Woensdag 12 Juni. H euiUeton van liet „Leidscli Dagblad". CH1TS1H DIT EHG1LAHD. IT. 3784. A«. 1872. STADS-BERICHTEN. ILEIDSCH DAGBLAD ESI Oil PRIJS DEZER COURANT. Voor Leideu per 3 maandenƒ8.00. Franco per post3.85. Afwmderlyke Nommera0.06. Dete Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederen regel^0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die iy beslaan. 24 1 ■Ter Gemeente-Secretarie ie tegen f 1.25 verkrijg - [ar het door Burgemeester en Wethouders op den kten April jl., ingevolge art. 182 der Gemeentewet, den Kaad gedaan uitvoerig en beredeneerd Ver lig van den toestand der gemeente over 171; terwijl mede aldaar verkrijgbaar zijn alle a.tseljjke verordeningen, behoorende tot bet femeeuteblad, tegen betaling van 10 cents per vel. Lelden, 11 Juni. nder de geruchten omtrent de oplossing eener ni8terieele crisis is ook dat, zegt de Arnh. Ct., gens hetwelk de heeren Geertsema en Gericke Herwijnen een Kabinet zonden samenstellen, olgeus een door ons vernomen gerucht, is er ake van eene reconstructie van het Kabinet, l Geerlsema voor Financiën en Hubrecht voor nenlandsche Zaken. Zie Laatste Berichten.) 571 -Ken hoogst keurige levens- en karakterschets van wijlen onzen genialen staatsman troffen wij tan in de Zaanlandsche Courant. De bekwame pen, -t daarin door den talentvollen Haagschen brief- irijver wordt bestuurd, leverde de volgende jicht op: jDe vergode en de verguisde, de heilige en martelaar, de eerste en misschien de éénige van ons heengegaan. Een verlies, dat door der onherstelbaar wordt genoemd. Slechts zeld- aui wordt een geest, een karakter geboren als zijue; slechts zelden dompelt een staatsman zijn verscheiden zijn land in zóó diepen rouw. Sen Roineinsch geschiedschrijver meldt ons een der Romeinsche keizers, die de wellust /genaamd werd van het ineoschelijk geslacht, it, toen hij stierf, de naiie treurde, Diet anders alsof ieder huisgezin een zijner leden had Horen. Zóo treurt ook thans Nederland, dat Diet zóo gevoelloos, wuft en ondankbaar is, het de diensten zou vergeten, welke het van eerlijk, edel, ernstig staatsman ontving. Zoo het nageslacht zich zal mogen verheugen J het bezit zijner onafhankelijkheid, zal bet fier [jven op den man, die meer dan dertig jaren pd als een vaste, lichtgevende baak, midden branding der baren, uij was niet onfeilbaar. De fouten en gebreken zijn karakter waren evenwel niets anders de natuurlijke eigenschappen daarvan. Zijne gheid was het gevolg zijner oprechtheid, zijne bnzinnigheid vloeide voort uit eene diepge- Irtelde overtuiging en een levendig besef van powaarde, zijne onverzettelijkheid bad stand- Kigheid tot grondslag. Hij was eveneens een lud van veinzen als van plooien. Hij trachtte het gevaar te ontgaan, maar ging het tege- pt. Hij duchtte geen tegenstand, maar zocht op en werd er door geprikkeld. Zijne groot- zegepralen behaalde hij, indien hij door den lud was uitgedaagd. Op hem was geheel van toepassing het gezegde„4. vaincre sans péril, on trioinphe sans gloire." Onder de vele anecdoten, die omtrent den grooten man in omloop zijn, en die, volgens de Arnhemsche Courant, die hein gisteren zoo naar waarheid schetste, een legendarischen Thorbecke in circulatie hebben gebracht, behoort ook deze, dat toen hij eens aan het Scheveningsche strand met een zijner vrienden wandelde, deze, uit het bad gekeerd, hem wees op het groote genot, dat er in gelegen is, de golven over den rug heen te laten rollen. Grooter genot was volgens den badgast niet denkbaar. „Er is grooter genot," ant woordde Thorbecke met fierheid, „dat van de gol ven op de borst te laten aankomen." Van dit gezegde zou men met de Arnhemsche Courant kun nen getuigen dat „indien Thorbecke niet zoo ge sproken óf gedaan heeft, hij toch zoo had kunnen spreken of doen." Aan fijnen humor ontbrak het dezen redenaar nooit, die in het heetst van het debat meester bleef van zijne taal, vau zijne hartstochten, eo wiens blik het gansche debat omvademde. Alleen hij vermocht een parlemen tair debat te resunieeren en de gedachte, die de meerderheid bezielde, in den besten vorm te huilen. Was Thorbecke een populair man Hij moest het zijn, juist omdat hij niet naar de volksgunst streefde. Degene, die zich als volksleider poseert, wordt, na korten tijd bewierookt te zijn, met ondank vergolden. Hem wordt len laste gelegd de verwachtingen niet te hebben vervuld, welke hij opwekte. Alaar Thorbecke streefde naar het volks&e/anj, niet naar de volksgunst. Zijne vraag was niet: wat wil het volk? waarmede kan het volk worden gestreeld f zijne vraag was alleen: wat behoeft het volk? Het is nog zoo lang niet geleden, dat Thorbecke m«t fijne scherts de kamer toevoegde: „de tijdgeest" ja, maar wie ontdekt ons dien Het is altijd bet streven van dezen staatsman geweest, dien tijdgeest op te sporen. En daarin lag vooral zijn kracht en zijn succes. En omdat hij het volksbelang behar tigde, moest hij de meest populaire man lijn of worden. Veel zijn wij Thorbecke verschuldigd. Men kan er boeken en tijdschriften mede vol schrij ven. In weinige woorden kan toch alles worden samengevat: de opheffing van het landsvaderlijk bestuur; de ministerieele verantwoordelijkheid in hare werkelijkheid; de parlementaire regee ring in haar wezen; de parlementaire oppositie in hare vollo kracht, zelfs in hare buitensporig heid; de koninklijke waardigheid gehandhaafd het meest door hare onschendbaarheid en haar verheven standpunt boven de partijende orde en openbaarheid in het staatsbestuur, doordrin gende in al zijne deelen; de eenheid van de re geering, zelfs soms te ver uitgestrekt en gren zende aan regeerings-oiermacht en onderdrukking van de vrijheid der kleinere deelen; de vrije ontwikkeling van handel en nijverheid het zelf standig initiatief van het werkzaam individu, door inspanning van al zijne vermogens en krach ten de opheffing van alle belemmeringen, welke den vrijen burger in den weg staan om zich tot hooger peil van kennis, beschaving en welvaart te verheffen; de vermeerdering van de stoffelijke en geestelijke kracht des volk3; en bovenal de emancipatie van den derden of burgerstand. Ziedaar wat wij (niemand zal het betwisten) aan Thorbecke verschuldigd zijn. En men eindige dan ook met te vragen wat de liberale partij in de laatste twintig jaren gewrocht heeft. Zij wrochtte datgene wat haar voorganger bedoelde." Van het Haagsche Dagblad, dat Thorbecke steeds van 't verheven piëdestal waarop hij stood trachtte af te rukken, verwondert het ons niet, dat het heden bet oprichten van een standbeeld voor die grootsche figuur een partij-denkbeeld noemt. Het stelt dit denkbeeld tegelijkertijd op rekening van bet onberedeneerd, opbruisend karakter van de „liberale" hartstochten. Waar eenige regels verder ontwaart het blad dat het wat te voorbarig is geweest, en verwerpt de basis, die den grondslag zijner redenering uit maakte. Immers het blad is zeer iD het onzekere, of de circulaire van Vrijheid en Orde te Deven ter, om een blijveud teeken van dankbaarheid en hulde te stichten, het oprichten van een stand beeld bedoelt. Maar, inen kan niet weten, en zulk eene bedenkelijke zaak inoet reeds in bare ge boorte worden gestuit. Vandaar het artikeltje, dat eene doorgaande verkleining en miskenning is van Thorbecke en van de gevolgen van zijn leven op liet 25jarig tijdvak dat achter ons ligt. Voor uit te loopen op hetgeen de tijd zal leeren is niet wenschelijk, maar waarmede de nagedach tenis van wijlen onzen uitstekendsten landgeuoot ook moge gehuldigd worden, de tegenkanting van het Dagblad zal even weinig afbreuk doen als zijn medewerking gewenscht is. In haar verslag van de begrafenisplechtigheid van Mr. J. R. Thorbecke, zegt de Arnh. Cour,: „De vraag, hoe een blijvend gedenkteeken aan Thorbecke tot stand te brengen, werd nu reeds door velen overwogen, ook naar aanleiding van de woorden van den heer van Bosse, om op het kerkhof zelf een monument op te richten. Dit denkbeeld vond bij velen geen bijval. Het Haagsche kerkhof is een der leelijkste in het land en wordt zeer weinig bezocht; ook omdat hij, die er een bezoek wil brengen aan een bloedverwant of vriend, welke er rust, op die naakte, zonnige, hoogliggende vlakte, zich niet afgezonderd gevoelt van de wereld. Een eenvoudige zerk met den onvergetelijken naam zij daar voldoende, maar een standbeeld, ter herinnering aan de vereering zij ner tijdger.oolen, verrijze voor hem op de plek zelve waar hij geleefd en gestreden heelt voor het heil des lands. Op het Binnenhof van 's-Gra- venhage, zal die statige, als voor den beitel des beeldhouwers voorbestemde figuur zijn aanden ken in leven houden." Van de rede, door den hoogleeraar Tellegen aan de nagedachtenis van Thorbecke gewijd, deelt de Midd. Ct. volgenderwijs den korten in houd mede: De grootste staatsman die sedert Jan de Witt in Nederland leefde, heeft het tooneel dezer we reld verlaten. Waardoor was Thorbecke een groot staatsman? Men zegt: de omstandigheden vormen het genie. Men zegt ook: het genie beheerscht de omstan digheden. Twae halve waarheden, die elkander aanvullen. Had Thorbecke onder Willem I ge leefd, zoo zou de vrucht van zijn politieken ar beid even gering als die der pogingen van Ho- gendorp geweest zijn. De Koning, die alles zelf regelde, kou wel dienaren, maar geen staatslie den naast zich dulden. Toch overdrijve men den invlczd der omstan digheden niet. Ten deele waren zij, schijnbaar, Yoor Thorbecke ongunstig. Want zijn opleiding was die van een beoefenaar der klassieke letter kunde, niet die van den toekomstigen staatsman. Indien hij nochtans staatsman, groot staatsman, geworden is, zoo wijte men dit aan zijn karakter. Niet in de eerste plaats doorzijn rijk verstand, maar door zijn karakter was Thorbecke geschikt staatsman te zijn. Dat karakter wasvertrouwen in de waarheid, vertrouwan in de macht der redenen en daaruit voortvloeiende lust tot han delen. Wat hij gewild en bewerkt heeft, is de open baring van dat karakter. Omdat hij vertrouwde in de macht der redenen, vertrouwde hij in zijn volk, en achtte hij het voor zelfregeering vatbaar. Omdat bij vertrouwde in de macht der redenen, wilde hij geen vaderlijk bestuur, maar een ver antwoordelijk ministerie. Omdat hij vertrouwde in de macht der redenen, was zijn doel door overreding, niet door dwang de wereld voor uit te brengen. Vandaar zijn afkeer van de the orie van het staatsalvermogeD, zijn streven om de hinderpalen der vrije ontwikkeling uit den weg te ruimen, hare voorwaarden in het leven te roepen en verder alles zoo veel mogelijk aan individueel initiatief over te laten. Hij wilde niet hooren van schooldwang, van officieele weten schap, van officieele kunst. Hij beperkte de staats bemoeiingen binnen het terrein, waarop zij on misbaar zijn, en was een vriend, een bevorderaar van publiciteit. Nu is het de vraag of ons volk, door Thorbecke op den weg van zelfregeering gebracht, dien weg zal blijven bewandelen. Het is onzeker, wat het antwoord op die vraag moet zijn. Veler ideaal is thans: tucht en zwijgeude gehoorzaamheid. Bemoedigend is intusschen tweeërlei, dat ons door het leven van Thorbecke geleerd wordt. In de eerste plaats: ods volk is niet, gelijk het oude Atheensche, ondankbaar, maar waardeert zijn weldoeners, zijn groote zonen. Dit heeft Thorbecke ondervonden. In de tweed» plaats: een volk mag op de toekomst hopen, zoolang het in zijn groot- sten staatsman den vertegenwoordiger van alle huiselijke deugden, een braaf echtgenoot en goed vader, begroeten mag. ns. i 4 )r 81 f 82 - rg»1 6/w. O. ld. l* B«tU iDidag a.| Op 1 Belfl| jrpol naar het fransch van ■M. T A I 1* K. o Maatachappü en de Regreering-, Vervolg.) ien avond houd ik eenige gesprekken over ichillende maatschappijen van dien aard, te om alle op te noemen. Zoo heeft men soort van club opgericht, waar gouvernantes mdere dames van eene goede reputatie, ge ld door deugdelijke certificaten, die te Lon- komen om hunne inkoopen te doen of 'e geven, een middagmaal, vuur, een biblio- k, thee en hare kennissen kunnen vinden. te andere bijzondere inrichting bevat ongeveer dg arme jonge vrouwen, die daar voorverzoe- beveiligd zijn. Men geeft haar werk, en haar ettwonen komt veel goédkooper uit. De kos ten bedragen per persoon tien pond st. 'sjaars De vereeniging tot bijbelverspreiding; de bijbels worden niet present gegeven, maar verkocht, omdat zij als geschenk veracht zouden worden. De dames, die de vereeniging uitmaken, konden door het groote verschil in stand geen invloed krijgen bij de volksklasse, en hebben daarom als tusschenpersoneu brave en ijverige arme vrouwen uitgezocht, die den bijbel in de armste wijken colporteeren, kennis aanknoopen met vrouwen van werklieden, haar 's avonds in een kamer vereeuigen, waar zij haar leeren breien, enz. op dit oogenblik zijn er honderd van die biblewomen in functie, waarvan er eene verleden jaai 413 bijbels en 501 nieuwe-teslameuteu verkocht heelt. Matigheidsgenootschappenin geheel I ngeland. Dezer dagen zag ik in tien rijtuigen een aantal jonge vrouwen naar een meeting gaan van haar genootschap. Zij hebben zich verbonden nooit spiritualiën te drinken, eenigen zelfs wei geren soms daarom de door den dokter voorge schreven middelen of zelfs den wijn bij het Avondmaal. Een biljet verkondigt dat de Total abstinence association eene meeting zal houden en dat het feest-programma isMuziek-uitvoering, thee om vier uur, wandeling in het park, ten toonstelling van eene collectie tapijten, dienst in de fraaie kerk, redevoeringen der voornaamste le den, entrée tegen verminderden prijs voor de leden van alle matigheidsgenootschappen. Die dwaze vermenging vun ernstige zaken en zinge not is echt Engelsch. Verscheidene van die genootschappen staan met elkaar in verband of vereenigen zich zelfs; zoo hebben b. v. de meeste der mechanics institutes (industrie-scholen) en der ragged schools een ge meenschappelijke spaarbank, om de gelegenheid te geven zijn geld te beleggen ten voordeele van zijn kinderen. De voornaamste van die ver- eenigingen hebben haar dagblad, revue of maga line, zooalsde Wesleyaansche associatie, de ver eeniging der Ragged schools, de maatschappij tot verspreiding van sociale wetenschappen, het groo te bijbelgenootschap, enz. Bovendien heeft men nog vereenigingen, die zich de een of andere wetshervorming ten doel stellen en uit den aard der zaak slechts tijdelijk zijn; de meest bekende is die, welke het invoer recht op de granen trachtte af te schaffen (anti corn-lawmet Cobden aan het hoofd. Van derge lijke kan men de bijzonderheden vinden in de werken van onzen Bastiat: enorme inschrijvin gen, meetings, ambulante redeuaars, openbare conferenties, vol kstraktaatjes, groote geleerde wer ken, algemeene en voortdurende propaganda. Het is inderdaad merkwaardig boe hier de machine de opinies opneemt en verplaatst. Zoo is b.v. bij den een of ander een lumineus denkbeeld opge komen. Aanstonds deelt hij het aan zijn kennis sen mee, die zich er mee vercenigen. Nu wordt er geld bijeengebracht om het te verspreiden, sympathie opgewekt, lijsten rondgezonden en zóó de publiciteit hoe laüger hoe grooterde sneeuw bal groeit al rollende aan, totdat hij met een vaart tegen de deur van het Parlementsgebouw aankomt, die daardoor openvliegt of verpletterd wordt. Ziedaar het mechanisme der hervormin gen; zoo doet men zelf zijn zaken, en liet valt niet te ontkennen dat op den Engelschen bodem een menigte sneeuwvlokken liggen, waar groote sneeuwballen van gemaakt worden. Enkele stoo- ten tegen elkaar of smelten onderweg; maar de stukken die er afgaan worden tot nieuwe ballen gekneed en 't is aardig om te zieu hoeveel uien- schen er aan bezig zijn om ze voort te rollen. Voor dien ijver bestaan, dunkt ons, de vol gende oorzaken: 1°. De Engelschman wil bande len; al heeft hij zijn eigen zaken, toch houdt hij nog tijd en lust over om de algemeene belangen te behartigen. Zij, die zeer gefortuneerd zijnen den ganschen dag er voor disponibel hebben, wijden dien er ge heel aan. 't Is dezelfde zucht naar werkzaam heid, die hen aan 't reizen brengt, waarbij zij

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1