r. 3751
Donderdag
2 Mei.
s
DOOB
tt. 0e
SSNEE,
lIDVi^
i com.
t)ri if>7 gfJi» ££7/ ióle'lyjj.'IO 'Oi
Ml mi -< m
A°. 1
m 1 mJÊÈÊÊ^m 1 0 ÊMt' li:
872.
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden...7......3.00.
Franco per post7. 3.85
Afzonderlijke Nommersia 0.05.
Deze Courant wordt dageli», met uitzondering van
Zon- en Feestdajn, uitgegeven.
pdjB DKH ADVEHXKNT1EN.
Voor ieder.n rsgel.I.
Grootore lotton naar de plaatsruimte die *y beslaan.
;aio t
0.1S.
STADS-BERICHTE If.
H.
blovt
v»i
SCHUTTERIJ.
(BURGEMEESTER EN WETHOUDEES VAX
DEN doen te weten, dat, tér voldoening aan
wet ?an den 11 April 1827 Staatsblad N®. 17),
aanvang zal worden gemaakt met de inschrijving
den Schutterlijken dienst, van degenen welke
,rtoe dit jaar in de verplichting vallen,
bat deze inschrijving zal geschieden in tien afzón-
:lijke registers, met dien verstande, dat de perso-
in geboren in 1838 tot 1846 ingesloten, welke zich
ter stede, sedert de vorige inschrijving, uit andere
ifcen metterwoon hebben nedergezet, waaronder
[izijn begrepen de militairen, die'sedert de laatste
chnjving hun paspoort verkregen en zich alhier
'ben gevestigd, alsmede de zich in dit Eijk en
aen deze gemeente sinds de laatste inschrijving
estigd hebbende vreemdelingen, zullen wórden in-
ichreven achter-in'de registers, waartoe zij volgens
nen ouderdom behooren; terwijl de geborenen in
jaar 1S47 zullen worden geplaatst in eeu nieuw
ister, te weten: het eetste van den'jare 1872
het tiende, of dat de? geborenen in 1827, van hét
orige jaar, zal kómen te vervallen.
Dat van de inschrijving niemand der bovenge-
1emde personen is uitgezonderd, al vermeende hij
de vrijgestelden of uitgestotenen te behoofen, en
ook niet die personen, welke reeds hun ontslag
jt den Schutterlijken dienst hebben bekomen.
Dat de registers van inschrijving, ingevolge art. 6
het Koninklijk besluit van den 21 Maart 1828
taatsblad N°. 6), zullen worden geopend op Woens-
Lg den 15 Mei aanstaande, en op den 1 Junidaar-
tfolgende zullen worden gesloten.
Dat derhalve de personen, welke zich vóór gemelde
(uiting op den len Juni niet hebben doen inschrijven
èa dus ook ieder persoon, van elders zijnde komen
onen, of de in dit jaar zich alhier gevestigd heff
ende vreemdelingen, alsmede de militairen, welke hun
naai ontslag hebben bekomen en niet weder zijn in
ieost getreden), bij ontdekking, alsnog achter de
eekening tot sluiting, door het Hoofd van de Re
aring aan het einde van het register te pfaataen,
allen worden ingeschreven, met bijvoeging van het
oord: ambtshalve, en volgens art. 9, door den Schut-
rsraad zullen worden verwezen tQt eene geldboete,
daarenboven dadelijk, zonder loting, bij de Schut-
j ingelijfd, indien het zal blijken dat er, tijdens
rerzuimde inschrijving, geene redenen tot vrijstel-
of uitsluiting te hunnen aanzien bestondenter-
r^l in zoodanig geval het huwelijk hun ook geene
inspraak geeft om in de tweede klasse gebracht te
forden; alles onverminderd zoodanige strafbepa-
ingen als, nit krachte der wet van den 31 December
832, op hen mochten kunnen worden toegepast.
Dat een ieder wordt vermaand, om voor zoo veel
nj niet van een geboortebewijs voorzien is, vour hen
lelke alhier geboren zijn, dat bewijs te komen af-
ïalen ter secretarie dezer gemeente (afdeeling burger
lijke stand), van heden af, van des voormiddags 10
tot 's namiddags 1 uur, terwijl zij, welke elders ge
boren zijn, zich dat bewijs vóór de inschrijving zullen
moeten aanschaffen; zullende een ieder verantwoor
delijk zijn voor de gevolgen, wanneer hij, bij gemis
zijner geboorte-acte, door eene verkeerde opgave van
het geboortejaar, abusivelijk wierd ingeschreven.
Dat den belanghebbenden by deze nog wordt her-
nerd, dat zij bij de inschrijving tevens zullen moeten
ipgeven hunne woonplaats, benevens het straatnommer
unner woning, hun beroep en dat hunner ouders, zoo
ie nog in leven zijn, alsmede den tijd van inwoning
■lhier, en eindelijk of zij ingeschrevenen gehuwd of
'iigehuwd zijn, en in het eerste geval of zij kinderen
hebben, zoo ja, hoeveel van elk geslacht; wordende
de gehuwden aangemaand, om; zich van een extract
uit het huwelijksregister te voorzien, om daarop dooi
den heer der gebuurte waarin zy wonen, het getal
hunner kinderen te doen certificeeren, ten einde daar
van bij de inschrijving te doen blijken, zullende almede
tot de afgifte dier huwelijks-extracten van heden af
worden gevaceerd ter secretarie dezer gemeente (af
deeling burgerlijke stand), van des voormiddags 10
tot 's namiddags 1 uur.
Dat, ten einde deze inschrijving geregeld afloope,
een iegelijk, in die termen vallende, bij deze wordt
opgeroepen, om zich te vervoegen in een der ver
trekken van het Eaadhuis, en wel:
Op Woensdag den 15den Mei 1872,
de bewoners van wijk I en II;
Op Donderdag den 1 Qden Mei 1872,
de bewoners van wijk III en IV
Op Vrijdag den 17den Mei 1872,
de bewoners van wijk V en VI,
benevens de bewoners van de buitenwijk;
Op Zaterdag den 18den Mei 1872,
de bewoners yan wijk VII en VIII;
op eerstgemelden dag 's namiddags van I tot 3 uren,
de overige dagen van des voormiddags 10 tot des
^middags 2 urenj
uitnoodiging, om op den bepaalden dag zich
stiptelijk ter aangeduider plaatse aan te melden, ten
emde men zich niet te wijten hebbe de gevolgen,
welke uit het achterblijven zouden ontstaanzul
lende wijders het tijdstip, dat de registers ter inzage
zullen liggen, en de dagen der loting, welke volgens
de wet, vóór den lsten Juli aanstaande geheel zal
moeten zijn-afgeloopen, nader worden bekend gemaakt.
En verder gelet hebbendé' op art. 7 van Zijnèr
Majesteits besluit van den 7den September 1828
Staatsblad n°. 55), roepen bij- deze op alle personen,
welke als gehuwd of als wednwenaars met kind of
hinderen, in het afgeloopen jaar in de termen zijn
geweeBt, om uit dien hoofde in de tweede klasse van
de algemeene rol der Schutterij te worden gebracht,
doch sedert dien tijd, door het overlijden van hunne
vrouwen of kinderen, de bevoegdheid hebben verloren
om die klasse 'te Yefblijfón, en dus ftlsnü in de
eerste klasse der voor dit jaar op te maken alge
meene Schutters-rol geplaatst moeten worden, om
v&n dusdanige verandering van omstandigheden sèhrif-
telijk kennis te geven, pf zich daartoe ter secretarie
aan te melden, des voormiddags tusschen 10 en 1 uu^1,
vóór den tijd van aanvang der inschrijving, en dus
uiterlijk tot den 14den Mei aanstaande zullende,
wanneer deze kennisgeving door den belanghebbende
mocht zijn verzuimd, en hij dientengevolge niet bij
de Schutterij zou ziju ingelijfd, door Burgemeester
en Wethouders procesverbaal tegen hem moeten wor
den opgemaakt en aan de lleeatbaiik ingezónden,
ten einde op de nalatigen toe te passen de strafbe
palingen van art. 1 der wet van den 6den Maart
1818 (Staatsblad n®. 12), houdende eene geldboete van
ten hoogste 50,en ëene gevahgeniöstVaf liitefclijk
van drie dagen, hetzij afzonderlijk of wel beide de
straffen te zamen genomen.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing
in de Leidsche Courant afgekondigd.
Burgemeester en Wèthóuders voofnbenïd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester.
1, E. KIST, Secretaris.
Leiden, 1, Mei 1872. r,
Beschrijving wan het patentrecht en de
personeele belasting voor het dienst
jaar 1973 en 1873.
BURGEMEESTER en WETHOUDERS van
LEIDEN doen te weten naar aanleiding van een
ontvangen besluit van den Commissaris des Kónings
in de Jfrovincie Zuid-Holland, van den 26sten Madft
jl-f Provinciaalblad N®. 32, houdende eenige bepalin
gen teu aanzien der beschryving van het patentrecht
voor het diénstjaar 1872 en 1873, alsmede haar aan
leiding Van een gelijk besluit van dèzelfde dagteeke-
ning, Provinciaalblad N°. 31, betrekkelijk de beschrijf
ving der personeele belasting voor het dienstjaar 1872
en 1873;
dat op den I"*®11 Mei eerstkomende èen aanvang
zal worden gemaakt met de beschrijving der patent-
plichtigen, bedoeld bij N®. 3740 van tabel NJ. 14,
zijnde de slijters, tappers, kroeg- en koffiehuishouders,
waarvoor de declaratoiren aan de huizen zullen"wor
den rondgeoracht, en na verloop van drie dagen, van
vvege den ontvanger der diitecte belastingen, tegen
recu worden afgehaald, en wordt dien patentplichtigen
herinnerd de bepaling van art. 2 der Wet van den
24 April lsi3 (StaitCoOlitc/ TV0 16j, dau lij Iiull l/ciucjj
niet mogen uitoefenen dan nadat zij de helft Van
hunnen aanslag over het dienstjaar 1872 en 1873 heb
ben voldaan, en nadat het verschuldigde over het
voorgaande jaar, ten volle zal zijn aangezuiverd,
waarvan zal moeten blijken, alvorens de akten van
patent aan hen kunnen worden afgegeven; dat zoo
dra mogelijk hunne aanslagbiljetten zullen, worden
bezorgd, de patentbladen in gereedheid gebracht, en
die dadelijk moeten worden afgehaald;
dat, met uitzondering der bedrijven, bedoeld bij de
tabel, N°. 16 der wet van den 22 April 1852 Staats
blad N®. 61), houdende wijzigingen en uitbreidingen
van de ordonnancie op het recht van patent, van aen
21 Mei 1819 Staatsblad N°. 34), de tijd der uitgifte
van de door de patentplichtigen in te vullen ver
klaringen van aangifte, yoor den jare 1872/73 wordt
vastgesteld op den 6 Mei aanstaande en dat de weder-
iiizameling, tegen re$u, dóór den ontvanger of zijn
gemachtigde geteekend, op den achtsten dag na de
uitgifte zal geschieden;
dat de registers der patentplichtigen, uiterlijk op
den 31 Mei aanstaande zullen worden gesloten, en
er na dien tijd volstrekt geene verklaringen zullen
worden aangenomen;
wordende ieder patentplichtige bij deze herinnerd
art. 18 der wet op het recht van patent, van den
21 Mei 1819, inhoudeddé: //dat zij, dïe bij het aan
bieden of bezorgen der verklaringen van aangifte,
//of ook bij het tetughalën vaii die, mogten iij'n voor
bijgegaan, zich niet mogen beroepen op een of ander
//begaan verzuim, maar integendeel gehouden zijn om
//zorg te dragen, dat de bij de wet gevorderde aan-
z/giften, verklaringen en aanvragen, welke ter invul-
//ling aan het1 kantoor van den ontvanger der directe
belastingeü" (op de Breêstraat binnen aeze gemeente)
//verkrijgbaar zijn, door hen in persoon of door hunne
//gemachtigden, behoorlijk ingevuld op den daarbij be-
//paalden tijd, ter Zeiver plaatse moeten worden in-
//gediend';"
aismede art. 37 dei gemelde wet, houdende „de
//aan het recht van patent onderhevige personen,
//welke, na den afloop van den tijd, tot het doen
//der aangifte bepaald, bevonden zullen worden zich
//niet, of door valsche, onnaauwkeurige of onvolledige
//opgave, niet behoorlijk van hunne verplichtingen
//ten aanzien dier aangiften te hebben gekweten, zul-
//len telken reize, wanneer hun verzuim of overtre-
//ding wordt ontdekt, vervallen in een' boete van
//niet minder dan 25, en niet meerder dan 400 gulden
dat, met betrekking tot de schippers, schuiten
voerders, enz., in de tabel n°. 16 der wet van den
22 April 1852 Staatsblad n°. 61), voorkomende, de
eigenaars, vaste huurders en andere vaste gebruikers
van binnenvaartuigen, gehouden zijn om zich van
behoorlijk patent te voorzien; dat, tot de door hen
daartoe te doene schriftelijke aangiften, zal worden
gevaceerd in een der vertrekken van het Raadhuis,
van 1 Mei eerstkomende tot uiterlijk den 16 Mei
daaraanvolgende, ,des voormiddags van 10 tot 1 uur, de
zondagen uitgezonderd, voor zoo verre dat beroep
niet in den ioop des jaars wordt aangevangen,
zij worden tevens uitgenoodigd om de meetbrieven
hunner vaartuigen, mits niet ouder zijnde dan vijf
jaren, mede te urengen, en al die inlichtingen te
geven, die van hen, betrekkelijk de vaartuigen, zul
len worden gevorderd, terwijl er na den 16 Mei
voormeld, geene verklaringen meer worden aangeno
men, cd de gebrskigen, by ontdekking, zullen in-
curreeren de boete, bepaald bij, artikel 37 der wet
van 2l Mei 1819, ffiervoreg omschreven;
dat voorts allé patentplichtingen, bij tabel nV?
er wet van dep. 16 Junij 1332 ffedoeld, zijnde ïA"
rndsche en vreemde kramers, welke met kramen,
tillen, taifels enz., hunne waren in hérbergen, hui-
en, kamers of op öpèPbaro markten en kermissién
it8t^lipn, mitsgaders de debitanten in loterijbriefjes,
n alle handeldrijvende en als kooplieden te behisien
ersonen, Xelke hunne waren ter verkoop, hetzij in 't
lein, hetzij in 't groot, te water of te lan'de met
ich voeren, alsmede de ondernemers van openbare
ermakelykheden, in tabel n®. 15 genoemd, voor zoo
erre al die patentplichiigén in de algemeène beschrij-
ibg voor 1872 -eti 1378 moéten wordffa begfcepen,
;ehouden zijn, zich gedurende de maand Mei, ter
)ekoming van hun. patent,, aan te melden in eep der
ertrekken van het Raadhuis, des voormiddags van
.0 tot 1 'ütit, de zón- en''féëétdagen uitgézonüèfd
ullende er na dien-tijd geene aanvragen meer wor-
len aapgenomen, behalve van dQizoodanigen, die hun
jeroep of bedrijf na dien tijd aanvangen en alzoo
ji de bijzondere beschrijvingen worden begrepen,
yelke geuouden zijn, zich dadelijk bij dien aanvang
fan patent, fe voorzien - - a- ji
dat ook op den 6 Mei aanstaande, een aanvang
sal worden gemaakt met'dé' beschrijving der belas
ting op het persoPeel voor het dienstjaar 1872 en
1873.. .UlïJl. -1
Zij die, bij het bezorgen der biljetten, pf ook bij
idt terughalen daarvan, mógten zijn overgeslagen,
nogen zich in geen géval bóroepën op Zóódanig ver-
:uim, mftar zijn integendeel gehouden om da ver-
aischte en behoorlijk ingevulde verklaringen in te die-
aen ten kantore des ontvaogers, alwaar de biljetten
ter intulling' Steeds verkrijgbaar zijn.
I Een ieder is gehouden de te doene aangiften met
Izynp handtpehenmg te^bp^pphtigen.
Ingeval iemand verklaart niet te kunnen schrijven,
zal de ohtvdilger of zijff gethachtlgffé, desgevraagd,
de invulling in zijnen naam, en zonder daarvoor eeni
ge betaling te kunnen eischen, verrigten, met vermel
ding <der redenen waarom, en zal de aangifte door
den ontvanger o£ ?ij»j gemachtigde, in tegenwoordig
heid van "een derden persoon en met en benevens deze,
wórden geteekdnd, na ifdóra/gadiide boortezihg.
De belastingschuldigen zullen de door hen in be
trekking tot jiebelasting op het personeel te doene
aangiften, in het algemeen, behooren in te leveren
in die gemeenïê'n,'alwaar dé heSsting is Verschuldigd.
Hun echter, ^vipf belas ting-voor werpen naar de
vier eerste "grondslagen, alle of gedeeltelijk gelegen
zijn of zich bèvinden in èehe andere gemeente dan
ale, waarin zi> hun vwbi1/ u«Dben, zal het vrijstaan
de aangifte voor allen, mits alsdan voor elke ge
meente afzonderlijk, ter plaatse hunner woning of
van hun verblijf te bewerkstelligen.
Zoo wanneer paarden der vierde klasse door den-
zelfden belastingschuldige in verschillende gemeenten
wofdeif gehouden, zal hij in elk van déze, het aldaar
gehouden wordende aantal behooren aan te geven.
Eindelij^ worden de ingezetenen verwittigd, dat
tot tegenschkiters yoor meérgenoemde belasting zijn
benoeüid de navolgende persohen, alkr' u
HENDRIK FILIPPO,
PJLETER GEÜRUE HOU^HUYSEN,
JAN VAN L1TH,
JOHANNES CORNELIS RIJK,
GERARD US ^I^TjSEXGEN,
ADKIANUS VERHOOG.
En wordt deze door aanplakking en door plaatsing
in de'LèïdbcKè Couraiit afgekondigd.
ïfilrgêineékter eri Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester,
j i E. .K1ST, Secretaris
Lejden, 1 Mei 1872.
PB0€£8-¥EEBiulL
van de opening der stembriefjes, die ter benoeming van
één lid vqn den Gemeenteraad van geiden, den 30
April 1872 zijn ingeleverd.
Op heden den eersten Mei achttien hopderd twee
en zeventig in de gemeente Leiden, is door het bureau
van stemopneming in de ter inlevering van stembriefjes
bestemde zaal op het Raadhuis plaats genomen, des mor
gens te negen uren.
Het bureau is zamengesteld uit den heer Dr. Willem
Cornells van den Brarideler, Burgemeester, Voorzitter, en
de heeren Jan van Heukelom Junior en Hendrik Nico-
laas Veefkipd, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers.
De Voorzitter plaatst op de tafel twee stembussen, bij
hem den 30sten April 1872 övergebragt uit 'de beide
afdeelingen der gemeente Leiden.
De zegels der bussen worden onderzocht en bevonden
ongeschonden te zijn.
De bussen worden achtereenvolgens geopend en bevonden
zeven, honderd negen en zestig stembriefjes te bevatten.
Dit getal met de lijsten der kiezers, die briefjes heb
ben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te zijn vier
meet dan het ^étal diér kieïers.
Nadat de briefjes zijn dooreengemengd, worden zy
door den Voorzitter een voor een geopend en overluid
voorgelezen.
Het bureau heeft van onwaarde verklaard tien stem
briefjes, die oningevuld waren.
Het getal der geldige uitgebragte stemmen is mitsdien
geweest zeven honderd negen en vijftig.
Van dit getal zijn uitgebragt op de heeren:
Johan Seelig 434, Mr. J. A. E. Coebergh 318, J. J.
Brahdhóff Isselman 2 en Jhr. Mr. J. N. van Puttkam-
mer 3 stemmen; J. C. Wakerlin en B. van Dorsten
ieder ééne stem. a
Heeft alzoo de volstrekte meerderheid van stemmen
verkregen, zonder dat het verschil msschén het getal
gevonden briefjes en dat der kiezers die stemden op de
stemming van invloed is geweest, de heer
Joh an Seelig.
Is derhalve gekozen tot lid van den Gemeenteraad
dé heer JOHAN' SEELIGr, wonende alhier.
En zijn téged dezè' opening van stembriefjes door de
in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebragt.
En is na afloop van dit een en ander, proces-verbaal-
ojjgemaakt, in tegenwoordigheid van allen die zich inde
zaal bevonden.
Gedaan te Leiden, den lsten Mei 18Y2.
V. d. BRANDELÈR, Vooriitter.
J. v. HEUKELOM Jr.,
H. N. VÜKB'KLNU. J Slcmopnmert.
lemcrs.
PROCES-VERB A AL
van de opening der slembrie/jet, die ter benoeming van
één lid Van den Gemeenteraad van Leiden, den 3d
April 1Ü7i, ~iji> ingeleverd.
Op heden den eersten Mei achttien honderd twee
en zeventig in de gemeente JLeideu, is door het bifrean
van stemopneming in de ter i^eyering van stembrief
bestemde 'zaal op bet Raadhuis plaats genomen, des mor
gens te negen uren.
Het bureau is zamengesteld uit den heer Dr. Willem
Cornells van den Brandeler, Burgemeester, Voorzitter, en
de heeren Jan van iieukelom Junior en Hendrik Nico-
laas Veefkind, leden van den Gemeenteraad, stemopnemers.
De Voorzitter plaatst op .de tafel twee stembussen, bij
hem den bOsten April 1872 övergebragt uit de beide af
deelingen dér gemeente Leiden.
De zegels der busten worden] onderzocht en bevonden
ODgesehonden te zijn.
De bussen worden achtereenvolgens geopend en bevon
den zeven honderd drie en zestig stembriefjes le bevatten.
Dit getal met dé tijsten der kiezers, die' briefjes heb
ben ingeleverd, vergeleken zijnde, is gebleken te zijn even
groot als het gqtal dier kiezers. li. li
Nadat de bnetjes zijn dooreengemengd, wogdep zy door
den Vdoriittér een voor' een_ geopend en overluid voor
gelezen. - 11
,Het bureau heeft van onwaarde] verklaard vijftien stem
briefjes, die oningevuld waren.
Het getal der gètdige uitgebragte stemmen is mitsdien
geweest zeven honderd aoht en veértig.
Van.dit getal zyn uitgebragt op de heeren:
Jhr. Mr. Jacobus Nicolaas van Puttkammer 403,
Johannes Jacobus' Brandhofi' Isseimau 337, Mr. J. A. F.
Coebergh 4 en J. Seelig 2 stemmenJ. Pols eh J. C.
Meysing ieder ééue stem. o
Heeft alzoo de meeste stemmenjjverkjregeu
Jhr. Mr. Jacobub Nicolaas van Puttkammer.
Is derhalve verkozen tot lid vau deu Qemeenteraad
Jhr. Mr. JACOBUS NICOLAa's VAil PÜÏTKAMMEK,
wonende athier.
En zijn tegen deze opening van stembriefjes door de
in de zaal aanwezige kiezers geene bezwaren ingebragt.
En is na adoop van dit een ep ander proces-verbaal
opgemaakt, in tegenwoordigheid van allen die zich in de
zaal bevonden.
Gedaan te Leiden, den lstén Mei 1872.
v. d. BEANDELEE, Voorzitter]
J. v. HEUKELOM Jr., I
H. N, VEEEKIND.
Leiden, 1 9fel.
Gelijk we voorzégen zijn de algemeene beraad
slagingen over de wet op de inkomstenbelasting
eindelijk gesloten en is het debat over art. 1 met
de daarop voorgestelde amendementen aange
vangen.
Het staartstuk der algemeene discussié leverde
niets Bijzónders op. Een saaie speech van den heer
Begram tegen (gronden natuurlijk geheèl nieuw),
een even weinig opwekkende réde half voor en
half tegen van den heer Beyma, maar die ten
slotte wel met het ontwerp zou meegaan; eene
geloofsbelijdenis van den' heer Arnoldts tégen dé
wét, maar verdienstelijk om de opmerkelijke kort
heid en onbeduidendheid, en eindelijk eene
hoe kon 't anders mèer langvVijligé repliek
van den Minister van Financiën, waarbij dis in
een kaieidoskoóp al de argumenten van al die
dagen wederom voor de oogen warreldéh. Ein-
lijk was alles gedaan en Viel de hamer van den
voorzitter, verkondigende de sluiting van het ah
gemeen debat.
Nu kwam er, gelijk men 't noemt, wat meer
leven in de brouwerij, en bij dat gedeelte der
zitting wonschen wij hier meer breedvoerig stil
te staan, want bij art. 1 der wet, dat nu aan de
orde kwam, met de daarop voorgestelde amen
dementen, wordt hét lot der wet beslist.
Art. I luidt als volgt: „Er wordt eene directe
belasting geheven van het jaarlijksch zuiver inko
men van elk ingezeten des Rijks, die daarvan
Daar art. 9 niet is vrijgesteld."
Hierop zijn voorgesteld drie volgende amende
menten
1°. van den heer van Delden, om achter den
tekst van het art. te laten volgen: „voor zoover
het inkomen niet krachtens recht of bezit of eenig
ander zakelijk recht, waarop de verplichting tot
betaling van grondbelasting rust,getrokken wordt
uit hier te lande gelegen onroerende goederen."
2'. van den heer Sinidl om aan art. I dit toe
te voegen: „en van alle in het Rijk gevestigde
zedelijke lichamen, stichtingen, maatschappijen
en naamlooze vennootschappen."
3". van den heer Tak (nieuw nog niet gedrukt
amendement)„er wordt hier te lande eene di
recte belasting geheven van de zuivere jaarlijksche