Woensdag 1 Mei. If. -3750. A°. 1872. STADS «-BERICHTEN. L, ih-ets i-DIN. LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden1 3.00. Franco per post9 3.85 Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks met uitzondering van Zen- en Feestdagen uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN. Voorlederen regel0.15. Grooiere letUri naar de plaatsruimte die zij beslaan. LDIN. elfden IbüRGEMEESTER ER WETHOUDERS van IeIDEN herinneren bij deze den ingezetenen dat de llejenheid tot kostelooie vaccinatie en revaccl- Vie voor onvermogenden, in het locaal der Stada- bij voortduring wekelijks is opengesteld, en wel [Woensdag 1 Mei, Donderdag 9 Mei, Vrijdag 17 en zoo vervolgens telkens met eene tusschen- t-te van acht, of als die dag op een Zondag valt, io negen dagen, 's namiddags te écn uur voor de itmatie en te twee uren voor de revaccinatie. Gablev B Burgemeester eu Wethouders voornoemd, v. D. BRANDËLER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 30 April 1872. Lelden, 30 April, Deze wet, zeide de heer Cremers gisteren, na eene uitnemende verdediging zijnerzijds, zal val len op de quaestie van de grondbelasting en niet op het beginsel der inkomstenbelasting. En waar om, omdat geheel in overeenstemming met vat ook daar ten aanzien der amendementen is oorspeld omdat ónder de voorstanders van et beginsel van inkomstenbelasting zeker tien zijn ie de grondbelasting nit deze wet willen lich en wègens het vermeende bezwaar van dub-' iele belasting en anders de wet zullen afstemmen, letwijl tien aDdere voorstanders van het begin- tel, wanneer een der amendementen tot onlhef- ng van het grondbezit van de inkomsten-belas- ling, mede zullen tegenstemmen. En daarmede met het oog op de samenwerking en getal- terkte der oppositie, ongelukkig nog in kracht toe genomen door de talentvolle bestrijding van den teer Kappeyne, de rekening opgemaakt. En zoo tal dus hier wederom, eene nevenquaestie beslis ten over de geheele hervorming of begin van her- lorming van het belastingstelsel, die-nu voor ;oed wat de heer Kappeyne ook moge ver engen of verwachten van dezen Minister ad ralendas graecas zal worden verschoven En nu moge de heer Cremers, en na hem de heer Kappeyne, gelijk in de vorige week de heeren Godefroi, v. Naarnen en anderen, bewe ren dat het hier niet geldt eene politieke quaestie, dat de Minister zeer goed kan aanblijven; dat het onverantwoordelijk zou zijn indien hij bij verwerping der wet aftrad, wij geven dat gaarne toe; maar de quaestie der belastinghervorming treedt af en een onrechtvaardig, door schier ieder ■afgekeurd régime met eeue eenzijdige patentbe lasting en een privilege voor niets betalende rent- beffers, dat régime blijft. En dat zal de beteeke- nis der stemming zijn; want, wie het is mogen gelukken om uit al de op'eigen houtje aange prezen of uitgewerkte plannen (misschien wel tien) iets bruikbaars, iets dat tot praclisch resul taat kon leiden zonder nieuwe en grootere bezwa ren le scheppen, die zal het toch wel eens zijn dat op dat alles toepasselijk was het „zooveel hoofden, zooveel zinnen", en dat wat de een wilde op bouwen, de ander juist wilde afbreken en dat schier bij allen de leemte bleef bestaan dat de onrechtvaardigheid niet werd opgeheven om in komsten, tot dus ver niet belast, terwijl die uit handel en nijverheid wél getroffen worden, tot de algemeene staatslasten te doen bijdragen. Dat onrecht moet nu blijveu bestaan omdat men ver- sohilt over de wetenschappelijke vraag of grond- belastiug is belastiog of grondrente. Maar, op het voorbeeld door den heer Cremers, wat zijn eigen persoon betreft, gegeven, dat hij in 1816, na af trek van alle lasten 5 pCt. van zijn land trok eu thans, door de doorgaande vermeeidering van de pachtsom. 17 pCt., zoodat bet niet onbillijk was daarvan 2 pCt. in de inkomsten-belasting te be talen, daarop werd door de bestrijders uit hoofde der zoogenaamde dubbele belasting niet geantwoord, ook niet door den heer Kappeyne, die Daar het ous voorkwam bij al den glaüs en gloed zijner welsprekendheid meer een a priori iugericht pleidooi heeft gele verd contra de eigenaardige bezwaren ook aan eene inkomstenbelasting en veel meer nog aan hare uitvoering verbonden, vooral wanneer men die uitvoering nog niet heeft gezien, dan wel eene bestrijding van het beginsel, veel min eene verdediging van het bestaande. Meent hij dat tegen de zuivere toepassing vaa het Bngelsche stel»el met eene onderscheiding der bronnen van inkomst, hier te lande geen bezwaar zou rijzen Weet hij niet dat inderdaad het toppunt van ge lijkmatigheid zou zijn juist dat wat zóó zeer ook in dit debat gevreesd is, eene progressieve belas ting? Moet men niet rekening houden met be staande toestandeti, wil men liever vooroordee- len? Kan iD eene nieuwe zaak alles op eens zóó pasklaar en juist afgemeten zijn als de we tenschap der economie of het subjectief gevoelen van een of meerdere afgevaardigden dit in theorie vvenschelijk achten? Geldt de praktijk, de ondervinding alléén niet voor deze wet En hier ontmoeten wij gaarne den heer van der Linden, die al da uevenquaestiën ter zijde latende, zeideik bemoei mij alleen met de wet zooals die daar ligt en dan schaf ik drie lee- lijke belastiugen af en vervang ze door eene waarin ook de lot dus ver geprivilegiëerden naar hun inkomen zullen betalen. Ja, er zullen in de toepassing bezwaren zijn; maar de patent wet dan en de registratie- en successie wet ten en het personeel en de taxatiën etc. etc., kan daarop niet evenzeer van toepassing ge maakt worden al wat nu zoo kunstmatig tegen deze ééne wet is bijeengebraent? Zijn al die be lastingen en hare toepassing en uitvoering dan zóó populair? Wordt er ten aanzien daarvan geklaagd ovèr schennis van familiegeheim of over de on zedelijkheid van de eedsvorderiug? Eu nu de grondslag. Het is waar dat bet niet hetzelfde is of een arbeider van 1000 2 pCt. of f 20 moet betalen en de couponknipper evenzeer f 20. De humaue opmerking van de wurmsle bestrijders, de heeren van Lijnden en Godefroi, is volkomen juist; maar, was het antwoord, eerst van den heer Cremers: dan moet gij de belasting progressief maken, en daarna van den heer v. d. Liudenwelnu bij de vrijstellingen of dén afslag kunnen wij daarover nadér spreqeumaar weet gij wel wat nog'veel onrechtvaardiger is dan deze disproportie? Dat is dat mi f 1000 inkomsten uit, aiueïd met meer dan 2 pCt. door het patent wordt getroffen, ter wijl de couponknipper uitdienzelfden hoofde niets betaalt. Inderdaad, daarover werd maar altoos heeogegleden, ook door deu heer v. Kuyk bij zijne korte en zakelijke repliek. Er zou ons nu nog overblijven te gewageu van de bestrijding door den lieer Haffmans. Maar ouze lezers zullen ous versclioonen dat wij hun dat genot ontzeggen, Die afgevaardigde van de zwarte Internationale wedijvert,in recri- minatiën, in inquisitie naar de intentie met de slechtste producten der conservatieve pers. En zoo er iets over te zeggen ware het zou ziju: het moet niet heel zuiver zijn van binnen als men andeien alle mogelijke booze bedoelingen toeschrijft en hen tot laagheden in staat rekent. Het is meer gezien dat men bij zulke gelegen heden eene afspiegeling geelt van eigen partijdig standpunt, van eigen politieke verdorvenheid. De speeches van den heer Haffmans behooren Ihans in de Limburgsche schendblaadjes of in het Haagscbe orgaan. De lijst der sprekers was uitgeput. De Voor zitter kondigde dit met zeker gevoel van welbe hagen aan en in de Kamer en op de tribunes scheen men ruimer adem te halen. Maar, jawel, niet zoodra kwam de vraag of nog iemand het woord verlangde, of daar stonden onderscheidene splinternieuwe heeren Iemand op om de natie op even splinternieuwe argumenten te vergasten. Een dar heeren liefhebbers is de heer Begram uit Gorcum, wiens verworpen voorstel om die stad nog eenige jaren in het genot der plaatse lijke accijnsen te laten, reeds het tbema aangeeft voor de speech van heden. Vau de andere heeren Iemand kennen wij niemand. Het gedruisch of de blijkbuie verbazing was te groot. Maar, geen nood, het zal heden spoedig genoeg blijken. Toch kan het, wanneer de repliek des Miuisters niet al te lang is, heden nog tot de sluiting der alge meene beraadslaging on de discussie over art. 1 komen. Zal het zoo zijn? Wjj en weten'tniet. Met een enkel woord hebben wij er reeds op gewezen dat de heer Heemskerk Azn. het als eeü groot gebrek der inkomsien-belasting heelt ge kenschetst dat zij vrijstelling bevatte van de goederen in de dooie hand. Het verwonderde ons wel eenigermate dat gebrek van die zijde le zien uiteenzetten, doch dit doet minder ter zakel Volgens het Bijblad zeide de heer Heemskerk dit: „Verder is een gebrek: de vrijstelling van de goederen in de doode hand. Mij dunkt dit is eene groote oeconomische dwaling. Ik had niet verwacht dat de inkomsten uit be zittingen in de doode hand zouden worden gepriviiigiëerd. Men .heeft er meermalen over gedacht hoe men die aan belasting zou on derwerpen, omdat ze aan het mutatierecht ODlsnappen. En nu zal uien ze vrijstellen?" De heer Heemskerk Azn. heeft hier zeer ze- Ue hei gevuelen van velen in den lande uitge- drikt en wij verwachten dan ook van hem dat hi, bij het artikel der vrijstellingen of bij de onscbrijving der belastingplichtigheid, een amen- deiient in zijn geest zal voorstellen. Voor's bauds herinneren wij ons dat op het Statistisch Congres, in September 1869 te 's Hage gehouden, de be- keide republikein Pascal Duprat dat thema kort eu bondig heeft behandeld; dat de heer Hugen- peth, die het in de sectiën inleidde, ér mede op hit coDgres over wilde spreken, waar dat eenige Duitsche Conservatieven den raad ga ven om de godsdienstige hartstochten niet gtande te maken. We gelooven dat die vrees oierdreven was omdat de economische zijde van het vraagstuk zeer goed kan behandeld wor den zonder dat daarbij de godsdienst in bet spel behoeft te komen. Maar wij wenscheu alleen deze opmerking te maken, dat het orgaan van den heer Heemskerk in 't vervolg wat voorzichtiger moet worden met de vergelijking tusschen libe ralen en radicalen, republikeinen en communards, daar juist de quaestie over de main morte het ge liefkoosd thema is vau wie hij en de Tijd noe men de roode Internationale. Die laster is uitge- wiicht sedert de echt conservatieve Commissaris van het Dagblad er openlijk eene grief tegen de Regeering van maakt dat de zoo talrijke geeste lijke goederen in de doode hand hier te lande vaD de inkomstenbelasting vrij zullen zijn. deze nnrrmrkinQr pvh.nwpl citaat, dat een eigenaardig licht zal werpen op de grief van denzcllden heer Heemskerk, blijk baar als machine de guerre tegen den Minister gebezigd, en op de soort van oppositie vsd den leider der conservatieven. Nadat in de sectie vergadering van 7 September de quaestie van de doode hand door den heer Hugenpotb breedvoerig was besproken, ook naar aanleiding zijner schrif telijke uitvoerige Nota in de voorbereidende Han delingen opgenomen en hij een behoorlijke sta tistiek wilde doen opmaken van die goederen, vroeg dezelfde heer Heemskerk het woord en zeide volgens het oflicieele bulletin: „M. Heemskerk fait l'élége du momoire de M. Hugenpotb, mais il le combat en différents points. II voit dans les mesures proposées un danger pour la liberté religieuse comme pour la liberté du commerce; l'urgence de ces mesures ne lui est pas démontrée; selon l'orateur, la liberté ac- tuelle des tester ne pourrait être modiffée sans grands dangers." Thans wil de heer H. die inkomsten en bezit tingen belasten waarvoor natuurlijk nauwkeurige opgaven van de corporation zeiven zullen moeten worden verstrekt of bij twijfel of verschil beëedigd I Het kan verkeeren zei Bredero. Bij de herstemming voor twee leden van den Gemeenteraad zijn ingekomen 359 stembriefjes van de eersle afdeeling en 876 van de tweede; sauieD 763. De vereeniging Harmonie mocht gisterenavond veel voldoening smaken bij de opvoering van Jeanne, de vrouw van den diamantslijper en Het huis gezin van den Watergeus in den Schouwburg. Velen toch waren opgekomen om er van ge tuige te zijn en zij zijn zeker niet onvoldaa d huiswaarts gekeerd. Wij willen hier niet iu eene beoordeeling tre den, waar het 't spel van liefhebbers, niet van ac teurs geldt, maar over 't geheel werd er vrij goed gespeeld. Enkele passages zelfs werden ver dienstelijk uitgevoerd. Wat er aan natuurlijkheid van spel en zuivere uitspraak ontbreekt, zal oefening wel verbeieren, daar bij deze gelegenheid reeds bij velen voor uitgang merkbaar was. De muziek van het 4de regiment heeft zich evenzeer goed van haar taak gekweten. Wij lezen iD de N. Holt. Ct. Een der grieven, waarvan de ultramontaansche agitatie hier te lande gaarne gebruik maakt, om de Katholieke tegen hun niet-Katholieke mede burgers op te zetteD, is de ongelijke verdeeling der Rijks-ambten over de verschillende kerkge nootschappen. Men telt bijeen, hoeveel der amb tenaren Katholiek zijn, hoeveel Piet-Katholiek, brengt de verhouding in cijfers, stelt daarnaast de vei houding der ingezetenen naar de kerkge nootschappen, en roept dan, vol droefheid en tourn, uit: zie, zoo wordt gij, Katholieken, be handeld I Het schreeuwt om wraak! Dezer dagen is, naar aauleiding van de becijfe ringen in de ilaasbode, deze agitatie weer in vol- leu gang. De geheele ultramoutaansche pers is èéu afgrijzen over het schandelijk onrecht tegen de Katholieken! Twee vijlden der bevolking... en hoe onbeduidend het aandeel in ambten en bedieningenI Ondragelijk, gruwelijk! Eveuuiin als vroeger, b. v. toen de beer Haff mans wekelijks de N. Hott. Ct. op dat wapen daagde, voelen wij nu veel neiging over deze be cijferingen to redetwisten. Aaugezieu niet de ker kelijke doop, maar de maatschappelijke geschikt heid bij benoemingen maaistaf behoort te zijn en de Grondwet wel aan alle Nederlanders gelijkp aanspraak op alle Landsbedieningen toekent, maar nergens een evenredige verdeeiing der ambten over Kerkgenootschappen voorschrijft, bezitten deze cijfers geen bewijs van pnrecht hoegenaamd, en dieneu ze eukei, om nieuwe brandstof aaufe brengen bij hpt met zooveel zorg aangelegde en onderhouden vuqr van wantrouwen en haat. Eerst dan, als men bewijzen kan, dat het '/i der bevolking pok bet van de bekwaamheid en ontwikkeling vertegenwoordigde, zou er uit die pijlers te rédeneeren zijn. Ops bleef derhalve, wilden wij ons met deze grieven inlaten, niets over dan te antwoorden: is het onze gehuld,dat uw ontwikkeling ip geen evenredigheid staattpt uw zielental? En wij beseffen, dat zulk een bp- «cheid voor den Katholiek piinliik is te hooren. te pijnlijker, omdat hij ons piet zoo .^ppneu lo genstraffen. Wij gevoelden dat, reeds vóórdat dé geachte Amsterdamscbe advocaat haber niet zon der bitterheid klaagde over het gedurige verwijt aan de Katholieken indien gij meer bekwaam heid hadt, zpudt gij meer ambten beisleeden. Nu men echter goedvindt pns toe te dichtep dat wij zwijgen uit verlegenheid, of omdat w.y het onrecht willen bestendigd zien, willen wij, al ware het alleen om te doen zien, dat het ar gument tegen het beweerde onrecht iets anders dan een uitvlucht is, een enkel, welsprekend» statistiekje geven. Aan de Leidsche Academie waren, voor den cursps 1871, ingeschreven 659 studenten, of, na aftrek van 67 Theologanten, 592 studenten. Van dezen studeerden in de Medicijnen 103, waarvan 15 Katholiek Rechten835, 86 Wis-en Natuurk. 74, 2 Letteren80, 4 tezamen. 592st.,waarv.57Kathuliek, dat is 9.62 pCt. Van de jongelieden derhalve, die zich aan de Hoogeschool te Leiden voor wetenschappelijken werkkring en hooge ambten voorbereiden, is meer dan 3/„ niet Katholiek. En dan klaagt men nog, dat de Katholieken geen evenredig aandeel hebben in ambten en bedieningen! Tengevolge van gevatte koude is H. K. H. Prinses Heudrik der Nederlanden in Luxemburg lijdende aan aandoeniog der rechterlong, verge zeld van vrij hevige koortsen. Sedert is die ziek tetoestand klimmende en verontrustend, en Zater dag heeft het zich geopenbaard, dat ook de lin- kerloDg aangedaan is. De nacht tusschen Zaterdag en Zondag is eenigszins rustiger geweest, zoodat Zondag-mor gen een lichte beterschap was te bespeuren, of schoon de hooge lijderes zeer zwak is. Zondag-avond was de toestand dezelfde als des morgens, met een kleine koorisverheMng. De lijfarts des Kouings, Dr. C. W. Vinkhuizen, is naar Wolfcrdange (Groothertogdom Luxemburg) opgeroepen en Zondag vroegtijdig derwaarts ver trokken. De berichten van hedenmorgen melden, dat H. K. H. een eenigszins meer rustigen nacht heeft doorgebracht, dat de ernstige kenteekenen der ziekte blijven voortduren, doch in miDder hevigheid. De heer Vinkhuizen is er aangeko men- Vai.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1