1 had,
i zien
hoord,
ïrsoon
ri éen
amen
daar
ionen,
Ikend
ingen
Jsiitie
ij zijn
delyk
zen is
n. Na
dd op
ij een
oning
proer-
'Jgaat,
je in-
ksche staatseffecten het misgeldentegen 57 pCt-
leden week was de papierrente met Coui ons
i en November heden op 56H» pCt. gevallen,
met Coupons Februari en Augustus van 57#
56%; de zilverrente met Jan. en Juli van 62#
61#', en met Coupons April en October vau
i op Sl'M» pCt. Ook de loterijleeningen wer-
j tot lager prijzen afgegeven even alsdeHon-
irsctie Obligalien en loten: de Oostersporen
loren weder ruim f 2 van f 161 op t 158%.
rken en Fgyptenaren die zich in den loop der
ek goed gehouden hadden, werden nu in de
ilaise medegesleept en zelt's hieven de Noord-
nerikaansche staatsfondsen er niet van bevrijd,
in Zuid-Amerikanen waren Peruanen 1870 bijna
iiCt. lager, terwijl die van 1872 met moeite op
io vorig standpunt bleven, doch er ging maar
einig in om.
Wat de Noord-Amerikaansche fondsenmarkt
treft, valt weinig anders op te merken dan dat,
et enkele uitzonderingen, de prijzen der meeste
orten tamelijk vast bleven. In Erie, Boston
irtford Erie en Uniou Pacific shares werden
niue partijen gedaan, maar de rechte geest
leen te ontbreken of liever men scheen begre-
te hebben dat ook de speculatie hare gren-
heeft. Port-Huron leed gevoelige verliezen, van
op 55*. Denver Rio Grande van 77% op
'nCt., ook de St. Paul Pacific soorten waren
w, terwijl Union Pacific hoofdlijn H pCt.
loor.
ïi U1TEWLAND.
EngelunU.
Bet gevaar voor het Ministerie afgewend.
let ontwerp van den heer Fawcett tot reor-
misatie van de hoogescbool te Dublin stond
den 23sten op de dagorde van het Lager-
il8 doch is niet iu behandeling gekomen. De
'steller verklaarde, dat door het van de zijde
Ier iegeering gestelde ultimatum zijn bill een
teel grooter beteekenis had gekregen dan hij er
jan had willen geven. Met het oog op die meer
dere belangrijkheid was hij volkomen genegen,
le bepaling van den dag der beraadslagingen
un de regeering of het huis zelf over te laten,
ij verzocht derhalve het ministerie, hierover
ine meening te zeggen.
Gladstone gaf hierop teo antwoord, dat eerst
ter eenige dagen het kabinet zijn besluit defi-
itief zou kunnen mededeelen; daar volgens den
keer Fawcett zelf het ontwerp geen betuiging
wantrouwen jegeos de regeering inhield
de spoedige behandeling er van volgens het
iideel vau den premier ook niet zoo noodza-
[duit.
Hiermede echter stelde de heer Fawcett zich
iet tevreden, maar verklaarde dat indien de
«geering niet spoedig zelf den dag vaststelde,
jj° dan de beslissing hierover aan het huis zou
pdragen.
Er is dus nog geen tijdstip voor de beraadsla
ag over de bill aangenomen, en zooals nader
iit"een onzer telegrammen blijkt heeft Gladstone
elfs definitief de vaststelling geweigerd, waarna
:oor Fawcett voorloopig zijn ontwerp is inge-
tokken. Op welke wijze hij het lagerhuis des-
ttegenstaande tot discussie er over wil dwin-
i, zooals de telegram verder vermeldt, is ons
iet duidelijk. Maar zooveel is zeker, dat de
die buiten deD wil van ziju ontwerper zulk
Ito groot gewicht had bekomen, is ingetrokken,
dus het gevaar, dat het ministerie Gladstone
lira aftreden, voor het oogeublik geweken is.
Welke redenen hebben den heer Fawceit bewo
on op het laatste oogenblik den strijd, dieD hij
'etst zuo hardnekkig scheen te willen voeren, op ta
veven? Waarscbtjuhjk deze, dat langzamerhand,
lenkale der elementen, waaruit de meerderheid
Toor bet ministerie is samengesteld, teruggeschrikt
ijn voor de gevolgen van een tijdelijken afval.
Die meerderheid bestaat ongeveer uit 360 leden
legen 290 der oppositie. Zij wordt gevormd door
Whigs, radicalen, Katholieken, Dissenters en Pres
byteriaoen. Van dezen waren de radicalen en de
twee laatste elementen grootendeels voor het
ontwerp-Fawcett gestemd, en bet gevaar van eene
iederlaag der regeering lag dan ook in Imnne
vaarscbijnhjke desertie naar den vijand. Terwijl
.6 conservatieven de bill voorstaan op politieke
rouden, n. 1. om Gladstone te doen vallen, zou-
len zij er hun steun aan geven uit overtuiging,
iat wil zeggen uit gehechtheid aan het neutraal
inderwijs. Nu wil het gerucht, dat in den laat-
ten tijd John Bright ten behoeve der regeering
ou werkzaam geweest zijn oin de overloopers
zeoveel mogelijk terug te houden, en inderdaad,
daarin zoo wel geslaagd zou zijn, dat Gladstoue
wat er ook gebeurde op eene meerderheid kou
rekeneo. Bright zelf was met de bill zeer inge
nomen, doch hij zon een uitstel van hare indiening
verre verkiezen hoven de optreding van een Tory-
kabinet.
Indien dit bericht juist is, dan wordt de plot
selinge intrekking vau Fawcett's ontwerp duide
lijk. Het minst van allen zal zeker de conserva
tieve partij, die hier zoo heerlijk in troebel water
dacht te visscben, met dezen ommekeer van za
ken tevreden zijD.
Spanje.
De Carlisten-opstand met zijne raddraaiers,
beteekenis en gevolgen.
Een van de schandelijkste tooneeleu uit den
nieuweren tijd van priesterlijke goddeloosheid en
vorstelijke baatzucht staat op het oogenblik in
Spanje gespeeld te worden. Wij bedoelen den
tneuwen Carlisten-opstand (zij het dan ook, bij
de vroegere vergeleken, in miniatuuren willen
hem tot motiveering vau ons oordeel eenigszins
"ader beschouwen.
Wat is het eerste vereischte om aanspraak te
wogen maken op iets dat een ander bezit, in het
onderhavige gevaleen troon P Natuurlijk dat die
zaak ons rechtmatig toekomt.
Wat is er vervolgeus bij ieder rechtschapen man
noodig om het recht op zulk een troon, wanneer
het hem al toekomt, te doen gelden met opoffering
van het bloed en het geluk van duizenden men
leken? Dit: dat men overtuigd zij, na de over-
winning het land uit ellende te hebben verlost
au verder gelukkig te zullen maken.
Welken eisch stelt eindelijk nog het gezond
verstand, ook al lijn de twee eerste voorwaarden
'crvuld, voor het beginsel van den strijd? Dezen:
dat men eenige kans hebbe, zijne pogingen met
aen goeden oitslag te zien bekroond.
Zien wij nu, wat er van die drie voorwaarden
bij den tegeuwoordigeu aanslag van Don Carlos
tot vervulling is gekomen.
Ad l™. De tegenwoordige Carlos is de klein
zoon van den broeder vbd Koning Ferdinand VII,
welke laatste in 1833 stierf, den troon overlatende
aan zijne dochter Isabella, onder regentschap van
hare moeder Christina. De grond waarop onze
pretendent zich dus beroept (wij stellen hein een
oogenblik in de plaats van zijn grootvader) is
deze, dat volgens de oude Salische wet niet
Isabella, maar de mannelijke zijtak der Bour
bons had moeten opvolgen. Die Salische wet
eenter werd door Ferdinand VII driejaren vóór
zijn dood herroepen, waartoe hij volkomen
het recht had. Dat de Carlisten hem de macht,
hiertoe niet ontzegden blijkt daaruit, dat zij hem
in 1832, gedurende zijne ziekte, overhaalden, de
wet weder te herstellen, hetgeen hen echter niet
baatte, daar Ferdinand Da zijn beterschap het
besluit van 1830 weder van kracht verklaarde.
Volgens het door henzelf erkende recht zouden
dus de Carlisten van deo trooo zijn uitgesloten.
Doch laten wij zelfs die Salische wet, waarmede
reeds sedert bonderden jaren zooveel is geknoeid,
dat men beier doet, haar maar niet aan te roe
ren, buiten het spel, en stellen wij dus dat de
broeder vaD Ferdiuaod evenveel recht had op
den troon als zijne dochter Is bella. Wanneer
wij dan deu blik een weinig verder richten, dan
zien wij, dat genoemde don Carlos in 1845 van
den troon afstand deed ten behoeve van zijn
zoon, en dat deze zoon zelf in 1860, na zijn ge
vangenneming, plechtig verklaarde al zijne aan
spraken te laten varen. Eu desniettegenstaande
zien wij nu weder dezen derden Carlos, zoon
van den vorigen, optreden met de rechten, die
zijn vader, zoo hij ze al ooit had bezeten, voor
goed heeft laten vaienl Het aangevoerde is
dunkt ons voldoende om te bewijzen, dat van een
rechtmatige titel vooreerst al geen sprake kan zijn.
Maar nu ad 2um. Wanneer wij vragen of don
Carlos overtuigd is Spanje zoo gelukkig te kun
nen maken, dat dit tegen do ellende van een
burgeroorlog zou opwegen, dan doen wij eigen
lijk een noodelooze vraag. Immers men kan ge-
rast aannemen dat don Carlos geen overtuiging
beeft. Zoo iemand, dan is hij geheel de speelbal
van zijne Jezuïtische omgeving, van hen die bij
zijne troonsbestijging hun eigeo voordeel zoeken.
Wij moeten dus eigenlijk vragen of dczemcnschen
overtuigd zijn, bet geluk van Spanje te zullen bevor
deren, want zij zijn het die don pretendent zijoe
manifesten doen uitvaardigen, zijne belachelijke
bevelen aan vermeende onderdaoen doen toeko
men, enz. an dan is de vraag dunkt ons niet
moeilijk te beantwoorden. Ieder die eenigszias de
geschiedenis, en vooral die van de laatste jaren
heeft nagegaan, is met ons overtuigd, dat nog
nimmer de zwarte bende (collectief gepomen)
de heerschappij over een laud beeft nagejaagd
met het eerlijke doel om dat land gelukkig te
maken, maar alleen om hare eigene grootheid,
hare onuitstaanbare tyranDie, deu rijkdom en
macht der zoogenaamde Kerk te bevorderen. Men
zal ons nooit kunnen overtuigen, dat een priester
schaar, die bet volk kunstmatig in onwetendheid
houdt gedompeld, die het op allerlei wijzen geld
afperst om de kerk rijker to maken, die met
opzet alle vooruitgang en ontwikkeling tegen
houdt omdat deze twee de grootste vijanden van
bunnen invloed zijn, dat deze priesters waarlijk
meeneu zulk een volk daardoor gelukkig te maken.
En in het onderhavige geval hebben wij een
sprekend voorbeeld om dit te bewijzen. Degene-
raai Cabrera, de eenige uit don Carlos' omge
ving, die hem de waarheid durfde zeggen, die
hem gewezen heeft op al de ellende, die een bur
geroorlog op bet oogenblik, zooder eenig voordeel,
na zich zou slepen, die man heeft zich terug
getrokken, omdat de waarheid ook hier weder
niet gehoord wilde worden. Hij heelt begrepen,
dat de nieuwe opstand Spanje geen geluk maar
mets anders dan ellende kan aanbrengen. Doch
de stompzinnige afstammeling der Bourbons heeft
ook dezen keer de voorkeur gegeveD aan de
baatzuchtige iublaztngen der verachtelijke pries
terschaar.
Is er eindelijk voor de Carlisten eenige kans
om te slagen in hunne onderneming? Ook hier
zouden wij bet getuigenis van den bekwamen
Cabrera kunnen aanvoeren, doch de omstandighe
den bewijzen voldoende.dat koning Amadeus waar
lijk voor dezen vijand niet behoelt te vreezen. Van
haar besten militaii en steun beroofd is de zaak van
Carlos toevertrouwd aan gelegenheids-generaals
zooalsTenaquero, Gamundi, Tristany en dergelijke
schoone namen meer. Hierbij komt dan nog de
Fransche aanbidder van al wat Bourbon beet,
generaal Cathelineau, maar deze man beeft meei
overwinningen in zijne gedachten en volgens
zijne woorden behaald dan op het slagveld. Wat
de strijdkrachten der Carlisten betrelï, men kan
ze beoordeelen, naar de troepjes, van wier ver
schijning ons zoo nu en dau bericht wordt ge
geven. Nu eens heelt men een beDde van 600
maD onder het geschreeuw van: leve Karei VII
naar de vallei van Roncevaltes zien trekken. Dan
weder zijn eeuige gewapende boeren ouder aan
voering van priesters op de vlucht geslagen of
gevangen genomeD, kortom de geheele krijg kan
niets meer zijn dan een dier guenlla-oorlogen,
die niet de minst verschrikkelijke en wreedaar
dige zijn, maar met dat al den troon van Spanje
niet omver zullen werpen.
De voornaamsie deelnemers aan den opstand
zijn de boeren uit enkele streken van Castilië
en Asturië, die in verstand niet veel verheven
zijn boven hunne dieren in de weide, en die als
zoodanig met weinig moeite door de priesters
worden opgedreven. Voorts eenige bewoners vau
de Baskische provinciën, aan wie men op den
mouw speldt, dat Amedeus hun de zelfstandigheid
wil ontnemen, die zij iu enkele opzichten, zoo
als in de belastingen, den krijgsdienst enz. tot
nu toe hebben bezeten. Eindelijk het volk van
Navarre, waaraan men, als naburen van deBis-
kaijers dezelfde vrijheden heeft beloofd. Dit is de
kern van den opstand, waaraan zich uit andere
provinciën al diegenen aansluiten, die de pries
ters door hunne lanatieke en leugenachtige taal
vermogen op te drijven.
Het Spaansche leger, honwel niet bijzonder
sterk, zil weinig moeite hebben, den even kin-
derachtigen als veruehtelijken aauslag te onder
drukken. Niettegenstaande hun tijdelijk verbond
met de Carlisten gedurende de verkiezingen zul
len de radicalen en republikeinen zeker geen
oogenblik aarzelen, de regeering tegen dergelijke
misdadige pogingen bij te staan. De markies van
Sardoal, een der hooiden van de radicale partij,
heeft voor zich en de zijnen deze verzekering
reeds gegeven.
Doch dat alles neemt niet weg, dat het bloed
van dappere mannen zal vloeien eu reeds ge
vloeid is voor een zaak, die geen droppel bloed
van den meest verachtelijken Spanjaard waard
is. En daarvaD, zooals van de meeste schandalen
en stuitende tooneelen in deze laatste helft der
19de eeuw, zijn weder die schijnheilige en ver
achtelijke personen de schuld, die meeneu dat
hun zwarte mantel voor geheel Europa hetlmacli-
tige teeken moet zijn, oin zich aan de vervulling
van huone baatzuchtige begeerten eu lusten
dienstbaar te maken.
TEJLEUHAMAllfiN.
Versailles, 25 April. In de Kamer vroeg de
heer Ouvalof de Regeering, daar zij in het
Journal Ofjiciel geen afkeuring van het gedra» der
maires te Angers en Havre, wegens hunne deel
neming aan banquetten ter eere van Gainbetta,
plaatste, dat gedrag vao die maires goedkeurt?
Minister Lefranc zeide, dat de Regeenug het ge
drag der maires afkeurt. Na deze verklaring
trok de heer Duval zijne interpellatie in.
De Raad der gemeente Lyun heeft het con
tract goedgekeurd met de Fransch-Hollandsche
Bank, die de stedelijke leening van acht miilioen
heeft overgenomen,
Londen, 25 April. In het Lagerhuis heeft de
heer Fawcett voorgesteld de verdaging der Ka
mer. Hij laakt zeer het gedrag der Regeering
met opzicht tot de bill betreffende de universiteit
te Dublin. Gladstone verdedigt bet gedrag der
Regeering en weigerde een dag te bepalen voor
de discussie over de bilL Na eenige discussie
trok Fawcett zijn voorstel in, ouder de verkla
ring dat hij zou trachten tot discussie over de
bill te noodzaken.
Washington, 25 April. President Grant heeft
de Briiscbe memorie naar 't Congres verzonden;
en 't Congres heeft ze teruggezonden aan de
commissie voor buitenlandsche zakeo.
De New-York Herald zegt, dat Amerika op de
eischen wegens indirecte schade aandringt, niet
omdat 't daarop een dollar denkt te ontvangen,
maar terwille van 't bij de quaestie betrokken
beginsel. Het blad oppert een plan tot minnelijke
schikking, dat, naar 't beweert, door Thornton
en Fish is goedgekeurd. Engeland zou, namelijk,
zich moeteD verbinden om, in geval bet zelf iD
een oorlog gewikkeld werd waarin Amerika
neutraal bleef, de Vereenigde Staten niet aan
sprakelijk te stellen wegens de indirecte schade
die 't gevolg zou kunuen zijn van handelingen
van schepen welke uit Amerikaanscbe havens
mochten ontsnappen.
Par(Js, 25 April. De Commissie voor de gratiën
beeft het beroep door Genton gedaan verworpen.
Mapeis,, 25 April. De Vesuvius spuwt vuur.
De krater staat in volle vlam. De lava stroomt
in vele richtingen.
Madrid, 25 April. In de troonrede zeide de
koning,
dat Venezuela voldoende ophelderingen
gegeven had, naar aanleiding van het geschil
met den vertegenwoordiger van Spanje.
De koning drukte de boop uit, dat de politiek
van vrede, die tegenover de Amerikaaosche re
publieken gevolgd werd, geen stoornis zou onder
vinden.
Rios Rosas is tot president van het congres
gekozen. De vier ministereele candidaten werden
vicepresidenten.
De Carlistische benden nemen in aantal toe
en worden niet krachtig vervolgd.
■erMJn, 25 April. De Proii. Corr. meldt, dat
de koiiiug nog een stijf been beeft, maar spoe
dig geheel hersteld zal zijn.
Bij de opening der universiteit van Straats
burg zal de Duitsche Rijksdag vertegenwoordigd
zijn.
New-Vork, 25 April. De kamer van afge
vaardigden heeft de bill aangenomen, waarbij
aan den central-Pacific spoorweg een strook land
ter waarde van 8 miilioen gegeven wordt.
STATEN-GrKIVRUAAL.
doende verbeteringen aantrof, moeielijk wortel
kon vatten. Zoo liet de Minister de stelling Gro
ningenDelfzijl geheel varen op grond van eene
daarheen gemaakte reis. En terwijl 's Ministers
voorganger niet alleen de IJsselliDie, maar ook
de positie aan den Beneden-Usel opgaf, neemt
de tegenwoordige die positie weder in het ver
dedigingsstelsel op, zonder opgave van andere
redenen dan het verlaten der positie Groningen-
Delfzijl. Dergelijke wijzingen van ingrijpenden
aard hadden niet moeten worden voorgesteld, teuzij
in zoodanig licht gesteld, dat men het voor en
te jen beh «riijk kon overzien.
Üok nu weder werd de vraag besproken, of
regeling van ons verdedigingstelsel bij de wet
nuttig en wenschelijk ware. Verscheidene leden
echter achtten eene nieuwe behandeling van dit
vraagstuk overbodig. Het bad bij de overweging
van het wetsontwerp van den generaal van
Mulkeo, blijkens bet Voorloopig Verslag van 18
Juli 1870, tot eene zeer uitvoerige gedaebtenwis-
seling aanleiding gegeven, waaraan men zich
thans gedragen kon. Evenwel werd het voor en
tegen door anderen wel besproken, ook met het
oog op veranderde omstandighedeo.
Met opzicht tot het aan te nemen veslingiteltel
zelf lieten zich ook nu weder uiteenloopende
gevoelens gelden. In Frankrijk ontbrak het bij
den laat9ten oorlog niet aan sterke vestingende
hoofdstad was met overgroote kosten door een
kring van forten versterkt, en toch, wat heelt
het gebaat?
Op deze bedenkingen werd geantwoord, dat
zij, althans voor een deel, steunden op misken
ning van de natuurlijke geschiktheid van ous
land voor eene hardnekkige verdediging. De
Uirechtsche liDie is niet, zooals de forten bij Parijs
door den vijand in te sluiten. De daarachter ge
legene landstreken zijn niet door hem te bom
bardeereu. Wanueer de inundatiën daar bij tijds
worden gesteld, en tot het mogelijk maken dier
spoedige inundatie moeten alle krachten worden
ingespannen, is de linie gedurende een schier
onbeperkten tijd te verdedigen en ook zonder
inundatie is zij, mits voldoeude bezet en gewapend,
tegen een eersten aanloop bestand.
Ook voor zoo ver men zien tot het brengen
van aanzienlijke geldelijke offers voor de voltooiing
van ons vestingstelsel bereid toonde, kon men
niet ontveinzen, dat de daarover thans aange
vraagde buitengewone hooge geldsommen een
pijnlijken indruk hadden gemaakt. In plaats
van 10 millioea zooals de generaal van Muiken
vroeg, wordt nu ongeveer driemaal zooveel voor
dit doel van de natie gevergd, en wordt
die som veel ontengezeggelijk een zeer aanzien
lijk bedrag" geuoeiud, maar toch niets
wordt gezegd, waaruit blijkt dat de vraag, of
bet bijeenbrengen daarvan ook al te drukkend
voor de natie zou zijn, opzettelijk is overwogen.
Men debatteerde voorts de oorzaken dier plot
selinge verhooging, docb, wat daarvan zij, vele
leden zagen er zeer tegen op oin zoo kolossale
sommen uit te geven met bet oog op de even
tualiteiten, die zich wellicht nimmer zullen ver
wezenlijken. Audere ontkenden dat gevaar in
teenen deele. Zij stelden echter daartegen over,dat
e mogelijkheid van eenen vijaudelijken aanval,
vroeger of later niet was te miskennen ea dat,
als men daarop niet genoegzaam was voorbereid,
gevolgen denkbaar waren, die, de zaak uit een
bloot financieel oogpunt bescnouwd, nog van
oneindig nadeeliger aard waren. De bezeuiog
van Nederland door Fransche troepen is in het
tijdperk van 1795-1809, alle andere meer indi
recte verliezen ter zijde gelaten, ons op eene
som van minstens 400 miilioen te staan geko
men.
LAATaiTK BEHIOWTül.N.
Het verloopig Verslag der Tweede Kamer no
pens het wetsontwerp tot Regeling en voltooiing
van het vesting stelt el, is thans rondgedeeld
Daaraan wordt het volgende ontleend
Bij de overweging in de afdeelingen der Kamer
van het ontwerp van wet tot regeling en voltooiing
vau her veslingstelstel, zijn de volgende beschou
wingen en bedenkingen in 't midden gebracht
Even als bij de behandeling vau de definitieve
begrooting van Oorlog, gaf men te kennen, dat
de houding zoowei van het Kabinet in 't alge
meen als van den tegenwoordigen Minister van
Oorlog in 't bijzonder, ten aanzien van het ge
wichtig vraagstuk van 's lands defensie, wel ge
schikt is om bevreemding te wekken. Dat Kabi
net heeft bij zijne optreding aangekondigd, dat
het de hervorming van ous defensiewezen als
zijne houfdtaak beschouwde, en echter gedurende
de vorige zitting der Staten-Generaal voor die
hervorming niets anders gedaan dan het indie
nen eener wet tot het geven van eenige meer
dere uitbreidiDg aan de oefening der schutterijen;
welk ontwerp, na wisseling vau schrifturen daar
over, als voor goed is verdweneu. Iu de te
genwoordige zitting zijn meer omvangrijke wets
voorstellen, tot de defensie betrekkelijk, aange-
budeu, waartoe ook dat wegens het vestingstel-
sel behooridoch nu heelt weldra de aftreding
van den Minister Eugelvaart de dadelijke be
handeling daarvan onmogelijk gemaakt, terwijl
de nieuwe Minister vooral bij de interpellatie
van den heer van Wassenaervan Cat wijk, blijk-
blaar niet op de bongte was en over de belang
rijkste defeusiezaken eigenlijk bij de Kamer
licht wilde putten en tijd viuden om'de ver
schillende wets-oniwerpen van zijn voorganger
te, bestudeeren. De Kamer veroordeelde bij hare
beslissing over het voorstel van den heer van
Wassenaar dit denkbeeld, blijkbaar strekkende
om een initiatief, 't welk van de Regeering
moest uitgaan, op haar over te brengen. En wat
gebeurt nu na weinige dagen? De Minister zendt
nota's in, waaruit blijkt dat hij iwee der wets
ontwerpen van zijn voorganger, dat wegens de
militie en dat wegens oen aankoop vau
ooriogsmatei'ieel, in de hoofdzaak overneemt,
terwijl het derde, betrekkelijk het vesling
stelstel, waarover hier uieer bijzonder ge
handeld wordt, in 't groot wijzigt, maar in de
onderdeden onveranderd laat. Men kon die han
delwijze des Ministers moeiel jk anders dan licht
vaardig noemen. Zij getuigde althans van zekere
wetleliug eD ovenjlmg, eu was weinig geschikt
om het vertrouwen in den Minister te doen toe
nemen.
Tot 6taving van deze ongunstige oordeelvelling
over de handelwijze des Ministers beriep meu
zich voorat op de zeer onvoldoende toelichting der
ingrijpende wijzigingen door hem in het vesting-
plan van zijnen voorganger gemaakt: zoodat
reeds daarom de overtuiging, dat men hier af
[Per telegraaf.) 's-Gravenhage, 26 April. Iii de
zitting der Tweede Kamer van heden heeft de
Minister van Financiën iD eene rede van ruim
2 uren de inkomstenbelasting verdedigd op grond
van de noodzakelijkheid tot ontheffing der min
dere klassen door meer gelijkmatige verdeeliog
der lasten en wegens de eischen der schatkist.
Hij heeft vooral de patentbelasting en het geslacht
in hunne nadeelige werking geschetst en de meer
dere billijkheiden gelijkmatigheid van de income-
tax doen uitkomen. Een ontwerp tot herziening
vau het kadaster is gereed. Ook het bedrag van
2 percent komt den minister niet te hoog voor;
hij zal echter afwachten wat omtrent het amen
dement tot den aanslag van I percent zal aange
voerd wordenmaar dan kan het geslacht niet
afgeschaft worden.
De heer van Lynden repliceert en bestrijdt de
wet uls ohnoodig en impopulair.
De heer Kerkwijk hoewel niet geheet tegen
de inkomstenbelasting, wenschte liever een auder
plan tot gedeeltelijke alschafüng van het patent
recht, door terugname vau een vijfde rijksperso
neel van de uitkeering aan gemeenten, herziening
van het kadaster enz. Morgen voortzetting.
Z. ju. heeft pens. verleend aau den kol. der
art. op non-act., Gerlach; den luit.-kol. Verheijen
van Sonsbeek, dir. der stapel- en constr.-mag. met
toek. van den rang van kol.; maj. Rauws, van
het 2de reg.-vest.-art., met den rang van luit.-
kol.; den inaj.-uiagazijom. der art. 1ste kl. O. E.
Althier, te 's-Boscnden kap. Buffart, met toek,
van den rang vau tuaj. Benoemd: bij den pl.staf.
tot kolonel en plaatselijken komm. Iste klasse,
te Amsterdam deD luitenaut-kolonel Zeegera Veee
kens, van het 8de regiment vesting-artillerie;
bij het wapen der art., sta? van 'i wapen, tot
generaal-maj-, kolonel van Uldenbarneveld ge
naamd Witte Tullingh directeur van het materieel;
tot kolonel den luit.-kol. Cost, diree. van de pyrot.
school en Pisée inspecteur der draagbare wapens;
bij het reg. veld-art. tot kolonel den luit.-kol. de
Man komm. van het korps; bij het iste reg. vesr-a t,
tot kol., den luit.-kol. Jacobs; bij het 3de reg. vest.-
art.: tot kol., den luit.-kol. Knoop, kommandant
van het korps.
's-Hage, 26 April. Z. M. de Koning is heden
ochtend te 4 uren uit de residentie naar het Loo
vertrokken, vergezeld van de adjudanten gene-
raal-uiajoot Jhr. van Panhuys eu majoor baron
de Posson, alsmede van den ordonnauce-oüicier
Jhr. van Beyina.
De uitslag van de verkiezing van een lid
van deu gemeenteraad alhier, was dat zijn in
geleverd 1031 biljetten. Daarvan werden van
onwaarde verklaard 13, het aantal geldige stem
men beliep 1018. Volstrekte meerderheid 610.
Hiervan werden uitgebracht op Jhr. Mr. B. C.
de Jonge 540 en op den heer A. P. Godon 444
stemmen.
De heer Jhr. Mr. B. C. de Jonge, subst. off.
van de rechtbank 's-Hage, is alzoo gekozen tot
lid van den gemeenteraad.