IN K. 3771. A°. 1872. Dinsdag des a ster ei ieid de ihnis ■en o ntesi LEIDSCH en teri« PRIJS DEZER COURANT. werk® Voor Leiden per 3 maanden iddags I rrMI!0 Par post- te aid I Afzonderlijke Nommeri. 5jj dfJ Lelden, 27 Hel. il WoelTan gevolge van de aftreding van den Minister jzing iign Oorlog, generaal-majoor Engelvaart, werd zijn opvolger, den generaal Delprat, eene ledietwet voor het Departement van Oorlog aan boden, en waren de omstandigheden die het liDisterie tot verzoek om aftreding noopten niet ischenbeide gekomen, dan zou de heer Delprat reeds ingediende definitieve begrooting voor [irlog spoedig verdedigd hebben. Thans echter 'is eene verlenging van de vroeger vastgestelde edietwet npodig geworden en het is 't daartoe [rekkend wetsontyverp dat in de zitting van de iveede Kamer van Zpterdagj.l, werd behandeld. Het ligt in den aard der zaak dat de weinige |deu, die van de gelegenheid om beraadslaging voeren gebruik maakten, de quaestie van ver men in 't hoofd van het departement ter zijde ilden. Dit moest echter niet zoo nauw opgevat lorden, dat men den demissionairen Minister heel afscheidde van den Minister die eenigen jd werkzaam was geweest. Groote en ingrij pende maatregelen die hetzij voorbereid waren of waaromtrent de Minister bij de memorie van antwoord op het ontwerp der definitieve begroo ting zijne bedoelingen had uiteeugezet werden et aangeroerd, maar punten die rechtstreeks iet 's Ministers kortstondig beheer in verband [onden werden vooral behandeld door de heeren Bieberstein, Gratama, van Epk en van Nispen. Wat het zwaarste is moet ook het zwaarste egeu, en zoo ving de heer de Bieberstein aan et eene zaak die vooral bij de kerkelijke par en zwaar woog. De intrekking van de bekende verordening op et kerkgaan der militairen, destijds door ons spubliceerd, bleef in de oogen van den heer de ieberstein een onbedachte, voigens den heer O. Nïspen een ondoordachte maatregel, welke )t onzedelijkheid zon leiden. De laatstgenoemde preker verlangde wel eerbiediging van de vrij- ieid van geweten en is daarvan zelfs een groot oorstander, maar teveDS van aankweeking van odsdienstzin en deze wordt door het bewust be- iluit belemmerd. Beide sprekers maakten zich ortom tot tolk van de heftige oppositie door t Tijd en coosorten tegen dezen maatregel ge- oerd. De lieer van Eek nam de verdediging van de Idscbgffing van het verplicht kerkgaan op zich, fZiju betoog, dat de zedelijkheid der miliciens aaronder niet zou lijden, baalde hem eene quasi- ardigheid van den heer deBieberstein op den als, dat hij misschien wel het studentenleven ftende, maar van bet kazerneleven niets wist. van Oorlog gaf evenmin de be- 'tveriogen van de bestrijders van den maatregel loe. Juist omdat op hem de zorg rustte voor jeug- êige milicieos, heeft hij willen tegengegaan, den gedwongen kerkgang. Men had moeten zien welke 'trgernis en ontstichting veroorzaakt worden door ieo dwang om de godsdienstoefening bij te wo nen, ook in kerken waartoe men niet behoorde. De maatregel was niet onbedachtzaam geno- ftieo; maar bleef hij aan de eene zijde de circu- 1871 laire handhaven, aan den anderen kant kwaoi ij, niet terug op hetgeen reeds vroeger door hem iwerd gezegd, dat 't hem leed deed dat er eene erkeerde uitlegging en ontijdige publiciteit aan 't-'i'Ble zaak was gegeven. De circulaire was niet voor pulk eene wijze van publiciteit bestemd, 's Mi nisters eenige fout was, niet gezorgd te hebben (dat verdere publiciteit, dan voor de officieren die het appel kommandeerden, werd tegengegaan. Kaar aanleiding van de op- en aanmerkingen I Ier heeren Gratama en Viruly antwoordde de Generaal Delprat, dat hij, als Minister die elk ;enblik kon aftreden, niet te veel in bijzonder, eden mocht treden, ook om zijn opvolger niet le liiuden. Er was gevraagd, waarom deze ere- ielivet? Het Ministerie had op zich genomen. loopende zaken van dringenden spoed af te doen; daartoe behoorde de definitieve begrooting 'oor Oorlog. Om nu zijn opvolger niet te binden e" niet te belasten met verdediging van zaken, welke deze Diet had voorgesteld, is een nieuw artikel- ontworpen, dat aan de begrooting het ka- takter van credietwet gaf. Omtrent den geest van bureaucratie door den heer Gratama, als aan het departement van Oor' 'og heerschende toegeschreven, kon de Minister uets antwoorden, zoolang hij niet wist wat men be< doelde; maar hij kwam op tegen het vermoeden /s.oo. 3.85. 0.06. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTENTIEN. Voor lederen regel.fO. 16. Grootere letters naar de plaatsruimte die i(j beslaan, dat er zaken gebeuren, die den Minister de handen zouden binden. Van den Secretaris-Generaal af, tot den schrijver toe, is alles ondergeschikt aan den Ministers en die daarop inbreuk maakt zou ontslagen worden. Nimmer had hij de minste weerspannigheid van eenig ambtenaar bij 't De partement ondervonden. De vorm waarin de Minister de begrooting had voorgedragen werd echter niet goedgekeurd. Noch uit het oogpunt van vertrouwen, noch uit dat van wantrouwen, maar slechts om eene geregelde huishouding bij het Departement van Oorlog mogelijk te maken, stelde de heer van Kerkwijk een amendement voor, strekkende om de begroo ting niet als credietwet voor 3 maanden te be schouwen, maar als definitieve begrooting voor 6 maanden. Dit amendement werd aangenomen met <13 tegen 12 stemmen en daarna de geheele begroo ting met 40 tegen 14 stemmen. Tot zoover deze oorlogsquaestie. Zij was niet de eenige welke behandeld werd. Ook de oor log, het ministerie verklaard, werd niet ongerept gelaten. De heer van Eek hield zich alsof er Diets was gebeurdhij wenschte gaarne de redenen te weten welke het ministerie tot het vragen van ODtslag had doen gelden of welke daartoe hadden geleid. Die vraag kon volgens deD Minister van Koloniën geen onderwerp van debat uitmaken. De vraag toch of een Ministerie al dan niet bij machte is de teugels van het bewind met goed gevolg te blijven voeren was eene vraag die het Ministerie voor zich zelf moest beoordeelen, en waaromtrent het aan de Kamer geen raad kon vrageD. De heer van Eek was geenszins met dit antwoord tevreden. Van zijn kant begon hij nu wat dui delijker te worden; zijn het redenen van per soonlijken aard; betreft het ontslag de jongste houding der Kamer of is 't genomen met het oog op de geheele verhouding der Regeering en de Kamer in het algemeen? De heer Fransen van de Putte ondersteunde den vorigen spr. Eene weigering van het geven van antwoord op de vraag naar den politieken zin van het ontslag streedt z. i. tegen alle con- stitutioneele usantiën. De heer Wijbenga was van oordeel dat men zich niet zoo onnoozel moest voordoen. Hoe, vroeg spr., weet deze Kamer, weet het volk niet, waarom de Regeering haar ontslag heeft ingediend? Weet men niet dat onder de voornaamste zaken bij de optreding van het ministerie werden genoemd de regeling van de defensie en de hervorming van het belastingstelsel. Deze Regeering nu had eene zeer serieuse poging gedaan oin tot hervorming van het belastingstelsel te komen, en dit was een der groote maatregelen die zij op 't oog bad. Wanneer nu deze Regeering, ging spr. voort, ondervindt dat het grootste gedeelte der Kamer niet geneigd ie de Regeering te volgen op den weg om tot die hervorming te geraken en daar van afkeerig is; en wanneer eene zoo groote meerderheid dat stelsel verworpen heeft, dan was 't spr. onbegrijpelijk, dat men nog in ernst vroeg: waarom treedt het Ministerie af? Spr. geloofde dan ook niet, dat het volk zoo in 't oDzekere is, waarom de Regeering is afgetreden. De Minister van Koloniën hief, nadat de heer van Eek gezegd bad, dat het niet zijne bedoeling was om in debat te tredeD, maar een antwoord op zijn vraag te bekomen, de onzekerheid waarin men voorwendde te verkeeren op, door de vraag van den heer van Eek met eene wedervraag te beantwoorden. Kan, zeide hij, wat deze vraag betrof, daarover ook naar aauleiding van 't ge sprokene door den heer Wijbeuga nog twijfel bestaan? Ziedaar dus eene bevestiging van het geen in onderscheidene bladen o. a. ook door ons werd medegedeeld, dat het verzoek om ont slag gegrond is op de overweging dat het votum der Tweede Kamer omtrent de inkomstenbelas ting het uitzicht beneemt op eene doeltreffende verbetering van het belastingstelsel, die, reeds op zich zelve wenschelijk, daarenboven noodza kelijk werd geacht met het oog op de vermeer dering der Staatsuitgaven in het algemeen belang. Nu mogen de heeren v. d. Putte, van Houten en Jonckbloet het argument van den heer y. d. Linden, dat de reden van het verzoek om ontslag gelegen was in de verwerping der motie van Akerlaken, aangevat hebben, hetzij om aan te toonen dat hieruit bleek dat er wel degelijk on zekerheid bestaat omtrent de redenen die tot het ontslag hebben geleid, betzij om bun steun daar tegen uitgebracht te vergoêlijken, in den groqd is bet waar dat de verwerping dezer motie alle uitzicht benam om tot een vergelijk te ko men over een maatregel die den grondslag zon uitmaken van eene radicale verbetering van ons belastingstelsel, en de aanleiding tot deze verwerping wel degelijk moet gezocjit worden bij een deel der liberalen, voor wian dit Ministerie geen goed meer kon doen en die toch stellig belastinghervorming voorstaan. Voor de Regeering was dus allee ping der voordracht de leidsvrouw barer verder te volgen gedragslijn, maar tot deze verwerping had ook medegewerkt een deel der liberale partij, juist een gedeelte dat in den laatsten tijd nogal vrij aaneengesloten, het regeeren aan dit kabinet' bemoeielijkte. De Faculteit van wijsbegeerte en letteren aaD de Hoogeschool te Leiden heeft bepaald, dat het admissie-examen zal plaats hebben Dinsdag en Woensdag 18 en 19 Juni. Men wordt verzocht zich vóór IQ Juni aan te melden bij den pedel K. Haremaker. Omtrent het gebeurde ter Kuste van Guinea, meldt de Amsterdamsche Courant nog het volgende Den 24sten dezer is hier de treqfige tijding ontvangen, dat de heer Joost, 1ste luitenant der infanterie, aan de Kust van Guinea, op den 26sten April te Elinina is overleden, en wel op een noodlottige wijze. Gewapende qegers, namelijk, vervolgden een inlander, dien ze wilden dopden deze verborg zich achter den rug van bovenge- noemden officier, juist toen men een geweer op hem loste, tengevolge waarvan bet schot, dat voor den inlander bestemd was, in de borst van den luitenant terechtkwam, en wel met doodelijk gevolg. Joost was bij iedereen bemind, had zich bij de expeditie tegen de oproerige bevolkiog dapper gedragen en daarvoor de Militaire ^Vil- lemsorde ontvangen, en is thans door het Engelsoh garnizoen met militaire honneurs begraven, in plaats van weldra tot zijn eenige, alhier wonende, zuster terug te keeren. Zr. Ms. Monitor Tijger is laatstelijk pief een diepgang ran 28 decimeter, bij een w»terstaqd van 0,95 meter boven Atnsteedamsch peil pf 7 centimeter beneden gewoon hoog water, door den Hoek van Holland naar zee gegaan. Dit is de eerste oorlogsbodem, die van het nieu we zeegat heelt gebruik gemaakt. Terzelfder tijd gingen langs den nieuwen weg naar zee de stoomboot Batavier, 4 brikken, 6 schoe ners, een sloepschip en een logger; deze zeilsche pen werden ten deele naar zee gesleept door de sleepboot Valk. Later kwam een logger binnen en keerde de Tijger uit zee langs den nieuwen weg terug. De genoemde sleepboot Valk is dezelfde, die b.ijkens bericht van het Weekblad van Voorne en Puiten eenigen tijd geleden tot driemaal toe te vergeefs zou hebben beproeid den waterweg binnen te stoomen. [Ned. Sloomposl.) Men schrijft ons uit 's-Gravenhage; Met dankbaarheid vernemen wij, dat de ge- sondheidstoestand vail Mr. Groen van Prinsterer vooruitgaande is. ZHEG. zal den zomer op zijn luitengoed nabij Wasseoaer doorbrengen en niet ïaar Ems vertrekken. De zeer bewogen politieke bestand vau Nederland vergunt den grijzen Staatsman niet, de rust te nemen, die zijne nooit 'ermoeide werkzaamheid zoo hoogst wenschelijk loet zijn. Standaard Als een bewijs hoe verkeerd meD in Spanje <mtrent onze feestviering van 1 April was inge- lcht, strekt het volgende bericht, woordelijk uit en voornaam SpaanBch blad overgenomen: „De Fransche en Belgische dagbladen deeleD lijzonderheden mede betreffende het groote Bel- gsche nationale feest, te Brielle gevierd. Koning Ieopold legde den eersten steen van een gedenk teken en van een gesticht voor zeelieden. De leer Vires hield een rede, waarop Koning Leo- jold in een zeer liberalen geest antwoordde, dndigende met deze woordenDe Koningen zijn lemaakt voor de volken, en niet de volken voor de Koningen''. Dezelfde bladen zeggen nog, dat de ultramontaanscbe partij de inteqtie bad het nationale feest te te verstoren, door wanordelijk heden te stioliten in verschillende plaatsen van België, zoowel als in Hollpnd, waar men het zelfde gedenkfeest vierde." Naar aanleiding van het onlangs op voorstel van den heer v. Nierop c. s. door den Amster- damschen Raad genomen bestuit, heeft de directie der Amsteydauische Kanaal-Maatschappij een adres tot de Tweede Kamer der Sl,aten-Gepe,raal gericht waarin zij verzoek^, aan het verlapgen van het bestuur van Amsterdam, dat de behan deling van het aanhangig \yelsontwerp hetreftende de Maatschappij worde gangehoudqq, totdat daarin bedingen ten voordeele dier gemeente gebracht zijn, of dat alzoo de Tweede Kamer zich partij stelle in quaestiën van geldel ij ken aard en Uit sluitend locaal belang, geen gehoor te leeó'en. Het lid der Tweede Kamer de heer Mr. Hey- denrijck heeft volgens de Tijd, in de katholieke Vereeniging te Amsterdam, de door de Neder- landsche katholieken, hunne pers, hun afgevaar digden en hun kiezersgenootschappen, op politiek terrein te - volgen gedragslijn, aangewezen. „Die gedragslijn was, wat het beginsel betreft, aange wezen door den Heiligen Vader zeiven; in zijn beroemde encycliek Quanta Cura en den daaraan toegevoegden Syllabus. Evenwel lag het in den aard der zaak, dat, bij de toepassing van dit be ginsel, men te rekenen had met bestaande toe standen, en vooral met gevestigde rechten, en naar de verwezenlijking daarvan slechts mocht streven, door wettige en geoorloofde middelen, lp veej, dpayinede niet geheel stronken.de, moet men dan ook berusten, doch zonder het ooit tot een gewenschteu regel te willen verhellen, of daarbij de ware beginselen uit het oog te ver liezen." -j By gelegenheid dpr Pinksterdagen werden, er langs den ,$ederl. Rijnspoorweg in het geheel vervoerd 41,664 reizigers. Verleden jaar bedroeg dit aantal 43,332,, d, i. 1668 meer, tyaarioehet ongunstige wetjer van Zaterdag en Zon.dag wel het zijDe zal hebben toegebracht, daar pp pink ster-Maandag dit ja^r nog 110 reizigers meer werden vervoerd dan in 1871. II .1 .'i I yil 'i li J J11 .Ij.') f.1 IJ De Koninklijke Akademie van Wetenschappen, afdeeling Natuurkunde, hield Zaterdag te Am sterdam hare gewone maandelijksche vergadering. Tegenwoordig de heeren: Pj G. Donders, voor zitter, G. J. Matthes, secretaris, P. Elias, O. Bie- rens de Haan, C. M. C. Verloren, G. F. W. Baebr, C. M. van der Sande Lacoste, H. Vogelsang, R. van Rees, Th. W. Engelinanu, A. VV. M. van Hasselt, J. Zeeman, H. G. van der Sande Bak- huyzen, C. A. J. A. Oudemans, P. M. Brutel de la Rivière, G. van Diesen, N. W. P. Rauwenlioff, A. C. Oudemans, J. Bosscha Jr., V. S. M. van der Boon Mesch, E. H. von Baumhauer, J. A. Boo gaard en V. S. M. van der Willigen. Na lezing en vaststelling van het verslag der vorige samenkomst, werden de beide nieuwbe noemde leden dezer afdeeling, de heeren Dr. J. Zeeman en Dr. H. G. v. d. Sande Bakhuyzen door de heeren üudemans en Baebr, op uitnoo- diging des voorzitters, binnengeleid en welkom geheeteo. Den eerste werd inzonderheid hulde gebracht voor de uitstekende wijze, w aarop hij de wetenschap bij voortduring aan zich verplicht door zijne statistieke opgaven en berekeningen, deD tweede werd lof geschonken voor zijne ijve rige en gelukkige beoefening der afgetrokken wetenschappen. Na wederzijdsche aanbevelingen tot vriendschap, was deze eenvoudige en beschei den plechtigheid afgeloopen. Vanwege den secretaris werd hierop medege deeld, dat brieven van dankzegging voor de hun tebeurtgevallen onderscheiding waren ingekomen van de uieuwgekozen buitenlaudsche leden Char les Darwin en Plateau. Hierop werd het woord verleend aan den heer van der Boon Mesch, die de verkregen uiikom- sten mededeelde, nopens zijne onderzoekingen der scheikundige bestanddeelen van cobalt en van de al of niet magnetische eigenschappen dezer sloffe na zuivering van hare verschillende verbindingen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1