01 Zaterdag N°. 3775. 1 Juni. Leide 3h. jewel k\ 1872. LEIDSCB DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden/I.OO. Franco per posta 3.85 Afzonderlijke Nommen8 0.06. Deie Courant wordt dagelijks, iet uitzondering van Zon- en Feestdagen, itgegeven. FBIJS DER ADVERTENTIEN. Voor iederm regalV0.16. Orootere letten naar de plaatsruimte die aty beslaan. 'k fï Lelden, 31 Mei. Vij hebben eergisteren onder de Ingaonden tSTEI ie joi ÏEYS! i 1871 :teu 22.1' Portuj sche •eb. 1 2.41 fel ikken een politieke beschouwing opgenomen, ezeld van het volgende bijschrift der redactie: „Onder bovenstaanden titel ontvingen wij dit schrijven, en de toezegging het op on bepaalde tijden voort te zetten. De plaatsing maakte een punt vao ernstige overweging uit. Het schrijven, men zal bet ontwaren, valt in vele opzichten niet het minst in onzeD geest. Echter meenden wij onpartij- digheidshalve de plaatsing niet te moeten weigeren. Een blad moet ook voor andere meeningen toegankelijk zijn, wil het den naam van politiek orgaan verdienen." et Vaderland, ongewoon aan dergelijke onpar- gheid, leest ons daarover op de gewone aan- itigende wijze der bekende en onbekende redac- iren van dat blad de les, eo leidt met blijkbare sde trouw uit die opname van het stuk af du voortaan „o wonder boven woDder! in Leidsche Dagblad tweeerlei politiek zal worden gevolgd. De redactie zal voortgaan metdeverde- liging van het Thorbeckianisme tegen ieder die nocht meenen een eigen meeDing te bebben, en geachte medewerker (het Vaderland bedoelt r de iDzender van deQ brief) zal voortgaan te oogen dat bet tijd wordt dat Tborbecke zich r goed van het Staatstooneel terugtrekt," en wordt datzelfde denkbeeld nader uitgewerkt, eene wijze die natuurlijk strekt om aan den itlust van de bekende en onbekende politieke lerlandsche zedemeesters en keurders bot te ren. iVij zullen dat voorbeeld niet volgen. Reeds lermalen hebben Arnhemse he en N. Rett. Cl., die den politieken strijd deel namen toen de kende en onbekende schrijvers en medewerkers het Vaderland nog op de kinderkamer hup- lden, die onverdraaglijke betweterij, dien aan- odenden overmoed, dat spelen van den censor ires over de pers, op welverdiende wijze ge tuigd; en meer dan eenmaal is aangetoond en erigens dagelijks op te merken, niet, hoe er in t blad tegenstrijdigheid bestaat tusschen de ogewrochten van de veelhoofdige redactie met it gevoelen b. v. van een inzender, onder voor houd van niet-instemming, eene plaats gegund, ,ar hoe redacteur A op pagina 1 in volkomen enspraak is met redacteur B op pagina 2; wijl sedert de ministerieele crisis een kalei- iskoop van allerlei zicb weersprekende politieke ivoelens den verbaasden lezer gedurig voor de jgen dwarrelt. [Wil het Vaderland zich desniettemin blijven werpen tot criticus over zijne collega's en wat ger is, daarbij den loon blijven aanslaan die sds meerderen zóózeer mishaagt en die aan deze bridische redactie zóo weinig voegt, wij hllen er verder geen notitie meer van nemen, U het op rekening stellen en bet als een nieuw Btaierk beschouwen van de geavanceerdheid. Maar -Win zoude toch eene zaak wenschelijk zijn, dat Het blad namelijk de waarheid huidige. Deze heeft -het uit het oog verloren door te vermelden, dat - let Leidsch Dagblad ook voor andere richtingen "toegankelijk is, terwijl bij ons staat afgedrukt voor andere „mecningen." Waarheid bovenal, en .us in ieder geval niet den weg op van het idere Haagsche orgaan. e taak waartoe de Tweede Kamer na bet sluit van het Ministerie bijeengeroepen was, afdoening namelijk van onderscheidene maat- ;elen om den loopenden dienst niet te strem- :n, werd gisteren door haar voleindigd. In het begin der zitting werd door den heer randolle rapport uitgebracht op bet nader adres den heer Angelbeek. De conclusie van de omissie strekte om den Minister dank te zeg- voor de aangekondigde wijziging van het sluit van 1863; zij hoopte dat dit spoedig tot >od zai komen, en dat daardoor tevens de zaak 'n den heer Angelbeek op eene voldoende w(jze "ge worden beëindigd. Daarna waren achtervolgens aan de orde van 'handeling 1'. Overeenkomst met ie gemeente Venlo betreffende a koslelooien afstand van wegen en waterleidingen op b» voormalige vestinggronden aldaar. Bat ontwerp werd na eeDige discussie aange- Omen met 59 tegen 2 stemmen. 2'. Bekrachtiging ran dsnenderhandschen verkaap uteri pel ■•burg, fl. 6/*| >rt, LS 09; 2 arte Woen& 11—1D aken op Hyp« van een perceel vestinggrond te Maastricht aan P. Re gout aldaar. De Minister van Financiën betuigde zijn ge noegen, dat hij in de gelegenheid was den ver keerden indruk over dit ontwerp weg te nemen. In 't verslag heeft de commissie van Rap porteurs geene bedenkingen gemaakt, maar slechts den inhoud van daaromtrent iDgekomen stukken medegedeelda. Vooreerst het protest van de gemeente Maastricht tegen de gedragingen van het domeinbestnur in deze zaak. De Minister zegt dat deze aangelegenheid anterieur is aan zijn op treden; maar als bij die handelingen nagaat dan dragen zij z. i. den stempel van een uiterst taai geduld, waDt 5 jaren is het in onderhandeling met het gemeentebestuur van Maastricht. Zijn voorganger heeft een contract aan de Kamer on derworpen, maar toen werd gezegd dat dit con tract veel te voordeelig was voor het gemeente bestuur en werd het afgestemd. Hij verdedigt dus de handelingen van het domciDbestuur, waar over Maastricht zich ten onrechte beklaagt; b. wijst Maastricht op bet punt van recht het recht namelijk van het domeinbestuur op de gronden in quaestie, dat de gemeente betwist De min. meent dat die quaeslie is uitgemaakt, betzij men «vijst op de wet van 1791, waarbij deze gronden tot nationaal eigendom ziju verklaard, of op de wet van 1814, waarbij dit herhaald is. Bovendien vindt bij 't allerzonderlingst, dat de gemeente Maastricht dergelijk sustenue voert. Immers, in bet contract, dat den grondslag van 't ontwerp van 1868 uitmaakte, wordt in art. 4 uitdrukkelijk gezegd dat de gronden in quaestie aan den Staat toebehooren. Alle handelingen van Maastricht dragen den stempel, dat het eigendomsrecht van den Staat erkend wordt. Het schijnt dat nu het bezwaar wordt geopperd, om een spaak in't wiel te steken, waardoor de heer Regout zeer zon wor den belemmerd. Wat bet recht aangaat om op de over te dragen gronden uit te loozen, dit wordt niet betwist, ms- slechts gereserveerd tot nadere regeling; c. w. de beweringen nopens plan nen van sip betreft, zegt de Min. dat men egaaa op het pro ject, di i jentebestuu. zelf gemaakt en als bijlage .v „elegd bij het vroeger ontwerp, en aan vel -den der Kamer bekend. De Regee- ring heelt altoos getracht in den geest van 't gemeentebestuur van Maastricht te handelen, en nu is het toch zeer verwonderlijk dat die gemeente thans allerlei bezwaren tegen den on- derhandscben verkoop aan den heer Regout maakt. De heer v. d. Maesen van Sombreff had vele en gewichtige bezwaren tegen de overeenkomst vooral omdat er nog onderhandelingen met Maas tricht in gang zijn en de Minister nu een greep in 't plan doet en een deel der gronden afstaat. Het geheele rioolstelsel en de voorzieningen in de medische politie der stad, geraken daardoor uit het verband. Het vestigt er ook wel degelijk de aandacht op, dat er een proces gevoerd zal worden, dat van laügen duur kan zijn. Zijne conclusie is dat bij de Kamer aanraadt de wet niet aan te Demen. Ook de beer Pij Is bestreed het ontwerp, als in strijd, met het belang der gemeente Maastricht. De Minister van Financiën bestreed de beden kingen van beide sprekers, waarna het wetsont werp werd aangenomen, met 61 tegen 2 stemmen. 3*. Het wets-ontwerp tot verlenging van de wer king der wet van 3 Juli 1865 (Stbl. N°. 76) houdende vaststelling der tarieven van in-, uit-, en doorvoer in Nti.-lndic. De beer Blom wilde gaarne toegeven dat onder de tegenwoordige omstandigheden de behandeling van dit wets-ontwerp moeielijk en niet wensche lijk zou zijn, maar spr. betwijfelde of het tegen woordig ontwerp wel noodig was. De Regeering beweerde het tegendeel, om aan deo handel en industrie zekerheid te geven. Dit argument gaat op voor hen, die bet bestaande tarief willeD be houden, maar niet voor ben, die herziening ver langen en wenschen, dat voortgegaan werd op den weg in 1859 en 1865 ingeslagen. De Regee ring zegt dat zij tijdelijke voorziening onvermij delijk noodzakelijk acht; doch die uitspraak is prematuur. Waarom den toekomstigeu Minister van Koloniën de banden gebonden 7 Waarom moet de tariefsherziening blijven liggen? De va cantia zal toch niet langer duren dan 3 a 4 maan den cn dus is bet wetsontwerp uo„ volstrekt niet oodig. Behoort het tot de onmogelijkheden dat e nieuwe Regeering het nieuw ontwerp- tarie zal behandelen? Waarom niet liever den aansianden Minister van Koloniën geheel vrij- gelatn Spr. kan dus niet inzien dat door gemis dezei wet de heffing van rechten op 1 Januari van et volgend jaar bezwaren zou ontmoeten. De Minister van Koloniën antwoordde dat het van belang was dat er genoegzame tijd over- blijv voor handel en nijverheid om zich voor te berelen en dat zij minstens een half jaar vooraf gewiarschuwd worden. Ook moest men niet ver- getei, dat het vorig ontwerp niet is ingetrokken. De volgende Regeering zal geheel vrij blijven om de behandeling voort te zetten. In eeoe der afdedingen werd verlangd het verdubbelde in- voerEcht op het gedistilleerd reeds met 1 Januari verbndend te verklaren. Daartegen bestond on- overcomelijk bezwaar. Immers, uit Indië was juist het tegendeel verzocht en werd de Regee ring uitgenoodigd de verdubbeling een jaar later te bspalen Da de in werking treding van het nieuve tarief. Htt wetsontwerp, in stemmiDg gebracht, werd aangmomen met 45 tegen 16 stemmen. 4°. Nadere verstrekking van tijdelijke hulp aan de Amslirdamsche Kanaalmaatschappij. De heer v. Reenen gaf als Voorzitter der Com missie v. Rapporteurs te kennen, dat ook na het antwoord der RegeeriDg, de Commissie V. rap porteurs van oordeel is gebleven, dat de tijdelijke bulp van 1 millioen thans te verleenen niet vol doende kan worden beschouwd, ten gevolge waarvan de commissie zou voorstellen het cre- diet te verhoogen. De heer Bredius zich met dit gevoelen kunnende vereenigen stelde als subamen dement voor om de som van 1 op 2 millioen te brengen. De heeren Gratama en Heemskerk be spraken de belaDgen der binnenlandsche scheep vaart in verband met de verplichting aan de Kanaal-Maatscbappij opgelegd tot het maken van eene veilige legplaats bij Schellingwoude. De Minister v. Financiën meende dat 1 mil lioen voldoende is om tot October te kunnen doorwerken, zoodat, als de Kamer niet eerder dan September bijeenkomt, bet aanhangig ont werp tot bekrachtiging der overeenkomst dan nog in behandeling kan komeD. Door eeDe berekening trachtte hij aan te too- nen dat dit een millioen voldoende was, zonder vertraging in de werken te veroorzaken. De algemeene beraadslagingen worden gesloten Het amendement van de Commissie van Rap porteurs luidde aldus: Om in art. 1, in plaats van de woorden: „an dermaal de som van 1 millioen" te lezen„naar- mate van de beboetten, nog eene som van hoog stens 1% millioen," en in den 5den en 6den regel de woorden„voor Diet langer dan vijf maanden" te vervangen door de woorden: „tot uiterlijk 31 December 1872," en in verband daarmede, in art. 2, den 4den re gel, „1 millioen" te vervangen door „1)4 milli oen," en in den bden regel, 2, door 2% milli oen; en in den 7den regel, 1 door ly, millioeD. De heer van Reenen lichtte dit amendement nader toe. Die som was voldoende tot November, omdat in verband met de opgaren der Kanaal maatschappij zelve, niet meer noodig is. De Commissie beeft geen bezwaar gezien die som, op 1)4 millioen te bepalen na de pertinente ver klaring der Regeering dat de waarborgen door de Maatschappij verstrekt alleszins voldoende zijn. De Minister van Financiën bleef beweren dat de Maatschappij tot het eind van Mei is geholpen. 1 millioen is voldoende tot October a. s. Id dien tijd kan de Tweede Kamer eene wetaannemeD, en dan beeft de Maatschappij crediet om meer te leenen. Bij de meer en meer welwillende ge zindheid der Kamer ten opzichte der Kan. Maatsch. zal aanneming van zoodanige wet in het najaar door eene nieuwe Regeering voorgesteld, geene zwarigheid opleveren. De Regeering bevindt zich dus in de positie om de aanneming der amende menten te moeten ontraden. De beraadslagingen worden gesloten en tot stemming overgegaan zijndo, werd het sub-amen- dement-Bredius verworpen met 35 tegen 23 stemmen, en bet amendement van doCoinm.van Rapporteurs aangenomen met 56 tegeD 1 stem. Art. 1 werd hierop zonder stemming aange nomen, art. 2 goedgekeurd, art. 3 eveneens, na wijziging der Kegeeriug van 5 in 8 maanden, art. 4 eveneens. In den considerans wordt eene wijziging van de comm. v. Rapporteurs, om te doen uitkomeD dat ook de tijd van terugbetaling verleDgd, is aangenomen. Daarop wordt het gewijzigd ontwerp in zijn geheel aangenomen met 57 tegen 1 stem (de beer Nierstrasz). 5*. Naturalisatie van G. Etzbacher, F. van Gies- seD, F. J. Huiszen, M. C. A. Seytarth en G. E. Payot, zonder discussie met algemeene stemmen aangenomen. Nadat de Kamer in comité-generaal baar huis houdelijke begrooting had behandeld, is zij tot nadere bijeenroeping gescheiden. Volgens circulaire van het Centraal Comité van den Nederlandschen weerbaarheidsbond, zal er van den 12den tot en met den 17den Augustas aan staande op de Wiesselsche heide achter het Loo Dabij Apeldoorn een Nationale Schietwedstrijd worden gehouden, waartoe tot deelneming wor den uitgenoodigd: alle leden van Weerbaarheids-vereenigingen, dienstdoende en rustende Schutterijen en alleaf- deelingeu vao de Land- en Zeemacht zoo in Ne derland als in Nederlandsche Koloniën. Belanghebbenden wordt verzocht om vóór den 12deo JuDi e. k. opgaaf tot deelneming in te zenden aan het Centraal Comité van den Nederlandschen Weerbaarheidsbond te Utrecht. Door Z.i M. den Koning zijn als corpsprijzen bij dezen wedstrijd uitgeloofd, met dien verstande dat zij op twee achtereenvolgende Nationale wed strijden moeten gewonnen worden, alvorens het eigendom vaD bet winnende corps te zijn: Voor den wedstrijd op 400 passen; eerste corpsprijs: een zilveren vergulde bokaal met voetstuk; tweede corpsprijs: een zilveren bokaal met voetstuk. Voor den officiers-wedstrijd op den afstand van 600 passen; eerste prijs: een zilveren bokaal met voetstuk; tweede prijs: een zilveren servies. Een adres van den volgenden inhoud, uitslui tend geteekend door de meest gegoeden uit onder staande gemeenteD, is verzonden aan de heeren Bredius en Gevers Deynoot, afgevaardigden ter Tweede Kamer der Staten-Generaai, in het kies district Dordrecht. De ondergeteekeoden, ingezetenen vaD Al bias- serdam en Nieuw-Lekkerland, brengen bij dezen hunnen dank voor de flinke en krachtige houding door hen aangenomen, bij de behandeling van het belangrijke wetsontwerp tot het vaststellen eener inkomstenbelasting. Overtuigd, dat deze de eeuige belastin» is, die de zoo noodLe hervorming van ons tegenwoordig belastingstelsel kan bewerken, betreuren zij het votum, door de meerderheid der leden van de Kamer uitgebracht, te meer daar door dit votum eene ministerieele crisis is ontstaan, die zij voor de algemeene belaDgen des lands hoogst verder felijk achten. Met de meeste voldoening bedanken de onder- geteekenden u voor het door n in dezen uitge brachte votum, en, zijn in eenige districten vele kiezers teleurgesteld in de verwachting, die zij van hunne afgevaardigden mochten koesteren, gij, M. H., moogt u verheugen in de voortdurende sympathie van hen, die u het mandaat opdroegen om de volksbelangen in liberalen zin in de ver tegenwoordiging te steunen en te verdedigeD. Moge die overtuiging voor u eene aangename voldoening zijn te midden van den strijd der par tijen, en u bij voortduring opwekken om de be langen des volks krachtig te blijven handhaven tegenover de egoïstische en behoudende begin selen, die reeds zooveel kwaads hebben berok kend en zooveel goeds bebben tegengewerkt. De algemeene Kiesvereeniging Grondwettige vrijheid en vooruitgang in de provincie Groningen heeft besloten het volgend adres op te zenden: Aan Z. E. den Minister van Binnenlandsche Zaken. OndergeteekendeD, tegenwoordig op de alge meene vergadering van de kiesvereeniging Grond wettige vrijheid en vooruilgang wenden zich tot U.Ex, als hoofd van het Ministerie, met eene be tuiging van leedwezen over 't gedrag vau de Tweede Kamer der Staten-Geueraal, in zake de stemming over de inkomstenbelasting. Door die slecht gemotiveerde handeling der meerderheid vonden uwer Excelientie's ambtgenooten 't nood zakelijk, het beleid van zaken neer te leggen,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1