11 11 inkomsten, a. uit onroerend goed; b. uit roerende goederen; c. uit arbeid, beroepen, bedrijven, han del, nijverheid en andere ondernemingen; d. uit openbare ambten, bedieningen, betrekkingen wachtgelden en pensioenen uit de openbare kas sen genoten; e. uit eiken anderen hoofde, niet vallende onder a, b, c of d. De heer van Delden lichtte zijn amendement toe: 1'. Het eerste doei er van is om te doen uitkomen dat de grondbelasting geen fixum of grondrente is, maar eene belasting <5p de houders van onroerend goed, naarmate van de inkomst die zij uit dien grond trekken, waaruit volgt dat zij niet dubbel èn door de grondbelasting èn door de ink. belasting mogen getroffen worden. 2". De voorname grond van het amendement is, dat niet de weg versperd worde om betere re geling der grondbelasting en van andere belas tingen die op de verhandelbaarheid van den grond betrekkinghebben, te erlangen. De heer Smit lichtte ook zijn amendement toe, waarin ook de goederen in de .doodt hand zijn begrepen. De vraag is daaromtrent alléén of het al of niet billijk is al wat in zijn amendement opgenomen id de "bfelistihg té begrijpenHet gteldt bij deze wet eene persoonlijke belasting; welke grond is er dan om alléén in de belasting te., .betrekken de natuurlijke persoon en niet de rechtspersoon, die evenzeer vrijheid, rechtsbescher ming ehz. geniet als de natuurlijke persoon. Uit datzelfde oogpunt van billijkheid en, recht, ver dedigt. hij. de. belasting der zedelijke lichamen eü naainlooze vennootschappen. De heer Tak verdedigde daarna ook zijn amen dement. Hij verwacht van het debat over de her vorming van' het belastingwezen een praktisch resultaat, opklaring van denkbeelden en meerdere zekerheid. Het is toch reeds uit. de discussie ge bleken,1 dat de afschaffing van de patentwet en accijh'sèn, die pp de volkswelvaart nadeelig druk- kpjvniet zeer ernstig bestreden wordt, zelfs niet het beginsel eener inkomstenbelasting. Maar het middel Van vervahging, zoo als is voorgesteld, heeft ernstige bestrijding ondervouden. Dit komt z. i. daar van daan, dat de Minister v. Bosse in 1870 en de Minister Blussé in 1871 allereerst de inkomstenbelasting voorspelden tot voorziening in den nood der schatkist. Die toestand is nu ver- auderd: Thans;'is het de vraag of diezelfde bouw stof voof jdë 'primitieve voordracht kan dienen voor het fundament van een nieuw gebouw. Althans uit de discussie blijkt, dat de persoonlijke inkötnStëhbélhstlngbij Velen' en ook bij hem groot bezwaar ondervindt; ja, het is als 't ware niet verdédigd, maar vélen hébben zich verklaard voor de belasiing bij de bron, het Engelsehe stelsel, dat gevolgd is op de primitieve, ook persoonlijke hélling, gelijk die ook aanvankelijk in Engeland was ingevoerd. En nu strekt; het amendement, om alle inkom sten, hier te lande genoten, te heffen en komt dus ook tegemoet aan velerlei geopperde bezwaren. De heer v. Akerlaken, mei de heeren v. d. Linden, de Bruyn Kops en Viruly deden nu een voorstel, om de amendementen op art. 1 te ver zenden naar de afdeelihgen. Do amendementen zijn van zoo ingrijpenden aard, dat hun het on derzoek bij de sectiën noodzakelijk voorkomt. Hij omschrijft die amendementen, waaronder zelfs dat vqn den heer Tak geheel nieuw, en veelom vattend is. Hij is persoonlijk zóo zeer voor ver zending, omdat ook hem uit de discussie is ge- bïeken, dat de meerderheid wel gestemd is voor de inkomsten-belasting, maar verdeeld over het middel zooals bet'voorgesteld is. Hij zou dus wenschen, dat de aanneming van de wet, door nader overleg met de Regeering mogelijk, wierd gemaakt. De heer van Lynden vond geen grond voor deze motie. Eenigen tijd geleden is er beslo ten de zaak in behandeling te nemen en geen nieuw onderzoek in de sectiën te doen plaats hebben, ofschoon door de Regeering eene belang rijke wijziging in 't ontwerp was gebracht. Welke reden kan er nu bestaan om de beraadslagingen af te breken? Om weer over eenige dagen op hetzelfde punt te staan als thans? De voorge stelde amendementen zijn zeker gewichtig, maar zij zijn geene nieuwe elementen van het debat. De heer Jonckbloet had bijna niets toe te voe gen aan de rede van den heer van Lijnden. Toch wil hij zich verzetten tegen den toeleg om de zaak op de lange baan te schuiven. Het is in 't belang van den Min. en in 't belang van de zaak, dat deze qnaestie niet langer worde uitgerafeld dan volstrekt noodig is. Verzending naar de af- deelingen zou zijn een niet noodzakelijk, een geheel ongewettigd oponthoud. Over de amende menten is alles gezegd. Ook spr. heeft zich ver baasd dat de Kamer zoo gaaf heeft aangenomen dat het voorstel-Tak een amendement was. Dat men daarvan eene motie van orde gemaakt had, zdu bij begrijpelijker hebben geacht. Maar een amendement is het niet. Het is niet eene verbe tering van vorm der wet, maar het is een middel om de wet te niet te doen. Hoe men dit nu kan noemen amendeeren, begrijpt spr. niet: hij zou het noemen doodslaan. Dat was niet de opinie van den heer Godefroi, althans het amendement van den heer Tak was als zoodanig ondersteund. Hij was dus voor i renvooi naar de sectiën, maar niet omdat hij n het amendement instemde. Hij is tegen het 1 ginsel van eene inkomstenbelasting: Zijne prin pale bezwaren worden door het amendement v den heer Tak niet weggenomen. Of het Engelscl óf het Pruisische stelsel worde gevolgd, in begin; is hij .tegen eeiri.Rijksinkomstenbelasting. Tegen ee gemeente-inkomstenbelasting heeft hij minder l zwaren. En als hij zich toch vereenigt met h renvooi, dan is het omdat hij vertrouwt, dat b onderzoek eene wijdere strekking zal hebben i met ernstige gemoedelijkheid zal worden onde zocht ol de inkomstenbelasting individueel nood is om eene belastinghervorming tot stand brengen en om de Regeering te overtuigen d zij verkeerd handelt met hardnekkig te blijve volharden bij een- stelsel dat door haar eigt geèstvèrwanten is afgekeurd gn waarvan het ahl nationaal karakter meer en meer zal blijken. Na qog eenige woordenwisseling wordt c motie in stemming gébracht én verworpen met 4 tegen 3.7 stemmee- Voor de heeren Idzerda, v. Kerkwijk, Alack a j v. Voorthuyzen, Cremérs, v. d. Putte, Tak, Stie tjès, Zijlker, van Reenen, Virjily, Rutgers, v. c Maesen, Kops, v. d. Linden, Heemskerk, Gratame Sandberg, Hingst, van Akerlaken, Pijls, van Eek Blom, Gevers Deijnoot,' de Jong, van Beyma Wester hof, Wijbeuga, Brnit, Bergsma, Dam, Dum bar, Godetroi, van Delden, Lenting, Bredius ei de Voorzitter. •- Tegen de heeren Öaaymans Vader, Borret, Wint gens, van Naamen, ümit, van Lijnden, Nierstrasz van Nispen, van Kuijk, Bergsma, Luyben, vai dpr Does, van Heuvpll, van Hardeubroek, Kap; peijne, Haffmans, C. van Nispen, 's Jacob, d( Lange, Moens; de Brauw, Storm, Arnoldts, Hey denrijck, van Eoreest, de Bieberstein, Jonckbloet van Zuyien, Taets, Rombach, van Sijpesteijn Mirandolle, van Wassenaer, de lioo, Kien, vaii Houten, Verheijen, Begram, Heemskerk Az. en Hoffman. Bijgevolg gaan heden de discusslën over art. 1 en de amendementen dooc en kan wellicht iu diezelfde zitting het lot der wet beslist worden, Bij de gisteren gehouden herstemming voor 2 leden van den Gemeenteraad alhier zijn geko zen de heeren J. Seelig met 431 en Jhr. ulr. J. N. van Puttkainmer met 403 stemmen. De heer J, J. Brandholl' isselman verkreeg 337 -en de heer Mr. J. A. E. Coebergh 318 stemmen. Gisterenavond omstreeks zeven uren hadden er op de Vischmarkt eenige ongeregeldheden plaats lussohoo oiutloulcu«sii hatgiwn, -/.uudttl ulo puUwi' er aan te pas moest komen. Een jongentje ge raakte bij die gelegenheid onder de voet werd en gewond naar zijne woning gebracht. ^Door den eerstaanwezenüen ingenieur te's-Gra- venhage zal, onder nadere goedkeuring van den Minister van Oorlog, op ld Mei a. s., des mid dags te halfeen, in het Plaatselijk Bureau aan de Morschpoort alhier, in het openbaar worden herbesteedhet éénjarig onderhoud van de kazerne gebouwen alhier. Met innige smart heeft men heden de tijdingen vernomen uit Luxemburg, van hedenmorgen, eerst wegens de verslimmering van den toestand van H. K. H. Prinses Hendrik der Neder landen, daarna wegens het verlies van alle hoop op het levensbehoud der Vorstin, maar al te spoedig door het bericht van HD. overlijden gevolgd. Een later bulletin (te halfnegen ontvangen) bericht: „De toestand verergert met ieder oogen- buk; alle hoop is vervlogen." Het laatste telegram (om halftwaalf ontvangen) houdt de volgende rouwmare in: „ff. K. II. de Prinses is hedenmorgen te kwartier over zessen overleden aan verlamming der longen." De overledene Vorstin, geboren hertogin van Saxen-Weimar-Eisenach, had den 20sten Mei 1830 te Gent het eerste levenslicht aanschouwd, alwaar haar vader, de onvergetelijke hertog Bernhard, die zich steeds zoo zeer aan de zaak van Nederland en zijn Stamhuis gewijd heeft, het opperbevel voerde. Zij trad in 1853 in den echt met Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden. H. M. de Koningin heeft aan de Vereeniging tot bescherming van dieren te's-Gravenhage doen toekomen eene gift van ƒ100, en zulks met het oog op de in September a. s. te houden tentoon stelling, waarvan dezer dagen is melding gemaakt. Door Z. K. H. Prins Frederik der Nederlan den is ingeteekend op het uitstekende werk van den Delftschen Hoogleeraar Eugen. Gugel, geti teld: Geschiedenis van de Bouwstijlen in de Hoofdtijdperken der Architectuur, uitgegeven door den Heer H. W. van Marle, onder de firma Is. An. Nijhoff en Zoon, te Arnhem. Ook Prins Frederik heeft f 1000 geschonken aan de commissie voor de overstroomingen op Java. Dezer dagen is door den Minister van Bin- nenlandsche Zaken een Memorie bevattende op gaven omtrent den census aan de Tweede Kamer ingezonden. Dat stuk bevat geene algemeene bespiegeling, maar feiten, om de werking der kieswet, voor zoo veel van den census afhangt, in 't licht te stellen. Het getal kiezers bedroeg in 1851, 82,249 of 2,56 °/0 van de bevolking (3.028.364), en in 1870, 100.287, of 2,74 van de bevolking (3.622.167). Er wordt daarna opgegeven in welke districten het getal kiezers hetzelfde is gebleven, waar en in welke mate het is toegenomen of verminderd in verhouding tot de bevolking. Nog meerdere bijzonderheden en vergelijkin gen omtrent onderscheidene districten worden medegedeeld. In 1851 bedroeg het getal kiezers in de kiesdistricten 11 en in 1870, 11,2 °/0 van de meerderjarige mannelijke bevolking; voor de steden was de reden in 1851, 12,4 0/0, in 1870, 12,1 °/0. De vraag wordt door den Minister gedaan of uit de medegedeelde cijfers de noodzakelijkheid eener algemeene herziening van den census blijjkt- Is er sedert 1850 door den aanwas der bevolking eene onevenredigheid ontstaan waartegen in 't algemeen belang moet worden voorzien? Onge twijfeld, zoo het patentrecht wegvalt, en daar als téeken van vermoedelijke bekwaamheid het patent bij andere directe belastingen achterstaat voor zoo ver uitoefenaars van eene menigte kleine bedrijven, zonder maatschappelijke zelfstandig heid daardoor kiezers worden. In dit opzicht zal dus afschaffing van het patent eene electorale verbetering en eene algemeene inkomstenbelas ting veel wisser maatstaf zijn, en menigeen die thans buitengesloten wordt kiesrecht erlangen. De Minister heeft zich oyerigens velerlei op gaven doen verstrekken omtrent den huis- houdelijken en maatschappelijken toestand de ingezetenen in de grootere gemeenten met verhoogden census, in verband tot belasting betaling als anderszins, en zijne slotsom iS: dat er wel grond' schijnt te bestaan, öm eene aan merkelijke verlaging van den tegenwoordigen cen sus dier gemeenten in overweging te nemen zonder nog te vervallen in die klasse van belas tingschuldigheid, wier patentplichtigheid geen wezenlijken titel noch waarborg gééft. In alle geval meent de Minister door de me degedeelde opgaven (er zijn vele tabellen over gelegd) den weg te hebben gebaand om, bij eene herziening der censustabel, die slechts op beslissing omtrent ons belastingwezen moet wach ten, in gemeen overleg tot welgevestigde besluiten te komen. De Minister van Oorlog heeft een nader gewij zigd ontwerp ingediend betrekkelijk het ontwerp int voi-anënrincr iter wet van 28 Augustus 1851 regelende de bevordering, het ontslag en de pen- sioueering der militaire officieren bij de landmacht, en zulks naar aanleiding van het mondeling over leg met de Commissie van Rapporteurs. De Mi nister kan niet toegeven aan den wensch om ook de afdeeling der wet handelende over de pensio- neerihg bij deze gelegenheid te herzien als een te diep ingrijpende en tijdrooveude arbeid, niet door de omstandigheden gevorderd. Ook aan den wensch der Kamer om eene bepaling dat de ge tuigen die door eenen raad van onderzoek wor den gehoord, steeds voor den vollen raad zullen moeten verschijnen, kon de Minister niet toege ven. In andere opziebteu heeft de Minister zich gaarne vereenigd met uitgesproken wenschen en dienovereenkometig nog onderscheidene wijzigin gen in de redactie van zijn outwerp gebracht. Blijkens het voorloopig verslag der Tweede Kamer omtrent het wets-ontwerp tot wijziging :der wet op de burgerlijke pensioeneu verklaarden zich verscheidene leden onvoorwaardelijk tegen het beginsel, dat zou worden bestendigd oin de amb tenaren te pensioneeren uit een fonds door ver plichte bjjdragen der ambtenaren zelven bijeen gebracht. Dat was niet de taak vau den Staat, waar van solipde maatschappijen van levensver zekering. Zonder schending van verkregen rech ten Wilde men uet tegenwoordig stelsel vaarwel zeggen. Naar veler oordeel ecnier was verande ring van beginselen, niet raadzaam, ja zelfs zeer bedenkelijk. J)e verplichte bijdrage der ambte naren is eene voorwaarde die de biaat zijne die naren, vooral ook iu hiin eigen belang, oplegt en waarvan ieder vooraf kennis draagt. lunou- ding van een deel van het tracteinent wordt bedongen tegenover het qitzicht op pensioen. Wilde men de auibteuarep voor zich zelven laten zor gen, dan zouden zij in de meeste gevallen zich grootere opofferingen moeten getroosten. De op heffing van het pensióeulonds zou geheele al- schalling van het pensioneeren der burgerlijke ambtenaren medebrengen en zou dit goed en weuschelijk zijn? Volgens enkelen ja, en moest ieder voor zich zelveu zorgen, volgens vele an deren neen, en werd het beginsel van pensionee ren zeer verdedigd, overeenkomende met de be doeling van art. 61 der grondwet. Uver de hoold- vraaa echter, of alscbaffiug der doorloopeude kor ting "in aanmerking kon komen, heerschte een groot verschil van gevoelen. JNaar veler mèeniug waren bijdragen in verhouding tot den duur van den drenst rationeel en liet zich doorloopeude beter dan a/Iuopeudo korting veidedigen. Bij deze gelegenueiu is ook gevraagd hoe ue regee ring thans deukt over de regeling van de pensioe nen der predikanten. Den 28sten dezer is te Amsterdam in de kracht des levens overleden de heer W. Marten Wester- man, die om zijne uitnemende gaven vao verstand en hart zich vrienden had verworven onder allen, met wie hij in aanraking kwam. Als redacteur van het Tijdschrift voOrde jeugd: Rato, en schijver van verscheidene werken voor onze jongens had hij zich op dit gebied inzonderheid een welvei dienden naam gemaakt, terwijl hij vol ijver e vuur steeds medewerkte, waar het deontwikkt ling van het volk en de veredeling der mas' schappij gold. Aan de N. R. Ct. meldt uien dat de predikan te Groot-Ammers zijn emeritaat wil aanvraget wegens de verregaand onbetamelijke wijze waart hij dezer dagen door eenige beschonkeuen is i handeld. De justitie moet zich met de zaak bemoei hebben. Voor de levering der benoodigde brandstol! en kaarsen voor de militaire wachten in lietg heele rijk over het tijdvak van 1 Juli 1872 i eb met 30 Juni 1873, gisteren aan het Dep. va Oorlog aanbesteed, was minste inschrijver de het Geeltjes te Helder, als voor 1UU kilogr. steenki len a 2.05; 100 stuks takkenbossen a 2 het kilogr. kaarsen a f 0.84. Uit Westfalen doet zich eene stem hooren om te waarschuwen tegen den kolennood, weike dreigt zich in het aanstaande najaar en den vof- genaen winter nog veel sterker te zullen doen gevoelen dan verleden jaar, indien de verbrui, kers van steenkolen geene maatregelen van voor. zorg treffen, om zich gedureude den slappen lik van voorraad te voorzien. De behoefte aan sitti-j kolen neemt steeds toe met veel rasscher se:, dén dan de spoorwegondernemingen iu staaujn hare transportmiddelen te vermeerderen. Wan:-; elk blijft voortgaan met te wachten tot het h,l ste oogenblik, moet de algemeene teleurstelt^ nog grooter worden, dan tot hiertoe ouden;, den. Om zich daarvoor te vrijwaren, wordt dn: gend aanbevolen, zich elke gelegenheid ten nui te maken tot het intijds opdoen van voorrai Aan mijnen, welke zich door regelmatige besul lingen in staat bevinden gedurende een gek jaar wekelijks eeu trein van minstens 5006 cel tenaars naar Nederland te verzenden, wordj hiervoor ook in de drukste maanden bij va? keur de noodige transportmiddelen ter besch| king gesteld. Wie zich alzoo ten deele in (b zomer voorziet, erlangt tevens een waarborg va:| den winter. Daarentegen hebbe elk het zich ven te wijten, als voortaan kolengebrek de hen worde geleden, ten gevolge van het opvolgen van den welnieenendeu raad. de C cc re De Del/tsche Courant meldt dat het borstbee:l van Prins Willem I, dat thans ten sieraad veil strekt van de vergaderkamer van heeren diak-T nen der Ned. Herv. gemeente te Delft, niet ver-I vaardigd is in de werkplaats van den heer Limbi maar door den bekenden beeldhouwer J os. Graveol te 's-Hertogenbosch. K., 32 jaar, gehuwd en vader van 3 kinderen, was gedurende 18 jaar knecht geweest bij de vleeschhouwers G. M., te Rotterdam, waar hi kon rekenen op een weekgeld van ruim f 9. Hij stond gisteren voor de Rechtbank terecht, ouidat bij in het laatst van het vorige jaar en in het begin van dit jaar van onderscheiden klanten geld had ontvangen in voldoening van rekeningen voor aan hen geleverd vleesch, tot een gezamen lijk bedrag van ongeveer f 700, zonder dat hij di gelden aan zijne meesters had verantwoord. Ook nadat die handelingen waren ontdekt, doordifll de klanten rekeningen ontvingen, waarop lev-.- rantiën voorkwamen, die door hen waren be taald en waarvoor zij quitantiën vertoonden, doo bekl., per order zijner meesters geteekèud, nadat de bekl. meermalen door deze was gewaar schuwd en over zijn gedrag onderhouden, is hi, niettemin voortgegaan zich daaraan schuldig te maken. Hij bekende het geld op voormelde w te hebben ontvangen en het niet voor zijn huis gezin besteed, maar verteerd te hebben. De eisch van den officier van justitie was eene cellulairs gevangenisstraf van een jaar en zes boeten vat f 12,50. Zaterdag uitspraak. Men meldt uit Oosterhout: De gemoederen zijn hier nog in lange nis rust tot gekomen. Hoorde men hier in de voris i week nog van glazen inwerpen en het oudere l deur steken bij een der geachtste ingezetene: I van vuile brieven, met verfoeieiijke verwen I schingen tegen Oranje, Zondagavond werd wede I eene fatsoenlijke dame op straat met klappen I bedreigd, omdat zij op 1 April had gevlagd. De rechtbank te Rotterdam heeft gisteren uit-1 spraak gedaan in de zaak tegen de twaalf jon- f gebeden uit Maasland1,-die terecht stonden wegens I het inwerpen van glasruiten en bet vernielen van huisraad op 1 April 11. 9 bekl. zijn veroor deeld tot eene circulaire gevangenisstraf van tien I dagen en drie bekl. tot eene circulaire gevange-1 nisstraf van vijf dagen acht hunner bovendien tot eene geldboete van f6.50. De vier arbeiders, die op denzelfden dag te Waddinxveen dergelijke feiten hebben gepleegd, zijn mede veroordeeld, een tot eene maand en de drie anderen tot- veertien dagen gevangenis- straf en allen in eene geldboete van f5.50. !-■ P P Ct P 3 3 CO ro 2 S ?r ft 2 m 3 p cr 2 ST 5' E at? oq* o5 r" 3 B rv O CD CL CD p <rr 0 ca 5. 5 OQ03 5 03 e CT> 3 3q H- o 3 D O SP. 3 3 CL O* O O o -O -O c cn Z o 2 3 o' 3 g. s c. —t P P FT Cö i CO CO O lp o (Jk o O O o CO O Oi i® JO c'A di' oo "co oo "o "o CO i® I— O j r1 oo o> "co cn C/> "o Ot CO H co ZJX di, <C> r—J—1 <d> id J-I O O CO O f—O O O ut w W O CO Oi hi r5 Cjrt co Cft to o o cc» *3 L b o O O o 3. o o o f- o o .7 2 2 S- 0 8 3 g s_ (9 O oi oo w w M O co oi o g a -o co S a 9» di t® CO ©5 fd> O "t© 31 c® '3ï 55 t® - oo T5 o O CT* O Uif dezeft blijkt alzoó, dat de Nederland*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2