SCHETSEN 0IT ENGELAND.
N°. 3776.
A°. 1872.
Maandag
3 Juni.
ft
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per S maandenƒ8.00.
Franeo per post8.85.
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJN DER ADVERTENTIEN.
Voor iadêran regal.f 0.11..
Grootera letten naar de plaatarninete die vij b eel aan.
STADS-BERICHTEN.
Geble
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
EIDEN,
Gezien het adres van Fbanciscus Beens, koop-
sn, wonende alhier, daarbij verzoekende om zijn
ikhuis in de Lange Vrouwenkamp n°. 23 tot berg-
aalt van brandstoffen te mogen inrichten;
Gelet op art. 4 van het Koninklijk besluit van
Januari 1824 Staatsblad n°. 19)
Doen te weten, dat tot het hooren der eigenaars
i bewoners van de naast bijgelegene en belendende
aden, ten opzichte der informatiën de commodo et
commodo, door Burgemeester en Wethouders zal
rden gevaceerd op het Raadhuis dezer Gemeeute,
Donderdag den 6den Juni aanstaande, 's voor-
iddage te elf uren; zullende de belanghebbenden
irplicht zijn hunne bezwaren tegen dat verzoek op
Hen tijd in te brengen, terwijl, bij verzuim daarvan,
jij gehouden zullen worden zich tegen de inwilliging
it te hebben verzet.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. D. BRANDELEE, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1 Juni 1872.
Lelden, 1 Juni.
- l>9Gedurende deze week zijn dagelijks in het werk-
hiiis alhier opgenomen van 89 tot 108 volwas-
sen personen en van 34 tot 54 kinderen.
Iv.Het verslag der commissie van rapporteurs no-
Ijpns de inlichtingen op de adressen van Mr. J.
J. van Angelheek over zijn ontslag uit 's lauds
dienst is van den volgenden inhoud
„Overeenkomstig met de conclusie der Com-
lissie voor de Verzoekschriften werd door de
weede Kamer der Staten-Generaal op den 28sten
|ebruari 1872 besloten, „den Minister van Kolo-
iën te verzoeken haar mededeeling te doen van
itgeen door Zijne Excellentie is of zal worden
daan in zake van den heer van Angelbeek en tot
ijziging van het besluit van 28 Mei", en zulks
at de Commissie had overwogen, dat „de
chtvaardigheid vorderde, dat de zaak van den
ieer van Angelbeek op eene billijke wijze werd
ëindigd, en door eene wijziging van het besluit
n 28 Mei 1863 eene herhaling van soortgelijke
andelingen werd voorkomen". Ter.wijl op eene
[elijke conclusie van die Commissie hetzelfde
«sluit door uwe Kamep werd genomen op den
iten Maart 1872, ten aanziep van een adres van
.enzelfden adressant van den 31sten Januari 1872.
Hierop antwoordde de Minister van Koloniën
ij zijne missives van den 9den en 13den Maart
872, waaruit blijkt, dat de Minister zich geheel
ereenigt met het oordeel door de Kamer op den
8den Maart 1871 over het bedoelde besluit van
ien 28sten Mei 1863 uitgesproken, en dat eene
[oordracht tot wegneming van de bezwaren, waar-
ie dat besluit aanleiding geven kan, weldra
jereed zal zijn.
Uwe Commissie vermeent dat, hoewel na het
duit der Kamer van 18 Maart 1871, sub 2°.,
lidende: „te verklaren, dat naar hare meening
iet besluit van 28 Mei 1863 aanleiding kan geven,
it in strijd met den geest en de bedoeling van
irt. 95 van het Regeringsreglement wordt ge-
andeld en dus behoort te worden gewijzigd",
eene herhaling van soortgelijke handelingen als
omtrent den heer van Angelbeek door den llatst
vorigen Minister van Koloniën heeft plaats gtliad
niet te vreezen is, evenwel het algemeen behng,
en in het bijzonder de onafhankelijkheid va> de
rechterlijke macht in Indië, zooals bij het Rege
ringsreglement is gewaarborgd, vorderen, dat in
derdaad de door den Minister toegezegde vlor-
dracht tot een gewijzigd besluit moge leiden;
Aan dat gedeelte van het verzoek, om rnale-
deelingen aan de Kamer van hetgeen door <en
Minister in zake van den heer van Angelbeer is
of zal worden gedaan, is door den Minister liet
voldaan. Blijkbaar moet hier aan een misverstand
gedacht worden. Met het oog toch op de discus
sie in de Kamer gehouden op den 18den Maart
1871 en op de voorafgaande overweging, omtrent
de wenschelijkheid, dat de zaak van den heer
van Angelbeek op een billijke wijze werd be
ëindigd, kan het verzoek der Kamer geene an
dere beteekenis hebben, dan den wenschomvan
de Regeering te vernemen, of dezo termen vindt
tot eeoige schadeloosstelling aan den heer van
Angelbeek ter zake van de toepassing van het
besluit van 28 Mei 1868.
De Minister heeft echter, in plaats van de Ka
mer hierop te antwoorden, gemeend een antwoord
te moeten geven op de verschillende verzoeken
vaD den heer van Angelbeek, waarmede de Ka
mer zich in geenen deele had vereenigd.
Met het oog op het besluit der Kamer van 18
Maart 1871, waarbij het voorstel sub 3°. der
Commissie is algesiemd, vindt de tegenwoordige
Commissie geene termen eene conclusie voor te
stellen aangaande de wijze, waarop eene scha
deloosstelling aan den heer van Angelbeek zou
kunnen worden geregeld.
Op grond van het vorenstaande heeft uwe Com
missie de eer aau de Kamer voor te stellen, aan
den Minister van Koloniën haren dank te betui
gen voor de toezegging der wijziging van het be
sluit van 28 Mei 1863, in de verwachting, dat
die toegezegde wijzigiug zonder verder verwijl
zal plaats hebben, en dat de zaak van den heer
van Angelbeek op eeöe billijke wijze zal wor
den beëindigd.
Door de Tweede Kamer der Slaten-Generaal
zijn laatstelijk achtervolgens aangenomen, en alzoo
thans bij de i erste Kamer aanhangig gemaakt, de
volgende wetsontwerpen
1'. Vaststelling van eredieteo ten behoeve van
tot het dienstjaar 1867 behoorende onverevende
vorderingen ten laste der begrooting van Ned.
Indië; 2". Machtiging om aan de gemeente 's-Gra-
venhage in erfpacht uit te geven de Rijksduin-
gronden benoodigd voor den aanleg eener duin
waterleiding; 3". Vaststelling van Hoofdstuk VIII
der Staatsbegrooting voor 1872; 4'. Wijziging en
verhoogiug van Hoofdstuk V der Staatsbegrooting
voor het dienstjaar 1872; 5°. VerhoogiDg der be
grooting vau Ned. Indië voor 1872; 6°. Bekrach
tiging van eene provinciale belasting in Noord-
Brabant; 8*. Verhooging van Hoofdstuk VI der
Staatsbegrooting voor het dienstjaar 1872; 9®. Wij.
ziging en verhooging van Hoofdstuk V der Staats
begrooting voor het dienstjaar 1871; 10°. Vast
stelling van uitgaven wegens verstrekkingen voor
het Departement van Marine, dienst 1872; 11".
Goedkeuring eener dading met Jonkvrouw
C. E. C. Schorer, van St.-Philipsland, echtgeuoote
van Mr. D. Weerts, over buitengronden in het
Slaak; 12°. Onteigening ten behoeve van deu
aanleg van straten in Groningen; 13°. Ontei
gening voor den aanleg van een afweg in het
waterschap: den Reiderwolderpolder14'. Wij
ziging van het Vde hoofdstuk der Staatsbegroo
ting voor 1871; 15'. Goedkeuring der overeen
komst gesloten met de gemeente Venlo betreffende
den kosteloozen afstand van wegen en waterlei
dingen op de voormalige vestinggronden aldaar;
16'. Bekrachtigiog van den onderhandschen ver
koop van een perceel vestinggrond te Maastricht
aaD P. Regout aldaar; 17*. Nadere verlenging
van de werking der wet van 3 Juli 1865 [Staats-:
blad N'. 76), houdende vaststelling der tarieven
van in-, uit- en doorvoer in Nederl.-Indië; 18°.
Nadere verstrekking van tijdelijke hulp aan de
Amslerdamsche Kanaalmaatschappij; 19'. Na
turalisatie van G. Eltzbacher en vier anderen.
In de vergadering van de Rottordamsche Kies-
vereeoiging Burgerplicht, gisterenavond te Rotter
dam gehouden, was o. a. aau de orde de beraad
slaging over een voorstel van het Bestuur, lui
dende als volgt
De Rotterdamsche Kiesvereeniging Burgerplicht
heeft in eene gisterenavond gehouden vergade
ring het volgend Bestuursvoorstel aangenomen:
„De Vergadering verklaart te betreuren, dat
het wetsvoorstel tot invoering van eene algemeens
belasting op de inkomsten, ter vervanging van
het recht van patent en van de accijnzen op het
geclaobt on do in do Tvrcodo Kamer der
Staten-Generaal de meerderheid niet heeft kun
nen verwerven
„1'. omdat zij dit voorstel beschouwt als eene
krachtige poging tot hervorming van ons belas
tingstelsel in libera.e l ichting
„2'. omdat zij liet voortbestaan, zoo van de
thans meer dan ooit onhoudbare patentbelasting,
als van schadelijke accijnzen, strijdig acht met bet
algemeen belang,
„en brengt hare hulde aau de Regecriug voor
het in deze genomen initiatief."
De jaarhjksche Vergadering van de Maatschappij
der Nederlandsche Letterkunde alhier zal wor
den gehouden den 20 Juni e. it., des morgens te
11 uren, in het gebouw der Maatschappij tot Nut
van 't Algemeen.
Onder de punten, weike in die vergadering
zullen behandeld worden, behoort een voorstel
der MaaQdelijksche Vergadering tot herziening
der wet van de Maatschappij en betreft grooten-
deels een verschil in den vorm tusschen de be
staande wet. Daarna zal de verkiezing van be
stuursleden plaats hebben.
Te Medemblik zal de 300jarige gedenkdag van
de overgave dier stad aan prins Willem van Oranje
op 12 Juni feestelijk gevierd worden. Eene feest
rede op 't oude kasteel zal het feest openen en
de muziek van bet 8de regiment huzaren uit
Haarlem zal tot opluistering medewerken. De
deelneming van het publiek, zoo door geldelijke
bijdragen als door versieringen aan te brengeü.
is algemeen.
De Minister van Financiën brengt ter kennis
van de belanghebbenden
dat in het loopende jaar 1872 kunnen worden
aangesteld elf adspirant-verificateurs voor den
actieven dienst der directe belastingen, in- en
uitgaande rechten en accijnzen;
dat in de maand Augustus 1872 op nader vast
te stellen plaats en dagen zal worden afgenomen
het vergelijkend examen, bedoeld bij art. 8 van het
Koninklijk besluit van den 20sten Mei 1869, N*. 30.
Dat het examen zal loopeD over de volgende
onderwerpen
kennis van de Nederlandsche taal;
vaardigheid om zich, zoowel mondeling als
schriftelijk, ïn het Nederlandscb juist uit te
drukken
c. de Franschë of Duitsche taalmet éen van
welke talen de adressanten minstens genoegzaam
bekend moeten zijn om zich daarin mondeling
en schriftelijk op voldoeude wijze uit te drukken;
d. goed loopend schrift
e. de rekenkunde en bet vlug en met juistheid
uitwerken van rekenkundige opstellen, zooals
die in de dagelijksche practijk op de ontvang
kantoren, in den actieven dienst, en bij de onder
g. vermelde metingen kunnen voorkomen
f. het stelsel van maten en gewichten, de sys
tematische benamingen en den vorm en de samen
stelling der voorwerpen, waarmede moet geme
ten en gewogen worden;
g. de meet-, roei- en peilkunde; waaronder
wordt begrepen het berekenen van den inhoud
van lichamen en de gronden waarop die bere
kening steunt; de samenstelling van den roeistok
en zijn gebruik bij het bepalen van den völlen
inhoud van fusten; het peilen of het berekenen
van de hoeveelheid vocht in gedeeltelijk gevulde
fusten, door middel van wantafels; het gebruik
der vochtwegers en thermometers tot het bepa
len der sterkte van geestrijke, zout- en suiker
houdende vloeistoffen, en de gronden, wahrop de
bepaling der stérkte van deze vloeistoffen door
middel dier werktuigen steunt;
h. de voornaamste wettelijke bepalingen om
trent de directe belastingen, de in- en uitgaande
rechten en accijnzen.
n
De Minister van Financiën brengt ter kennis
van de belanghebbenden
dat in den loop van dit jaar zestig commiezen
der 4de klasse der directe belastingen, in- en
uitgaande rechten en accijnzen kunnen worden
aangesteld op eene bezoldiging ran f 420 's jaars
dat in de maand Juli aanstaande op nader
vast te stellen plaats en tijd een onderzoek zal
NAAR HET FRANSCH VAN
I. 1* A. IW E.
rluUP
udsg w
■1 o. -
op M
Bels®'
■pott'
V.
|t>e Maatschappij en <le Regeerinj.
{Vervolg.)
Een ander kan er uitwendig naar gelijken,
laar er niet mee gelijkvormig worden. De
tostellingen, de grondwet, de geschreven rech-
ton, de officieele almanak zijn de zichtbare stam
in bladeren, terwijl de begrippen, de gewoonten,
het karakter, de toestand der verschillende Stan
ton, zoowel op zich zelf als in hunne onderlinge
«houding, als de onzichtbare wortels kunnen
borden beschouwd, die zich, onder den grond,
'jwaarts en in de diepte vertakt hebben en den
«om voedsel verschaffen en ondersteunen. Plant
ton boom zonder de wortels en hij zal kwijuen
sn bij de eerste windvlaag omvallen.
Wij bewonderen de duurzaamheid van het
Engelsche staatsbestuur, dat zich als met tallooze
levende vezelen over de geheele oppervlakte van
Engelands bodem heëft vastgehecht. Stel nu dat
er een opstand uitbrak, zooals indertijd de door
Gardon aangestookte, maar beter geleid en door
socialistische proclamaties versterkt, en dat daarbij
nog een buskruitverraad plaats had, waardoor
de beide Kamers en de Koninklijke familie in de
lucht vlogen (welk laatste geval wij veilig tot
de onmogelijkheden kunnen rekenen), dan zou
de toestand van het land inderdaad Diet veran
deren. Want in elke gemeente, in ieder graaf
schap scharen zich de families om de personen
van gewicht, gentlemen en noblemen, die de lei
ding op zich nemeo en van wie het initiatief
uitgaat, die men vertrouwt, volgt, door hun rang,
fortuin, diensten, opvoeding en invloed waardeert,
die, als kapiteins en generaals, de verstrooide sol
daten in een oogenblik om zich heen geschaard
zien en de orde in de gelederen hersteld hebben
juist liet tegeDdeel van wat in Frankrijk geschiedt,
waar de burgers en de werkman, de edelman en
de boer elkander wantrouwen en het oneens
zijD, waar de kiel en de gekleede jas elkaar
haten en vreezen, waar aan het hoofd staan
onbekende, afzetbare, tijdelijk aangestelde am bte-
oaren, aan wie men gedwongen, maar niet
van harte gehoorzaamt, die men duit maar niet
acht.
De Engelsche staatsregeling blijft dus in stand,
omdat de volksvertegenwoordigers werkelijk dien
naam verdienen. Vragen wij ons af om beter
het gewicht van het zoo eenvoudige woord te
beseffen, wat is een vertegenwoordiger? Eene
maatschappij, groot of klein, van welken aard
ook, te vertegenwoordigen is: haar aanwezig
te doen zijn, in haar naam te beslissen, te beve
len daar, waar zij door aan hare plaats gebonden
te zijD, door ongeschiktheid, onkunde enz. zelve niet
kan komen eD slechts handelen kan door haar
onmachtigen wil door den wil des vertegenwoor
digers tot daad te maken. Een zaakwaarnemer,
een gevolmachtigde, de kapitein die een schip
moet bestoren, of de ingenieur die een brug
moet bouwen is een vertegenwoordiger. Zoo is
in gemeente-, staats- of bijzondere belangen bij
mijn vertegenwoordiger op wien ik met volle goed
keuring mijne stem uitbreng. Of die goedkeuring
zich door stemming openbaart of niet, doet niets
ter zake het aantal stemmen is maar een uit
wendig iets. Waar het op aankomt is, dat de
goedkeuring, de ingenomenheid bestaat en blijft,
zij moge geschreven zijn of niet, zich door luid
ruchtigheid keD merken of ia stilte gegeven worden.
Ook hier moet, als bij alle eigenschappen op hgt
gebied der zedekunde, de waarde afgemeten
worden naar de bron der beweegredenen, ook
hier moet gelet worden op de gesteldheid van
verstand en hart. De wettelijke teekeneD nu
waaruit men die gesteldheid wil opmaken zijn
zijn niet onfeilbaar. Het opnemen der algemeene
stemmen of elke andere wijze van kiezen moge
door het aantal handteekeoingen of stembriefjes
iets willen bewijzen, dat groote aantal duidt
nog geen adhesie aan. De onkundige, die
tusschen twee lijsten of twee namen, waarvan
hij zich geen rekeoschap kan geven, kiest, doet
eigenlijk geen keuze, en onze geheele natie na
genoeg bestaat uit zulke onkundigen. De twintig
duizend boeren, werklieden en kleine burgers
gaan als een kudde vee ter stembus, zonder
de candidaten te kennen, dan van hooren
zeggen en ternauwernood van aanzien. Wij
keDnen er die maar onverschillig weg stem
men en zeggen„Een van beiden maar." In
alle geval is hun voorkeur Hauw eu daardoor
zwak en wankelend. Den gekozene, aan wien zij
in zoo geringe mate de voorkeur geven, kunnen
zij zonder bezwaar weer laten varen; vandaar
dat de regeering geen wortel schiet. Een gerucht,
een oploop is genoeg om van keus te veranderen.
(Wordt vervolgd