r. 3751 Donderdag 2 Mei. s DOOB tt. 0e SSNEE, lIDVi^ i com. t)ri if>7 gfJi» ££7/ ióle'lyjj.'IO 'Oi Ml mi -< m A°. 1 m 1 mJÊÈÊÊ^m 1 0 ÊMt' li: 872. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden...7......3.00. Franco per post7. 3.85 Afzonderlijke Nommersia 0.05. Deze Courant wordt dageli», met uitzondering van Zon- en Feestdajn, uitgegeven. pdjB DKH ADVEHXKNT1EN. Voor ieder.n rsgel.I. Grootore lotton naar de plaatsruimte die *y beslaan. ;aio t 0.1S. STADS-BERICHTE If. H. blovt v»i SCHUTTERIJ. (BURGEMEESTER EN WETHOUDEES VAX DEN doen te weten, dat, tér voldoening aan wet ?an den 11 April 1827 Staatsblad N®. 17), aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving den Schutterlijken dienst, van degenen welke ,rtoe dit jaar in de verplichting vallen, bat deze inschrijving zal geschieden in tien afzón- :lijke registers, met dien verstande, dat de perso- in geboren in 1838 tot 1846 ingesloten, welke zich ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere ifcen metterwoon hebben nedergezet, waaronder [izijn begrepen de militairen, die'sedert de laatste chnjving hun paspoort verkregen en zich alhier 'ben gevestigd, alsmede de zich in dit Eijk en aen deze gemeente sinds de laatste inschrijving estigd hebbende vreemdelingen, zullen wórden in- ichreven achter-in'de registers, waartoe zij volgens nen ouderdom behooren; terwijl de geborenen in jaar 1S47 zullen worden geplaatst in eeu nieuw ister, te weten: het eetste van den'jare 1872 het tiende, of dat de? geborenen in 1827, van hét orige jaar, zal kómen te vervallen. Dat van de inschrijving niemand der bovenge- 1emde personen is uitgezonderd, al vermeende hij de vrijgestelden of uitgestotenen te behoofen, en ook niet die personen, welke reeds hun ontslag jt den Schutterlijken dienst hebben bekomen. Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 6 het Koninklijk besluit van den 21 Maart 1828 taatsblad N°. 6), zullen worden geopend op Woens- Lg den 15 Mei aanstaande, en op den 1 Junidaar- tfolgende zullen worden gesloten. Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde (uiting op den len Juni niet hebben doen inschrijven èa dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen onen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd heff ende vreemdelingen, alsmede de militairen, welke hun naai ontslag hebben bekomen en niet weder zijn in ieost getreden), bij ontdekking, alsnog achter de eekening tot sluiting, door het Hoofd van de Re aring aan het einde van het register te pfaataen, allen worden ingeschreven, met bijvoeging van het oord: ambtshalve, en volgens art. 9, door den Schut- rsraad zullen worden verwezen tQt eene geldboete, daarenboven dadelijk, zonder loting, bij de Schut- j ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens rerzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstel- of uitsluiting te hunnen aanzien bestondenter- r^l in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene inspraak geeft om in de tweede klasse gebracht te forden; alles onverminderd zoodanige strafbepa- ingen als, nit krachte der wet van den 31 December 832, op hen mochten kunnen worden toegepast. Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel nj niet van een geboortebewijs voorzien is, vour hen lelke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen af- ïalen ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burger lijke stand), van heden af, van des voormiddags 10 tot 's namiddags 1 uur, terwijl zij, welke elders ge boren zijn, zich dat bewijs vóór de inschrijving zullen moeten aanschaffen; zullende een ieder verantwoor delijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis zijner geboorte-acte, door eene verkeerde opgave van het geboortejaar, abusivelijk wierd ingeschreven. Dat den belanghebbenden by deze nog wordt her- nerd, dat zij bij de inschrijving tevens zullen moeten ipgeven hunne woonplaats, benevens het straatnommer unner woning, hun beroep en dat hunner ouders, zoo ie nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning ■lhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of 'iigehuwd zijn, en in het eerste geval of zij kinderen hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslacht; wordende de gehuwden aangemaand, om; zich van een extract uit het huwelijksregister te voorzien, om daarop dooi den heer der gebuurte waarin zy wonen, het getal hunner kinderen te doen certificeeren, ten einde daar van bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden af worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (af deeling burgerlijke stand), van des voormiddags 10 tot 's namiddags 1 uur. Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope, een iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt opgeroepen, om zich te vervoegen in een der ver trekken van het Eaadhuis, en wel: Op Woensdag den 15den Mei 1872, de bewoners van wijk I en II; Op Donderdag den 1 Qden Mei 1872, de bewoners van wijk III en IV Op Vrijdag den 17den Mei 1872, de bewoners van wijk V en VI, benevens de bewoners van de buitenwijk; Op Zaterdag den 18den Mei 1872, de bewoners yan wijk VII en VIII; op eerstgemelden dag 's namiddags van I tot 3 uren, de overige dagen van des voormiddags 10 tot des ^middags 2 urenj uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten emde men zich niet te wijten hebbe de gevolgen, welke uit het achterblijven zouden ontstaanzul lende wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens de wet, vóór den lsten Juli aanstaande geheel zal moeten zijn-afgeloopen, nader worden bekend gemaakt. En verder gelet hebbendé' op art. 7 van Zijnèr Majesteits besluit van den 7den September 1828 Staatsblad n°. 55), roepen bij- deze op alle personen, welke als gehuwd of als wednwenaars met kind of hinderen, in het afgeloopen jaar in de termen zijn geweeBt, om uit dien hoofde in de tweede klasse van de algemeene rol der Schutterij te worden gebracht, doch sedert dien tijd, door het overlijden van hunne vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren om die klasse 'te Yefblijfón, en dus ftlsnü in de eerste klasse der voor dit jaar op te maken alge meene Schutters-rol geplaatst moeten worden, om v&n dusdanige verandering van omstandigheden sèhrif- telijk kennis te geven, pf zich daartoe ter secretarie aan te melden, des voormiddags tusschen 10 en 1 uu^1, vóór den tijd van aanvang der inschrijving, en dus uiterlijk tot den 14den Mei aanstaande zullende, wanneer deze kennisgeving door den belanghebbende mocht zijn verzuimd, en hij dientengevolge niet bij de Schutterij zou ziju ingelijfd, door Burgemeester en Wethouders procesverbaal tegen hem moeten wor den opgemaakt en aan de lleeatbaiik ingezónden, ten einde op de nalatigen toe te passen de strafbe palingen van art. 1 der wet van den 6den Maart 1818 (Staatsblad n®. 12), houdende eene geldboete van ten hoogste 50,en ëene gevahgeniöstVaf liitefclijk van drie dagen, hetzij afzonderlijk of wel beide de straffen te zamen genomen. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant afgekondigd. Burgemeester en Wèthóuders voofnbenïd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. 1, E. KIST, Secretaris. Leiden, 1, Mei 1872. r, Beschrijving wan het patentrecht en de personeele belasting voor het dienst jaar 1973 en 1873. BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten naar aanleiding van een ontvangen besluit van den Commissaris des Kónings in de Jfrovincie Zuid-Holland, van den 26sten Madft jl-f Provinciaalblad N®. 32, houdende eenige bepalin gen teu aanzien der beschryving van het patentrecht voor het diénstjaar 1872 en 1873, alsmede haar aan leiding Van een gelijk besluit van dèzelfde dagteeke- ning, Provinciaalblad N°. 31, betrekkelijk de beschrijf ving der personeele belasting voor het dienstjaar 1872 en 1873; dat op den I"*®11 Mei eerstkomende èen aanvang zal worden gemaakt met de beschrijving der patent- plichtigen, bedoeld bij N®. 3740 van tabel NJ. 14, zijnde de slijters, tappers, kroeg- en koffiehuishouders, waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen"wor den rondgeoracht, en na verloop van drie dagen, van vvege den ontvanger der diitecte belastingen, tegen recu worden afgehaald, en wordt dien patentplichtigen herinnerd de bepaling van art. 2 der Wet van den 24 April lsi3 (StaitCoOlitc/ TV0 16j, dau lij Iiull l/ciucjj niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft Van hunnen aanslag over het dienstjaar 1872 en 1873 heb ben voldaan, en nadat het verschuldigde over het voorgaande jaar, ten volle zal zijn aangezuiverd, waarvan zal moeten blijken, alvorens de akten van patent aan hen kunnen worden afgegeven; dat zoo dra mogelijk hunne aanslagbiljetten zullen, worden bezorgd, de patentbladen in gereedheid gebracht, en die dadelijk moeten worden afgehaald; dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de tabel, N°. 16 der wet van den 22 April 1852 Staats blad N®. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen van de ordonnancie op het recht van patent, van aen 21 Mei 1819 Staatsblad N°. 34), de tijd der uitgifte van de door de patentplichtigen in te vullen ver klaringen van aangifte, yoor den jare 1872/73 wordt vastgesteld op den 6 Mei aanstaande en dat de weder- iiizameling, tegen re$u, dóór den ontvanger of zijn gemachtigde geteekend, op den achtsten dag na de uitgifte zal geschieden; dat de registers der patentplichtigen, uiterlijk op den 31 Mei aanstaande zullen worden gesloten, en er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen worden aangenomen; wordende ieder patentplichtige bij deze herinnerd art. 18 der wet op het recht van patent, van den 21 Mei 1819, inhoudeddé: //dat zij, dïe bij het aan bieden of bezorgen der verklaringen van aangifte, //of ook bij het tetughalën vaii die, mogten iij'n voor bijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander //begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om //zorg te dragen, dat de bij de wet gevorderde aan- z/giften, verklaringen en aanvragen, welke ter invul- //ling aan het1 kantoor van den ontvanger der directe belastingeü" (op de Breêstraat binnen aeze gemeente) //verkrijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne //gemachtigden, behoorlijk ingevuld op den daarbij be- //paalden tijd, ter Zeiver plaatse moeten worden in- //gediend';" aismede art. 37 dei gemelde wet, houdende „de //aan het recht van patent onderhevige personen, //welke, na den afloop van den tijd, tot het doen //der aangifte bepaald, bevonden zullen worden zich //niet, of door valsche, onnaauwkeurige of onvolledige //opgave, niet behoorlijk van hunne verplichtingen //ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zul- //len telken reize, wanneer hun verzuim of overtre- //ding wordt ontdekt, vervallen in een' boete van //niet minder dan 25, en niet meerder dan 400 gulden dat, met betrekking tot de schippers, schuiten voerders, enz., in de tabel n°. 16 der wet van den 22 April 1852 Staatsblad n°. 61), voorkomende, de eigenaars, vaste huurders en andere vaste gebruikers van binnenvaartuigen, gehouden zijn om zich van behoorlijk patent te voorzien; dat, tot de door hen daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden gevaceerd in een der vertrekken van het Raadhuis, van 1 Mei eerstkomende tot uiterlijk den 16 Mei daaraanvolgende, ,des voormiddags van 10 tot 1 uur, de zondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep niet in den ioop des jaars wordt aangevangen, zij worden tevens uitgenoodigd om de meetbrieven hunner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf jaren, mede te urengen, en al die inlichtingen te geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zul len worden gevorderd, terwijl er na den 16 Mei voormeld, geene verklaringen meer worden aangeno men, cd de gebrskigen, by ontdekking, zullen in- curreeren de boete, bepaald bij, artikel 37 der wet van 2l Mei 1819, ffiervoreg omschreven; dat voorts allé patentplichtingen, bij tabel nV? er wet van dep. 16 Junij 1332 ffedoeld, zijnde ïA" rndsche en vreemde kramers, welke met kramen, tillen, taifels enz., hunne waren in hérbergen, hui- en, kamers of op öpèPbaro markten en kermissién it8t^lipn, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes, n alle handeldrijvende en als kooplieden te behisien ersonen, Xelke hunne waren ter verkoop, hetzij in 't lein, hetzij in 't groot, te water of te lan'de met ich voeren, alsmede de ondernemers van openbare ermakelykheden, in tabel n®. 15 genoemd, voor zoo erre al die patentplichiigén in de algemeène beschrij- ibg voor 1872 -eti 1378 moéten wordffa begfcepen, ;ehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter )ekoming van hun. patent,, aan te melden in eep der ertrekken van het Raadhuis, des voormiddags van .0 tot 1 'ütit, de zón- en''féëétdagen uitgézonüèfd ullende er na dien-tijd geene aanvragen meer wor- len aapgenomen, behalve van dQizoodanigen, die hun jeroep of bedrijf na dien tijd aanvangen en alzoo ji de bijzondere beschrijvingen worden begrepen, yelke geuouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang fan patent, fe voorzien - - a- ji dat ook op den 6 Mei aanstaande, een aanvang sal worden gemaakt met'dé' beschrijving der belas ting op het persoPeel voor het dienstjaar 1872 en 1873.. .UlïJl. -1 Zij die, bij het bezorgen der biljetten, pf ook bij idt terughalen daarvan, mógten zijn overgeslagen, nogen zich in geen géval bóroepën op Zóódanig ver- :uim, mftar zijn integendeel gehouden om da ver- aischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te die- aen ten kantore des ontvaogers, alwaar de biljetten ter intulling' Steeds verkrijgbaar zijn. I Een ieder is gehouden de te doene aangiften met Izynp handtpehenmg te^bp^pphtigen. Ingeval iemand verklaart niet te kunnen schrijven, zal de ohtvdilger of zijff gethachtlgffé, desgevraagd, de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eeni ge betaling te kunnen eischen, verrigten, met vermel ding <der redenen waarom, en zal de aangifte door den ontvanger o£ ?ij»j gemachtigde, in tegenwoordig heid van "een derden persoon en met en benevens deze, wórden geteekdnd, na ifdóra/gadiide boortezihg. De belastingschuldigen zullen de door hen in be trekking tot jiebelasting op het personeel te doene aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren in die gemeenïê'n,'alwaar dé heSsting is Verschuldigd. Hun echter, ^vipf belas ting-voor werpen naar de vier eerste "grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen zijn of zich bèvinden in èehe andere gemeente dan ale, waarin zi> hun vwbi1/ u«Dben, zal het vrijstaan de aangifte voor allen, mits alsdan voor elke ge meente afzonderlijk, ter plaatse hunner woning of van hun verblijf te bewerkstelligen. Zoo wanneer paarden der vierde klasse door den- zelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten wofdeif gehouden, zal hij in elk van déze, het aldaar gehouden wordende aantal behooren aan te geven. Eindelij^ worden de ingezetenen verwittigd, dat tot tegenschkiters yoor meérgenoemde belasting zijn benoeüid de navolgende persohen, alkr' u HENDRIK FILIPPO, PJLETER GEÜRUE HOU^HUYSEN, JAN VAN L1TH, JOHANNES CORNELIS RIJK, GERARD US ^I^TjSEXGEN, ADKIANUS VERHOOG. En wordt deze door aanplakking en door plaatsing in de'LèïdbcKè Couraiit afgekondigd. ïfilrgêineékter eri Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester, j i E. .K1ST, Secretaris Lejden, 1 Mei 1872. PB0€£8-¥EEBiulL van de opening der stembriefjes, die ter benoeming van één lid vqn den Gemeenteraad van geiden, den 30 April 1872 zijn ingeleverd. Op heden den eersten Mei achttien hopderd twee en zeventig in de gemeente Leiden, is door het bureau van stemopneming in de ter inlevering van stembriefjes bestemde zaal op het Raadhuis plaats genomen, des mor gens te negen uren. Het bureau is zamengesteld uit den heer Dr. Willem Cornells van den Brarideler, Burgemeester, Voorzitter, en de heeren Jan van Heukelom Junior en Hendrik Nico- laas Veefkipd, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers. De Voorzitter plaatst op de tafel twee stembussen, bij hem den 30sten April 1872 övergebragt uit 'de beide afdeelingen der gemeente Leiden. De zegels der bussen worden onderzocht en bevonden ongeschonden te zijn. De bussen worden achtereenvolgens geopend en bevonden zeven, honderd negen en zestig stembriefjes te bevatten. Dit getal met de lijsten der kiezers, die briefjes heb ben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te zijn vier meet dan het ^étal diér kieïers. Nadat de briefjes zijn dooreengemengd, worden zy door den Voorzitter een voor een geopend en overluid voorgelezen. Het bureau heeft van onwaarde verklaard tien stem briefjes, die oningevuld waren. Het getal der geldige uitgebragte stemmen is mitsdien geweest zeven honderd negen en vijftig. Van dit getal zijn uitgebragt op de heeren: Johan Seelig 434, Mr. J. A. E. Coebergh 318, J. J. Brahdhóff Isselman 2 en Jhr. Mr. J. N. van Puttkam- mer 3 stemmen; J. C. Wakerlin en B. van Dorsten ieder ééne stem. a Heeft alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen verkregen, zonder dat het verschil msschén het getal gevonden briefjes en dat der kiezers die stemden op de stemming van invloed is geweest, de heer Joh an Seelig. Is derhalve gekozen tot lid van den Gemeenteraad dé heer JOHAN' SEELIGr, wonende alhier. En zijn téged dezè' opening van stembriefjes door de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebragt. En is na afloop van dit een en ander, proces-verbaal- ojjgemaakt, in tegenwoordigheid van allen die zich inde zaal bevonden. Gedaan te Leiden, den lsten Mei 18Y2. V. d. BRANDELÈR, Vooriitter. J. v. HEUKELOM Jr., H. N. VÜKB'KLNU. J Slcmopnmert. lemcrs. PROCES-VERB A AL van de opening der slembrie/jet, die ter benoeming van één lid Van den Gemeenteraad van Leiden, den 3d April 1Ü7i, ~iji> ingeleverd. Op heden den eersten Mei achttien honderd twee en zeventig in de gemeente JLeideu, is door het bifrean van stemopneming in de ter i^eyering van stembrief bestemde 'zaal op bet Raadhuis plaats genomen, des mor gens te negen uren. Het bureau is zamengesteld uit den heer Dr. Willem Cornells van den Brandeler, Burgemeester, Voorzitter, en de heeren Jan van iieukelom Junior en Hendrik Nico- laas Veefkind, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers. De Voorzitter plaatst op .de tafel twee stembussen, bij hem den bOsten April 1872 övergebragt uit de beide af deelingen dér gemeente Leiden. De zegels der busten worden] onderzocht en bevonden ODgesehonden te zijn. De bussen worden achtereenvolgens geopend en bevon den zeven honderd drie en zestig stembriefjes le bevatten. Dit getal met dé tijsten der kiezers, die' briefjes heb ben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te zijn even groot als het gqtal dier kiezers. li. li Nadat de bnetjes zijn dooreengemengd, wogdep zy door den Vdoriittér een voor' een_ geopend en overluid voor gelezen. - 11 ,Het bureau heeft van onwaarde] verklaard vijftien stem briefjes, die oningevuld waren. Het getal der gètdige uitgebragte stemmen is mitsdien geweest zeven honderd aoht en veértig. Van.dit getal zyn uitgebragt op de heeren: Jhr. Mr. Jacobus Nicolaas van Puttkammer 403, Johannes Jacobus' Brandhofi' Isseimau 337, Mr. J. A. F. Coebergh 4 en J. Seelig 2 stemmenJ. Pols eh J. C. Meysing ieder ééue stem. o Heeft alzoo de meeste stemmenjjverkjregeu Jhr. Mr. Jacobub Nicolaas van Puttkammer. Is derhalve verkozen tot lid vau deu Qemeenteraad Jhr. Mr. JACOBUS NICOLAa's VAil PÜÏTKAMMEK, wonende athier. En zijn tegen deze opening van stembriefjes door de in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebragt. En is na adoop van dit een ep ander proces-verbaal opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen die zich in de zaal bevonden. Gedaan te Leiden, den lstén Mei 1872. v. d. BEANDELEE, Voorzitter] J. v. HEUKELOM Jr., I H. N, VEEEKIND. Leiden, 1 9fel. Gelijk we voorzégen zijn de algemeene beraad slagingen over de wet op de inkomstenbelasting eindelijk gesloten en is het debat over art. 1 met de daarop voorgestelde amendementen aange vangen. Het staartstuk der algemeene discussié leverde niets Bijzónders op. Een saaie speech van den heer Begram tegen (gronden natuurlijk geheèl nieuw), een even weinig opwekkende réde half voor en half tegen van den heer Beyma, maar die ten slotte wel met het ontwerp zou meegaan; eene geloofsbelijdenis van den' heer Arnoldts tégen dé wét, maar verdienstelijk om de opmerkelijke kort heid en onbeduidendheid, en eindelijk eene hoe kon 't anders mèer langvVijligé repliek van den Minister van Financiën, waarbij dis in een kaieidoskoóp al de argumenten van al die dagen wederom voor de oogen warreldéh. Ein- lijk was alles gedaan en Viel de hamer van den voorzitter, verkondigende de sluiting van het ah gemeen debat. Nu kwam er, gelijk men 't noemt, wat meer leven in de brouwerij, en bij dat gedeelte der zitting wonschen wij hier meer breedvoerig stil te staan, want bij art. 1 der wet, dat nu aan de orde kwam, met de daarop voorgestelde amen dementen, wordt hét lot der wet beslist. Art. I luidt als volgt: „Er wordt eene directe belasting geheven van het jaarlijksch zuiver inko men van elk ingezeten des Rijks, die daarvan Daar art. 9 niet is vrijgesteld." Hierop zijn voorgesteld drie volgende amende menten 1°. van den heer van Delden, om achter den tekst van het art. te laten volgen: „voor zoover het inkomen niet krachtens recht of bezit of eenig ander zakelijk recht, waarop de verplichting tot betaling van grondbelasting rust,getrokken wordt uit hier te lande gelegen onroerende goederen." 2'. van den heer Sinidl om aan art. I dit toe te voegen: „en van alle in het Rijk gevestigde zedelijke lichamen, stichtingen, maatschappijen en naamlooze vennootschappen." 3". van den heer Tak (nieuw nog niet gedrukt amendement)„er wordt hier te lande eene di recte belasting geheven van de zuivere jaarlijksche

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1