HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN.
lorlog- Hij was het echter met den hertog eens
iver de noodzakelijkheid van den algemeenen
lienstplicht. De vergadering moest dien aanne-
nen, als een middel tot de herstelling van het
sod.
Hij verklaarde zich tegen eene ontbinding
Ier kamer, die eene ontbinding des lands zou
ijn.
Tweemaal werd Rouher een weinig toegejuicht,
jetgeen protesten van de linkerzijde uitlokte.
Gambetta zeide, dat de advocaat van het kei-
lerrijk de kamer trachtte te verdeelenhij zou
eele ei dat voorbeeld niet volgen.
llorgen zal de hertog d'Audiffret spreken.
Berlijn, 22 Mei. De minister van eeredienst
leeft aan den bisschop van Ermeland doen weten,
dat hij en de geheele katholieke kerk onder de
Iwetten des lands staat, en dus tot intrekking
er excommunicatiën verplicht is, voor zoover
.aardoor aan de burgerlijke eer te kort gedaan
ordt. Voldoet de bisschop daaraan niet dan zal
ie regeering onmiddellijk de noodige maatrege
len nemen.
Gemeenteraad.
INGEKOMEN STUKKEN.
Lelden, 10 Mei 1872.
Op de voordracht voor de betrekking vt
■hulponderwijzer der lsie klasse aan de openbare
lschool voor meer uitgebreid lager onderwijs der
2de klasse, voor jongens, in de plaats van G. J.
van de Stouwe, wien eervol ontslag werd ver
leend, zijn geplaatst1*. Johannes Christiaan
floeser, 2°. Gerardus Hendricus de Bock, 3".
Abraham Matthijs Cattel, de eerste te Arnhem,
3 beide laatsten binnen deze gemeente werkzaam.
Leiden, 13 Mei 1872.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer u
te berichten, dat zij zich vereenigen kunnen in
het gunstig advies door de Commissie van Fa
bricage uitgebracht op het adres van W. C. Chi-
maer van Oudendorp, om vergunning tot het
leggen van drie steenen drempels en eene stoep
voor zijne fabriek in de Baatstraat, alsmede van
eene stoep voor zijn perceel aan den Middelweg
33.
Onder referte aan dat rapport nemen zij alzoo
de vrijheid u te raden dienovereenkomstig te be
sluiten.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 13 Mei 1872.
Op het in onze handen ten fine van bericht
en raad gesteld adres van Jan Hendrik Jansen,
wonende alhier, ter bekoming van acht vierkante
meters der openbare straat van de Boommarkt,
Om aan deu achtergevel van zijn huis, op het
Kort Rapenburg n". 6, te worden verheeld, heb
ben wijde eer u te berichten dat wij ons volko
men vereenigen kunnen met het daarop door de
Commissie van Fabricage uitgebracht rapport.
Wij nemen alzoo de vrijheid u te raden de
gevraagde acht vierkante meters, in gevolge art.
230 der geuieentewet, te verklaren voor den
openbaren dieust niet meer bestemd te wezen,
en voorts bedoelden grond aan den adressant af
te staan, tegen betaling eener jaarlijksche recog
nitie van vijf en zestig cents ten behoeve dezei
gemeente.
Burgemeester en Weihouders enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 13 Mei 8721.
In onze handen werd ten fine van bericht en
raad gesteld een adres van Cornelis van Boohee-
meu, arbeider, wonende te Noordwtjkerhouf,
daartoe strekkende dat hem in erfpacht worde
afgestaan eene strook boschgrond langs de Haar-
leuunertrekvaart nabij de Piet-Gijzenbrug, ten
einde daar eene woning te bouwen.
Alet het daarop door de Commissie van Fabri
cage uitgebracht advies, hetwelk ten deze wordt
overgelegd, kunnen wij ons geheel vereenigen,
weshalve wij de vrijheid nemen u te raden den
gevraagdeu grond, ter grootte van 9 aren, bij het
kadaster der gemeente Noordwijkerhout bekend
onder sectie C. n°. -187, aan den adressant in ge
bruik en tot wederopzeggens te verleeneu, en
zulks onder de voorwaarden door de Commissie
bij haar rapport nader omschreven.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 27 April 1872.
Commissarissen van de Gasfabriek hebben de
eer u bij deze keonis te geveo dat het fonds,
afgezonderd voor herstelling, aanbouw en aan
schaffing van materieel niet meer toereikende is
om in alle buitengewone behoeften van dit en
het volgende jaar te voorzien.
Waren aanvankelijk Da den aanbouw van de
fabriek de gereserveerde 4 pCt.bij art. 11 der
verordening van den 14 Mei 1858, meer dan vol
doende om in de behoefte te voorzien, zoodat
het belegde kapitaal in 1857 zelfs klom tot een
bedrag van 61200,00 in 2ü pCt. Inschrijvingen
Grootboek, allengs heeft de steeds vermeederende
"(levering van gas eene uitbreidiug en vergroo-
hng van de fabriek gevorderd, waarvoor uitga
ven noodig zijn geweest, die het reservefonds op
dit oogenblik hebben teruggebracht tot een be
drag van 24900,00 nominaalterwijl de geraamde
uitgaven voor de benoodigde behoeften in dit
en het volgende jaar ongeveer 50000,00 bedra
gen, als voor
drie nieuwe ovens p. mƒ10000,00
voor de vervanging van eene exhaustor
door eene grootere4000,00
een vijfde gashouder met kuip eD stolp 34000,00
aanplempen vau een gedeelte grond. v 2000,00
te zarnen ƒ50000,00
Het is dus duidelijk dat op dit oogenblik aan
vulling van het reservekapitaal, waaruit alle
buitengewone uitgaven moeten bestreden wor
den, dringend gevorderd wordt; terwijl vervol
gens ook de 4 pCt.tot dusverre jaarlijks op de
rekening aangewezen, niet voldoende zullen zijn,
om bij de groote uitbreiding die de zaak ver
kregen heeft in alle behoeften te voorzien.
Commissarissen nemen op dezen grond de
vrijheid aan den gemeenteraad voor te stellen,
om als de rekening van hunne administratie
over 1871 zal goedgekeurd zijn, te besluiten
1'. De meerdere winst dan waarop bij de be
grooting over 1871 is gerekend, ten bedrage van
ƒ9404.18, te bestemmen tot aanvulling van het
reservefonds, bedoeld bij art. 11, litt. c, van de
verordening van den 28sten Januari 1864.
2'. In art. 11 litt. c van dezelfde verordening
te bepalen dat vervolgens van de winst jaarlijks
zal worden afgetrokken 6 ten honderd van de.
kosten van aanleg der eigendommen, mede tot
aanvulling van het reservefonds.
Zoo het in lateren tijd blijken mocht, dat door
deze afzoudering het bedrag van het gereserveerde
kapitaal weder voldoende kan geacht worden
om iD de buitengewone uitgaven te voorzien,
zullen wij zonder verwijl daarop uwe aandacht
vestigen, en voorstellen om daarna niet meer
dan het noodige te reserveeren.
Commissarissen voornoemd,
De Feeueev, tijd. Voorzitter.
P. Do Ried.
J. J. Van Wensen.
Lelden, 17 Mei 1872.
Burgemeester en Wethouders hebben geene
bedenkingen tegen het hiernevens gevoegd voor
stel van Commissarissen der Gasfabriek, om de
meerdere winst over 1871 te bestemmen tot aan
vulling van het reservefonds en om voortaan
jaarlijks 6 percent van de kosten van aanleg der
eigendommen van de winst af te trekken, mede
tot aanvulling van gezegd fonds.
Zij hebben mitsdien de eer uwe vergadering
in overweging te geven om dienovereenkomstig
te besluiten, en alzoo art. 11 litt. c der verorde
ning op het beheer en bestuur der stedelijke
gasfabriek, vastgesteld bij raadsbesluiten van 14
Mei 1858 (Gemeenteblad u°. 1) en 28 Januari
1864 (Gemeenteblad u". 2), aldus te wijzigen:
i/C. zes ten honderd van de kosten van
aanleg der eigendommen als gebonwen, werk
tuigen, straatpij pen, lantaarnen enz., welke zes
procent zullen worden afgezonderd tot een
fonds, waaruit in vervolg van tijd de vernieu
wing dezer eigendommen of belangrijke herstel
lingen zullen worden bestreden."
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 17 Mei 1872.
De Commissie van Financiën heelt geene be
denkingen tegen het in hare handen gesteld
voorstel van Commissarissen van de Gasfabriek.
De Commissie van Financiën, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 17 Mei 1872.
De Commissie van Financiën heelt ter vol
doening aan de ontvangen opdracht zich bezig
gehouden met het onderzoek der rekening van
de gasfabriek over het afgeloopen jaar, en of
schoon zij daarin niets voüd wat haar zou kuD-
nen beletten uwe vergadering voor te stellen die
rekening goed te keureo, zoo ziju haar toch
eenige vragen voorgekomen, welke zij zich ver
plicht acht u mede te deelen.
Enkele van die vragen betreffen de inrichting
van de rekening. Vooreerst inerkt zij op, dat de
10.000 voor de straatverlichting niet zijn ge
bracht onder de ontvangsten en de 6450 voor
verschuldigde rente niet onder de uitgaven van
1871. Naar het oordeel van uwe Commissie zou
het regelmatiger zijn dat de genoemde posten
onder de aangewezen hoofden werden opgenomen.
In de tweede plaats wenscht zij de aandacht
te vestigen op de wijze waarop het aandeel in
de onzuivere winst, aan directeur en bedienden
van de gasfabriek toekomende, verrekend wordt.
De rekening van 1871 brengt namelijk in de
eerste plaats onder de uitgaven de uitbetaling
van het aandeel in de winst over 1870, en trekt
daarna voor memorie uit het aandeel van 1871,
om dat in de rekening over 1872 nader in uit
gaaf te brengen. Naar het oorded van uwe
Commissie is deze wijze van handelen, welke
tot vermengiug van dienstjaren aanleiding geeft,
moeilijk goed te keuren en dan ook in strijd met
de wijze van boeking welke andere instellingen
volgen, welke eveneens aan bestuurders en be
ambten een aandeel in de wiust uitkeeren. Men
brengt dan namelijk onder de uitgaven het aan
deel in de winst over het jaar waarop de reke
ning betrekking heeft, ten einde dat uit te keeren
zoodra de vereischte goedkeuring van de reke
ning verkregen is. Uwe Commissie zou het wen-
sebelijk achten dat dergelijke minder omslachtige
en zuiverder wijze van verrekening ook bij de
gasfabriek werd ingevoerd.
Naast deze opmerkingen, welke de rekening
zelve raken, wenscht uwe Commissie de aandacht
te vestigen op het feit, dat noch bij den aankoop
van steenkolen, noch bij de levering van gaspij-
pen, gelegenheid tot vrije mededinging schijnt te
worden opengesteld, ofschoon de steenkolen voor
48000 en de gaspijpen voor 27000 onder de
uitgaven voorkomen. Naar hare meaning verdient
deze wijze van handelen geen aanbeveling, aller
minst bij eene onderneming, welke de eigendom
is van eeue gemeente, welke voor ztchzelve aan
bet stelsel van openbare aanbesteding streng vast
houdt en daaraau meer eu meer uitbreiding geeft.
Ten slotte heeft uwe Commissie de eer voor
te stellen: 1°. de rekening van de gasfabriek over
1871 goed te keuren eu vast te stellen; 2°. aan
Commissarissen van de gasfabriek toe te zenden
afschrift van deze missive, met uituoodiging van
hun gevoelen te doen blijken omtrent de ver
schillende opmerkingen iD die missive vervat.
Na ontvangst van dat antwoord zal uwe verga
dering in de gelegenheid zijn te beslissen of er
termen bestaan omtrent de verschillende onder
werpen, in dit rapport behandeld, nadere in
struction voor Commissarissen van de gasfabriek
vast te siellen.
De Commissie van Financiën, enz.
Aan deu Gemeenteraad.
Leiden, 17 Mei 1872.
Dooi- den heer Commissaris des KoDÏngs in de
prinincie Zuid-Holland is in handen van ons col
legia gesteld een aan Gedeputeerde Staten van
dit gewest door K. H. Burgemeister, restaurateur
alhier, ingediend bezwaarschrift legen zijn aan-'
slag in de plaatselijke directe belasting, met ver
zoek omtrent den inhoud te willen dienen van
bericht en raad, na den gemeenteraad te hebben
gehoord.
Reclamant beklaagt zich bij zijn hierpevens
overgelegd adres in het algemeen dat hij te hoog
zoude zijn aangeslagen, vooral in vergelijking met
andere restaurateurs en logementhouders alhier.
Wij hebben te dezer zake de gemeente-schat
ters gehoord en uit het door hen ingesteld onder
zoek is gebleken dat reclamant in 1868, volgens
de toenmaals bestaande verordening op de heffing1
eener plaatselijke directe belasting, voor het bij
hem in gebruik zijnde pand, thans nog door hem
bewoond, Breedestraat, n°. 175, was aangeslagen
op eene huurwaarde van ƒ425 en voor meubilair
tot een bedrag van ƒ1350, terwijl hij in het jaar
1869, krachtens de voornoemde verordening van
dat jaar, wegens de aftrekking van een gedeelte
zijner woniDg, uitsluitend gebezigd tot uitoefening
zijner affaire, is aangeslagen voor eene huurwaarde
van 375 en voor meubilair tot een bedrag van
1350; dat reclamant later zijne beide voor- en
achterkamers heeft verhuurd zonder daarvan aan
gifte te doen, en steeds volgens zijn beschrijviDgs-
biljet heeft berust in zijnen aanslag van het vorig
jaar, ten gevolge waarvan wegens het verhuren
van kamers geene vermindering in den aanslag
heeft plaats gehad, noch wat de huurwaarde noch
wat het meubilair betreft. Uit eene gedane her-
schattiog is thans gebleken dat de huurwaarde
vau het gedeelte van het huis door reclamant
bewoond moet wordeu gesteld op 225 eu het
meubilair bij hem uitsluitend in gebruik inoet
worden gewaardeerd op 500.
Wij zijn van oordeel dat, op grond van het:
boven medegedeelde, de aanslag overeenkomstig
de gedane herschatting zal behooren te worden'
gewijzigd en derhalve eene niet Onaanzienlijke
vermindering zal moeten ondergaan, en wel tot
een bedrag van 34.61.
Wij hebben mitsdien de eer uwe vergadering
voor te stellen om aan den Commissaris des Ko-
nings in dit gewest mede te deelen dat, naar
het oordeel van het Gemeentebestuur, de aanslag
van reclamant van 69.82 behoort te worden
verminderd tot een bedrag van 35.21, en mits
dien met iDachtnemiDg van deze vermindering het
geheele kohier, in plaats van op 76,123.59, be
hoort te worden vastgesteld op 76,088.98.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 17 Mei 1872.
Wij hebben de eer aan uwe vergadering ter
vaststelling aan te bieden een concept-besluit tot
verkoop van een gedeelte der ingeschreven kapi
talen op het Grootboek der Nationale werkelijk
214 pCt. rentegevende schuld, ten name van deze
gemeente, tot een reëel bedrag van 29800.16,
alsmede een concept-besluit tot af- en overschrij
ving op de begrioting, dienst 1871.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 17 Mei 1872.
De Commissie van Financiën kan zich veree
nigen met de door Burgemeester en Wethouders
overgelegde concept-besluiten betrekkelijk den
verkoop van inschrijving op het Grootboek, en
eene af- en overschrijving op de begrooting, dienst
1871, zoodat zij uwe vergadering in overweging
geeft dienovereenkomstig te besluiten.
De Commissie van Financiën, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 17 Mei 1872.
De Commissie van Financiën heeft onderzocht
de hierbij gevoegde suppletoire staat van begroo
ting, in ontvang en uitgaaf, van het Gerefor
meerde Minne- of arme Oude Mannen- en Vrou
wenhuis alhier, voor het jaar 1872, en daarop
geene bedenkingen gevonden, zoodat zij de eer
heeft u te raden die goed te keuren.
De Commissie van Financiën, enz.
Aan den Gemeenteraad.
[Ontvang
1°. Batig saldo van de rekening van het vorig
jaar 1654.41'.
Uitgaaf:
29a. AaDkoop van eene inschrijving op het Groot
boek der Nat. Werkelijke Schuld 1654.41'.]
Leiden, 18 Mei 1872.
Blijkens een adrep verzoekt A. W. Willebrands,
om vóór zijn huis op de Breestraat, Wijk IV,
n°. 226, nieuw noinmer 104, het onlangs dicht
gemaakt keldergat weder te mogen openen en
het te dekken met een ijzeren rooster.
Vermits noch bij ons college, noch bij de Com
missie van Fabricage bezwaren tegen de inwil
liging van het verzoek beslaan, nemen wij de
vrijheid u in overweging te geven aan den
adressant de gevraagde vergunning te verleenen,
mits het openen van het keldergat en liet dek
ken met een ijzeren rooster geschiede op aan
wijzing vau rooimeesters en tegen betaling van
het ree a bepaald bij art. 3, u°. 37, van Int ta
rief dd. 5 Maart 1857.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Aan den Gemeenteraad.
LAATSTE BtCiUCHTEN.
(Per Tefegraa/.) 's-Geavenhagk, 22 Mei. De heer
G. C. B. Suringar is op zijn verzoek eervol ont
slagen als Hoogleeraar bij de faculteit der ge
neeskunde aan de hoogeschool te Leiden.
's-Geavenhaoe, 22 Mei. H. K. H. de Groother
togin van Saksen-Weimar-Eisenach, zuster des
Komngs en BH. KK. HH. de Prinsen Eduard,
Herman en Gustaaf, jl. Donderdag in de residentie
aangekomen, ter bijwoning van de begrafenis
plechtigheid van Prinses Hendrik der Nederlan
den, hebben hedenochtend te 7 uren 50 min. per
Rijnspoor deze stad verlaten, ten einde zich naar
Duitschland terug te begeven.
Z. M. de Koning, H. M. de KoningiD, Z. K. H
Prins Hendrik, bevonden zich aan het station om
Hunne, bloedverwanten uitgeleide t6 doeD. Ook
waren eenige hooggeplaatste personen daarbij
tegenwoordig.
Inzonderheid was Prins Hendrik bij het afscheid-
nemen zeer aangedaan, terwijl de overige Vorste
lijke personen door omhelzingen en handdrukken
van Hunne toegenegenheid deden blijken.
Wij vernemen, dat den geachten chef van
bet Rijnspoorstation alhier, den heer Kemps, door
de Groothertogin van Saksen-Weimar-Eisenach,
bij HD. vertrek uit de residentie, hedenochtend
een gouden horloge werd vereerd.
Heden is alhier overleden Jhr. Mr. W. G.
van de Poll, kommandeur der orde vod den Ne-
derlandschen Leeuw, ridder-grootkruis der orde
van de Eikenkroon. De ontslapene, den 1 April
1793 te Amsterdam geboren, werd den 9 Mei
1826 en alzoo op 33jarigen leeftijd, tot lid van
den Raad van State benoemd. Den 26sten Maart
1848, in een moeielijk tijdsgewricht, viel hem de
eer ten deel benoemd te worden tot voorzittend
lid van dat college, welke betrekking hij be
kleedde tot 2 April 1868, toen hij op herhaald
door hem gedaan verzoek eervol werd ontslagen.
Sedert dat tijdstip tot Minister van Staat verhe
ven, genoot de overledene eene welverdiende rust.
Bij Kon. besluit van 20 dezer H4. 13 is aan
den heet W. C. A. Staring, referendaris bij het
departement van financiën, vergunning verleend
tot het aannemen en dragen der onderscheidings-
teekenen van ridder van de 2de klasse der orde
van de Kroon, hem door Z. M. den Keizer van
Duitschland, Koning van Pruisen, geschonken.
Haarlem, 22 Mei. De ritmeester J. C. Wilbren-
oinck van het 3de reg. huz. is daarbij tot instruc
teur benoemd en de 1ste luit. H. Zegers Veeckens
tot adjudant bij dat corps.
«(fitte STAATS-LOTEK1J.
vijtde klasse. ZESDE lijst.
Trekking ran Woensdag 22 Mei.
N°. 17623 ƒ50,000. N4. 4889 25,000.
N». 14418, 16218, 17057, 17608 ÏOOO.
N4. 2278, 11928 400.
N". 349, 2745, 10128, 12549, 17791 ƒ200.
N°. 304, 368, 642, 617, 2766, 3345, 4137, 6090,
7376, 7415, 12056, 13175, 14219, 17892 ÏOO.
PrJJzen ran 7 O.
144
3182
5087
7656
10002
13027
15670
18102
235
3192
5101
7684
10012
13278
15753
18128
262
3280
6229
7706
10138
13300
15864
18162
265
3379
5312
7763
10253
13356
15994
18185
280
3398
5472
7966
10349
13377
16101
18358
362
3508
5678
8039
10656
13510
16163
18432
370
3548
6792
8220
10562
13546
16248
18469
461
3586
5895
8275
10614
13564
16284
18616
471
3593
5913
8305
10615
13568
16375
18662
741
3682
5966
8343
10820
13643
16406
18563
744
3923
6018
8403
11173
13737
16421
18606
984
4006
6111
8425
11314
13988
16430
18773
1258
4071
6318
8511
11338
14048
16792
18788
1275
4693
6323
8518
11418
14259
16797
18966
1309
4099
6330
8606
11439
14363
16842
18977
1732
4147
6512
8664
11487
14467
16863
19099
1801
4201
6553
8894
11563
14490
17249
19136
1953
4264
6630
8977
11584
14643
17286
19201
2063
4277
6733
9038
11666
14644
17291
19211
2213
4289
6769
9261
11764
14572
17406
19368
2215
4328
6851
9263
11777
14617
17626
19423
2538
4414
6856
9265
11898
14667
17553
19473
2688
4587
6857
9269
11966
15010
17678
19474
2625
4641
7067
9384
12063
15039
17703
19499
2703
4716
7212
9470
12152
15123
17806
19654
2774
4720
7269
9523
12401
15124
17833
19687
2862
4818
7289
9626
12708
15213
17878
19808
2904
4822
7305
9713
12758
15294
17881
19820
3018
4930
7493
9716
12884
15361
17884
19830
3076
4956
7663
9846
12961
15445
18038
19928
3161
6082
7655
9969
12969
15643
18041
19993
Vijfde lijst staat 13553 moet zijn 12553 ƒ70;
10665 niet, nrtoet zijn f 70.
I
Burgerlijke Stand van Leiden van den 16den
tot en met den 22sten Mei 1872.
GEHUWD. J. H. Montagne, jm. en M. C. Brouwer, jd.
H. Brugman, jm. en B. C. van Oijen, jd. A. do Leeuw, jm
en H. Sacksionie, jd. H. P. Vogelozang, jm. en C. M. Bleiji,
jd. C. Kragt, jm. en M. C. van Wittenberg, jd. W. J.
Haasbeek, jm. en E, A. Smagtel, jd. P. van Bossen, jm. en C.
P. Neahaus, jd.
BEVALLEN. C. van Egmond, geb. Webbers, Z. J.W,
Wijtenbnrg,' geb. Soecker, D. J, H. Maandag, geb. de Vogel,
Z. H. Paradijs, geb. Passchier, D. J. van Dam, geb. Ket-
tenis, Z. E. Montagne, geb. Moene, D. S. Rijueveld, geb.
van Evert, Z, Ch. de Haan, geb. Jasperse, Z. H. C. Leent-
vaart, geb. vaa Boekei, Z. L. Stijger, geb. Sierat, D. D.
van Donkelaar, geb. Borst, Z. A. M. van Wijk, geb. van der
Tas, D. J. Cornelisse, geb. Koreman, Z. P. van Koten, geb.
van der Meij, I). E. Breedevelt, geb. Fakkel, D. J. Lolkes
de Beer, geb. vau der Kamp, Z. W. Ch. Bregman, geb. Beij,
2. J, Benning, geb. Hofkes, D. J. C. van den Berg, geb.
Chrispijn, Z. J. Klinkenberg, geb. ran der Kaaij, Z. J. Hof
kes, geb. Neuteboom, Z. F. W. Meijers, geb. van der Veen,
D. P. Mooten, geb. de Ridder, D. S. M. l)i«, geb. B nk,
Z. C. M. Hoefsmit, geb. van Rooijen, Z. J. C. Stouten,
geb. Galjaard, D. H. Veldhuijzen, geb. Stikkelorum, D. S.
Vallentgoed, geb. Collet, D. S. E. van Wijk, geb. Riebeek, D.
C. van der Blom, geb. Proroo, D. levenl. J, Bras, geb. van
Klaveren, D. levenU