s, kce ir te rmeei aan et Vi, ïlukk hee waa o oil nkoni stelte iersct ïiddel goutd ler trj t, ma ijft tet i| :es n t vaj DOt;! at i te ma: 11 voo: i-kein ;t, di ijkhe sn vt i mis: k na in ee doem vat billj op d dat .pituli in, dal fiei/i op dt d. da igeve endsa i. Vet tinge zuli ij dt id, d en en, of in 00' a fell i won jegri, nbett tererj I ove ;evet ij de in a ir C tij e ds| iai-l ic del at «I an ill wool! VOOfl lede; i nie-1 cen-l eg" I ndetl ros-l i del ijks'l >oa01 j las- lunoij a tel ,r eo! 3üWa' (vak l will min ullen behouden. De beraadslagingen en stemming over de wet op het schooltoezicht in de Pruisische vertegenwoordiging, en de aanneming van de wet tegen het misbruik van den kauset hebben hem uit dien zoeten droom gewekt. Doch een algemeene maatregel tegen de aan matigingen en den schadelijken ibvloed der gods dienstige corporatiën was noodig. De petitiën ten gunste der Jezuïten en de voorstellen, naar aan leiding daarvau gedaan, gaven tot de bespreking van zulk een maatregel gereede aanleiding. Uit de beraadslagingen in den rijksdag zou nu blijken of inderdaad de geest van de Duitsche volksver- legenwoordiging of meer bijzonder alleen de re geering besloten was het Ultramontanisme tegen te gaan. Eu de aauneming van het voorstel We gener heeft schitterend bewezen, dat het eerste waar is. Het Jezuïtisme, de almacht van een heerschzuchtige en begeerige geestelijkheid, de onderdrukking van alle ontwikkeling, de verstom ping van de hersenen der jeugdige menschen- kindereu, alles met éeu en hetzelfde doelde grootheid van Rome of liever van de priester- kchaar, die ellendigheden hebben klaarblijkelijk in Duitschland uitgediend. Wanneer men de opvolging van gebeurtenis sen nagaat, dan wordt men waarlijk getroffen door de vaste en systematische wijze, waarop in zulk een groot land als Duitschland, dat men du gerust als den voorlooper van het overige Europa mag aauiuerkeu, de vooruitgang zege viert boven slechte, verouderde toestanden, die uit baatzucht door sommigen worden verdedigd. Het concilie, dal moest strekken om de ultramonta- nru iu gesloten gelederen te doen vooruitrukken, eu dal juist gediend heeft om hun zaak voor goed te bederven, de oorlog eu overwiuuing van het Prote- stantsche Duitschlaud tegen hel katholieke Frank rijk; de vorming in den boezem der kerk eener machtige partij, die zich van hare heerschzuchtige geloolsgeuooten afscheiddede aanwezigheid van een man als Bismarck, die door zijn politiek ge nie geen oogenblik aarzelde, den strijd tegen de tut nu toe zoo gevreesde bende op te vatttn; ziedaar alle omstandigheden, die, door welke kracht dan ook, keunehjk tot het resultaat moes ten leiden, dat nu gelukkig in het vooruitzicht is. De strijd echter tegen den wijkenden vijand zal wellicht nog lang knnuen duren en groote inspanning en waakzaamheid vereischen. De Je zuïten met consorten zijn geen mannen, die na herhaaldelijk geslagen te zijn, den strijd flauw hartig opgeven. Dat moet men van hen erken nen, dat zij ter bereikiug van hunne egoïstische bedoelingen eene energie toonen, die een betere snak tot allerheerlijkste resultaten zou brengen. Zij zullen zonder twijfel slechts voet voor voet wijkeu. Aan de Duilsche regeering is het nu eu het uiag waarlijk een moeilijke taak genoemd worden om naar aanleiding vau het votum van den rijksraad een wetsontwerp iu te dienen tut beteugeling van den invloed der geestelijke ge nootschappen. Van den inhoud van dit ontwerp zal veel afhangen; overdrijving schaadt steeds bij de nieuwe wet moet zoowel vermeden wor den de godsdienstige belangen van vele burgers te kwetsen, als de misbruiken, die in naam van den godsdienst worden gepleegd, te laten voort bestaan. Hopen wij, dat het aan Bismarck, Dr. Falk en met hen aan de vertegenwoordiging moge gelukken, in dit dilemma een gelukkige keus te doen. TELKGRAMMEA. Berlijn, 22 Mei. De Rijksdag heeft, naaraan- leidiug eener petitie over de vervolging der Israëlieten iu Rumenië, na langdurige debatten, een voorstel aangenomen, waarbij den Rijkskan selier dank gezegd wordt voor zijne stappen ten gunste der Israëlieten aldaar, en hij tevens uitge- noodigd 0111 verder al het mogelijke te doen, op dat de Israëlieten in Rumenië voor mishande lingen, enz. worden gevrijwaard. Antwerpen, 22 Mei. (Part. dép.) De petroleum- raffinaderij van de heeren Jules Koehlen C°. staat sedert hedenochtend kwartier over elven in brand. Zij is gelegen achter de bassins. De machinist en de stoker zijn omgekomen. Twee andere personen zijn gewond door het springen van den ketel. De brand woedt voort. Niets is geassureerd. Men is zeer beducht voor de omlig gende raffinaderijen. (,v. R. Ct.) Versailles, 22 Mei. Ook heden waren de tri bunes in de Nationale Vergadering zoo dicht mogelijk bezet. De heer d'Audiffret-Pasquier heelt op de rede van den heer Rouher geantwoord. Hij deed uitkomen, dat deze van de zaak, waar voor zijne interpellatie eigenlijk dienen moest, geen woord gesproken heeft. Daar het keizer rijk in 't spel was, heeft hij verzachtende om standigheden gepleit ten behoeve van graaf Pa- bkao. De Commissie zal alles onderzoeken en aan elk recht laten wedervaren; maar op dit oogenblik kan men het Gouvernement der Nati onale Verdediging onmogelijk op ééne lijn stel len niet het Keizerrijk. De heer Rouher heeft, met het oog op den eerbied voor de onzijdigheids- wetten van andete Staten, op de noodzakelijk heid gewezen van tusscheuhandelaren bij bet sluiten van contracten. Maar die noodzakelijk heid bestond iD geenen deele. Palikao liet door inspecteurs het geleverde controleeren; hij kon dus ook wel agenten naar het buitenland zen den. De quaestie moet hooger opgehaald worden. Was het Keizerrijk gereed voor den Oorlog? Op deze vraag is het antwoord: Neen. Er waren in de arsenalen, ja, kanonnen voor de parade; maar de batterijen en geweren ontbraken. Dit wordt door alle getuigenissen bevestigd. De magazijnen bevatten noch patronen, noch ledergoed, noch levensmiddelen, kortom niets. Vinoy moest den vijand ontwijken, omdat hij geeo patronen had. Bazaiue zegt, dat hij op Metz moest terugtrekken, wegens gemis aan ammunitie. Audiffret vergeleek dit ontbreken van al het noodige met de schitterende beloften vóór den oorlog en vroeg, waarom de mannen met luch tige harten en de aanleggers van den Mexi- caanschen eorlog zich thans trachten te doen ver geten. „Geef ons onze legioenen terug, onze burgers, onze provinciënl (Toejuiching) Gij hebt ons den ondergang en de verwarring nagelaten(ver dubbelde toejuichingen). Te vergeefs beproefde Rouher de schuld op het gouvernement van 4 September te werpen. Ten opzichte van het contract met Cahen te Lyon was dat gouvernement gebonden door een vroegere overeenkomst, door Rouher getee- kend, de aan zijn gunstelingen goede zaken be zorgde. Spreker noemde vele voorbeelden van gelden, die aan de bestemming onttrokken waren, die de keizer hun gegeven had. Dit was het gevolg, als een land zich aan een enkel man overleverde. Demoralisatie en ontbinding waren er de na tuurlijke gevolgen van. „Toen gij gisteren spraakt zoo wendde zich de redenaar tot Rouher van de taak der ver gadering, hebt gij toen het oog geslagen op dien grijsaard wiens vaderlandsliefde zich nooit ver loochend heeft en u herinnerd, dat hij u altijd bestreed? Gij spreekt van een beroep op het volk en gij vermijdt uw zaak voor de kamer te brengen. „Voor ons is uw zaak gevonnisd en wij wen- schen, dat nooit weder het land overgeleverd worde aan hen, die het zoo slecht hebben ge diend." (Algemeene toejuiching). Daarna nam Rouher het woord om nogmaals op de verantwoordelijkheid van het gouverne ment van 4 Sept. te wijzen. Hij verdedigde zich, dat hij de overwinning voorspeld had en eindigde met de betuigiDg dat hij steeds getrouw aan zijn plicht zon blijven. Deze woorden werden met spottend gelach begroet. Gambetta bezwoer de Vergadering niet in den strik te loopen, dien Rouher haar spant door zich te verdoelen. Het gouvernement van 4 Sept. is op dit oogenblik niet aangeklaagd. Men moet onderscheiden tusschen hetgeen een gevolg van het keizerrijk was en hetgeen de regeering van 4 Sept. zelve gedaan heeft. Zij wacht een onderzoek rustig af. Naar aanleidiüg van hetgeen Rouher over verantwoordelijkheid zeide, stelde Gambetta dit dilemma: of gij hadt wapenen, eu waartoe dienden dan die nadeelige contracten? of gij hadt geene wapenen, en dan waart gij verra ders van het vaderland. De vergadering besloot met algemeene stemmen dat zij, vertrouwen stellende in hare commissie, overgaat tot de orde van den dag. Washington, 22 Mei. De heer Greely heeft schriftelijk kennis gegeven, dat hij de candidatuur voor het presidentschap der Unie aanneemt, en verklaard, dat hij, verkozen wordende, Diet de president eener partij, maar van het geheele land zal zijn, en dat hij den tijd gekomen acht, om eeDe innige vereeuiging tot stand te brengen tusschen het Noorden en Zuiden, waartusschen reeds al te lang verdeeldheid heeft geheerscht. Parijs, 22 Mei. Men leest in het Journal Ofliciel, dat de commissie voor de capitulatiën generaal Uhrich berispt Straatsburg overgegeven te heb ben, voordat er storm geloopen was; zijn voorraad en vaandels niet vernietigd te hebben; zonder krijgseer uitgetrokken te zijn en zijn officieren te hebben laten beloven, niet meer tegen den vijand te dienen. Madrid, 22 Mei. Serrano heeft zijn hoofd kwartier te Mondragon. In het congres verklaarde Sagasta, dat het gou vernement zal aftreden, maar ter beschikking van beide kamers blijft. Gemeenteraad. Zitting van heden. Geopend te 2 uren. Voorzitter, de heer Burgemeester. Tegenwoordig de heeren Stoffels, de Fremery, Hartereft, Goudsmit, Eezwijn, Evers, v. Puttkam- mer, Seelig, v. Hettinga Tromp, le Poole, Eige- man, Buys, Bijleveld, Verster, Veel'kind, du Rieu, Cock, Dercksen, van Heukelom, van Onteren, Driessen, Krantz, van Wensen eu Wttewaal. De nieuw benoemde leden, de heeren Jhr. Mr. J. N. van Pnttkauuner en J. Seelig, leggen in handen des Voorzitters de bij de wet gevorderde eeden als zoodanig af. Hierna zeide de Voorzitter „Het is mij een genoegen U, Mijne Heeren, ge lik te wenscheu met de U opgedragen betrek- ling. Ik heet U welkom in deze vergaderingen druk te hoop uit dat uw lidmaatschap zal strekken Dt bevordering van den bloei dergemeente Beiden." De Voorzitter legt onderscheidene ingekomen {tukken over. Aan de orde is 1". Beooeming van een wethouder ter vervan ging van den heer Mr. C. W. Hubrecht. Eerste stemming: De navolgende heeren ver krijgen stemmen; Lezwijn 7, Hartevelt 6, Cock i, du Rieu 8, van Heukelom 2 en Tromp I. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft bekomen, wordt tot eene tweede vrije stemming tvergegaan. Daarbij bekomen de heeren Lezwijn 8 stemmen, Hartevelt 6, dn Rieu 4, Cock 4, Tromp en van Heukelom elk éen stem. De uitslag is dus dat tene herstemming moet plaats hebben tusschen te heeren Lezwijn en Hartevelt. De heer Hartevelt geeft te kennen dat, hoe er eerend de opdracht van eene zoo gewichtige en eervolle betrekking voor hem moge zijo, htj nochtans ter vermijding van langer oponthoud tnoet verklaren dat hij de betrekking Diet zou kunnen waarnemen. Steeds had hij een open oor voor de belangen der gemeente en waar hij cie dienen kon zou hij zich niet onttrekken. Deze betrekking vordert echter zooveel tijd, cat hij het niet met zijne particuliere zaken kan overeenbrengen haar te aanvaarden. De voorzitter oordeelt dat dit besluit van den heer Hartevelt de herstemming met uitsluit. Bij deze herstemming verkrijgen de heeren Hartevelt 12, Lezwijn 11 stemmen, 1 wordt uit gebracht op den heer van Heukelom, en éen blanco-biljet in de bus gevonden. Er wordt twijfel geopperd of de volstrekte meerderheid verkregen is. De heer Buys meent dat daartoe geen grond bestaat, daar de stem van den heer van Heuke lom met een bianco-biljet gelijk staat, en dus 12 de volstrekte meerderheid is. De Voorzitter vraagt of de heer Hartevelt bij zijn vroeger voornemen blijft volharden of den wettelijken tijd van beraad wenscht te nemeD. De heer Hartevelt verlangt liever geen beraad. Hij acht 't verstandiger en eerlijker, om opDieuw, hoe eervol de ouderscheiding die hem ie beurt valt ouk is, te bedanken. Eene nieuwe vrije stemming is hiervan het gevolg. Daarbij verkrijgen de heeren Cock 7, Lezwijn 6, Seelig 6, du Rieu 4 en van Heukelom 2 stemmen. Daar niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, is eene herstemming noodig tusschen de heeren Cock, Lezwijn en Seelig. De heer Seelig is zoo vrij het voorbeeld van den heer Hartevelt te volgen, riij zou met geen mo gelijkheid de betrekking, hoe hij ook bet ver trouwen in hem gesteld op prijs stelt, kunnen auuueuieu. Hij wenscht dus niet verder in aan merking te komen. De heer Cock had liever gezien, dat men niet bedankt bande alvorens benoemd te zijo. Nu dit echter reeds geschied is voor de herstemming, zal hij 't vooroeeid van de andere leden volgen om geen noodeloos oponthoud te veroorzaken. Eu dan moei hij lot zijn leedwezen verklaren om tal van redenen niet het wethouderschap te kun nen waarnemen. Alen kan toch op spr. stemmen om eene vrije stemming te verkrijgen. Er heeft andermaal eene vrije stemming plaats, met dit gevolg, dat worden uitgebracht: op de heeren Lezwijn 18 stemmeD, Cuck 4, Seelig 4, du Rieu 2 en 2 blanco-biljetten. Hoewel er eene stem meer is uitgebracht dan bet aantal aanwe zige leden, heeft dit echter geen invloed op de volstrekte meerderheid, zoodat de heer Mr. P. C. Lezwijn benoemd is lot Wethouder, ter vervan ging van den heer Mr. W. C. Hubrecht. De heer Lezwiju heelt in beraad genomen, of hij zich de benoeming zal laten welgevallen. Voorts worden benoemd: a. Tot lid in de hoofdcommissie voor de oprich ting van een standbeeld binnen deze gemeente, voor Hermanus Buerhave, de beer Krantz met 18 stemmen, uadat de heeren van Heukelom en Bijleveld, die met hem in herstemming kwamen, niet weder in aanmerking wenschten te komen. b. Tot hulponderwijzer der 1ste klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onder wijs der 2de kl., voor jongens, de heer J. C. Boe- ser, te Arnhem. Achtereenvolgens komen thans in behandeling en worden, na korte discussie bij enkele punten, met algemeene stemmen goedgekeurd de praead- viezen van B en VVs., ru ons uuinmer van gis teren vermeld, nopens: i°. De Rekening van de Kamer van Koophan del eu Eabneken over 1871. 2". De Rekening van de Gasfabriek over 1871 en het voorstel van Commissarissen der Gasfabriek iu zake het reservefonds, over wefke beide on derwerpen op voorstel van den heer van Putt- kaïnmer en bloc werd gestemd, uit redenen van comptabiliteit. 8°. Bezwaai schrift van K. H. Burgemeister aan de Gedeputeerde Btaten van Zuid-Holland gericht, legen zijn aanslag iu de plaatselijke directe be lasting. 4°. Voordracht tot den verkoop van inschrij ving op het Grootboek en staat van af- en over schrijving op de gemeen lebegroonng voor den dienst 1871. 5°. Verzoek van M. P. du Croix, oui een eer vol omslag ais hulponderwijzer der 1ste klasse aan de openbare school voor meer uitgeoreid lager oudeiwijs lsie klasse, voor jongens. 6\ Vei zoek J. H Jansen, t_-r bekoiniüg van gemeentegrond aan de Boomuiurkt. 7°. V erzoek van C. van Buoueeuieu, om eene strook boschgioud aan den Haarlemmer trek we" onder Nocrdwijkerhout iu eifpacht te bekomen! 8°. Verzoek van VV. c. Ciumaer van Ouden dorp, om eeue stoep te leggen. 9°. Verzoek van A. VV. Willebrands, om een keldergat te mogen maken voor zij a huis op de Breêstraat. 10°. Öuppletoiie staat van begrootiug dieust 1872 van het Gereformeerde Minne- ot Arme Oude Mannen- en Vrouwenhuis. Nieis meer aan de orde zijnde, vraagt de voor zitter of er nog leden zijn, uie iets in het midden wenschen te brengen. Ue lieer Deiokseu vraagt naar den stand van zaken betickkelijk zijn op 21 Maart 11. ingediend voorstel tot vermindering der gaspnjzen. De voorzitter antwoordt dat de behaodeling der zaak is aangehouden, omdat de raad en het college van dagelijksch bestuur tot dusver niet voltallig was. Thans nu in die vacaturen is voor zien zal de zaak spoedig aanhangig worden ge maakt. De heer de Fremery merkt op dat het voorstel in handen der gascommissie is gesteld, maar deze evenzeer van oordeel was met haar advies te moeten wachten tot ook deze commissie weder op die wijze was aangevuld dat een gewichtige zaak als deze zou kunnen worden behandeld. De openbare vergadering wordt hierop gesloten en eene zitting met gesloten deuren gehouden. LAATSTE BEftlCHTEN. Per Telegraaf). 's-Güavenhage, 28 Mei. In de zitting van de Tweede Kamer van heden heeft de Minister van Koloniën, de heer van Bosse, namens het kabinet aan de vergadering mede gedeeld, dat de Ministers den Koning om hun ontslag hebben verzocht, maar dat zij, op verlan gen des Konings, zich bereid verklaard hebben om met de vertegenwoordiging de loopende za ken af te doeD, ten einde stremming in den dienst te voorkomen. Die mededeeling zou reeds vroeger aan de Kamer geschied zijn, zoo het ministerie zekerheid had gehad, dat de Koning reeds van dat ontslag kennis had gedragen. Het ontwerp van wet op de vuur-, ton- en ba kengelden is ingetrokken. Tegen morgen zijn eenige wetsontwerpen aan de orde gesteld. De Commissie uit het Hof in Zuid-Holland heeft heden tot candidaat-notarissen toegelaten de heeren Bakker, te Leiden; van Bosstraeten en van Rijckevorssel, te 's-Hage; van der Leeuw, te Delft. 's-Gbavenhaqe, 28 Mei. Bij Koninklijk besluit van 22 dezer N°. 11 is tot hoofdplaats van het kantoor der directe belastingen en accijnsen, be vattende de kadastrale gemeenten Oosterwolde, Donkerbroek, Makkinga eo Oldeberkoop, thans kantoor Oosterwolde, aangewezen de gemeente Makkinga; en is benoemd tot ontvanger der di recte belastingen en accijnsen te Makkinga c. a. de heer W. M. Goldbach, thans ontvanger der zelfde middelen te Wedde c. a. Naar men thans verneemt is Z. K. H. Prins Hendrik voornemens aanstaanden Maandag naar het Groothertogdom Luxembueg terug te keeren. Uit aanmerking van den toestand waarin het Ministerie zich op dit oogenblik geplaatst ziet, beeft de Minister van Oorlog het noodig geacht om het bij de Kamer aauhangige wets-outwerp tot vaststelling van het Vlllste hoofdstuk der be grooting van Staatsuitgaven voor het dienstjaar 1872 te wijzigen en het wenschelijk geoordeeld dat slechts drie vierdeu der sommen in bet wets ontwerp uitgetrokken, voorloopig worden toege staan, met uitzondering evenwel van de gelden noodig voor de remonte (Art. 12), voor het kam peeren der troepen (Art. 40), voor het aanschaf fen van zwaar geschut (Art. 63), draagbare vuur wapenen (Art. 54) patroonhulzen (Art. 55) en de voortzetting der aangevangen genie-werken (Art. 56), waarvan het noodzakelijk wordt geacht bet geheele bedrag toe te staaD. Daartoe strekt eene ingezonden Nota tot wijziging van het zoo even genoemd wets-ontwerp. 3 7 8 t e ITiAia-LOTEiltU. vijfde klasse. zevende lijst. Trekking van Donderdag 23 Mei. N". 1490, 6190, 5961, 7624, 9922, 15408 ƒ1000. N°. 1057, 1712, 10864 ƒ400. N°. 725, 7660, 10873, 13761, 15156, 16270, 18400, 19894 200. N". 3048, 8954, 6538, 8663, 9358, 9457, 10424, 12276, 12998, 13004, 13114, 16818 40©. Pryien van 70. 13 2212 4894 6979 9599 11932 14993 17162 17 2314 5022 6994 9618 12026 15060 17198 79 2315 5118 7045 9621 12039 15216 17207 292 2473 5166 7183 9898 12168 15431 17211 315 2494 6177 7374 9982 12269 15496 17261 345 2543 5206 7430 9988 12468 15547 17616 434 2696 5217 7504 10004 12486 15610 17644 435 2725 5291 7580 1Ó046 12699 15639 17769 494 2891 5319 7581 1Q166 12724 15701 17774 508 8029 5358 7913 10227 12743 15704 17906, 512 3052 5359 7976 10273 12828 15717 17979 880 3156 5378 8034 10448 12840 15718 18010 1021 3195 5445 8212 10472 12874 15905 18100 1147 3335 6681 8270 10487 12990 16012 18366 1149 3596 5769 8282 10673 13262 16083 18644 1202 4020 5797 8393 10685 13317 16208 18745 1225 4089 6890 8430 10693 13494 16269 18874 1322 4138 6068 3505 11084 13740 16389 19092 1342 4286 6190 8607 11120 13854 16634 19148 1518 4292 6428 8619 11222 13922 16636 19184 1612 4317 6569 8656 11284 13996 16667 19255 1707 4321 6694 8353 11297 13998 16776 19516 1866 4439 6690 8874 11303 14249 16796 19732 1879 4464 6815 9163 11447 14395 16849 19841 2078 4473 6818 9339 11701 14642 16878 19881 2094 4484 6841 9441 11732 14629 17007 19889 2107 4559 6920 9560 11779 14702 17103 19940 2168 4748 6926 9678 11917 14849 Zesde lijst slaat 2213, 11746, 19423 met f 70, moet zijn nieten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3