r"1 ijksch béstuur om zicli ter zake van de han gende quaestie met de Kanaal-maatschappij tot de Regeering te wenden. HetO. M. bij het Provinciaal Gerechtshof in Noord-Holland heeft gerequireerd tot schul digverklaring van Jan Hennink aan het moed willig toebrengen van een kwetsuur, waaruit ziekte en beletsel om te werken van meer dan 20 dagen is ontstaan, en verourdeeliug tut cellu laire gevangenisstiaf van twee jaren. Zoo men weet, heeft deze persoon in een her berg te Nieuwediep, op een auder bezoeker, ze keren Gomez, een pistoolschot gelost, dat op het oog aankwatn. i t -'-vi l li-1 /cl>- Het Hoi' zal den lflden Juli uitspraak doen. Sapïemebr, 10 Juh Alhier woedde den fisten, tusschen 6 en 7 uur 's avonds, een lievig onwe- dereen watermolen verbrandde tot op den grónd1,' ee. ne boerderij geraakte in vlam; een boom is van boven tot beiiedeu door den bliksem ge- s'pleten, in de onmiddellijke nabijheid van woon huizen. Er loopen geruchten van nog anjie.re brandei, eu ongelukken. Alles had in den korten tijd vaii een hall' uur plaats. i»e Oorsprong van het Heilige Geest ol' Anne Wees- eu Kinderhuis le Leiden. (Ingezonden.) Ik héb gemeend, om hetgeen ik las iu N". 3807 Vau het Leidsch Dagblad van 9 Juli jl., door mijne aanieekeningen eeuigszins tegemoet te ko men aan Gecommitteerden ut den Gemeenteraad bij hunne naspoiihg naar den oorsprong van het beheer over dat Godshuis, in hoeverre het van den beginne of later onder Superintendence stond van de burgerlijke gemeeute; en wel omdat ge- "„cóuiinitieerden er niet in geslaagdzijn omeenig „stuk te vinden waaruit blijken kan wie het „Weeshuis gesticht heeft en aan wie de eigen- „dom vaii dat Gesticht toekomt." Een Weeshuis zat er wel van af de vroegste wen hebben bettaan bij het eerste begrip van liefdadigheid. Het is van algemeeDe bekendheid, én te bewijzen uit verschillende gelijksoortige stichtingen zoo te Lcideu als elders, dat vóór de Hervorming deze zijn in het aanzijn geroepen door eu van wege de kerk, opgedragen, toever trouwd en beheerd door kerkelijke bestuurders, onoer ueu tuei va., Hei.igeit Geest bleeslureu voor de Weeshuizen, eu die van aalmoezeniers voor Hutszuten urmen. Men raadplege slechts de scucukingeu bij uiterste wille ddor liefdadi- geu vermaakt, waarin altijd een toezicht vao vvege de kerk weid bcvuleu eu de Priesters als getuigen compareerden bij het opmaken der ak ten voor den Notaris publyck, b.j welke: testa menten altijd de bestuurders van zekere Paro chie-kerk werden aangewezen al9 Superinten denten, die ten eeuwigen dage, Inj afwijking vau de oesnynmrng naar d u wil der erflaiois, wor den. verantwoordelijk gesteld, ja die zells in de plaats moesten optreden vau Heiligen Geest Mees teren of van aalmoezemers. u la geen enkel dier oirconden is er sprake van burgerlijke iumeuging veel minder van Superin tendents; zoo vrijgevig- was men niet aan de zijde der geestelijkheid en de burgerlijke regee- riug wachtte zich wel ten dezen in le grijpen, eens deels uit ontzag voor de geestelijkheid, ander deels uit vrees voor excommunicatie. Gecommitteerden hebben dit gevoeld endeden daarom wellicht een grodtè'u sprong door te ver- ktaieu„dal alle stukken welke onder hunne „ougen kwamen sedert dé dagen der Her vorming, san vroeger blijkl niets géluigen dat liet „beheer uitsluitend tieeft berust bij het Stedelijk „Gezag. Eene gelijksoortige verklaring werd vóór 20 jaar door de Raads-Commissie algeiegd in zake de geschillen van liet Huiszittenhuis en wederom later in die van het Minnehnis als uit vloeisel vau hei eerste eu vroeger en wederom later in die van de .umenbakkerij. I>eze bewe ring berust ook met betrekking tot het Weeshuis op een dwaalbegrip oindat men den tegenwoor- digun met den oorspronkelijker! toestand niet in rekening brengt. De schuld ligt voor het grootste deel aan Re genten van het Weeshuis, die tijdens de invoe ring der armenwet van 28 Juni 1854, Stbl. 100, verkeerdelijk de tauel houoeu ingevuld door buu Godshuis te rangschikken sub. art. Int. d. terwijl die behoorde sub. art. 2 litt. b. Later hebbeu zij zulks begrepen, daarom was er toen even als thans moeielijk verandering in te bren gen.e-n ware men niet beducht geweest voor Kerkelijke Superintendents, de pogingen van de zijde des Kerkeraads beproefd, zouden zeker met een gunstig resultaat ziju bekroond. Het zal echter aan de nasporing vau de Ge- committeerdeu uit deu Gemeenteraad niet zijn ontsnapt dat „den 18den December 1449 door „Philips aan deu Heiligen Geest Meesteren een buys werd verkoft tot der armen behoeft' voor „12 Hullandsche Schilden," welk huis dit geweest is, is mij onbekend, maar dit staat aangeteekend „dat in 1582 de weezen werden overgebracht //naar het Vrouwe-Gasthuys. Sedert hebben H.G. „meesteren dat Gasthuys merkelijk vergroot en „omtrent deu jare 1604 en vervolgens bijna ge- „lieel vertimmerd eu vernieuwd." Dat het Heiligen Geesthuis tot in 1672 nog ge heel buiten Supeiiutendeutie was vau de Magis- tratum, blijkt daaruit dat het in dat jaar van de Staten eene dotatie ontving van den SOsteu penning van de verkochte onroerende goederen. De invloed der Regeering, zoo ik mij niet ver gis, dagteekent eerst van het jaar 1774, dus bijkans een eeuw geleden, hij haar toeleg en streven, om de Superiniendeutie machtig te wor den, naar het voorbeeld van 50 jaar vroeger, toen zij het We- s- en Kinder-of Houwhuis ouder haar beheer eu bestuur kreeg, met gemeen over leg van Uuisziltcnineesteren, die in 1724 vrijwil lig vao het beheer van dat Houwhuis, iu 1703 in de liuppehinksteeg gesticht, afstand deden en dat beheer overgiDg „ten einde lluyszittenmees- „tereu te ontheffen van groote zorg en last van daL Houwhuis' boven en behalve de aigeuioeue „bezorging en opzigt over alle de zoo Huyszitten „als diaconie-urmen, hetwelk hun veel te lastig as." In 1774 werd dat armen Kinder of Houwhuis met het Heiligen Geesthuis vereeuigd en ont ving het sedert deu naam van Heiligeu Geest of urmen Wees eu Kiudeihuis, eu de beide bestu ren, ieder bestaande uit 6 leden, werden veree uigd lot ééu College met den titel van Meesteren Regenten van het Heiligen Geest of armen Wees en Kinderhuis, welk getal zou uitsterven tot 7 ledeu „omdat v.ei hoofden veel zinnen maakten." Het is mij ueigens gebleken of vóór 1774 de Heiligen Geest Meesteren ook reeds werden be noemd eu aangesteld vau wege de Groote Vroed schap, eveunuu als zulks vroeger geschiedde van het Armeu Kiuder- ol' Houwhuis vóór 1724. Doch aangenomen eens dat zulks zoo ware, dan betee ken t dit nog weinig voor de superintendence der Regeenug, want doorgaans waren leden van de Groote Vroedschap (Gemeenteraden), te gelijk re genten of meesters van de Godshuizen, hetgeen de iumeuging vergemakkelijkte, vooral omdat die Godshuizen aanzienlijk vau RegeeriDgswege wer den ondersteund door het heffen van Lasten en Verpondingen tol derzelver instandhouding. Op deze wijze werd de superintendentie als het ware binnengesmokkeld en de beheerders der Gods huizen werkten daartoe mede en leverden zich daartoe vrijwillig over. De Kerk nu liet het be gaan, omdat die geen kans zag om in de behoef ten en h l onderhoud te voorzien en zij leunde zoo gemakkelijk op de.i Si it omdat z'j iU.,réoor van de zorg eu verantwoordelijkheid werd ont heven. De Kerkeraad der Ned. Herv. Gem. ging zelfs zoo verre dal in zijn vroeger huishoudelijk reglement in Art. 3 met zwarte letters gedrukt stond, dat tiij met de zorg der armen niets had uit te staan. Tijdens de vereeniging van de beide Godshui zen in 1774 lezen wij: dat het Heiligen Geest of Armen Wees- en Kinderhuis in liet genot deelde „van alle dezelfde rechten, voorrechten c.i vrij heden welke aan het Huiszittenhuys (ten be hoeve van het Houwhuys) waren geschonken door 's lands Souveieine Siaeieu als van tijd tot tijd door de loffelijke Magistraet der Stad." Hier uit blijkt duidelijk dat er sprake is van schen kingen, behalve van 's lands Souveieine Staten ook van de loffelijke Magistraat der Stad, dus wel een tegenbewijs voor eene superihiendeniie. Al Heeft de Regering veel invloed uitgeoefend op de vereeniging der beide Godshuizen, zoo kon er toch van Superintendentie moeijelijk sprake zijn, want dan zou de regeering de vereeniging hebbeu moeten ratificeeren. Zij bleef binnen hare bevoegdheid ioen zij op 28 Februari 1774 eene resolutie uam, dat het Houwhuis zoude worden opgelieveu omdat het werd iugelijfd bij hel Hei ligen Geesthuis, en tegelijk resolveerde zij daler aan het Houwhuis eene andere bestemming zoude worden gegeven en voortauu tot Oude Mannen eu Vrouwenhuis zonde worden ingerigt. Dit laatste kou zij doen krachtens hare inmen ging in 1724 met betrekking lot dat Houwhuis eu dit moest zij ook doen. Maar Heiligen Geest Meesteren schijnen hare iumeuging destijds te hebben tegengehouden blijkbaar uit delnstallatie, die niet van wege de regeering maar van de kerk is geschied en wel op 18 December 1776 na de verbouwing en vergroütiug van het Weeshuis door den predikant Zoutmaat, terwijl den daarop volgenden dag op 19 December 1776 de beide presidenten van de vereeniging kennis gaven aan den heer Burgemeester. Dat de Vereeniging aan de ingezetenen van Leiden aangenaam was, kan O. a daaruit blijken, dal van al 1776 tot 1783 dus in 7 jaar tijrts aan dat gesticht is gelegateerd 69059.00, terwijl tijdeus de vereeniging het kapi taal van hei H. G.-huis bedroeg 49350.00 en dat van het Houwhuis 47774.00. De afschaffing der verpondingen eu lasten ten behoeve van het Weeshuis en het daarvoor in de plaats treden van het subsidiesleisel, heeft veel bijgedragen tot de inmenging der regeeiing en zulks zal destijds hare nuttige zijde wel gehad hebben vooral bij het toelaten door de Kerk. Slaar nu de kerkeraad het verloren terrein wederom tracht te herwinnen en op zich neemt, dat van wege de kerke ijke gemeente het Weeshuis wederom zal worden beheerd eu besluurd en de instandhouding en verzorging voor zijne rekening op zicli neemt en de burgerlijke gemeeute vrij maakt vuii subsidiën, nu kan èn mag naar mijne bescheideile - nieèi/iüg de regeermg vau Leiden geen 'weerstand bieden. Zelfs Onder die voorwaar den zon zij met de wel iii de hand moeien bre ken met den oorsprong, al vvns die ook burgerlijk. Ol in de tegenwoordige omstandigheden eu iu liet tegenwoordig'tijdsgewricht de overgang wen- schelijk is, deze vraag darf ik voor als nog niet ie bLS-.isseu. 10 Juli 1872. II. 1. KOLONIËN. Wij ontvingen gisterenavond na het afdrukken onzer courant de O. I. inail, met nieuwstijdingen Joopende tot 25 Mei. Aan het algemeen overzicht van het N. Bat. Handelsblad ontleeneu wij: Dooi één buitengewone gelegenheid ontvangen wij welwillend eenige mededeelingen omtrent de Ai Öijn verrichtingen van het expeditionaire corps onder bevel van den kapileiu R. D. W. K militairon couimaudunt van Riouvv, in he lische opereert. De expeditionaire macht bestaat uit eemden* vt pagnie infanterie van 120 bajoimeuen, bei ditinat twee mortieren met de noodigc inanschj de vol der artillerie ter bediening. hetgee Ook moetcu marine-troepen zich bij deiontbra lonne hebben aangesloten, vermoedelijk van tonige stoomschip Banka, couimaudunt de luitenai beperk zee van der Hegge Spies, welke hodtm i sen|ui met achterladers gewapende mariniers en neene zen kan uitbTengeu. terugg De colonne rukte deu 16den dezer op en makkt gedurende den opmarsch aangevallen; de vifëèr "s werd na een kort tirailleur-gevecht teruggtgiscpu ven. Des avonds betrok de colonne het bivo' Van Den 17den werd de marsch vervolgd, 'kensw uren in den namiddag raakten onze iruzich slaags; lot 5 uren duurde dit gevecht. Wij unmet <J een, verbrandden Lvyee kleine .versterkiugeiipordei deu vijand eu trokken onder bescherming vei pla liet gvschut de rivier Mandjiriem over. Nuhedeu rivier-oéergang vermeesterden onze troepen ïiuuwi eene strandversterking. kele Na deze ontmoetingen nam de vijand de vlukuune hij hield nergens meer stand eu schijnt docjaards snelheid van de bewegingen der colonne veel i schrik te zijn geslagen. om de Het verlies aan onze zijde was gering, dan u tellen zes gekwetsten, waaronder de luiteuRussis ter-zee Lange. Een koelie sneuvelde en eelagcr anderen werden mede gewond. merkt Den 18den rukte de colonne naar het verstciEgypt Tiuibang-Langkat op, dat zonder moeite «Amer; genomen. terwa Deu volgenden dag trok men naar het menighei meeste zorg door den vijand versterkte Haiipuntji betöel; deze sterkte vonden wij echter verlalfingei zij werd in brand gestoken eu geslecht, waaiaaro de colonne naar Timbang-Langkat is teru«van d keerd. men 1 De gezondheidstoestand van.de expeditious?erlie: macht is uitstekend eu alles guat;voorspoedig Vul Onder de onderscheidingen, wegéns de laa;weer gebeurtenissen in Banjérmasin verleend, coti&,ed teërèn wij met het meeste genoegen, dat a®ou<ie het verdienstelijke districtshoofd van SihongStemd Pattei, Soeto Ono, de Willemsorde is toegekite IJÜ Deze onderscheiding is eene daad van billijkt): Mel en goede politiek. ie sb neen< Door den Gouverneur-Generaal van Ned luilvarei zijn de volgende beschikkingen genomen: ezen Civiel Ueparlemenl. Outslagen: eérvo\, 's lands dienst, met behoud van aanspraak iiFs' pensioen, de gewezen adjnnct-insp. bij den teim ai grafischen dienst P. Harting, thans met verlof ye f Nederland; op verz., eerv., uit 's lands dienst, gewezen klerk op het residentiekam. te Pale'')00r bang J. A. Weers; op verz., eerv., uit 'slat'® R' dienst, niet beh. vau recht op pens., de gewéztwan klerk op het residentiekant. te Pattie (Japar/gu J. G. Samuels; op verz, wegens ziekte, eeru uit 'stands dienst, met beh. van recht op penf'""' de boomwachter te Madegan (Madura) P. P. Fosvas - Benoemd: bij ds algemeens rekenkamt^u tot lsten commies, de 2de comm. W. A. Ever, tot 2den comm., de 3de comm. A. Ph. Barbie tot 3den comm., de klerk G. A. W. Ritsem'acifi bij de in- en uitvoerrechten, .tot ontv. te Batavqt 61 de outv.'te Samarang J, M, Admiraal; tot pot)aa' te Samaraog, de hoofdcoiniiiies bij den outv. Batavia A. H. Beijer; tót pakhuis- tévens havefraD< meester le Ëanda (Ainboinu), de gewezen comcan I bij de pakhuisadministratie te Banda J. Hoed. a i thans op wachtgeld; tot letterzetter der.lsté k' bij 's landsdrukkerij, de lettèrz. J. van der Laar- Ingetrokken: wegens vertrek uit 'Néder Iodië, de aan C. ,F. A. Schneider en O, W. f Mogk verleende admissies tot de uitoefening dt genees- eu heelkundige (iraktijk respectievelijk! A Soerabaya en Samarang. Departement van Oorlog. V e r I e e n deen twa jarig verlof naar Nederland, wegens ziekte, as den ritmeester hij het regiment Ü.-I. cavaler.!" K. E. Verdam. iS aau 't k wijnen eu stierven, door hare koesterende moeder tijilelijk verlaten, iu December. Verlaten als ze waren door haar, vvaarvao 't bestaan dier piinljes geheel afhankelijk was, konden ze, on danks de beste zorg van vreemden, den stoot van 't spenen niet doorstaan; de winter loerde, door de..ruiteni der kas, Op die troetelkinderen der zon, en se krompen als ineen voor zijn oorschen blik. Geuoeg, ee hoop die aan bet bestaan dezer jonge planten verboudeu was, werd verijdeld. De mogelijkheid om op die wijze levende plan ten te verkrijgen was echter gebleken, er bleef dus uog uitzigt voor de toekomst. Twee jaren later, dus in 1848, werd een nieuwe krachtige poging aangewend. Ditmaal was het eeu iu Britsch Guyana tvouend Engelsch genees heer, Dr; Bkooghxon, die zich hiertoe veel moeite gaf. Deze zouti Indianen de Essequeho-rivier op, teueiude diétr zoowel ujpe vruchten als levende planten te verzamelen. Hierin slaagde men naar wensch en de planten (natuurlijk de van de bla deren ontdane zoogenaamde wortelstokken of on- deraardsohe stengels) werden, iri Wardsche kis ten'gepakt, de zaden deels th de vruchten, deels in slijkerig water, naar den tuin te Kew gezon den. Ook deze belangelooze poging, waartoe zoo veel moeiten waren aangewend, en waarmede zeker1 nog al aanzienlij ke kosteh moesten 'gepaard gaan, mislukte geheel. De planten toch kwamen dood in Engeland aan en vaD de zaden kwam niets teregt. Toch gal' men den moed niet op, maar werden in het volgende jaar opnieuw, door eenige En- gelsche plantenliefhebbers te Deuierara, Indianen naar de straks vermelde groeiplaats der plant afgezonden, om een aantal krachtige exemplaren er van te verzamelen. Dit op zich zelf zeker niet gemakkelijke, maar met het oog op de re sultaten tuch het gemakkelijkste gedeelte der proef gelukte weder, eu weldra was men daar opnieuw iu 't bezit van een aantal ter verzen ding bestemde planten. Lv. werden aanvankelijk geplant, maar slierven alweder, nog voor de ge legenheid ter verzending naar Engeland ddar was. 't Begon 11U werkelijk den schijn te krijgen alsof deze zoo begeerde plant aau alle pogiugen oin haar naar Europa over ie brengen halsturrig wêerstand bood; aisof ze le schuw was om de hulde der beschaafde wereld te ontvangen. Zou men 't daarom opgeven? Dit was moeije- lijk te denken, inzonderheid daar men vroeger de zekerheid had verkregen dat hare invoering al thans door zaden mogelijk was. 't Hing er maar van af dat die op een geschikt dogenblik in gezameld, op doelmatige wijze verzonden, en wat zeker het voornaamste was ter regter tijde, n.1. in het voorjaar, in Europa ODtvangeu werden. Dit begrepen dan ook een tweetal andere En- gelschen, met name Dr. Hüoh Rome en Mr. Lachie, beiden le George Town, in Demarara, woonachtig. De namen dezer beide mannen ziju inderdaad te weinig, bekend eu verdienen door de vereerders van Flora wel in herinnering gehouden le wor deu, want 't is aau lien dat men ip Europa het genot hetwelk de Victoria regia reeds duizenden eu nog eens duizenden schonk, le danken heelt. De 1. zer begrijpt hieruit reeds dat zij geluk kiger waren. Zij lieten de planten onaangeroerd, maar ver zamelden zaden, en zonden die iu schoon water naar Kew, waar ze, naar bet uiterlijk te oordee- leu, iu goeden staat Ontvangen werden. En ze waren goed. Na op den 2Ssteu Februari) aldaar gezaaid te zijn, mogt men zich reeds 'op den 23sten Maart daaraanvolgende iu 't bezit vaD gezonde jonge plauten verheugen. Nu was 't er maar urn te doen die jonge plan ten te behouden niet alleen, maar ze welig te doen' groeijeü, en, moge zulks, bij de kennis van de eïschen der plant die men gaandeweg verkreeg, tegenwoordig, bij eenige oplettendheid en zorg, zoo moeijelijk Diet meer zijn, heel wat anders was het vóór den lieer Smith, deu Hortulanus te Kew, die geene oudervinding, zoomin van anderei, als van zichzelven, tot leidsvrouw had. Zeer teregt begreep hij dan ook dat 't hier ni« t ht alleen gold den roem van den reeds zoo beroemde tuin te Kew te verhoogen, maar ook en voorn Opt Igeii na zooveel pogingé werk gesteld al than®® oori emi melijk te zorgen dat, door Engelschen io 't Engeland de eer zou hebber) de plaut het eert' in volmaakten toestand ie bezitten dat hii der I t halve al zijne jonge planten, en hij bezat er epoe^. dig een aantal, niet onder zijne eigene behandej^ ling mogt houdeD, maar zedelijk verpligt was er een deel vanaf te staan aan anderen, die evenzeer,^ in de gelegenheid warenzé op te kwëekèh:'t Konw toch gebeuren dat, ondanks al zijne zorgen eogjj zijo goeden wil, de opkweeking bij heih mislukte, en dan was weêr alles weg, en liep men gevaar ij dat men weldra welligt in een ander land ge lukkiger zou zijn. Hij stond derhalve jonge plan-^ ten af aan den Hertog van Devonshire te Chats r(j( worth en aan den Hertog van Northumberland^ te Syon. e En inderdaad was het de heer Paxton ('),v0] bloemist van den Hertog van Devonshirb, wien het'-« P' (l) Dezelfde die later zoo beroemd gewordep i«( door het ontfrerp en den bouw taa het Kristallen Paleis, 't welk voor de eerite VI Internationale nijverheids-tentoonstelling o$>gerigt)!èn 1 later nör Sydenham verplaatst U, v,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2