R' Dagblad". DE VICTORIA REGIA, Nü. 3810. Vrijdag 12 Juli. A°. 1872. Feuilleton van liet „Leidsch PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden por 8 ïnnnden Franco per poat Afsonderlgke No miner». Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS UK li ADVKRTENTIKN. Voor federtn regel<0.15. Grootere letter» nur de plaat»ruimte die qj beslaan. STADS-BERICHTEN. SCHUTTERIJ. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van LELDEN doen te weten, dat de Commissie, volgens art. 115 der wet op de Schutterijen, van den Llden Apiïl 1827 (Staatsblad n°. 17), benoemd tot het onderzoenen van en beslissen omtrent de redenen van vrijstelling en uitsluiting, zal vaceeren op het Raadhuis dezer gemeente, op Vrijdag den 19den Juli aanstaande, 'i namiddags te haljies. En worden dienvolgens opgeroepen 1°. al de zoodanige, welke aan de loting van dit ui jgar deel genomen hebben; 2". degenen, die sedert de vorige ioschrijving alhier zijn komen wonen en geboren zijn in de jaren 1838 tot 1816 ingesloten; 8°. zij, die ambtshalve zijn ingeschreven en eenige on reden tot vrijstelling Termeenen te hebben; 4°. degenen, die na hunne indienststelling bij de Schutterij recht op vrijstelling hebben ver kregen, alsmede die bij het bataljon om v lichaamsgebreken tijdelijk zijn vrijgesteld, en 6'. degenen, die volgens art. 3 L. en M. der wet, als tot de nacht- en brandwacht beboo- rende, lijf- of huisbedienden zijnde, of be deeld wordende, vrijstelling kunnen erlangen om zich voor gemelde Commissie te vervoegen, op bpvengemelden dag, al ware het dat bij hen geen oprqepingsbiljet waa ontvangen, ten einde zij, die alsdan niet verschijnen, geacht zullen worden geene reden tot vrijstelling te hebben en mitsdien, overeen komstig arte 16 Zijner Majesteits besluit van den 28 Juui 1828 Staatsblad n'. 12), voor zooverre zij dienstplichtige nommers getrokken hebben,bij de Schut terij zullen worden ingelijfd. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. n. BRANDELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 11 Juli 1872. Lelden, U Juli. Het Dagblad van Zuid-Holland citeert lieden, ons kon .oordeel" over het nieuwe ministerie. Hebbeu wij reeds bezwaar tegen het aanhalen van de korte bewoordingon, waarmede wij den indruk weergaveh omtrent een nieuwe liberale regeering, als 'een oordeel over liet ministerie, niet minder bezwaarlijk kunnen wij den zin toegeven dién het Dagblad mét veel omhaal eb omslag aan onze bèwoordingeu hecht. Het blad geeft, om niet meer te zeggen, onze bedoeling verkeerdelijk aldus weder, dat de geest drift, die hét ministerie zou moeten opwekkeu, albankelijk is van de nukken der liberalen, dat indien m. a w. de liberalen 't b.v. ééns in den zin kregen het ministerie te laten blijven leven, dit dé daad zou zijn waardoor de natie met geest drift voor het ministerie zou bezield worden. Wij ddrven geibst vertrouwen dat geen onzer lezers dergelijken onzin uit ons kort woord opge vat heeft. .1 Veeleer zal men begrepen hebben, dat de zin onzer wéinige regelen van eeue afwachtende hou ding getuigde. Aannemende dat het ministerie uit bekwame mannen was samengesteld, veroorloofden wij ons echter de opmerking, dat bekwaamheid, gepaard met den besten wil der wereld; niets beteeken.le indien de Vertegenwooriging zich niet op betere wijze van bare verplichtingen tegenover het Ne- derlandschc volk kweet dan in de laatste tijden. Wat wij hiermede zeggen willen is duidelijk en het Dagblad is niet zoo vreemd aan de politiek van dou dag, dat 't niet zou begrijpen waarom wij dit zeggen willen. Is het er echter op ges eld dit te weten, dan zullen we 't bij voorbaat ver duidelijken. Het is o. i. een onmiskenbaar vereischte van den constitulioneelen regeeringsvorm, dat er sa men wei king besta (usscheu de Regeering en Volksvertegenwoordiging tot één doel. Zonder daadwerkelijk gemeen overleg tussclien die beide groote takken van het Staatsbestuur is de Re geering krachteloos, de vertegenwoordiging on vruchtbaar. Waar dit ontbreekt mist de Regee rt ug liet uoodige leidingsvermogen en kan zij niet beantwoorden aan hare laak. Daarin schoot nu het parlemeul in de laatste tijden te kort. We zien er geen nut in naar de oorzaken hiervan te onderzoeken. Genoeg dat de wrauge vruchten van dergelijken pnnatuurlijken toestaud niet zijn uitgebleven. Indien het nu aan liet tegenwoordig ministe rie gelukt den gewenscliten toestand te verkrij gen, waardoor het toch alleen vruchtbaar in daden kan zijn, uiogeu wij dan niet veronderstellen, dat de natie, die voorzeker het hernieuwd op treden van een liberaal ministerie verblijdend acht, in 1873 (periodieke verkiezingen) met geestdrift voor dit ministerie zal bezield zijn? En als liet Dagblad 't vervolgens vreemd, ja zelfs opmerkelijk vindt dat in ons blad van de mogelijkheid van geestdrift voor dit liberaal mi nisterie nog sprake kan zijn, nadat Prof. Buys onlangs had betoogd dat de liberalen geen be ginselen hebben, nooit een programma hebben gehad en dus alle recht verbeurd hebben om aan de regeeriug te zijn, dan kan o. i. die bevreemding alleen hieruit voortspruiten, dat bet Dagblad het uitnemend artikel van Prof. Buys in de Gids trouweloos uit zijn verbaud gerukt en scheef heelt voorgesteld. Wat de toekomst ook moge oplevereo, in ieder geval weuschen wij af te wachten. Tot degenen die in het optreden van dit ministerie den da geraad van een nieuw leven aan de kimmen zien, behooren wij niet, uoch tot beu die wan hopen aan een entente cordiale tusscben de nu ances in de liberale partij, maar scharen ons aan de zijde van hen die het ministerie op het oogen- blik begroeten als een liberaal ministerie, als een ministerie waarvan geen verkrachting onzer constitutie te verwachten is en dat de zegenin gen, die Thorbecke het land geschonken heelt, als kostbare kleinooden zal bewaken en bewaren, Voor het overige zullen wij het ministerie naar zijne daden beoordeelen. De Victoria regis, waaromtrent de heer Witte zoo vriendelijk is in het feuilleton van ons blad interessante bijzonderheden mede te deeleo, zal, naar wij vernemen, vermoede lijk heden in de Victoria-kas van den Aca- ook den volgenden dag in bloei zijn. Opmerke- demietuin hare tweede bloem openen, en dan j Bij beschikking van deu Minister van Kolos niën van den lOden Juli 1872 is J. Stuur, gewe zen kweekeling van de kweekschool voor de zeevaart te Amsterdam, gesteld ter beschikking van den Gouverneur-Generaal van Nederlandsch Indië, om te worden benoemd tot 3den stuurman bij de gouvernementsmarine daar te lande. lijk is het dat die bloem gedurende den voor middag gesloten blijft en zich op beide dagen eerst tegen 4 uren opent. Wij vernemen mede, dat dagelijks op zichtbare wijze aan bet binnenhek van den Hortus zal vermeld worden of ze dien dag bloeit of niet. In de Nieuwe Rotterdamsche Courant van heden wordt aangedrongen op de vervulling van den leer stoel der wijsbegeerte aan de Leidsche Hooge- school, welke bij het einde van den tegenwoor- digen Aeadetnischen cursus reeds een jaar lang vacant is. Curatoren der Leidsche Hoogescliool hebben, ter vervulling van Dr. G. C. Suringar, hooglee raar in de faculteit der geneeskunde, een voor dracht opgemaakt, bestaande uit de lieeren Drs. P. Gallandet Huet te Amsterdam en van Tien hoven te 's Gravenhage. NR. Ct.) De Kermis belooft dit jaar bijzonder levendig te zijn, daar zij door een aantal openbare ver makelijkheden bezet zal zijn. Volgens onder staande opgave, zullen de volgende ondernemers liuar bezoeken, en de daarbij gevoegde stand plaatsen innemen. Ruïne: het Circus Carré, Vic- tor-Driessens en Judels, Stoete en C"«., Beems, de Leeuw en C'*., allen tooneelspelCagliostro- theater van E. BaschLyon, Café-chantant, met zijn gróolë tent; Vogel, Café-chantant; v. d. Heem, Velbeipède-teut. Beestenmarkt: Calp, acroba ten enz.; Blanus, paardenspel; Werry, honden- en apenspel. Bloemmarkt: Edmond Coupraut, Museé des arts. Z. M. de Kouing-Grootl.ertog hééft benoemd rot groot-officier der orde van de Eikenkroon, den genemal-inajoor Merjay, directeur van het personeel van het Ministerie van Oorlog te Brussel; tot commandeur dier orde den lieer Bounder de Atelsbroeck, raad van de Belgische legatie te Parijs, en tot officier dier orde baroo Du Jardin, secretaris dierzelfde legatie. De doopplechtigheid van den zoon van H. K. H. Prinses Marie der Nederlanden zal den 18den Juli a, s. met grooten luister te Neuwied worden 'gevierd. De Duitsche Keizer zal zich van Eins [derwaarts begeven; De jouge vorst zal den naam Erederik ontvangen. Door de arrondjssements-rechtbaiik te Zierikzee is, ter voorziening in de vacature van rechter in die rechtbank, ontstaan door de benoeming van Mr. J. C. E. baron van Lijnden tot rechter inde arrond.-reehtbank. te Rotterdam, de volgende lijst van aanbeyeling opgemaakt; 1°. Mr. L. J. van Gelein Vitringa, advocaat en rechter-plaatsver- Vauger te Arnhem; 2'. Jlir Mr. P, J. F. Rethaan Macaré, substituut-griffier bij de arrond.-rechtbank te. 's-Hertogenbosch, en 3'. Mr. J. H.L. van Buren kantonrechter te Tholen. De Minister van Marine brengt ter kennis van belanghebbenien, dat in het laatst der maand Augustus dezesjaars zoo noodig eeu vergelijkend examen zal worden gehouden voor de plaetsiug van twee adspirant-ingencurs hij de Koninklijke Nederlaudscbe Marine, en dat de vereischten ter toelating aan liet examen vervat zijn in de na| volgende voorwaarden Voor de betrekking van adspirant-ingenieur bij de Marine komen alléén in aanmerking jonge lingen van een gezond gestel en zonder lichaams gebreken, die op deu eersten Januari van het jaar, waarin de toelating geschiedt, hun 25ste jaar nog niet zijn ingetreden, en in het bezit zijn van het diploma van scheepsbouwkundig inge- neur, ingevolge de wet van 2 Mei 1863 Staats blad n'. 50). Zij, die voor de opengestelde plaatsen wenscben in aanmerking te komen, dienen daartoe vóór of op den eersten Augustus aanstaande een ver zoekschrift op zegel in aan den Minister van Marine onder overlegging van de stukken ver meld in de Staatscourant vau heden. Z. M, heeft Mr. A. Ph. R. C. baron van der Borch van Verwolde benoemd tot burgemeester der gemeente Gorssel. Z; M. heeft Mr. B. van Roijen benoemd tot bur gemeester der gemeente Groningen. Z. M. heeft aan G. van Beek, dienaar van po litie 1ste kl. te Amsterdam, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid wegens de redding van een drenkeling aldaar op 27 September 1871, toegekend de bronzen medaille, ingesteld bij Ko ninklijk besluit van 22 September 1855, alsmede een loffelijk getuigschrift. Z. M. heeft aan Mr. I. J. A. A. baron van Pallandt van Westervoort, met ingang van 1 Sep tember a. s., op zijn verzoek, eervol ontslag ver leend als burgemeester der gemeente Arnhem, onder dankbetuiging voor de langdurige diensten in die betrekking aan de gemeente bewezen. BI,NNJ£]\L,AND. Katwijk, 10 Juli. Heden ontvingen wij het be richt van onzen correspondent, dat onze rneda- deeling over de vermeerdering vau het traclement van den hoofdonderwijzer te Katwijk a./d. Rijn onjuisf was. De Raad heeft het voorstel van B. én Ws. tot verhooging van bet tractemeut van den hoofdonderwijzer niet aangenomen, later wil bieu op dat voorstel terugkomeu. Intusscheu heeft de Raad besloten den hoofdonderwijzer eene gra tificatie van f 150 te verleenen. Amsterdam, 10 Juli. In de raadszitting van he den is aangenomen een voorstel van het dage- i. «r. tv .1 c h. C i miv'G; i i -leb m ir ai ei r-c o; i sr-'xi dook H. WITTE. II. De Invoering ln Europa. Het vordert zeker wel geen breedvoerig betoog, dat er zich weldra in Europa, nu men eenmaal bekend was uiet het bestaan van dit bewonderens waardig gewas, eene sterke begeerte openbaarde oin zich in de ontwikkeling en den bloei ervan te verlustigen, om de plant te bezitten. Inzonder heid in Engeland was zulks het geval, wat temeer natuurlijk is, eensdeels omdat de bijzonderheden er op Jjetrekkiog hebbende daar gepubliceerd waren, anderdeels, omdat het juist iets voor de Engelschen was; huDne zacht naar 't buitengewone, "en, dat ik 'bet er óümiddéllljk bijvoege, naar 't buiten gewoon kostbare, vond hier nieuw voedsel; immers, daargelaten nog de schijnbare nioeijehjkheid om deze plant levend naar Europa over te brengen, was het aan geen twijfel onderhevig, of de kwee king ervan moest met aanzieulijke onkosten ge paard gaan. Dit lag niet binnen 't bereik van iedereen, en was daarom juist voor beu, die er toe in staat waren, een prikkel te meer om dit te toonen. Nu ben ik er veraf van ie willen beweren dat dit de eenige ol zelfs de voornaamste aanleiding is geweest tót de pogingen, die men al spoedig aan wendde om haar levend in Engeland te bezitten, maar dat'het een stimulus temeer was, en wel een die er geen geringen invloed op uitoefende, be- twijlel ik in geenen deele. Liefde voor de weten schap, belangstelling in datgene wat de natuur grootsch en schoons wrochtte, spoorden er gewis mede in met geringe mate toe aan, en, dit een en ander in aanmerking genomen, kan het ons niet verwonderen, dat men, ondanks de aanvankelijk vruchtelooze en zeer teleurstellende pogingen daar toe, zich uiet liet ontmoedigen en niet rustte voor dé Koningin der Waterleliën zich in al hare schoonheid aan de kinderen Albions vertoonde. Inderdaad was men aanvankelijk met die pp- giugen zóó ongelukkig, dat het niet te verwonderen zou geweest zijn, indien men ze had opgegeven, 't Schijnt echter tvel als waren die mislukkingen juist éed prikkel om vol te houden. De reeds meergenoemde natuurkuodige reiziger Schombokgk was de eerste die pogingen aaD wendde om zijn vaderland met deze prachtige plant te verrijken. Die pogingen mislukten echter ten eene- male, en vau achteren, nu wij beter met de natuur en de groeiwijze der plant hekend zijn, gezien, moesten die wel mislukken. Toen kende men haar alleen van aanzien, terwijl men eerst later, door de kuituur ervan, met hareu aard nader bekend is geworden. Schomburgk meende namelijk het zekerste zijn doel te bereiken, door kloeke planten te doen uit graven, teneinde die met de eerste gunstige ge legenheid over te zenden. Tol die overzending kwam het echter zelfs niet, en dat wel ondanks dé goede zorgen welke hij voor die planien had genomen. Hij had ze uit de Berbice naar Dema- rarn laten brengen, teneinde ze daar aanvankelijk ia een daartoe naar zijne meening geschikt bassin op te kweeken, of althans groeijende te bewaren, tót er gelegenheid voor de verzending zou zijn. Zijne planten stierven daar echter achtereenvol gens, nog vóór dat er voor die verzending eene gelegenheid gevonden was. Een ander Ëngelschtnan, Bridges, die zich meer bepaald met het verzamelen en verzenden naar Europa van tropische plauteD bezig hield, en dus beter op de hoogte was boe in dit geval Ie ban (teleu, begreep, e i teregt, dat men liet niet met levende planten, inaar met de zaden inoest be proeven. Hij nam daarom, in 1816, zelf een aantal zaadkorrels uit Boltyië naar Engeland mede, die hij, in vochtige aa^de bewaarde. Van deze zaden verkreeg de Koninklijke tuin te Kew, bij Londen, er, door aankoop, twee en tiyiptig, die er goed uitza gen en daar natuurlijk onmiddellijk gezaaid werden. Met niet meer spanning wordt het oogenblik verbeid van de geboorte van pen vorstelijke telg, zelfs al hoopt men in deze den aanstaanden, troonopvolger te zien, dan ineu uitzag naar de kieming dezer kostbare zaden, die, klein als ze waren, naar men hoopte het leven van zulk een vorstelijk gewas besloten hielden. Eindelijk, ja, daar vertoonden zich inderdaad eeu tweetal jonge plantjes; twep, met uieer, doch éen enkel was reeds voldoende, zoo in en slechts 'c geluk mogt hebben dit in 't leven te,houden, Alweêr van achteren gezien, was de kans dharop echter niet groot, wat men echter toen nog oiet zoo goed wist. Ze ontkiemden tegen deu.na- zoiner, te laat derhalve om zich vóór den winter krachtig te kunnen putwikke.len. £e hielden zich aanvankelijk goed, groeiden dopy tot in October, niaar begonnen zich toen langzamer te ontwik kelen; de dagen werden te kort, do zon pi flaauw voor dit haar troetelkind; de planten sloegen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1