overgaan. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders enz. Leiden, 24 Juli 1872. Wij hebben bij brief van 31 Maart 11. aan den Minister van Binnenlandsche Zaken ter goedkeu ring voorgesteld een Reglement voor het beheer van het nieuw Academisch Ziekenhuis, dat met September eerstkomende kan gereed zijn en als dan spoedig in dienst worden gesteld. De Minister machtigt ons thaus om tot de re geling dezer zaak over te gaan. Hiertoe behoort in de eerste plaats de samenstelling der Commis sie van bestuur, bedoeld bij het reglement, waar van wij de eer hebben u hiernevens een afschrift aan te bieden. En nu is ons verlangen dat spoedig de daarbij gedachte twee leden door den Gemeenteraad mo gen worden aangewezen. Wij achten ons ver plicht op bespoediging aan te dringen, omdat anders, nu de zaak zoo lang bij de Regeering is opgehouden, de tijd te kort zal zijn om nog het noodige te verrichten voor de indienststelling in September. Het zal ons zeer aangenaam zijn indien door u de noodige stappen ter bevordering van het bovenstaande mogen worden gedaan. Zoodra wij zullen vernomen hebben welke de aangewezen leden zijn, vertrouwen wij dat de Commissie van bestuur spoedig zal worden geïn stalleerd. Curatoren der Hoogeschool te Leiden, Gevees van Endegeest, President, v. d. Bkandeler, 1*. Secretaris. Aan heeren Burgememeester en Wethouders van Leiden. Reglement voor het Bestuur van het nieuw Academisch Ziekenhuis. Art. 1. Het bestuur over het Academisch Zie kenhuis is opgedragen aau eene Commissie van vijf leden, zijnde een der Curatoren van de hooge school, door liet college van Curatoren aan te wijzen; twee Hoogleeraren uit de geneeskundige faculteit, door de faculteit aan te wijzen; entwee leden, geen hoogleeraren zijnde, aan te wijzen door den Gemeenteraad van Leiden. Art. 2. Elk jaar, op 1 September, treden twee leden af en kunnen eerst na een jaar weder lid der Commissie zijn. De aftreding geschiedt naar een rooster, zoo danig in te richten, dat niet gelijktijdig de twee Hoogleeraren, noch de twee leden door den Ge meenteraad aan te wijzen, aftreden. Art. 3. Het lid uit het college van Curatoren is voorzitter der Commissie. Bij ontstentenis wordt hij door het oudste lid in jaren vervangen. Wie voorzit, heeft bij staking der stemmen eene overwegende stem. Art. 4. De Commissie vergadert in het Zieken huis, minstens eenmaal, op een door haar te be palen vasten dag, binneo de eerste tien dagen van elke maand, en verder zoo dikwijls de Voor zitter of twee leden het noodig achten. Art. 5. Zij benoemt uit haar middeo eene sub commissie van twee leden, buiten den Curator, voor het dagelijksch toezicht eu bestuur, naar de regels door de Commissie voor te schrijven. Art. 6. De Commissie wordt bijgestaan door een vasten Secretaris. Art. 7. De Secretaris houdt notulen van het verhandelde in de vergaderingen der Commissie en de noodige registers van inkomeude en uit gaande stukken. Art. 8. Het bestuur van de huishouding in het gesticht wordt opgedragen aan een Di recteur. Art. 9. De Commissie doet aan het College van Curatoren voordracht tot benoeming en tot ontslag van den Secretaris, van den Directeur, van de beambten en van de bedienden in het Ziekenhuis. Art. 10. Zij maakt, behoudens hoogere goed keuring, een Reglement van bestuur en inwen- digen dienst voor het gesticht, en zorgt zoowel voor het in acht nemen daarvan, als in het al gemeen voor een geregeldeu gang van zaken. Art. 11. In twijfelachtige gevallen raadpleegt zij het College van Curatoren. Art. 12. Zij onderzoekt de maandelijks van den Directeur ontvangen rekeningen verantwoording van zijn beheer. Zij viseert ten blijke van goedkeuring de door den Directeur aangebodeu declaratiën, en zeudt die elke drie maanden aan het College van Curatoren, met eene rekening van ontvang en uitgaaf en de noodige toelichting. Aldus, op machtiging van den Minister van Binnenlandsche Zaken van den 17den Juli 1872, vastgesteld den 23sten Juli 1872. Curatoren der Hoogeschool te Leiden, (get.; Gevers van Endegeesx, President, (get.) van Reenen, 1° Secretaris. Voor eensluidend afschrift, De Secreturis van Curatoren der Hooge school te Leiden, Gevers van Endeqeest, 1° Secretaris. Leiden, 1 Augustus 1872. Wij hebben de eer u hiernevens over te leggen a. een adres van Petrus Kolderman, kuiper, daarbij verzoekende om voor zijne werkplaats aau de Hoogewoerd n". 177 eene stoep temogen doen leggeu; eu b. een adres van Jacob Johannes Fransman, spekslager, houdende verzoek om een keldergat te mogen doen maken in de stoep voor zijn huis aau de Haarlemmerstraat n°. 44. Met het daarop door ons ingewouuen rapport der Commissie van Fabricage kunnen wij ons vereeuigen, zoodat wij de vrijheid nemen u te raden de verzoeken der adressanten in te wil ligen, wat betreft dat sub a, mits de stoep gelegd 8 worde volgens de rooiing, door rooimeesters j aan te wijzen; eu wat betreft dat sub 6., mits het keldergat niet grooter zij dan een meter lang en een halven meter breed, en tegen betaling van het recht, bepaald bij art. 3 n'. 87, van het tarief van 5 Maart 1857. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 20 Juli 1872. Burgemeester en Wethouders hebben de eer u bij deze over te leggen het concept-raadsbesluit betreffende de rekening van ontvangsten en uit gaven der gemeeuie Leiden over het dienstjaar 1871, om, nadat de rekening der trekvaarten en jaagpaden, welke deze stad met andere steden in gemeenschap bezit, over datzelfde jaar zullen zijn goedgekeurd, indien het aangebodeu ontwerp uwe goedkeuring wegdraagt, het op den voorgedragen voet en wijze vast te stellen. Tot dekking der onbetaald geblevene sommen ad f 1510.47' (stelsel Liernur), 9520.96 (stads gehoorzaal) en f 936.25 (vergrootiug van de school voor onvermogenden n". 2), te zamen f 11967.68' leggen zij hierbij tevens over eene suppletoire be grooting, teu einde dat bedrag te vinden uit het vermoedelijk beschikbaar overschot van den dienst van 1871 en te brengen op het artikel onvoor ziene uitgaven der begrooting dienst 1872 en te vens den vereischten staat van af-en overschrijving, om van dat artikel, het op de drie respectieve artikelen beuoodigde, te kunnen overbrengen. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, Juli 1872. De Commissie van Financiën heeft onderzocht de in hare handen ten fine van bericht en raad gestelde verantwoording van Burgemeester en Wethouders van de inkomsten eu uitgaven dezer gemeente over 1871, benevens de daarbij overge legde rekening van den gemeente-ontvanger. Zij heeft bij dat onderzoek opgemerkt dat daar onder de hoogst mogelijke volledigheid plaats bad. Daar deze rekening gedrukt is en sedert den 20 Juli jl. ter inzage van alle leden op de lees kamer heeft gelegen, acht de Commissie het ou- noodig u op deze of gene punten opmerkzaam te maken, en neemt zij mitsdien de vrijheid u te raden om, onder goedkeuring der rekening van de trekvaarten en jaagpaden, welke deze gemeente in gemeenschap met andere bezit, deze rekening voorloopig vast te stellen bijeen besluit waarvan het ontwerp, overeenkomstig art. 220 der wet van 29 Juni 1851 (Staatsblad n°. 85), u te gelijk met de rekening door Burgemeester en Wethouders is aangeboden, terwijl zij nog ten slotte de vrij heid neemt u te raden den daarbij overgelegde suppletoiren staat van begrooting eu staat van al en overschrijving tevens vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. Leiden, 29 Juli 1872. De Commissie der bewaarscholeu alhier heeft er onze aandacht op gevestigd dat de speelplaats, verbonden aan de openbare bewaarschool in de Scheistraat, voor het aantal kiuderen dat daar van gebruik maakt te klein i3 en dringend ver grooting behoeft, en dat zulks gevoegelijk zoude kunnen geschieden, door een gedeelte van het open terrein van het St. Elisabeths-gasthuis, ter breedte van 7 meters, daaraan te verbinden. Na een ingesteld plaatselijk onderzoek is het ons gebleken dat tegen dit plan geene overwe gende bezwaren bestaan, en dat daaraan uitvoe ring zoude kunnen worden gegeven door het plaatsen van een muur of andere s uiting. De kosten van deze vergrooting zijn gtraamd op /'430, terwijl nog voor verplaatsing der pri vaten, van de pomp enz. benoodigd is 370, zoo dat de kosten in het geheel zullen bedragen 800. Bovendien behoort de openbare bewaarschool in de Groeuesteeg mede te worden vergroot, in verband met eene noodzakelijke verplaatsiug der privaten. De kosten daarvoor benoodigd worden geraamd op f 1000, als: Aankoop van een huisje f 750. Transportkosten„50. Verplaatsing der privaten en ver dere verbouwing200. Wij stellen u voor tot het aanbrengen van de bovenomschreven verbeteringen te besluiten en de kosten, ten bedrage van f 1800, te vinden door af- en overschrijving van Hoofdstuk VII. art. 9 der uitgaven, begrooting dienst 1872, kosten der bewaarscholen, op art. 5 van dat Hoofdstuk, onder houd van de scholen en.en wel op grond dat van de op eerstgeineld artikel uitgetrokken soin, ver moedelijk een meerder bedrag dan het bovenge noemde onbeschikt zal blijven. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Leiden, 2 Augustus 1872. De Commissie van Financiën heeft geene be denkingen tegen het voorstel van Burgemeester eu Wethouders tot vergrootiug van de bewaar scholen in de Scheistraat en de Groenestoeg, waar van de kosten worden geraamd op 1800, en geeft mitsdien in overweging dienovereenkomstig te besluiten, en den overgelegdeu staat van af- en overschrijving op de gemeentebegrooting voor 1872 vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën, enz. LAATSTE BEH1CHTEN. 's-Gbavenhage, 8 Augustus. Bij het dezer dagen alhier aan het Departement van Financiën ge houden examen voor de betrekking van landmeter 3de klasse bij het kadaster hebben de volgende adspiraut-landmeters aan de vereischten van dat examen voldaan, te weten T. F. ter Beek, te Geldrop, A. J van Baarle, te Middelburg, H. G. A. Mongers, te Veenwouden, P. Vierkant, te Assen, A. Veenhuijsen, te Amsterdam, D. A. Berkhout, te 's-Gravenhage, R. A. M. Vermeulen, te Assen, C. W. Gombault, te Veenwouden, U. Polman, le Zwolle, R. Nicolaï, te Assen, J. J. v. Roosmalen, te 's-Hertogenbosch en H. J. F. Biuger, te Geldrop. Door deu Minister van Financiën zijn be vorderd, tot landmeters van de 3de kl. bij het kadaster, de adspirant landmeters W. van Dijk ie 's-Hertogenbosch, T. F. ter Beek te Geldrop, A. J. van Baarle te Middelburg, H. G. A. Mod- fers te Veenwouden, C. W. Gombault te idem, Vierkant te Assen, R. A. M. Vermeulen te idem, A. Veenhuysen te Amsterdam en D. A, Berkhout te 's-Graveuhage.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3