N°. 3749. A°. 1872. SCHETSEN UIT ENGELAND. Dinsdag SO April. Feuilleton van liet „Leidscli Dagblad". verhat iet j 1.90. ZotB'. 18 heet*. /7.S0.. gerat /4.50. boQnen 166.00 tte koeiei 28.0; 7.00. (vette etoij LEI DSC II DAGBLAD. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maandenf 3.00. Franco per post3.85 Aiionderlijke Nommers9 0.05. Deze Courant wordt dagelijk», met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PHIJB DER ADVKRTKNTIKN. Voorioderen r.gel0.15. GrooUre letUn our de plaatsruimte die zij beslaan. >.00 Lelden, 29 April. Het wordt dagelijks waarschijnlijker dat al de eden der Tweede Kamer, uitgezonderd de en- ;elen die nimmer hun slem verheffen, aan het lebat over de Inkomsten-belasting zullen deelne em In zoover dus is de Volksvertegenwoordi- og eene getrouwe afspiegeling van het Neder- idsche volk, dat ook voor haar geldt dat er ,echls weinige elementen zijn tot opwekking er hartstochten, vooral de beurs en de kerk. 'i zes dagen is men even ver als op den eer- 'lea dag. De algemeene beschouwingen zijn nog vollen gang en dat wel, waar reeds een groot lanlal leden het woord heeff gevoerd en de Mi- ister alle mogelijke gronden van bestrijding heeft leantwoord. In stede van na de rede des heeren lussé met enkele replieken te volstaan, die des noods ook bij de behandeling van de artikelen der wet hadden kunnen worden ingevlochten, wordt er te werk gegaao alsof er niets gebeurd are en groeit het getal redenaars ontzettend aan. Hoorde men nu van de achteraankomende leden nieuwe of krachtiger pleidooien hetzij voor 1 tegen de wetsvoordracht, 't zou nut kunnen tichten, maar dit is niet het geval. Bijster wei- ig wordt in 't midden gebracht wat niet reeds eermalen gehoord is en mag de een dit in be- lagelijker vorm dan de ander doen, ten laatsie wordt dit redetwisten nuttelooze tijdverspilling. Het is te hopen dat de Kamer zal inzien dat ernstige en degelijke behartiging vbd de algemeene laak niet afhaDgt van het aantal redevoeringen dat gehouden wordt. Dat de erkende leider van de dungezaaide con servatieve afgevaardigden niet zou zwijgen, was Ite begrijpen, al mengde hij zich eerst in de zit- uDg van jl. Zaterdag bij de discussie. Den heer Heemskerk Azn. mocht het echter evenmin als l'mderen gelukken aan zijn speech een frissche, _wrspronkelijke tint bij te zetten. Doctrinaire redenen hadden z. i. tot het in - dienen dezer gewichtige wet geleid; theorie en anders niet was schering en inslag van het voor stel. Zijn deze verwijten verdiend, waar de Mi nister zijne voorstellen juist getoetst heeft aan de behoeften van de schatkist en aan de drin- ende noodzakelijkheid tot evenrediger verdeeling an de lasten die op het volk drukken Is deze beschuldiging van doctrinarisme niet eene mis- enning van 's ministers verdediging der wets oordracht, ook en vooral met het oog op zijn nwederlegbaar en verpletterend betoog ten aan ren der accijnsen die ter afschaffing worden 'oorgedragen? Het wordt waarlijk noodzakelijk 'dat de heer Wintgens zijne oratie over het syxtèmc ie dénigrement in deze dagen herhale. Ieder moet bijdragen tot de Staatslasten, zeide spr. verder, doch daartoe behoeft geene om verwerping van het bestaande stelsel. Waarom zijn dan conservatieve ministeriën, toen de aandrang tot verbetering van ons belas tingstelsel reeds sedert lang wordt gehoord, niet in dien geest werkzaam geweest? Schuilt de oorzaak hiervan niet daarin dat die ministeriën en de partij waarvan zij de uiting waren, een groot deel van die lasten liefst op Indië leggen? In details der voordracht zou de spreker Diet treden, genoeg dat hij het beginsel vicieos achtte, waarmede voor spr. ook vervielen de goede uit komsten ten aanzien van dergelijke belasting in het buitenland. Daar bestaan geheel andere toe standen en behoeften. Hier is zij blijkens de er varing niet populair en alléén als middel van uitersten aard, als de nood aan deD man is, te rechtvaardigen. Hij ontkende dan ook dat, gelijk 's ministers beweren, deze belasting een conse quent gevolg zou zijü van de Grondwetsherzie- □iDg van 1848; toen was wel het uitzicht geopend op de afschaffing van de accijnsen, waaraan se dert ruim voldaan is. Spreker vergat evenwel het bewijs te leveren dat het doel om de staatslasten evenredig over de natie te verdeelen, daardoor bereikt was en dat de destijds afgeschafte accijn sen van invloed zijn op de meerdere eischen van de schatkist, ontstaan door de toeneming der be hoeften. Nu spr. eenmaal zoover was gekomen viel het licht de inkomstenbelasting als zoodanig, onder de bekende en zoo vaak wederlegde bezwaren te bedelven, als daar zijn dat de kleine fortuinen het meest zullen getroffen worden, buiten even redigheid met de groote fortuinen, dat de kapi talen en portefeuille moeilijk kunnen worden aangetast, dat de income-tax tot hoogere uitgaven zal leiden. Om deze gebreken in het beginsel van den maatregel, groepeerde hij de hoofd gebreken die de toepassing aankleven, als het onderzoek der aanslagen, het arbitrium der zet ters, het onvoldoende der openbaarheid, het on zedelijke der eedeD, de onzekerheid van de op brengst enz. Als bestrijders van de iDcome-tax volgen den spreker op de heeren Van Nispen van Sevenaer eu de Bieberstein, waarbij de eerste, die kwalijk verstaanbaar was, den Minister van Financiën op zijn beroep ter verdediging van deü maatre gel omdat spr. in 1852 en 1854 herhaaldelijk voorstellen had gedaan tot afschaffing van den accijns op het geslacht, antwoordde dat toen de gunstige toestand der financiën het veroorloofde accijnsen af te schaffen. Thans zijn de hekken verhangen en verkeerden we in gansch andere toestanden. Een meer hoorbaren strijd voerde de heer Go- defroi tegen het ontwerp. Hij kon de opinie van anderen, dat de invoering eener income-tax als die van 't voorstel nl. met gelijke percentage eene daad van rechtvaardigheid zou zijn, niet deelen. Eene inkomstenbelasting wil ze billijk zijn, moet eene progressieve belasting zijn, maar zelfs de vurigste voorstanders van eene inkom stenbelasting zouden geene poging daartoe durven wagen. Hij erkende dat de tegenwoordige belastin gen ongelijkmatig drukken, maar door de inkom stenbelasting zou deze ongelijkmatigheid verslim merd worden. Nadat spr. vooral getreden was in eene afkeurende appreciatie van de argumenten des Ministers dat geen financieële hervorming moge lijk is zonder den tegen woordigen maatregel en daarbij tot andere uitkomsten gekomen, stond hij er sterk op dat het hier gold een economisch- financieël, een wetenschappelijk maar in het minst Diet een politiek vraagstuk. De handhaving van het ministerie Thorbecke is eene politieke noodzakelijkheid, door 's lands belang gevorderd. Spr. wenschte dit ministerie krachtig te blijven steunen, zonder daarom zijne onafhankelijkheid van overtuiging prijs te geven. Maar juist daarom hoopte hij, dat zoo andere denkbeelden kunnen leiden om langs anderen weg hetzelfde doel te bereiken, deze door den Minister niet zullen ver worpen worden en dat de Minister met zijne weigering om een anderen weg in te slaan, met zijn laatste woord zou gezegd hebben. Wij willen gaarne aannemen dat de raad van den heer Godefroi, ook door meerdere sprekers gedeeld, welgemeend ismaar wanneer hij den Minister hervorming van het belastingstelsel op andere wijze aanraadt en tegelijk de vraag oppert of niet de van het aan de gemeenten afgestane Rijkspersoneel kunnen worden teruggenomen, waardoor o. a. bet geheele gemeentelijke finan ciewezen in verwarring zou wordeu gebracht, dan gelooven wij dat die eisch aan dezen Minister gedaan, die destijds het plan van den heer Betz zoo krachtig heeft verdedigd en dit nog Vrijdag j. 1. volhield, niet voor verwezenlijking vatbaar is. Ten slotte verklaarde de heer de Bruyn Kops zich met het hoofdbeginsel der wet te kunnen vereenigen, maar betoogde voorts dat het eene groote onbillijkheid was dat de grondeigendom ook bij deze wet andermaal belast wérd. Bij de morgen te houden herstemming van twee leden voor den Gemeenteraad zal de slem bus geopend zijn tot des namiddags te 4 uren. De kiezers gelieven hier vooral op te letten. Hedeu is alhier door Burgemeester en Wet houders op het Raadhuis aanbesteed: 1'. Het maken \an een Lijkhuisje op het Rijns- burger Bolwerk; aannemer de heer M. II. Hel ler, timmerman, voor f 787. 2°. Het maken van eene nieuwe winter-omkasting voor de fontein op de Vischmarkt; aannemer de heer J. H. Car- lier, timmerman, voor f 490. Naar wij vernemen zal Donderdag a. s. de opening plaats hebben van de Lees- en Uitspan ningszaal in de kazerne den Doelen alhier. Op Maandag den 13den Mei 1872, des voor middags te halftwaalf, zal, onder nadere goed keuring, door den Commissaris des Koniugs in de provincie Zuid-Holland, of, bij zijne afwezigheid, door een der leden van de Gedeputeerde Staten, en in bijzijn van den Hoofdingenieur van den Waterstaat in het 10de district, aan het lokaal van het Provinciaal Bestuur te 's Gravenhage, worden aanbesteed: het afbreken van het be staande en het daarvoor ter plaatse bouwen van een nieuw postkantoor alhier. Zaterdag-avond is op de Oude Vest bij de Prinsensteeg, een jongen, die op een vlot speelde, in 't water gevallen, en zou onder 't vlot geraakt en verdronken zijn, als niet een der arbeiders van den heer S. was toegeschoten, die hem redde. Gisterenmorgen omstreeks vijf uren kwamen drie personen in beschonken toestand op het Levendaal aanloopen en begonnen op den wal kant te dansen, met bet gevolg, dat een hunner te water ging. Daar zijn makkers niet in staat waren hem te helpen, zou hij ongetwijfeld niet meer in de gelegenheid zijn geweest zich een roes te drinken, indien niet eenige andere per sonen er in geslaagd waren hem te redden. Gisterenmiddag te twee uren viel een vrouw, die goed spoelde, in 't water. Een paar kinderen, die het zagen, riepen om hulp en zoo kwam zij gelukkig met den schrik vrij. Hedenmorgen heeft een kind van 414 jaar zich deerlijk gebrand. Bij afwezigheid van haar moe der op een warme stoof zittende geraakten de kleederen in den brand. Op het geschrei van de arme kleine kwam er hulp opdagen, maar men vreest te laat om haar in 't leven te kunnen behouden. Naar aauleiding van het verslag van den direc teur van het Rijksmuseum van oudheden alhier vestigt de Spectator opnieuw de aandacht van de leden der Tweede Kamer op het vreemde ver schijnsel dat er voortdurend wordt aangekocht voor onze musea van oudheden, van natuurlyke historie, voor onze boekerijen, terwijl er nooit een cent wordt uitgegeven tot vermeerdering van onze verzamelingen van schilderijen. Thaus neemt de Spectator deze gelegenheid te baat om te vragenwaarom zijn noch het Kon. KabiDet van schilderijen te 's-Gravenhage, noch het Rijksmuseum te Amsterdam 's Zondags open De vrije bezichtiging van het museum te Lei den op de Zondagen van 124 uur trok het ge heele jaar door een aantal burgers, die door hunne werkzaamheden gedurende de overige dagen der week voor zulk een doel geen tijd konden af zonderen. Over ongeregeldheden op die dagen van vrij bezoek behoefde niet geklaagd te worden. Zou men vreezen dat de burgers van 's-Gra venhage zooveel baldadiger zijn dan die van Leiden Door deu Minister van Oorlog is de kapitein L. Scbeltus van het 1ste regiment infanterie in rang en anciënniteit overgeplaatst bij het 4de regiment van dat wapen, met bestemming het bevel te voeren over de 2de kompagnie van het 4de bataljon. De kapitein 3de klasse A. M. van der Heide van het 4de regiment infanterie is door den Mi nister van Oorlog benoemd tot kapitein der 2de klasse. naar het fransch van EB. T A. I E. V. De Maatschappij en de Regeering. (Vervolg.) Hu zullen wij het goede gaan beschouwen, dat tegen dit kwaad overstaat. Ik heb mij door twee uitstapjes als het bovengenoemde, op veer tig vijftig mijlen afstands van Londen, kun- uen overtuigen van het groot aantal parkeD. Langs den weg ziet men er in menigte; op en kele plaatsen vormen zij zelfs een onafgebro ken reeks tot Londen toe. Geen wonder voor waar. Niet alleen toch blijven de oude domeinen in stand krachteni de wet die de onroerende goederen aan den oudste toekent; maar bijna allen, die door talent of industrie rijk geworden zijn, stellen er eene eer in om in het bezit van een landgoed te geraken, er op te wonen en tot de plaatselijke aristocratie te kun nen behooren. De twee en een half milliards die jaarlijks in de Engelsche spaarkas vloeien, dienen minder tot ondersteuning der armen dan om de rijken te verrijken. Maar daar staat weer tegenover, dat die rij ken weldadige, erkende, als door de natuur aan gewezen opperhoofden zijn. De kriug van B telt een veertigtal familiën, die eene vereeniging vormen en het district leiden, een markies wiens park zevenhonderd acres beslaat, vier baronets, een lord en verscheidene leden van het Lager huis. De clergyman, met wien ik wandel, zegt mij dat zij als 't ware ;/de vaders van het volk zijn." Bzelf is de naaste bloedverwant, de erfgenaam van een groot heer, wiens goederen hij administreerthij zal in het bezit van veer tig duizend p. s. rente komen. Intusschen laat hij voor rekening van dien bloedverwant gezonde arbeiderswoningen bouwen, schrijft in voor in stellingen van openbaar nut en bewijst zoodoende door het verbeteren van het domein, zijn land groote diensten. Er is bijna geen grondbezit ter, die niet gratis een deel van zijn geld een tijd besteedt aan bet algemeen welzijn. Zij zijn leden van den gemeenteraad, armverzorgers overseersvrederechters, presidenten vau nuttige commissiën en vereenigingen. Een hunner, die dertig millioen fraucs rijk is eu een even rijken broeder heeft, heeft voor een millioen aandeel in eene onderneming, die zich ten doel stelt Lon den van drinkwater te voorzien. Om zich wat verpoozing te geven van zijne parlementaire en andere bezigheden, heeft hij eene kerk laten bou wen die wij gaan bezichtigen, 't Is een juweeltje in Gothischeu stijl gebouwd, met beschilderde glazen, keurige lambriseeringen, een gebeeld- houwden preekstoel, en door altijd groene lau- rierboomen omlijst. Hij heeft haar begiftigd en betaalt den kapelaan een jaargeld. Daarnaast heeft hij eene school gebouwd voor kosteloos onderricht. Ouder anderen wordt er de zang onder wezen, er is een piano, men geeft er kleine con certen hij heeft er genoegeD in zelf de kinderen te laten zingen, en daar hij zich overtuigd houdt van den goeden invloed der muziek, zendt hij dikwijls deu meester uit om door het geheele district de liefhebberij op te wekken. lu een ander dorp, dat ik eens opgenomen heb, hebben de heeren eene woning gehuurd, om den dorpe lingen een soort van avondclub te verschaffen. Met het door inschrijving verkregen kapitaal be taalt uion de huur, de boekeu, de couranten, vuur en lioht en eene vrouw, die het huis in orde houdt. Maar het doel is dat de club mettertijd kan blijven bestaan door de contributie der bezoekers. De mensch is zoo geschapen, dat by een louter geschenk niet waardeert; hij moet een deel van de kosten dragen en vrijwillig mede werken aan zijn eigen welzijn. In de voorka mer zijn boeken en couranten in de achterkamer wordt gedamd, geschaakt, gepraat en gerookt. Het doel der stichters is om het bezoeken der herberg tegen te gaan. Zij kennen de menscbelijke natuur, zij weten dat de boog niet altijd kan ge spannen zijn. Ontspanning moet er zijnhet komt er meer op aan, dat zij onschuldig is. Zoo wer ken b.v. de dorpelingen des Zondags niet. Is het nu koud of nat, dan zoeken zij natuurlijk de plaats op waar zij vuur, licht en genoegen vinden en die plaats is, twaalf maanden in het jaar, de herberg. Geven wij hun dus eene herberg, waar het minder duur is eu zij, in plaats van jenever, thee drinken, dan zullen zij hunnen vrijen tijd aangenaam doorbrengen en niet dronken thuis komen. Om dezelfde reden is een mijner vrienden te Londen lid van eene maatschappij tot secula risatie van den Zondag. (Wvrdt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1