buitenland. annonces! Grroot-Brittann ie. De diplomatie en de nationale eer. Zooals men uit het hierachter voorkomende uitvoerige telegram kan zien, heeft Gladstone aan het Lagerhuis vrij veel moed gegeven op een gelukkigen afloop der Alabama-quaestie.die men tegenwoordig eigenlijk met den naam van Was- hington-quaestie zou moeten bestempelen. Volgens He0 loop echter, dien de zaken in den laatsten lijd genomen hebben, komt ons de geruststelling T8u den premier wel eenigszins overdreven voor. [mmers het is wel waar, dat de Ver. Staten zich geDegen hebben verklaard, niet op de behande ling der indirecte eischen bij de scheidsrechters snn te dringen, doch aan den anderen kant wei geren zij, uit hunne memorie die eischen geheel ledoen verdwijnen. Dit nu is het wat Engeland Lveoscht. Volgens een Amerikaansch telegram zal |de zaak misschien gevonden worden door een l'.uppletoire overeenkomst, waardoor beide landen Ivan eischen voor indirecte schaden ook in de (toekomst afzien. In dat geval herroept Grant (slechts in een neven-contract, wat hij in het hoofd- Icontract niet wil wegnemen en het is dus even B goed alsof hij inderdaad uit zijne memorie de indirecte eischen verwijderde. En dan maakt deze geheele quaestie en al dit [geharrewar ten slotte op ons al een zeer treuri ger) indruk. Het moest inderdaad beneden de 'waardigheid der regeeringen van twee groote [landen zijn, steeds door te gaan met een gedrag [dat men in een klein kind een slecht teeken Ivoor de toekomst zou vinden. Daarvoor moet dan [maar geheel Europa in spanning blijven, omdat de heer Grant of liever de heer Fish weigert, in leen zeker stuk in te trekken, wat hij (tot red ding van de eer des lands!) in een tweede stuk wel wil intrekken. Daarvoor moet dan maar dag aan dag telegram op telegram over deze ellen dige quaestie tot ons blijven komen, omdat de heer Gladstone hardnekkig wil blijven aandringen op de formeele intrekking van eischen, die na al het gebeurde toch nooit door de scheidsrechters zouden overwogen zijn. Het is waar, dat het volk zelf en vooral zeker gedeelte van de pers tot dergelijke kleingeestigheden veel bijdraagt. Door hnnne bespottelijke redeneeringen van de eer des lands, het prestige der natie, brengen zij de regeeringen in het dilemma om óf hun invloed te verliezen en te vallen, óf te handelen als kleine kinderen en te blijven. Maar welke dan ook de oorzaak is, het blijft een treurig teeken ran den armzaligen geest, waarvan de interna- .ionale staatkunde en de diplomatie tegenwoor dig doortrokken is. En zij, die het traktaat van Washington roemen als een vooruitgang in het volkenrecht, zullen waarlijk van hunne illussie terugkomen, wanneer zij al het ellendig gekib bel nagaan, dat er uit voortgevloeid is. Busland. Een held in het geloof! De 22jarige prins van Oldenburg is nog steeds het onderwerp van romantische verhalen, waarin ualuurlijk de liefde altijd een eerste rol speelt. Het was nu aangenomen, dat hij zijn wensch om met een Russische grootvorstin te huwen had opgegeven, omdat hij het geloof zijner Luther- 8che vaderen niet voor de Russisch-orthodoxe kerk wilde laten varen. Doch daar neemt de Pe tersburger correspondent van de Hamb. Corr. de geheele illusie van deze heldhaftige houding weg door te verzekeren, dat een dergelijke geloofs verandering van den prins in het geheel nietge- eischt is. Immers niet minder dan zes Russische grootvorstinnen zijn met Lutherschen gehuwd, na melijk met de koningen van Wurtemberg en Grie kenland, den groothertog van Mecklenburg-Strelitz, den hertog van Leuchtenburg, den prins van Baden en den prins Alexander van Oldenburg. Aan geen van deze allen is een eisch tot geloofs verandering gesteld. Turkije. Weder een Jodenvervolging. Te Smyrna vond dezer dagen een feit plaats, dat een waardige tegenhanger mag genoemd wor den van de tooneelen, die onlangs in Rumenië zijn voorgevallen. Aan de Augsb. Allg. Zeil. wordt daaromtrent het volgende geschreven: „Het oude vertelseltje van christenbloed, dat het Joodsche Paaschfeest zou gebruikt worden, heeft in de laatste dagen ons Grieksch janhagel weder tot voorwendsel gediend om een joden vervolging in den bekenden Rumeenschen stijl op touw te zetten. Voor ongeveer 14 dagen was een driejarige Grieksche knaap, die voor het huis zijner ouders speelde, verloren geraakt. De jongen, aan zijn eigen lot overgelaten, viel in een kanaal, verdronk, en zijne ouders hielden hem, na vruch teloos zoeken, voor verdwenen. Daar nu het toe val wilde, dat het Grieksche Paaschfeest met het Joodsche feest gedeeltelijk samenviel, vond het fanalismus een voorwendsel om net gerucht in omloop te brengen, dat de verloren knaap door de Joden gestolen was. Het kwam tot dadelijk heden van ernstigen aard. Ofschoon de bewuste jODgen reeds acht dagen geleden verdronken werd gevonden, ofschoon een geneeskundige com missie constateerde, dat aan het lijk niets te be merken was, waaruit men tot een gewelddadigen of door scherpe instrumenten veroorzaakten dood zou kunnen besluiten, wilden de Grieken zich hiermede niet tevreden stelten. De hatelijke, gru welijke, uit de duisterste tijdperken der geschie denis afkomstige beschuldiging blies, nadat zij eenmaal door de ruwe fanatieke massa was op gevat en door ellendelingen bekrachtigd en ver groot, den wilden Joden-haat tot een lichte laaie vlam aan. Toen enkele aanvallen door de Joden zelf teruggeslagen waren bereikte de dolle woede van het gepeupel haar hoogsten graad. Op den eersten dag van Mei was de openbare veiligheid zoo goed als verdwenen. Als door een duivelsche kracht gedreven, trok eene met pistolen, messen en dolken gewapende menigte, uit de slechtste elementen der bevolking samengesteld, naar het gedeelte der stad, dat door de Joden bewoond wordt, doch verzoekt eerst den aartsbisschop hun een kruis uit de metropolitaansche kerk af te staan om daarmede aan het hoofd den optocht verder door te zetten en aan hun schandelijke poging dus een soort van godsdienstige wijding te geven. De aartsbisschop weigerde natuurlijk en in dien tusschentijd werden ook de toegangen tot het Ghetto door Turksche troepen en mari niers bezet. Daar het garnizoen zeer zwak was, telegrapheerde de gouverneur naar Aidin, Mag nesia en andere plaatsen om versterking, en dank zij de spoedig aangebrachte hulp is het dan ook de Turksche overheid mogen gelukken, den op stand in zijn kiem te smoren." Deze beweging moge al in haar kiem gesmoord zijn, het komt ons onbegrijpelijk voor dat de regeeringen van Turkije en Rumenië niet voor goed een einde trachten te maken aan die schan delijke tooneelen. Indien bij de minste dergelijke poging een paar raddraaiers voorbeeldig gestraft werden, dan zouden de vervolgingen wel ophouden. Doch in plaats daarvan staat de regeering, wij heb ben het in Rumenië gezien, toe dat rechters on gestraft in dergelijke schandelijke zaken tegen de Joden voor het volk partij kiezen. Het was niet genoeg, dat vorst Karei op aandraug van buitenlandsche vertegenwoordigers de veroor deelde Joden vrijliet, de rechters, die hen ver oordeelden, hadden afgezet moeten worden. Wij hopen van harte, dat de lijsten, die tegenwoor dig in Frankfort, Berlijn en andere groote Duilsche steden circuleeren om de Joodscho kapitalisten zich te doen verbinden, geen geldleeningen met een staat als Rumenië aan te gaan of te begun stigen, alle succes mogen verwerven. Spanje. De opstand. Oneenigheid in het ministerie. De berichten van het oorlogstooneel zijn, zoo als uit de verspreiding van de benden der Car- listen van zelf voortvloeit, nog steeds te verward en uiteenloopend om er veel waarde aan te hech ten. Evenwel komen zij bijna allen hierin over een, dat de Carlistische troepen voortdurend na- deelen lijden, dat de hoofden van den opstand langzamerhand allen naar de Fransche grenzen worden opgeschoven, en dat derhalve de spoedige overwinning der regeering waarschijnlijk is. Doch juist met het oog op die algemeene rich ting van de oorlogstijdingen komt het ons vreemd voor, dat de regeering aan de Cortes zou voor stellen, een nieuwe lichting van 40,000 man onder de wapenen te roepen. Wellicht is dit slechts een maatregel van voorzorg voor het geval, dat Don Carlos er in slaagde, den opstand in Cata- lonië te rekken. In den boezem der regeering zelve is trouwens weder twist en tweedracht over de maatregelen, die men zal nemen. Sagasta staat met den minister van justitie, Romero Robledo, tegenover oorlog en koloniën, Zavala en Martin Herrera. De twee eersten willen een wetsontwerp bij de Cortes indienen, dat hun zoo ongeveer de dictatuur in handen zou geven. Zij zouden daardoor aan de vertegenwoordiging vragenvergunning om de wetgeving over de burgerlijke rechten te schorsen, de geheele reserve van het leger onder de wape nen te roepen, het nieuwe budget (zie telegram men) zonder voorafgaande beraadslaging met de Cortes in te voeren en een leening van 750 mil- lioenen peseta's aan te gaan. Zavala en Martin Herrera keuren zulke ingrij pende maatregelen met het oog op den toestand onnoodig. Zij komen ons trouwens ook zoo over dreven voor, dat wij nadere bevestiging van het in de Köln. Zeil. voorkomende bericht vrij noodig achten. TELEGRAMMEN. Madrid, 11 Mei. De minister van Financiën Camacho heeft heden aan het Congres voorlezing gedaan van de staatsbegrooting over 1872 en 1873. De uitgaven zijn op 662 millioen, de ontvangsten op 548 millioen pesetas geraamd, zoodat het ver moedelijk tekort 114 millioen bedraagt. Daarbij wordt eene belasting van 10 pCt. op de spoor wegtarieven voorgesteld en de vroeger voorge stelde heffing van 5 pCt. op de binnenlandsche schuld gehandhaafd. De vlottende schuld zal op ultimo Juni 538 millioen bedragen. De begrooting voor Eeredienst is in stand gehouden. Voorts wordt voorgesteld eene belasting op de successie in de rechte lijn, en verhooging der grondbelas ting met 1 pCt. Het wetsontwerp betreffende de openbare schuld strekt om gedurende zeven jaren aan de houders van binnenlandsche schuld de renten te betalen voor in klinkende munt en voor iQ een bijzonder effect, uit te geven al pari, met eene jaarlijksche rente van 5 pCt., en waar van jaarlijks 1 pCt. zal geamotiseerd worden. De Regeering heeft machtiging gevraagd om een der- gelijken maatregel op de buitenlandsche schuld toe te passen, door middel van zoodanige ouderhan delingen als noodig zullen bevonden worden. Washington, 13 Mei. Er zal waarschijnlijk eene schikking tot stand komen door het aan nemen van een supplementair verdrag tusschen Engeland en Amerika, waarbij de moeilijkheid der wederkeerige verantwoordelijkheid voor in directe schade vermeden wordt. Londen, 13 Mei. In het Lagerhuis heeft de heer Gladstone verklaard, dat de regeering in zake der Alabama-quaestie niet afgeweken is van de houding, die zij van den beginne heeft aangenomen tegenover de eischen van Amerika wegens voldoening voor de indirecte schade. In hare dépêche van 3 Februari deed zij aan Amerika weten, dat die eischen niet opgenomen waren in het tractaat van Washington. De heer Fish heeft den 20sten April geantwoord, dat naar zijne mee ning de geheele quaestie onderworpen moet wor den aan de scheidsrechters te Genève. Middeler wijl is aan de Regeering het voorstel gedaan, om wederzijds van gedachten te wisselen omtrent de voorwaarden, waarop de beide Mogendheden geneigd zijn den inhoud harer Memoriën aan de scheidsrechters te onderwerpen. Donderdag is dit voorstel ontvangen; Donderdag-avond heeft de Ministerraad daarover beraadslaagd, en den vol genden dag heeft de Regeering aan het Ameri kaansch Gouvernement haar besluit medegedeeld in een vorm, die tot basis kan dienen voor een nieuwe onderhandeling. Zondag daaraanvolgende heeft de Amerikaansche gezant aan lord Granville te kennen gegeven, dat de heer Grant geneigd is het voorstel van Engeland aan te houden. Hij had het reeds vertrouwelijk aan den Senaat mede gedeeld. In deze kennisgeving ligt zoo goed als opgesloten, dat de heer Grant ons voorstel heeft aangenomen en goedgekeurd. De Amerikaansche Senaat onderzoekt thans vertrouwelijk dit voor stel, waarbij het standpunt gehandhaafd is, dat de Regeering reeds uiteengezet heeft onmiddellijk nadat deze Parlementszitting geopend was. De heer Gladstone gaf vervolgens de hoop te kennen, dat het resultaat der verdere onderhan delingen niet enkel bevredigend, maar ook eervol zal zijn voor de beide landen. Hij verzocht het Huis, om met het oog op den tegenwoordigen toestand zich thans van discussie over deze zaak te onthouden. De heer Disraeli gaf hierop betzelfde verlangen te kennen en uitte de hoop, dat de onderhande lingen tot eene vreedzame en eervolle schikking zullen leiden. Hadrld, 13 Mei. De Regeering zal heden bij de Cortes een wetsontwerp indienen, waarbij 40,000 man onder de wapens geroepen worden. Rio-Janeiro, 23 April. De Keizer heeft het ontslag aangenomen, door de ministers van ju stitie, oorlog en landbouw aangeboden. De minis ter van marine is naar het departement van jus titie overgeplaatst; de baron Itauna, lid van den Senaat, is benoemd tot minister van landbouw de heer Joan Oliveira Junguera, lid van de Ka mer der Afgevaardigden, tot minister van oorlog; en de heer Olympio Gomes do Gastro tot minis ter van marine. In de laatste veertien dagen is hier buiten gewoon veel regen gevallen, waardoor nieuwe instortingen aan den St.-Paulspoorweg zijn ver oorzaakt. Londen, 14 Mei. Depêches uit Washington melden, dat het voorstel van Engeland, om een artikel aan het tractaat van Washington toe te voegen, in beginsel aangenomen is. Beide landen zullen zich wederkeerig verbin den, van onzijdigen, wegens schending der onzij digheid, de eischen tot vergoeding van schade alleen tot die voor directe schade te beperken. Overeenkomstig dit beginsel zullen de indi recte eischen ingetrokken worden. P r o in o t i ri. Leiden, 14 Mei. Bevorderd tot Doctor in de letteren, de heer J. Verdam, geboren te Amster dam, met een Academisch proefschrift, getiteld Tekstkritiek van Middel-Nederlandsche schrijvers. LAATSTE BEttlCHTJEIV. 's-Gravenhage, 14 Mei. Z. M. de Koning heeft heden namiddag ten gehoore ontvangen, deD op- per-stalmeester en generaal-majoor k la suite bij Z. K. H. den Groothertog van Saksen-Weimar Eisenach, baron d'Egloffstein, die gisteren aan het hotel Paules is afgestapt en naar wij verne men, den Groothertog, bij de begrafenisplechtig heid van H. K. H. Prinses Hendrik, vertegen woordigen zal. Adv.-Gen. Mr. Smits heeft heden in de zit ting van den Hoogen Raad (strafkamer) conclu sie genomen in de zaak van directeuren der Ned. Rijn spoot'weg maatschappij, die door het Hof in Utrecht tot geldboeten zijn veroordeeld, wegens het invoeren van tarieven waarvan de goedkeu ring des Konings niet was gevraagd of verkre gen. Die conclusie strekt tot verwerping van het be roep. De uitspraak is bepaald op den Sden Juni. Aan het bureau van den Inspecteur van de geneeskundigen dienst der landmacht alhier is he den aanbesteed: de levering van 50 kilogram Sulphas Chinicus Busicus, ten dienste van 's Rijks magazijn van geneesmiddelen. Daarvoor waren 4 inschrijvingsbiljetten ingekomen. Minste in schrijver was de heer Julius Meijer te Amster dam k 131,90 het kilogram. Volgens la France kan de benoeming van den heer de Gabriac als gezant te 's-Gravenhage als zeker worden beschouwd. Utrecht, 14 Mei. Tot gewone leden van het historisch genootschap zijn benoemd, en hebben die benoeming aangenomen de heeren Dr. L. J. Morell, Mr. R, Melvil Bn. v. Lijnden en Mr. J. J. Uytwerf Sterling te Utrecht, Dr. J. ten Brink en Dr. F. C. L. Wijnmalen te 's-Gravenhage, Mr. W. B. S. Boeles te Assen, H. M. Kesteloo te Dom burg, Mr. C. A. Nairac te Barneveld, Mr. G. van Tienhoven te Amsterdam, Mr. J. J. Smits te Raalte en Mr. P. A. Ramaer te WinschoteD. 978ste IT1ATS-LOT E RIJ. vijfde klasse. tweede lijst. Trekking van Dinsdag 11 Hel. N°. 12647 f 1000. N". 6745, 19797 f 900. N°. 583, 8916, 9949, 11768, 15432, 16103, 18132, 18426, 18481 f 100. prijzen van f ïo. 170 2199 4814 6546 10292 13756 15401 17948 239 2249 4844 6702 10293 13834 15522 18219 247 2261 4961 7040 10366 13933 16537 18420 338 2308 4996 7295 10368 14171 15826 18484 367 2462 6035 7443 10706 14242 16867 18725 384 2573 5055 7741 10738 14300, 16944 18987 749 2637 6170 7809 10743 14333 16073 19002 792 2817 6257 7815 10759 14410 16177 19020 1031 2870 6267 8193 11044 14648 16211 19036 1095 2882 5283 8680 11062 14727 16417 19043 1253 3178 6355 8766 11397 14887 16461 19100 1405 3331 6366 8780 11627 14898 16606 19212 1612 3341 5420 8856 11766 14923 16814 19259 1533 3406 6481 9004 11802 14941 16857 19468 1670 3430 5609 9060 11823 14967 16883 19480 1708 3553 5593 9321 12025 14996 16934 19493 1889 3695 5760 9495 12047 15066 16959 19531 2044 3765 6780 9640 12049 15101 17260 19539 2058 3952 5806 9675 12974 15118 17459 19656 2104 4017 6941 9794 13069 15179 17478 19665 2126 4206 5996 9873 13242 15189 17627 19761 2161 4430 6320 10048 13323 16275 17712 19766 2164 4489 6356 10103 13596 15387 17761 19834 2192 4777 6456 19923 THERMOMETER VAN FAHRENHEIT. rnorg. morg. nam. nam. nam. avond avond. 5 u. 8 q. 12 o. 4 o. B o. 8 o. 10 q. Maand. 50" 48" 44» Dinsd. 42® 48" 63* 60° Wind: Maandag-middag 6 u. Z. W. Daar de conservatie van Mond en Tanden vol gens het oordeel van alle Geneesheeren noodig en nuttig is voor de gezondheid van den mensch en tegen veel pijn en onaangenaamheden vrij waart, moet men het als plicht beschouwen, daartoe het beroemde, met het schitterendste suc ces bekroonde Anatherln-Hondwater van Dr. POPP te Weenen aan te bevelen. Geen middel werkt zoo krachtig en zeker tegen ontsteking der tanden, verrotting, mondzweren, bederf in den mond, zelfs tegen scheurbuik, als dit heerlijk Water, dat tevens voor Gezonden het zekerste voorbehoedmiddel tegen alle mondziekten is. Op wekkend, verfrisschend, den adem zuiverend, werkt het bijzonder op de tanden, wier gezond heid en natuurlijke kleur behouden en weder hersteld worden. Het geneest bederf der tanden, de pijn die door holle en aangestoken tanden wordt te weeggebracht en licht bloedend tand- vleesch. Tegen alle tandpijn (rheumatisoh of ner veus) is het eeoe snelwerkende en zekere remedie, terwijl het den adem verfrischt doordien het alle schadelijke zelfstandigheden uit den mond ver drijft. De heilrijke gevolgen van dit middel kun- nen derhalve niet geooeg aan alle tandlijders worden aanbevolen. TAFELBESCHUIT uit de Besohuit-, Kleingoed- en Broodfabriek van P. C. NICOLA, Donkersteeg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3