Donderdag 8 Augustus. Nu. "3833. A-». 1872. DAGBLAD ten. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden. Franco per post Afzonderlijke Nommew /8.00. 3.85. 0.05. Deze Courant wordt dagelijb, met uitzondering van Zon- en Feestdagea, uitgegeven. PRIJS DEB ADVEBTKNTJBN. Voor iederen regel.;....;/"0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die eg beslaan. f i 1 STADS-BERICHT EN. i OPROEPING werkelijken dienst, van miliciens-verlofgangers der lichtingen van 1808 en 1809. )E BUBGEMEESTEE VAN LEIDEN, Ue2ien de Circulaire van den Heer Commissaris ■TTnninga in de provincie Zuid-Holland, van den Juli 11., A. N°. 5240/1 (2e afd.), Provinciaalblad 54; Srengt ter kennis van de belanghebbenden dat, bij fis Ms. besluit van den 29 Mei jl., n°. 2, de Heer lister van Oorlog is gemachtigd om, tot bet hou- j van -practische oefeningen in de legerplaatsen te ft en te Milligen en van najaarsoefeningen in bet j ïmeen, te dezen jare in werkelijken dienst op te pen de hiema vermelde milioiens-verlofgangers, j ,er bepaling dat de opgekomen infanteristen vóór )p den 17 September, en de opgekomen artilleris- zoodra zij uit het kamp terugkeeren, of gedu- 1 de 30 dagen in activiteit zijn geweest, in bet ge- j van groot verlof zullen worden hersteld; lat ten gevolge daarvan genoemde Minister de eischte bèvelen heeft uitgevaardigd tot het op pen in werkelijken dienst: 'tegen den 27sten Juli e. k. a al de miliciens-verlofgangers der lichting van 68 van het corps Pontonniers en van het 2e en de Ift van die van het le regiment Vesting-artillerie tegen den 13den Augustus e. k. m ai de miliciens-verlofgangers der lichtingen van 168 en 1869 van het regiment Grenadiers en Jagers van de overige regimenten Infanterieen tegen den 22stea Augustus daaraanvolgende, a de overige miliciens-verlofgangers der lichting n 1868, van het lo, en van allen van dezelfde hting van het 3e regiment Vesting-artillerie met bepaling dat de manschappen der lichting van I 68, zoo van de infanterie als van de artillerie, die ór den l«ten Augustus dezes jaars gehuwd zijn, dit- ial huiten oproeping worden gelaten; I dat mitsdien bedoelde miliciens verplicht zijn Zich, orzien van al de voorwerpen van kleeding en uitrus- \g door hen bij hun vertrek met groot verlof mede- aomen, alsmede van hunne verlofpassen en zak- ekjes, op het bepaalde tijdstip bij nunne corpsen bevinden iat aan die miliciens, welke, hetzij daartoe ver- cht of op huu verlangen, zich rechtstreeks naar nnè corpsen hegeven, nadrukkelijk wordt aanbe- len om te zorgen, dat zij op den 27sten Juliof op a 13den of 22sten Augustus aanslaande, naar gelang der "fcégorie waartoe zij behooren, des namiddags vóór vier "en, bij hunne corpsen zijn aangekomen dat den overigen in detachement te vereenigen mili- ■ms van het 2e regiment vesting-artillerie en van het rps Pontonniers wordt gelast, op Zaterdag den 27sten li aanstaande, des voormiddags te HALFTWA.ALF, genwoordig te zijn aan het lokaal van het Provin- lal Bestuur te }s-Gravenhage; dat de miliciens, die meer dan dertig kilometers Deten afleggen, van het gewone reisgeld tot aan de Aats van; bestemming zullen worden voorzien, tot uitbetaling waarvan ter Secretarie wordt geva- _>rd gedurende twee of drie dagen vóór den tijd .Cde opkomst bepaald, van 's voormiddags 10 tot „namiddags 2 uren; _ad eindelijk, dat, bijaldien ziekte of andere wettige Jenen ken mochten verhinderen aan deze oproeping voldoen, zij daarvan tijdig ter plaatselijke Secre- _ie behooren kennis te geven, in het eerste geval der (^verlegging eener geneeskundige verklaring. .En ten einde niemand hieromtrent onwetendheid .ade künnen voorwenden, geschiedt hiervan openbare nnisgeving door aanplakking en door plaatsing in Leidsche Courant. De Burgemeester voornoemd, v. d. BEANDELEE. Liidin, 25 Juli 1872. PAXErVTBLADEHT. üiiujir By: Do B UKGEMEESTEE, Hoofd van het Gemeen- jd ('bestuur van Leiden, doet te weten, dat de inge- ilde patentbladen over bet dienstjaar 1872 en 1873, a;jor de Wijken 1, 2, 3 en 4, bij het College van tutters, in eene der vertrekken van het Eaadhuis e izer gemeente, verkrijgbaar zijn, dagelijks, met uit- b mdering van den Zondag, van des namiddags twaalf 45jt twee xÈren, en wel tot en met den 17den Augus ts eerstkomende, terwijl, na het verstrijken van aien jd, de onafgehaalde raten tb laden van die Wijken, n de deurwaarders der directe belastingen alhier r uitreiking moeten worden afgegeven, die, voor hunne oeite, mogen eischen tien cents, zonder meer. En wordt deze door plaatsing in de Leidsche Cou- «W afgekondigd. - 1 ,,N De Burgemeester voornoemd, STOFFELS, Weth., loco Burgem. Leiden, 7 Augustus 1872. BUBGEMEESTEE en WETHOUDEES van BEIDEN, jGezien art. 18 der Wet van den léden September 'M66 Staatsblad N°. 138), houdende bepalingen be- -'^kkelijk de inkwartieringen en het onderhoud van i c')t krijgBvolk, en de transporten en leverantiën voor Eoniagg legers of vestingen gevorderd; p- Doen te weten, dat de lijst, bevattende de namen yftr inwoners die voor het verlèenën van inkwaftie- Qg en onderhoud in aanmerking komen, is opge- aakt, op de kleine pers Tan het Eaadhuis aange- akt en yan heden, gedurende veertien dagen, op de Secretarie dezer gemeente voor eeii ieder ter inzage wordt nedergelegd. En geschiedt hieryan openbare kennisgeving door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, STOFFELS, Weth., loco Burgem. E. KIST, Secretaris. Leiden 7 Augustus 1872, Lelden, 7 Augustas. Naar wij vernemen zal eerstdaags een adres door belanghebbenden aan den Minister van Fi nanciën worden opgezondenvan den volgenden inhoud Aan Zijne Excellentie den Minister van Fi nanciën. De ondergeteekendeD, allen Kooplieden of Win keliers in Boter en Kaas, nemen de vrijheid zich met gepasten eerbied tot Uwe Excellentie te wen den, ten einde bunne bezwaren kenbaar te ma ken tegen een groot nadeel, hetwelk zoowel aan 's Rijks Schatkist al9 aan de belangen der onder- geteekenden wordt toegebracht. Vrij algemeen schijnt het denkbeeld te beer- schen, dat de landbouwer, omdat hij volgens de vigeerende wet, als zoodanig niet valt in de ter men van patentplichtigbeid, nu ook volle vrijheid geniet om zonder patent als koopman en Leveran cier in het publiek op te treden. Zoowel bier ter stede als elders in ons Vader- land tocb, nemen de meeste particulieren, de voor hunne huishouding benoodigde Boter en Kaas, direct van de boeren, welke genoemde artikelen vrij en onbelemmerd in elke verlangd wordende hoeveelheid aan de hulzen hunner klanten doen bezorgen, en zich daarvoor meestal den hoogsten marktprijs of daarboven doen betalen. Zóó alge meen is dit misbruik, dat liet niet zelden voor komt, dat boeren zulk een aanzienlijk getal der gelijke klanten er op nahouden, dat de hoeveel heid boter, door beu zeiven vervaardigd, op lange na niet toereikend is om aan de aanvrage te vol doen, en zij derhalve verplicht zijn de ontbrekende boter eerst bij anderen in te koopen, om ze daarna weder met behoorlijke winst aan particuliere in gezetenen af te zetten. Zooals wij reeds aanmerkten, heeft deze ont duiking der patentwet, niet bij uitzondering en in enkele gevalleD plaats, maar is zij zeer alge meen verspreid. Het zal wel geen betoog behoeven, dat genoemde handeling, waarvan de vergunning zeker nooit in de bedoeling van den wetgever beeft gelegen, geheel geschiedt ten nadeele van Kooplieden en Winkeliers, die dikwijls voor een betrekkelijk boog bedrag in de patentbelasting zijn aangesla gen terwijl het tevens voor de hand ligt, dat, indien die boeren, welke ook als leveranciers hunner artikelen aan particulieren optreden, naar recht en billijkheid werden aangeslagen, aan de schatkist een zeer belangrijk voordeel zou wor den verstrekt. Redenen, waarom de ondergeteekenden, Uwe Excellentie eerbiedig maar dringend verzoeken, zóódanige maatregelen te willen nemen, als meest geschikt zullen geoordeeld worden, om aan ge noemd misbruik voor altijd een einde te maken. Zij doen zulks met te meer vrijmoedigheid om dat, ten einde aan hun billijk verlangen te vol doen, geene wijziging der bestaande patentwet vereischt wordt, welke uit den aard der zaak gepaard gaat met omslachtige werkzaamheden en langdurige discussiën, maar niets anders noo- dig is, dan eeu nauwlettend toezicht op de krachtige handhaving en stipte uitvoering van genoemde wet, zooals zij nu reeds bestaat. 't Welk doende, Leiden, Augustus 1872. Ziehier het vervolg en slotgedeelte van het jaarverslag over den toestand van de kweekschool voor de zeevaart alhier: Onder de kweekelingen treft gij nauwelijks één bekend gezicht aan; als altijd vormen zij een beweeglijk, levendig geheel, dat in zijn onder- deelen onophoudelijk wisselt, doch waarvan de kenmerken van frischheid, vroolijkheid en jeugd onveranderlijk dezelfde blijven. Wij kunnen niet zeggen dat wij met hen dit jaar gelukkig zijn geweest. Van de 98 welke wérden opgenomen, keerden 12 op hun verlan gen vóór de keuring huiswaarts; van de overige 86 werden er 60 goed- en 86 afgekeurd. Vaü de 50 goedgékeurden gaven 10 den wensch te ben- ffin om naar huis te mogen gaan, daar zij niet ii dienst wilden treden en aan deze wenscben vierd natuurlijk door ons gehoor verleend. 22 vin de 98 knapen maakten derhalve gebruik van de vrijheid, die door ons als een der hoofdken- nerken van de opleiding aan deze kweekschool wordt beschouwd, om Damelijk, na het doorstaan vin eeü zekeren proeftijd, nog te kunnen terug treden. Naar onze overtuiging kunnen wij aan dit beginsel niet te streng vasthouden, zonder dat hst echt philanthropisch karakter van de inrich ting verloren gaat. 22 van de 98, de verhouding it ongunstig, maar toch, dit baart ons geen zorg. Wat ons meer ontrust is het feit, dat er van 86 kweekelingen 36, derhalve 42 ten honderd, wer den afgekeurd, terwijl van af 1S56 gemiddeld jiarlijks slechts 27 ten honderd voor 's Lands dienst opgeschikt werd geoordeeld. Ook al laat men de opmerking gelden, dat bij kleine getallen één meer of minder een grooten invloed heeft op procentsgewijze verhoudingen, dan nog is het verschil tusschen 42 en 27 te groot, om niet tot de bedroevende uitkomst te geraken, dat het licha melijk gehalte van de knapen, die zich dit jaar bij ons hebben aangemeld, zeer veel te wenschen heeft overgelaten. Doch er is nog meer en dit is het wat eigenlijk de voorname reden onzer bezorgdheid is. De veelvuldige afkeuringen heb ben ten gevolge gehad, dat de kweekschool niet meer in de behoefte van de vloot aan scheeps jongens voorziet, en daardoor is de openstelling van de werving voor onbevaren volk noodzake lijk geworden. Hieruit vloeit voort dat menige knaap in 's Lands dienst zal treden, en reeds se dert 1 Juli, het tijdstip van de openstelling der wer- viDg, getreden is, verstoken van de gelegenheid om eerst zich zelf te beproeven, verstoken van de oplei ding en vorming op deze kweekschool, een oplei ding en vorming, die voor hen, wier geest naderhand bijna uitsluitend door de practijk in beslag wordt genomeD, van dubbel belang kan geacht worden. Wij hebbeD dan ook niet verzuimd de aandacht onzer mede-bestuurders in de sub-commissiën te ves tigen op de beteekenis, welke aan het openstel len van de werving moet gehecht worden, opdat zij met ons meer nog dan vroeger hunne krach ten zouden inspanneD, oin het goede doel dezer inrichting meer algemeen bekend te maken, daar door het verlangen, om de kweekschool te be- bezoekeD, te verlevendigen, en op deze wijze de veelvuldige afkeuringen onschadelijk te maken. Laat ons hopen dat onze gemeenschappelijke pogingen met een gunstig gevolg mogen bekroond, worden, en dat onze kweekschool weldra weder geheel in de behoefte van 's Lands vloot aan scheepsjongens moge voorzien Wij hebben dit jaar weder aan twee scheeps- jougens, namelijk W. J. Porrey en J. A. J. Rokus, die zich door hun vlijt en goed gedrag zeer gun stig hadden onderscheiden, bij het verlaten der kweekschool een zilvereD horloge uitgereikt, in de stellige verwachting dat het hun op hunne verdere loopbaau een aansporing moge zijn om op den ingeslagen weg voort te gaan. Op 1 Januari 1872 zijn thans 896 knapen aan de kweekschool tot den rang van scheepsjongen of licht-matroos opgeklommen, terwijl 68 ter koop- vaardijvaart zijn gegaan. Van de eerstgenoemden zijn er op datzelfde tijdstip nog 585 in dienst, zoodat 311, hetzij tengevolge van het verstrijken van hun diensttijd, hetzij om verschillende an dere redenen, niet in 's Lands zeedienst zijn. De kweekschool blijft steeds onder de instel lingen dezer stad behooreo, welke het aan belang stellende bezoekers van allerlei rang en stand niet ontbreekt. Het kan niet anders of wij ver heugen ons daarin ten zeerste; „onbekend maakt onbemind", zooals het spreekwoord luidt, en daar wij nu eenmaal meenen dat onze inrich ting onder de beminnelijke mag gerekend wor den, zoo zien wij natuurlijk niets liever dan dat zij algemeen gekend worde. Onder de officieele bezoekers zouden wij natuurlijk in de eerste plaats Z. K. H. Prins Alexander vermelden, wanneer wij zulks niet reeds boven hadden gedaan. Zeer aangenaam was ons een bezoek van den luite nant-kolonel der huzaren W. A. A. B. van Toll met eenige zijner officieren. Onze jongens had den in dat bezoek op hunne wijze ook hun aar digheid, waartoe wellicht ook de omstandigheid zal hebben medegewerkt, dat zich daaraan een feestavond heeft vastgeknoopt, dien zij aaD ge- noëmdeh hoofdofficier te danken hadden. De gebruikelijke leeslvieringen op den 3deu Oc- J tober en op St. Nicolaas-avond hebben op ge bruikelijke wijze plaats gegrependaarover valt dus niets nieuws te zeggen. Ons blijft thans nog over met een enkel woord melding te maken van den toestand van het ma terieel en van de geldelijke aangelegenheden. De kanoneerboot, schepen en toebehooren ver- keeren, dank zij de onafgebroken zorg van het Departement van Marine, bij voortduring in uit muntenden toestand; omtrent de gebouwen kun nen wij gelukkigerwijze een even bevredigend getuigenis afleggen. De toestand onzer geldmiddelen is, gelijk u zoo aanstonds uit de mededeelingen van onzen penningmeester meer in bijzonderheden zal blij ken, zeer gunstig te noemen. De uitgaven hebben dit jaar f 2918,56de ont vangsten f 4876,745 bedragen, zoodat de rekening een batig slot van f 1963,18' oplevert. Onder de ontvangsten vindt gij vermeld een gift van 100, welke Z. K. H. Prins Frederik ons- wel heeft willen doen toekomende gift van f 100 van Z. K. U. Prins Alexander, bij gelegenheid van het bezoek op 21 October en een som van f 100; welke de snb-commissie te Zalt-Bommel ter onzer be schikking heeft gesteld, daardoor bij vernieuwing toonende dat bet haar alleen aan jongens ont breekt, om onder onze meest ijverige sub-commis siën te mogen geteld worden. Aan beide doorluchtige gevers en ook aan onze getrouwe medebestuurders te Zalt-Bommel zij nogmaals te dezer gelegenheid onze oprechte dank gebracht. Onder de ontvangsten zijn mede opgenomen die gelden, welke ons werden ter hand gesteld met het bepaalde doel oui daarvoor de kweekelingen te onthalen, als ook eenige kleinere geldelijke bijdragen, om daarmede te handelen naar goedvinden. Getrouw aan de toezegging, welke wij het voor gaande jaar hebben gedaan, willen wij U thans ten slotte in zeer groote trekken eeu overzicht geven van het totaal der ontvangsten gedurende het vijftienjarig bestaan der kweekschool. Aan geschenken in geld is door ons ontvangen een som vun /T1790; onder deze giften zijn der halve niet opgenomen 1°. de indirecte jaarlijk- sche bijdrage van den Raad van administratie der Hollandsche ijzeren spoorwegmaatschanpij, en bestaande in het kosteloos vervoer onzer kwee kelingen wanneer zij zich ter dienstneming naar Amsterdam begeven; 2°. een geschenk van 62 hangmatten met toebehooren, door het Departe ment van Koloniën ons ten gebruike afgestaan, voor zoolang als zij ons zouden kunnen dienen, d. w. z. zoolang als de eene draad nog aan den anderen blijft hangen. Eindelijk een menigte boe ken en kaarten, waarvan wij u de opsomming meenen te moeten besparen, doch waarvan de gevers in onze dankbare herinnering blijven voort leven. Wij hebben derhalve ontvangen in ronde cijfers Aan giftenf 11790. Voorts Aan legaten, daaronder begrepen f 1000 214 pCt. Nat. Werkelijke Schuld, en geschat op f 560 I860. dan rentelooze aandeelen a f 25 4575. Van sub-commissiën en particulieren ter belasting van verpleegkosten 32800. Aan jaarlijkscbe bijdragen 4540. Te zamen 55565. Nu bedraagt, in ronde cijfers, het batig slot op 1 Januari 1872 f 1963. terwijl de gebouwen en meu belen, volgens een kortelings ge leden schatting der betrokken brandwaarborg-maatschappijen, een waarde vertegenwoordigen van 15125. Te zamen f 17088. Blijft derhalve om te verantwoorden 38477. Nu zijn er in het geheel 1514 knapen op de kweekschool opgenomen, om te zien of daarin, zooveel naar het lichaam als den geest, de bouw stoffen voor een degelijk zeeman zouden voor handen zijn, terwijl 954 van deze een eervolle betrekking in de maatschappij hebben erlangd. Met het oog op deze uitkomsten en de geldelijke offers, waarmede zij zijn verkregeD, en al néémt men daarbij in aanmerking dat het personeel vobr toezicht en onderricht door Het Departe ment van Marine wordt bezoldigd, 'éteh bij drage welke met gering ls te achten, mee-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1