lde"<) ontwerpers en leiders dezer beruchte demon- ëea ratie, vooral wanneer er sprake is van onder- 00r 'mdeiingen met Duitschland want het is niet 160 cm hen te wijten wanneer zij er niet in ge- aagd zijn Thiers omver te werpen en wanneer ch hetgeen het onmiddellijk gevolg van hun ia" 'iccea zou zijn geweest de onderhandelingen »e' ®jn afgebroken. Het is van belang, niet dat zij, u't(Wnt zij weten het genoeg) maar dat het pu- 3 liek, waaronder zij zich dupes denken te maken, otar'ete, dat het vertrouwen, aan den president der va:publiek geschonken door de vreemde gouver- 'O'euienten, door beui veroveid is, niettegenstaande Datien en hunne overal streng veroordeelde intriges, ''"Joor zijn goede en wijze politiek en den oprecht n'eu}D8ervaiieven geest van de republikeinsche artij. date: p)e ratiflcatiën van het tot zooveel bespreking "^'anleiding geveode tractaat zijn te Versailles uit- 11 g'ewisseld. De Duitsche ambassadeur von Arnim h'al na deze gewichtige bezigheid Parijs vcrlateD, in i,m ïich ie Ems wat te gaan verfrisschen. ivaa Engeland. iStel: De Londensche gróve. Zooals men gisteren uit onze telegrammen heeft ^r'';e»ien, hebben de metselaars te Londen besloten, la°ie arbeid te hervatten. Zooals men weet zijn me'ichter al de arbeiders, die tot het bouwvak be- 1 eiiooren, in grève. Voor ieder afzonderlijk vak was 1(^eloor de werkstakers een afzonderlijke commis sie benoemd. Die van de metselaars nu is, zon- le"der daarvan aan de overigen mededeeling te loen, met de patroons gaan onderhandelen om aa/oor hare leden goede voorwaarden te bedingen. de,[nderdaad is haar dit dan ook gelokt, uiaar dat zl'le timmerlui, schrijnwerkers, slotenmakers, enz. aat)ver deze wijze van handelen niet zeer gesticht dtzijn, zal men begrijpen. esl Italië. Twist in het zwarte.kamp. Aan het N. W. Tagbl. wordt uit Rome geschre den: Op het oogenblik bestaat er een scheiding iusschen den beruchten Don Margotto, redacteur der Unita Cattolica, en de Jezuïeten. Don Margotto is de Italiaansche Veuillot; zijn dagblad heeft bij de clericalen van het Schiereiland dezelfde waarde 'en invloed als de Univers bij de Fransche ultra- montanen. De paus, die onder andere luimen ir ook die heeft, een journalist te zijn, versmaadt het niet, nu en dan aan de Unita Cattolica mededee- lingen te zendon, die hij Msgr. Cenni dicteert. 3'Gedurende het concilie waren de scherpste arti- D°kelen tegen kardinaal Hohenlohe, tegen Msgr. 'n Stroszmayer en de bisschoppen der oppositie 63 eenvoudig door den oppersten pontifex gedicteerd. Vandaar ook de onbeperkte aanmatiging van Don Margotto en de arrogante toon, dien hij te- 'e gen de hooge kerkelijke autoriteiten aanslaat. I Wat nu de bovenvermelde scheiding betreft, die heeft zich als volgt toegedragenDon Margotto 1 heeft sinds jaren niet opgehouden, volgens het bekende wachtwoord „noch kiezers noch geko- zenen", in zijn dagblad de onthouding der ka tholieken van de inwendige administratie van 1 Italië te prediken. e Daar echter de Jezuïeten zagen, dat geen bui- '6 teulandscbe mogendheid den paus te hulp kwam, besloten zij voor eenigeo tijd, hun taktiek te 1 veranderen en de eenheid van Italië inwendig k te bestrijden. Dientengevolge werd aan de cleri- u cale partij te Rome beduid, aan de gemeenteraads- verkiezingen deel te nemen en zal het ook aan de l' clericalen van het geheele schiereiland geoorloofd zijn, zich met de politieke verkiezingen te be- moeien. Deze plotselinge verandering kwam nu r tot stand zonder dat men er van te voren Don Margotto over sprak en deze,daarvoor diep gekwetst, heeft den paus een énergiek protest tegen de Je zuïeten toegezonden. Pius IX bemoeit zich dan ook ijverig, om de beide „machten" te verzoe nen, en hij slaat een middenweg vror. Het zal namelijk voor het oogenblik aan de clericalen van het geheele schiereiland geoorloofd zijn, aan de gemeenteraads-verkiezingen van de stad hun ner inwoning deel te nemen, terwijl voor de stad Rome en de pauselijke staten de vergunning zal worden teruggenomen. TELiEGRAMMEN. Versailles, 8 Juli. In de Nationale Vergade ring heeft de heer Clapier een voorstel gedaan om eeue belasting te leggen op de in Frankrijk ver vaardigd, tot binnenlandsch verbruik bestemde goederen. Zijne rede vond bijval. De Minister van Financiën heeft het plan inge diend betreffende eene leening van 3 milliards tegen eene rente van B percent. In het plan is onder ande ren de bepaling opgenomen, dat het Gouverne ment met de Fransche Bank en andere tinancieele ondernemingen over eene beschikking bij voor raad der storting in onderhandeling kan treden. De behandeling van het plan is urgent verklaard, Londen, 8 Juli. In het Hoogerhuis heeft de aangekondigde discussie plaats gehad over de wet op de geheime steininiug, en wel bepaaldelijk over de amendementen, die in deze vergaderiug aangenomen, doch in het Lagerhuis verworpen zijn. Met 157 tegen 138 stemmen werd besloten niet aan te dringen op de vaststelling van het amendement, strekkende om aan de kiezers vrij heid te laten of zij hnnne stem openlijk, dan wel geheim willen uitbrengen. Daarentegen verklaarde het huis, met 117 tegen 58 stemmen, te volharden in het amendement om de wet slechts als voor- loopig te beschouwen. De overige amendementen zijn niet behouden. Berl(|n, 8 Juli. De Keizerin en de Kroonprinses zijn hedenavond naar Nassau vertrokken, om al daar het feest der onthulling van het gedenkteeken voor Stein bij te wonen. De Kroonprins keert aanstaanden Donderdag hier terug en zal zich den 15den dezer met zijne gemalin naar Ëerchtesgaden begeven. Kardinaal Hohenlohe heeft gisteren Berlijn ver laten; hij begeeft zich naar het landgoed zijns broeders in Beieren en niet naar Rome. Onze regeering heeft het Oostenrijksche gou vernement om spoedige mededeeling verzocht van de voorstellen, welke door Engeland op het te Weenen gehouden internationaal congres gedaan zijn, met betrekking tot de maatregelen, welke tegen de veepest te nemen zijn. Zij dringt op die mededeeling aan, omdat de voortgang der onder handeling, over de opheffing der belemmering van den invoer van vee uit Duitschland in Engeland, daarvan afhangt. De gisteren hier ter stede gehouden verga dering van hier gevestigde werklieden in de machinefabrieken werd van den kant der vijf fabriekeigenairs, die de verklaring van 15 Juni hebben openbaar gemaakt, slechts door Blum bij gewoond. De vergadering besloot, met eenparig heid vau stemmen, om, door middel der onlangs benoemde commissie van twaalf leden, nogmaals met de onderteekenaars van bovenbedoelde ver klaring in ouderhaudeling te treden, ten einde te trachten eene schikking tot stand te brengen. Inmiddels zal, tot voorkoming van misverstand, in de dagbladen mededeeling worden gedaan van het standpunt, door de vergaderiug ingeuomen. Parfja, 9 Juli. De voordracht betreffende de leening is van den volgenden inhoud: Art. 1. De minister van financiën wordt gemachtigd tot het doen inschrijven op het grootboek en het verkoopen van 5 pCts. rente, van eene som noo dig tot het verkrijgen van een kapitaal van 3 milliards. Art. 2. De minister van financiën zal dit bedrag kunnen vermeerderen met de som, noodig voor de betaling der achterstallen, ver vallende in 1872 en 1873 en tot dekking van de kosten van vervaardiging der stukken en verdere onkosten, op de tijdstippen welke voor de beta ling der nog resteerende 3 milliards aan Duitsch land zijn vastgesteld, ten einde op die wijze de bevrijding van het Fransche grondgebied te be spoedigen. De minister van financiën zal met de Bank van Frankrijk en andere financieele in stellingen bijzoudere overeenkomsten kunnen sluiten, ten einde vervroegde stortiugen te ver gemakkelijken. LAATSTE BüttlCHTJLN. Z. M. heeft goedgevonden den luitenant-kolonel F. W. J. B. Overreith, inagazijnm. der artillerie van de 1ste kl. te Amsterdam, op zijne aanvrage, ter zake van lichaamsgebreken, op pensioen te stellen en het bedrag van dut pensioen te bepalen op f 1500 'sjaars. Z. M. heeft benoemd bij den staf van het wapen der artillerie tot magazijnm. der artillerie van de lste kl. den kapitein magazijnin. der art. van de 2de kl. J. Blok, te Delft; tot 2den luit, magazijnm. der art. van de 8de kl. te Wierickerschans den serg. N. Sluijters, van het 2de reg. vest.-art. Z. M. heeft goedgevonden in rang en betrekking te verplaatsen van Amsterdam naar Groningen den majoor L. Vetzo, magazijnm. der art. van de lste kl. en van Wierickerschans naar Groningen den 2deu luit. J. Scheppers, magazijnm. der art. van de 3de kl. 's-Gravenhagk, 9 Juli. In de zitting der Pro vinciale Staten van Zuid-Holland van heden, zijn de voorstellen van Ged. Staten omtrent de regle menten van waterschapsbesturen en het toeken nen van subsidiën voor het onderwijs goedgekeurd, behalve dat de aanvrage van de gemeente Mid- delharnis, volgens het vooistel der Commissie werd afgewezen. Tegen aanstaanden Vrijdag te 11 uren is de behandeling der begrootings-ontwerpen voor 1873 aan de orde gesteld. Op voorstel van den heer Hoijnck van Papen- drecht werd met 52 tegen 13 stemmen besloten de voordracht van Gedeputeerde Staten, betref fende de benoeming van een griffier der Staten, te renvoieeren aan Ged. Staten, om die voordracht in nadere overweging te nemen, omdat daartoe heeft medegewerkt het lid van Gedeputeerde Staten, de heer van den Berch van Heemstede, wiens schoonzoon, de beer Zubli, het eerst op de lijst voorkomt. De lste luitenant H. G. J. Völcker van het lste regiment huzaren alhier is op zijn verzoek op non-activiteit gesteld. De miliciens der lichting van 1871, die bij de verschillende corpsen nog voor ontbrekende vrijwilligers in werkelijken dienst zijn, zullen den 15den dezer in het genot van onbepaald verlof worden gesteld. De Minister van Financiën neeft bij reso lutie van den lsten Juli jl., met het oog op on nauwkeurigheden, die dikwijls in de statistieke opgaven omtrent den in-, uit- en doorvoer wor den aangetroffen en die het bewijs opleveren dat aan de samenstelling dier opgaven niet door alle ontvangers de noodige zorg wordt besteed, een circulaire uitgevaardigd waarin uan alle ontvan gers voor zoo veel noodig ernstig wordt aanbe volen om zich zeiven en hunne bedienden goed vertrouwd te maken met de voorschriften om trent de samenstelling der bovenbedoelde stati stieke opgaven en dus te zorgen dat bij de op making dier opgaven vooral niet minder nauw keurigheid worde betracht dan bij hunne overige werkzaamheden. Bij weder ontdekking van fou ten, waarover de ontvangers zich niet voldoende kunnen verantwoorden, zal voortaan onvoorwaar delijk geldboete worden toegepast. De controleurs moeten bij het bezoeken der kantoren proefsge- wijs nagaan of aan het statistieke werk wel de vereischte zorg wordt besteed. De vraag heeft zich voorgedaan, welke post van bet tarief van invoerrechten toepasselijk is op versch of gezouten Australisch of Amerikaansch vleesch, gekookt of niet en gepakt in. bussen of op auaere wijze. Dergelijk vleesch is volgens de kennelijke bedoeling van den post koek- banket- suiker- en pastei werk enz. daaronder niet te be grijpen. Het behoort onder den post vleesch, en is dus bij den invoer onderworpen aan een recht van f 6 voor zooveel het rundvleesch en van 1 de 100 pond voor zooveel het schapenvleesch of var- kensvleesch betreft. Delft, 9 Juli. De tooneelknnstenaar, Anton Pe ters, die zoo men weet aan zwakheid van geest vermogens leed, is gisteren alhier overleden. Gemeenteraad. Rapport van de heeren Mrs. C. Cock, J. T. Buys, en J. E. Goudsmit, gecommitteerden uit den Gemeenteraad in zake de superintendentie over het Gereformeerde Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis. {Vervolg.) Leiden, 1 Januari 1872. Aan de Heeren Mrs. J. T. Buys, J. E. Goudsiot en C. Cocx, gecommitteerden uit den Gemeenteraad in zake van het Weeshuis. Mijne Heeren I Gecommitteerden uit den Kerkeraad in zake van het Weeshuis ontvangen hebbende van Uwe zijde de missive van professor Mr. J. T. Buys van 18 September laatstleden, hadden zoo gaarne in het belang der zaak eerder hierop geantwoord, doch hebben dit tot hun leedwezen moeten uit stellen, eerst wegens ongesteldheid van een, en later tengevolge van de pokken, die gedurende een geruimen tijd hebben geheerscht in het huis van een ander hunner. Was het in dat tijdsverloop niet mogelijk de zaak geregeld te bespreken, zooveel zulks doen lijk was hebben zij getracht dit door schrijven over en weer te vervangen; het behoeft echter geen beloog dat dit laatste steeds gebrekkig was, en zij hebben dan ook moeten wachten totdat in eeDe nadere samenkomst alles op nieuw tusschen hen was besproken en overwogen. Het resultaat onzer overwegingen stel ik mij voor bij deze U mede te deelen, als daartoe ver zocht door mijne medegecomniitteerdenik doe dat in het vertrouwen van ook hunne nieeniDg zoo nauwkeurig mogelijk weer te geven en met geheel dezelfde bedoeling en strekking als waar mede door U de bovengemelde missive aan ons werd gericht. Hebben wij uit deze missive vernomen welk standpunt voorshands althans van de zijde van den Gemeenteraad tegenover den Kerkeraad zou behooren te worden ingenomen, en daarbij nagegaan de gronden waarop dit steunen zou, ik geloof niet beter deze te kunnen beantwoorden, dan door ook U schriftelijk mede te deelen de zienswijze in deze van den Kerkeraad, en uiteen te zetten tot welk resultaat onze overwegingen ten deze hebben geleid onder bijvoeging van de argumenten waarop deze onze mcening berust, omdat, gelijk door U terecht is opgemerkt, de vraag van de zijde van den Kerkeruad voorals nog weinig is gemotiveerd en eene meer be paalde omschrijving behoeft. Zulks is te meer noodzakelijk geworden omdat wij, nk onze samenkomst en nh de ontvangst van meergemelde missive, hebbeD gemeend niet ver der te kunnen blijven aandringen op het alstoen besproken behoud van de ufloopende subsidiën, althans niet het als eene voorwaarde en een be ding onzerzijds te stellen, dat deze subsidiën in het vervolg van jaren zouden moeten worden ver strekt. Vermeenen wij dat het voorschrift van artikel 60 der Armenwet het aan den Gemeenteraad onmoge lijk maakt reeds nu zich te verbinden om over een tal van volgende jaren subsidiën tot een bepaald bedrag aan het Weeshuis te zullen verstrekken, wat door dezen niet kan worden toegestaan, mogen en willen wij van dezen ook niet vragen. Een niel-bedingen van subsidiën in deze, is echter geens zins een afstand doen van subsidiën. De Gemeen teraad is te zeer bekend met de groote behoeften van het Weeshuis, en te zeer doordrongen van de volstrekte noodzakelijkheid tot het verleenen van subsidie daaraan, dan dat de Kerkeraad zou kunnen geacht worden in deze te bedoelen, dat, wierd het Weeshuis eene kerkelijke instelling bij de overname daarvan al aanstonds zijnerzijds bij contract afstand zou worden gedaan van alle subsidiën in vervolg van jaren, en alzoo te ver meenen, dat hij zonder deze zou kunnen voorzien in de zoo vele en zoo groote uitgaven van het Weeshuis, gelijk die ook aan den Gemeenteraad bekend zijn. Overlatende ter nadere bespreking wat ervan dat subsidie in volgende jaren zal worden, heb ik gemeend dit op den voorgrond te moeten stel len, omdat dit een punt iq van belang, dat ook in li we missive is aangeroerd, en dat wel j* meer omdat dit van invloed is bij de beoordeeling van de vraag van den Kerkeraad, die, alhoewel in andere bewoordingen uitgedrukt, geen aqdere is dan die welke door bet Regentschap van het Weeshuis zeil in zijn brief van 31 December 1857 bereids aan den Gemeenteraad is gedaan, te weten deze, om het Weeshuis, overeenkomstig artikel 2 litera b der Armenwet, te maken tot eene instelling eener kerkelijke (dat is van de Hervormde) Ge meente. rtaii«q „ab osmin De Kerkeraad, als wettige vertegenwoordiger dier gemeente, verplicht voor hare belangen te waken, en daartoe mondig erkend, acht zich niet alleen bevoegd, maar tevens verplicht die vraag thans aan den Gemeenteraad te doen, omdat vooral in deze tijden van scheiding van Kerk en Staat, bij het gevaarlijk rekent dat voortduurt bet be staan eener uitsluitend voor Hervormden bestemde instelling als een burgerlijke, die juist als zoo danig zou kunnen worden opengesteld voor die van andere gezindten en dat wel zonder dat hij hierin bet allerminst zou worden gekend. Wat toch. zou de Kerkeraad vermogen in te brengen tegeu het wijzigen eener bestaande verordening, die in deze alles afdoet? Daarom vraagt dan ook thans hetzelfde begin sel, dat in der tijd heeft gevraagd en bekomen de overdracht van het Huiszittenhuis, eerbiedi ging ten aanzien van het Weeshuis, gelijk het voor twee jaren ook ie erkend en-gehuldigd-bij de overdracht van bet Minnehuis en van de Armen- bakkerij. Maar vraagt de Kerkeraad de overdracht van het Weeshuis, hij is tegelijk overtuigd dat, mocht het geschil daarover, ingevolge artikel 72 der Armenwet door de administratieve macht, d. i. door den Gemeenteraad, in der minne kunnen worden afgedaan, zulks ook zoude zijn geheel in het belang van de burgerlijke gemeente zelve. Dat belang is, zoo wij vermeenen, ook eeniger- mate van Uwe zijde gevoeld bij de erkenning van het oneigenaardige van don tegenwoor'digen toestand, dat daario hoofdzakelijk zou bestaan dat een Weeshuis slechts voor éón kerkgenoot schap bestaande uit de algeineene' kas wordt onderhouden. Voegen wij hierbij het van elders bekende feit, dat het Weeshuis zooveel als een subsidie erlangt van dat zedelijk lichaam, waartoe het wel niet is erkend te behooren, maar waarvan het toch kwalijk geheel kan worden afgescheiden, zoo ineenen wij, dat dit laatste in verband met het door n als oneigenaardig erkende, een toestand van het Weeshuis daarstelt, die in het'belang zoowel- van de burgerlijke als van de kerkelijke gemeente niet langer mag voortduren. Juist dat onderhouden, waarop door u is geweten, en dat feitelijk verleenen van subsidie aan het Weeshuis door de kerkelijke gemeente (o. a. ten gevolge der bestemming gegeven aan de gelden, bij de avondmaals-bedieningen ingezameld) stelt een toestand daar, die ware deze omgekeerd, zeer zeker weer regelmatig en in volkomen overeen stemming zoude zijn met de Armenwet, die ner gens van zoodanig onderhoud door de burgerlijke gemeente gewaagt, maar wel in artikel 59 be paalt, dat subsidiën uit de fondsen van burgerlijke gemeenten aan besturen van instellingen van weldadigheid mogen worden toegestaan, onder do voorwaarden Dader bij artikel 60 geregeld, en onder welke instellingen, ingevolge artikel 2 dier wet, ook zijn begrepen instellingen eener kerke lijke gemeente bestemd voor de armen eener be paalde godsdienstige gezindte, en van wege die kerkelijke gemeente geregeld en bestuurd. Maar er is meer waaruit wij vermeenen dat het oneigenaardige van dien toestand blijkt, en wij wijzen U te dien aanzien op de volgende zes punten, die wij kortelijk zullen aanstippen: 1°. Omdat als regel moet worden aangenomen, dat wat van eene kerkelijke gemeente is, ook door die gemeente moet worden onderhouden. Het Weeshuis is zoowel in de Verordening dezer gemeente van 11 Augustus 1861 als in die van 15 April 1871 bij artikel 1 erkend als uitsluitend te zijn bestemd voorde Nederduitsche Hervormde Gemeente, en een onderhoud door die gemeente zou ook hierom wel zoo eigenaardig zijn. 2*. Omdat artikel 20 der Armenwet de onder steuning der armen opdraagt aan de kerkelijke en bijzondere instellingen van weldadigheid en niet aan die vermeld in art. 2 litera o der Armenwet, terwijl in het algemeen volgens art. 1 dier wet instellingen van weldadigheid ten doel hebben armenverzorging in of buiten gestichten. 3°. Omdat artikel 59 der Armenwet, (gelijk reeds boven is gezegd) onder de voorwaarden by artikel 60 geregeld, wel bepaalt, dat subsidiën uit de fondsen van burgerlijke gemeenten uiogén wor den toegestaan aan besturen van instellingen vèn weldadigheid, in de verschillende onderscheidingen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3