A». 1872.
Vrijdag
31 Mei.
SCHETSEN UIT ENGELAND.
PP. *3774.
Feuilleton van liet „Leidscb
Dagblad".
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ8.00.
Franeo per post,3.85.
Afxonderlijke Nommeraf0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zon- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVERTKNTIKX
Voor iedaren regel.........................fO.lS.
Grootera letter» nur de plaeteroiixte dit, i\j bealtia. fjSlu i
STADS-BERICHT EN.
OPROEPING TAN DE VERLOFGANGERS DER
NATIONALE MILITIE, TOT HET BIJWONEN
DER INSPECTIE.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
iEIDBN,
Gezien het besluit van den heer Commissaris des
.omugs in de provincie Zuid-Holland, van den 16den
pril 1872, A n». 2703 (2de afd.), Provinciaalblad
38, houdende regeling van het onderzoek der Ver-
•Jgangers van de Militie te land;
Roepen dientengevolge, op, al de binnen deze ge-
eente met onbepaald verlof aanwezige manachap-
der Nationale Militie, om te verschijnen in de
kenbal, aan den Ouden Singel, ten einde
oor den Generaal-Majoor Militie-Commissaris te wor-
,en geïnspecteerd, en wel
de verlofgangers, behoorende tot de lichtingen van
068 en 1869, op Woensdag den 5dcn Juni
.872, des morgens te 9 uren,
die behoorende tot de lichting van 1870, mede
ip dien dag, des namiddags te 1 uur,
en de verlofgangers, behoorende tot de lichting
n 1871, op Donderdag den Oden Juni 1879,
les morgens te 9 uren;
in uniform gekleed en voorzien van de kleeding
en uitrustingstukken, hun bij het vertrek met verlof
medegegeven, alsmede van hunne zakboekjes en ver-
ofpassen.
En vermanen Burgemeester en Wethouders debe
trokken verlofgangers, aan deze oproeping nauwkeu
rig te beantwoorden, te zorgen dat hunne kleeding
jn uitrusting in goeden staat worden voorgesteld, als-
>ok om zich, gedurende de Inspectie en bij het gaan naar
en terugkeeren van de daartoe bestemde plaats, ordelijk
te gedragen en alzoo zich te vrijwaren voor de toepas
sing der strafbepalingen, vermeld bij de artt. 130,
141145 der Wet van 19 Augustus 1861 Staats-
ilad n°. 72), daar ongeregeldheden als anderszins,
zoolang de manschappen in uniform zijn gekleed, wor-
len gestraft volgens het Crimineel Wetboek en het
Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te lande.
En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door
plaatsing in de Leidsche Courant van dea 24sten en
31aten dezer maand.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. 3). BKANDELER, Burgemeester.
E. KIST, Secretaris.
Liidin, 23 Mei 1872.
Lelden, 30 Hel.
In de zitting van de Tweede Kamer der Sta-
teu-Generaal van gisteren werden de volgende
wetsontwerpen en de daaronder voorkomende
conclusie met algemeene stemmen aangenomen:
1'. bet ontwerp tot goedkeuring eener dading
met Jonkvrouwe C. E. C. Schorer van St.-Philips
land, echtgenoot van Mr. D. Weerts, over buiten
gronden in het Slaak;
2'. tot onteigening ten behoeve van den aanleg
van straten en een weg in het zuidelijk deel in
de gemeente Groningen
3°. tot onteigening ten behoeve van een afweg
ter verbinding van den hoofdweg in het water
schap den Reiderwolderpolder met den Finster-
terwolderpoldervveg
4°. de conclusie op de inlichtingen op het adres
van D. Jona, gewezen tijdelijk magazijnmeester
aan 's Rijks gesticht te Ommerschans over zijn
ontslag uit die betrekking, welke conclusie strekt
tot aanneming dier inlichtingen voor kennisgeving.
Burgemeester en Wethouders alhier hebben in
de vorige week de leden van den Raad uitgenoo-
digd om 11. Zaterdag „en corps" het mnseum van
schilderijen in de Lakenhal te komen bezichtigen.
Zijn onze inlichtingen juist, en we hebben niet
de minste reden om daaraan twijfel te opperen,
dan zou het eigenlijke doel, waarmede deze uit-
noodiging door B. en Ws. is geschied, van den
volgenden aard zijn.
Indertijd zijn, naar men weet, eenige duizen
den guldens door den Gemeenteraad toegestaan,
Om een deel van de Lakenhal tot museum in Ie
richtenhet bezoek van 11. Zaterdag zou nu heb
ben moeten dienen om de raadsleden te doen
zien, dat de verkregen inrichting wegens gebrek
aan ruimte niet presentabel is voor het publiek,
en hen daardoor gunstig te stemmen voor eene
spoedig te wachten voordracht, waarbij Dog c. a.
f 2Ü00 zal worden aangevraagd om meer locali-
teit voor museum in te richten. Daarmede zou
evenwel moeten gewacht worden, tot de gemeente
een gebouw beschikbaar heeft, waarheen zij de
werkinrichting der Leidsehe Maatschappij van
Weldadigheid, nu in de Lakenhal gevestigd, kan
laten verhuizen.
Het zesde voorhistorisch Congres zal van 22
tot 30 Aug. te Brussel zitting houden. Het comité
heeft buiteiilandsche geleerden benoemd, aan wie
de opdracht is gegeven, deelnemers aan de werk
zaamheden bijeen te brengen. Voor Nederland
zijn aangewezen de heeren Mr. J. Dirks, advo
caat te Leeuwarden Dr. C. Leemans, directeur
vau het museum van oudheden te Leiden Dr.
L. S. P. Meyboom, predikant te AmsterdamProf.
W. Moll, hoogleeraar in de godgeleerdheid te
AmsterdamDr. P. Scheltema, te Groningen
Jbr. Six, te Amsterdam; P. J. Vermeulen, te
Utrecht.
Eergisteren heeft een persoon, genaamd L, ge
tracht zich door vergiftiging van liet leven te
berooren. Spoedig aangebrachte geneeskundige
hulp verijdelde deze daad, welke het gevolg was
eener liefdegeschiedenis.
onderzocht, tewijl tot voorbereiding van dien
arbeid, voor zooveel de betalingen aan den aan
nemer betreft, de aan dezen uitgereikte certifi
caten maandelijks door het Rijkstoezicht op de
werken geverifieerd en aan de prijstarieven ge
toetst worden.
Mochten de voorschotten voor een deel eerst
in het jaar 1878 worden terugbetaald, dan zou
ook dit deel, aid blijkbaar tot den dienst 1872 be
hoorende, daar de begrooting van iedere, dienst
twee jaren openstaat, zonder eenige bedenking,
nog tep behoeve van den dienst 1872 te boeken
zijn. Daarin is dus geen aanleiding te vinden
tot aanvulling der middelen, noch tot het bedin
gen van vervroegde teruggave. Er geschieden
jaarlijks eene menigte ontvangsten, die nog aan
den dienst van het vorige jaar worden toegewezen.
Pertinente opgaven omtrent de som, noodigom
de Maatschappij in staat te stellen gedurende ze
keren tijd met buitengewone kracht door te wer
ken, zijn niet in het bezit der Regeering, en kon
den dus niet worden medegedeeld. De hoegroot
heid dier som zou zich moeten regelen naar de
mate der buitengewone kracht, die zal worden
aangewend, en daaromtrent zijn, naar de mee-
ning der Regeering, slechts gissingen te maken.
iQdien de som van ƒ1,000,000, volgens de wet
vuu 12 April 1872- Staatsblad n°. 26) voorgescbo-
te% niet in den loop van September aanstaande
mocht worden terugbetaald, dan zou toch de Ré-
geeriug deswege voor het eerst eenig verhaal
kunueu uitoefenen op de rente uitkeering, met 1
Januari 1873 aan de Maatschappij verschuldigd.
Vóór dien tijd kan nadere voorziening genomen
worden, Er is echter geen bedenking tegen om
den in art. 1 dier wet gesteldeu termijn met nog
drie maanden te verlengen. Daartoe is het
volgend nieuw artikel aan het wetsontwerp
toegevoegd
Art. 8. „Het woord „vijf", voorkomende in a rt.
1 der wet van den 12den April 1872 Staatsblad
n'. 26), wordt vervangen door het woord „acht"."
Art. 8 wordt Art. 4.
Een wagen met waschgoed beladen geraakte
dienzelfden dag bij bet afrijden van de Marebrug
in het water. Bij de pogingen om dien op het
droge te brengen, viel een helper in de gracht,
die na veel moeite gelukkig werd gered.
De Regeering heeft geantwoord op het giste
ren vermeld verslag der afdeelingen van de
Tweede Kamer nopens het wetsontwerp tot
nadere verstrekking van tijdelijke hulp aan de
Amsterdamsche Kanaalmaatschappij
Op de gronden daarvoor in het Verslag aan
gevoerd is de Regeering van oordeel dat, ook
ingeval het voorgedragen voorschot verdubbeld
werd, de beoogde waarborgen voldoende zouden
zijn.
De gewenschte controle bestaat, daar volgens
art. 83 der concessie het financieel beheer der
Maatschappij jaarlijks van Regeeringswege wordt
Men schrijft aan de Arnh. Ct. uit 's-Gravenhage
De toestand van den heer Thorbecke is vol
strekt niet zorgelijk. Wel wordt hij nog door hoest
gekweld en ontvangt hij geen bezoek, omdat door
het spreken het herstel van de prikkelbaarheid
in zijne keel zou worden tegengehouden, maar
volgens een ten volle geloofbaar getuigenis wordt
er niets bedenkelijks in zijn toestand gevonden.
De Minister-crisis is en blijft misschien nog
eenigen tijd. Al wat aangaande eene mogelijke
oplossing daarvan thans verhaald wordt is eigen
vinding. Zoolang de Tweede Kamer hier is, blijft
de zaak catu quo, en eerst na het uiteengaan der
Eerste Kamer zal die belangrijke quaestie wor
den behandeld en afgedaan.
Aao hetzelfde blad wordt uit Groningen ge
schreven
Zeer benieuwd was men hier naar den afloop
van de kiesvergadering te Winschoten, op wier
programma ook stond: discussiën over de hou
ding van den beer Jonckbloet en de Tweede
Kamer, in en naar aanleiding van de inkomsten
belasting.
Die houding is afgekeurd, en den heer Jonck
bloet zal namens die kiesvereeniging gevraagd
worden, hoe hij zijn votum dienaangaande recht
vaardigt.
Deze vergadering maakte ook de politieke en
staatshuishoudkundige meeningen en de parle
mentaire handelingen van den heer van Houten
opnieuw tot onderwerpen van opeübare en meer
intieme gesprekken, en daaruit blijkt, dat het
vertrouwen op dien volksvertegenwoordiger bij
velen geschokt is. 't Ligt niet in het karakter
dér gewoonlijk weinig hartstochtelijke Noorman
nen, om dien zij hoogachten zoo spoedig los te
lateD. Wie zij eenmaal genegen zijn, verliest niet
in één dag alle sympathie, en draalt de Noorman
gewoonlijk erg lang met zijn Hosanna I het: weg
met hem I spreekt hij noode, althans tragelijk uit.
Maar de heer van Houten vond al lang bij meer
bedaarde en voorzichtige Groningers oppositie,
zooals ook gebleken zou zijn bij het politiek di
ner, 't welk een 40tal vrienden, althans libera
len, hem een tijd geleden aanboden. Van dat di
ner is door de Groninger couranten gesproken,
maar het publiek is er niets meer van te weten
gekomen, dan dat de politiek en de heer vah
Houten ook een deel 'tan het tafeldiscoutb uit
maakten.
Waarom, vroeg men toen, hebben de beide
Groninger couranten, wier redactiën aan tafel
vertegenwoordigd waren, of die althans wel ge
legenheid hadden om te weten wat er gesprokéh
werd, daaromtrent een deftig stilzwijgen bewtlard.
Dat was anti-Groningsch, want openbaarheid
'is er de leus.
Wellicht vinden zij het nog niet ongepast, om
eens mede te deelen of ook op dit diner de poli
tiek van den heer van Houten onverdeeld werd
goedgekeurd.
De Drenthenaren zonden een adres van hulde
aan den heer Thorbecke, en dat is goed gedaan.
De tekst van dit adres, hetwelk zich niet met
geschilpunten inlaat, moet bevatten eene betuiging
van leedwezen over het aftreden van den Minister
en een verzoek aan dezen om de portefeuille te
behoudeD, als Z. M. de Koning dat wënscht. Die
verdiensten waardeert, en dankbakr is voor het
geen de heer Thorbecke voor Nederland deed,
zal zulk een adres gaarne onderteekeneb', en
daarom is bet wel mogelijk dat het voorbeeld
vau Drenthe ook elders wordt gevolgd.
Mocht de heer Thorbecke, in ambtelijke be
trekking, geen deel meer willen nemen aan
's lands bestuur; dan is bij sommigen in het
Noorden het denkbeeld opgekomen om den grij
zen staatsman eene volks-ovatie te brengen, hetzij
in de residentie, hetzij, wat nog eigenaardiger
zou zijn, in de hoofdstad des Rijks.
Alle Nederlanders, die politieke vrijheid door
de wet liefhebben, zouden op denzeifden dag in
een van genoemde plaatsen bijeenkomen, den
naar het fransch van
H. T A I E.
D© Maatschappij en de Regeering.
{Vervolg.)
De clergyman, met zijn zedelijken invloed en
de landlord, die de politieke leiding heeft, zitten
te zamen aan; het zijn bondgenooten, die door
hen, boven wie zij door ontwikkeling verheven
zijn, als leiders erkend en geëerbiedigd worden
ep, over het geheel, zulks waardig zijn.
Ga jk met den predikant van het dorp rond,
dan treedt .hij de woniDgen binnen, tikt de kin
deren zachtjes op het hoofd,doet onderzoeknaar
hunne vorderingen, vermaant de deugnieten, waar
schuwt tegen dronkenschap, spreekt met de men-
schen over hunne aangelegenheden, is hun na
tuurlijke raadsman. Zijn vrouw houdt school voor
de arme kinderen; de armen komen aan de pas
torie hunnen nood klagen en keeren vandaar
terug, voorzien van een ilesch wijn of eenige
verkwikking voor een zieke. Een geestelijke
te Londen ging dezer dagen met de kinderen
der ragged-tchoolt (scholen voor haveloozen) naar
buiten. Het waren er twee duizend, die in pro
cessie uittogen, om het einde van het schooljaar
te vieren, met vaandels, muziek, enz. Van's mor
gens zeven uren tot 's avonds zijn zij buiten ge
bleven, hebben er gegeten en gedronken. De kos
ten daarvan, waarvoor het geld door vrijwillige
inschrijving bijeenkwam, beliepen ongeveer hon
derd pd. st. Het doel is om een vroolijken dag in
de open lucht te verschaften aan die arme klei-
d6d, die in krotten of op stoepen moeten leven.
De hoogere stand is dus zoowel de gids voor het
geestelijke als voor het wereldlijke, en de goede
invloed daardoor uitgeoefend, èn in het bijzonder
èn in 't algemeen, valt niet te betwisten.
Om weer op Londen terug te komen ik
heb vruchteloos getracht nauwkeurige inlichtin
gen te verkrijgen, die door cijfers de fortuinen
dier aristocratie, zoowel der plaatselijke als der
van plaats veranderende, aantoon en.
In 1841 waren, volgens Porter, in Wale6 en
Engeland 123,(100 mannen en 332,000 vrouweD,
die een onafhankelijk fortuin bezaten; de bevol
king was toen 16 millioen zielen; tegenwoordig,
in 1861, bedraagt zij 20 millioen en is de rijk
dom zeer toegenomen. Volgens een officieel rap
port van 1866, aangaande de opbrengst van
handel, beroepen en industrie, verklaarden, bij
het innen der income-tax, 133 personen dat hun
inkomen 50,000 of meer, 959 10,000 a 50,000,
14,623 1000 pond of meer bedroeg. Voor de
grondrenten werd door 101 personen 4000 pond
door 1943 personen 1000 pond of daarboven
aangegeven. Men berekent, dat tegenwoordig
de grond wordt ingenomen door 30,000 personen,
en de helft er van aan 150 grondeigenaars toe
behoort. Daar schuilt juist het te ver gedrevene
en de fout van bet systeem.
In 1849 hielden 140,000 personen er paarden
op na als artikel van weelde, waarvan de helft
twee of meer.
In 1841 bedroeg het aantal van hen die
mannelijke dienstboden hielden 112,000, waar
van de helft er twee of meer hadden. Mijne
vrienden nu zeggen mij dat een paard of
een mannelijke dienstbode een inkomen van
twintig a vijfentwintig duizend francs vertegen
woordigt Naar deze cijfers te oordeelen kan men,
dunkt mij, het aantal rijke of bemiddelde fami
lies in het land op ongeveer 120,000 stellen.
Die 120,000 families zijn als het ware de instel
ling van den hoogeren stand, waarvan hun aan
tal, opbrengst, fortuin, oudheid, bekwaamheid, re
sidentie, rechtschapenheid, nut en gezag den
grondslag uitmaakt. De anderen zijn van hen af
hankelijk. Tachtig jaar lang hebben onze pu
blicisten in het wild geschermd over de instellin
gen en ik ken er, (zeer uitstekende), die de in
Engeland en de Vereenigde Staten bestaande bij
ons willen overbrengen, en slechts twee jaar
noodig oordeelen om de natie er aan te gewen
nen. Een hunner zeide mij: „'t Zal er meegaan
als met den locomotief, die, eenmaal de zee over
gestoken, de diligence verving." Inderdaad heeft
geheel Europa het Engelsche stelsel beproefd of
aangenomen: eene meer of min beperkte monar
chie, Lagerhuis, Hoogerhuis, verkiezingen, enz.
Het bleek voor Griekenland ongerijmd, voor
Spanje ellendig, voor Frankrijk broos, voor
Pruisen en Duitschland onvoldoende, voor Ne
derland, België en de Noordsche Staten ge
lukkig te zijn. Het is niet genoeg om den lo
comotief in te voeren, hij moet ook een berijd
baren weg vinden. Of liever, om alle aan
werktuigen ontleende vergelijkingen te laten va
ren, de inrichting van den staat is, als die van
een levend wezen, een op zich zelf staand orga
nisch geheel. {Wordt vervolgd.