wel krassere maatregelen derft nemen, dan
jié in liet concordaat en de organieke besluiten
jjin vervat.
Wat de interpellatie over Gambetta's redevoe-
ineen betreft, zij zullen waarschijnlijk groot in
reial, doch klein in uitwerking en gevolgen zijn.
net spreekt van zelf dat de rechterzijde vuur en
lam spuwt tegen de welsprekendheid van den
ondreizenden kampioen voor de democratie,
maters voor de vervulling van Gambet.a's wen
den is in de eerste plaats noodig de ontbin-
iina van de tegenwoordige vergadering, waa van
Ie meerderheid slechts broeit op plannen om de
jude rèactionaire regeering te herstellen. Daar-
joor heelt in zijne redevoeringen te Brest, te
Barre enz. de ontbinding van de tegenwoordige
vergadering natuurlijk een groote plaais ingeno
men. De interpellaties no, die men van plan is te
hnüden, strekken om te vragen, of iernaud onge
straft tegen de souvereiu van het land, de natio
nale Vergadering te velde mag trekken. Zooals
wij zeiden zullen zij weinig gevolg hebben. Ja,
indien de rechterzijde met haar gewone nijdige
onstuimigheid pousseert, dan loopt zij gevaar, van
lerscheidene zijden, en misschien ook van de re
dering te hooien, dat hare zoogenaamde souve-
'eniteit slechts op eene üctie berust eu het bran
ie volk geheel andere mannen zou afvaardigen
dien het slechts de gelegenheid had zijne stem
ij uit te brengen.
uwals de hoir meedeelt zijn alle pogingen ten
uusie van Rochelort vruchteloos geweest, eu
lal hij de harde siral' van levenslange deportatie
aar een versterkte plaats ondergaan.
U>ixit»clilan<l.
De regeering en de excommunicaties.
De bisschop van Ermeland heeft geantwoord
tp de aanschrijving van den minister van eere-
thenst naar aanleiding van de bekende excotn-
uiuuicatte der leeraren aan het gymnasium te
Brauusberg. Zooals dezer dageu werd medege
deeld verklaarde de minister daarin, dat de ie-
Éeerinf zich genoodzaakt zou zien, bet recht van
excommunicatie der bisschoppen verder niet te
erkennen indien meu het op dezellde wijs bleef
toepassen, waardoor zonder quaestie de betrok-
Ven personen gekrenkt werden iu hunne burger-
tlijke rechten. Het antwoord van den bisschop is
leer laugdi adig en bevat huofdzakelij k bet volgende:
„Bij verklaart zich niet te kunnen verwijderen
van het terrein van kerkelijk recht, dat door den
staat erkend is. Wanneer er tusschen dat en het
recht van den staat strijd is, dan kan hij, als
eenvoudig bisschop niet beslissen in een quaestie,
die slechts opgelost mag worden door de hooge
staats- en geestelijke personen. JJoch de bisschop
uoikent het bepaald, dat door zijne excomuiuni-
Lcatie de burgerlijke en sociale rechteu der ge
troffenen gekreukt zouden zijo. Bovendien, zegt
[hij, is de uitbanning willens en wetens door ben-
I zeken in het leven geroepen, en het burgerlijk
I recht heeft er dus niets mede te maken.
Monseigneur verklaart zich overigens bereid,
I indien hij aan de uttgebannenen eeuig nadeel
1 had berokkend, dit voor zoover het binnen het
hereik van zijn ambt valt te herstellen. Doch
Iteeluieer meent hij zelf zich te beklagen te heb-
j ,en over de publieke manifestation van de uit-
f .euaunen personen. Ten slotte drukt de bisschop
Lden weusch uit, dat in dit en audere geschil-
J pinten tusschen kerk en staat, de beide machten
I ach spoedig mogen verstaan."
Het valt in net oog, hoezeer de geestelijke
heereu om huuue bespottelijke banvloeken met
Je etscheu der legeuwoordige maatschappij iu
overeensteunniog ie brengeu, genoodzaakt zijn,
om de zaken heen te draaien en tot onzinnige
redeneringen bun toevlucht te nemen. De bisschop
zegt: er zijn geen burgerlijke of maatschappelijke
reebteu gekreuat; iudien dit echier soms het ge
val mocut zijn, beu ik bereid ze te herstellen.
Vooreerst dus is bij .zelf niet zeker van heigeen
hij beweert. Aiaar ten tweede, waarin beslaat
de krenking, waarop de miuisier attendeert
Hierin, dat aan de geloovigeu verbodeu wordt,
met de gebannenen om te gaan, le spreken, ze
de gewone burgerlijke diensteu en beleefdheden
le uewijzeu eu?. Nu verklaart de bisschop zicli
bere.d, de krenking, indien zij aanwezig is, te
heisteilen. Wat is net eenige dat hij daarvuor
kan doen Natuurlijk oui het bovengenoemde
verbod voor de geloovigeu weder op te heffen,
alaar daarmede verdwijnt de gebeele kracht van
den banvloek en daarmede heft immers de bis
schop juist het bezwaar op, dat door den staat
wordt gemaakt. Op die wijze is zonder eenige
quaestie liet geschil bijgelegd, maar wordt ook
eveu zeker door de geestelijkheid de onhoudbaar -
lieid vau bet excouimuuicaiie-recht erkend.
TKLiKtiKAMMliA
Kio-Janeiro, 3 April. De Keizer is den 31
Maart uit Europa aangekomen eu met geestdrift
omvangen. Hij heeft ouunddelhjk het bestuur
ties lands vveuer iu handen geuomen.
Konstantlnopel, 21 April. De oecumenische
patriarch necltgeweigerd,den Bulgaarscheu exarch
ie ontvangen, indien Inj niet voorat om vergil-
lenis vroeg en het gedrag zoowel der bisschoppen
als der bevolking van Bulgarije alkeurde. In een
vergadering vao Bulgaarscbe geloolsgenouten werd
besloten, om hiervan aan de Porte mededeeling
le doen.
Marseille, 22 April. Prins Alphonsus, broeder
van don Garlos, heeft eene waarschuwing vau
Je Fransche autorneit ontvangen, dat hem met
zou worden veroorloofd over de grenzen te ko
men. Daarom gaat bij uu naar Zwitserland.
Pampeluna, 21 April. Er heerscht hier veel
ijttaiie onder de Carlisten. Zij verwachten vrij
willigers, om, in alwachtiug der komst van Don
^'«os, de Carlistische beweging uit ie breiden.
IVtenen, 22 April. De Abend-Post verzekert
hok ten stelligste, dat tusschen Rusland en Oos-
lenrijk noch naar aanleiding van de Gallicisvhe
quaestie, noch naar aanleiding van eeu auder
Vraagstuk eeue minder goede verstanduoudiug
heerscht.
Praag, 22 April. Bij da verkiezingen voor den
banddag werden de twee kandidaten der Grond-
tvetsparuj gekozen. De oppositiepartij onthield
Zich van Stemming, ouder aauteekeuiug van pioiest.
Madrid, 21 April. Er zijn ondeihandelingen
aangeknoupt mei Engeland over een tractaat
van uitlevering.
De rcgeeiiug heelt aun de spoorweguiaaiscliap-
frjen gelast oui al hun materieel t r beschikking
der autoriteiten gereed te houden.
Madrid, 22 April. De opstand der Garlisten is
uitgebarsten. Benden boereu hadden zich ge
vormd in Navarra, Gnipurka, Terrol, Leon en
Huiska.
De regeering heeft krachtige maatregelen ge
nomen eu hoopt den opstand spoedig meester
te zijn.
Parys, 22 April. Graaf Arniui wordt heden
van Berlijn te Straatsburg verwacht; zijn vrouw
zal lieden hier aankomen.
Versailles, 22 April. In de Nationale Verga
dering vroeg de lieer Lambert een dag vast te
stellen vour de behandeliug van zijn voorstel, om
aan alle vreemdelingen in Frankrijk de verplich
ting op te leggen, zich te voorzien van een ver
lof om daar zich op te houden.
De Min. van Binnenl. Zaken wees op de drin
gende noodzakelijkheid om de belastingen al' te
bandelen. Daarna zou de sauieustelliug vau deD
raad van slate aldoeniug eiscbeu.
Gambelta, Castellane eu Dabirel betoogden de
belangrijkheid van de legerorganisane.
Thiers verklaarde de noodzakelijkheid van de
regeling van den raad van staie. Wat de leger-
organisatie betrof, waren er nog punteu, waar
omtrent inlichtingen van de commissie verwacht
werden.
Buffet, president van de commissie voor het
budget, zeide, dat hij geen nieuwe ontwerpen
vau belasting kou iodienen, zoolang als de com
missie voor oe in- en uitgaande rechten niet ge
reed was.
De vergadering besloot eerst de samenstelling
van den Raad van Siate en daarna de leger-
organisatie in behandeling te nemen.
Potsdam, 23 April. De Kroonprinses is giste
renavond voorspoedig bevallen van eeu docuter.
Weeneu, 23 April. De Wiener Ztg. uieldi, dat
de ratiücaiiën van het tractaat met de Veree-
uigde Blaten ter bescherming der haudelswerken
gisteren tusschen graat Audrassy eu den Atneri-
kaanscben gezant, Jay, uitgewisseld zijn.
STATEN-GrENERAAL.
Bij de overwegiug in de al'deelingen der Kamer
van het wets omwerp lol delinnieve vaststelling
vau liet Vlllste hoofdstuk der Btaatsbegrootmg
voor 1872, verklaarden eenige leden er bezwaar
in te zien oui aan den tegen wooidigen Minister
van Oorlog het blijk van vertrouwtn te geven,
altijd in de aanneming eeuer begrooting gelegen.
Zij deden gaarne hulde aau zijne wetenschappe
lijke verdiensten, maar iwijielden, na hetgeen
zij reeds van hem gezien of gehoord hadden, of
hij voor de zeer moeilijke laak, die hij op zich
genomen heelt, wel volkomen berekend ware.
Inzonderheid had zijne verklaring in de zitting
der Kamer van den 28sten Februari jl. op heu
eeu ouguustigen ludruk geuiaakt. In een Kabi-
uet als het tegenwoordige, dat zich vau zijoe optre-
diog al' hervormiug vao ons defensiewezen tot hoold-
doel heelt gesteld, doch tot nu toe dat doel geeu en
kele schrede nader is gekomen, scheen, na al
het te dezen aauzian voorgevallene, geen nieuw
Minister vau Ooi log te kunnen worden opgeno
men dan die omtrent de houldtrekkeu dier her
vormiug eene zeer gevestigde overtuiging bezit.
Eeu man had daartoe moeten worden gekozen,
volkomen bevoegd en iu slaat om aan de lei
dende gedachte van het Kabinet uitvoering te
geven. Intusschen was uit de bedoelde verkla
ring gebleken, dat de tegenwoordige Miutster,
toen hij ze aflegde, nog geen tijd had kun
nen vinden om de door zijnen voorganger in
gediende weisvoordrachteu tot wijziging der
uulitiewet eu tot regeling van het vesting
stelsel gezet te besiudeereu, zoodat hij zich
over de bijzonderheden daarvan niet durlde uit
laten. Gezette stuuie dezer hoofdelementen van
hervorming, wisseling van gedachten daarover
ahhans met het hoold van het Kabinet, haddeu
dan toch aan de aanvaarding der portefeuille
vooral uroeteu gaau. Niet minder had het bevreemd
den Minister bij zijne bedoelde verklaring den
wensch te hooien unen dat de Kamer, voor hij
zeil de hand aan de bedoelde wetten sloeg,
door hare overweging hem licht verschatte. Voor
al in zakeu van dezeu aard moest het initiatief
van de Regeering komen. Betrekkelijk weinige
dagen na oe verklariug van 2s Februari had
de Minister nota's van wijziging in de bedoelde
wesivoordrachteu ingezonden eu ze daatdoor ge
heel tot de zijue gemaakt. Uok dit moest, in
verband uiet de vroegere gezegden, zonderling
voorkomen en scheen van zekere luchthartigheid
te getuigen. Vau diezelfde neiging of althans
van geuus aan bL-zacluzaaurheid meenden de
bedoelde leden blijken te bebuen bespeurd in
's Miuisrers nouding lijdeus de openbare behan
deling der- zaak van den ontsiageu kapitein
Janssen, iu zijne circulaire omtrent oen kerkgang
der militairen en in zijne later in de Kamer
aan die circulaire gegevcu uitlegging.
De groote uieerueiheid der leden achtte het
verkeerd btj de behandeling dezer begrooting, die
toch eigeulijk als eeu vervolg op de credieiwet
van 31 December )1. was te beschouwen, het
vraagstuk van vertrouwen in het oeleid des Mi-
nis leis op den voorgrond tesieüeo. De billijkheid
en hel Staatsbelang voiflerdeu daaromtrent eerst
te beslissen, als men den Minister ineer bepaald
aan 't werk had gezien, waardoor men üau vooral
verstond, als men hem de gewichuge, van zijn
departement at kouistige wetteu lrad hooien ver
dedigen. Door thans reeds, op grond van gezeg
den in de Kamer, den Miuister vertrouwen te
willen ontzeggen, zou noodeloos verwarring ge
sticht eu de zaak van 's lauds defensie niet be
vorderd worden.
Eenige dezer leden erkenden wel, dat het te-
geuwourdig Kabinet bij zijue optrediug de her
vorming van 's lands uuieusie als liooiddoel had
gesteld; maar twijleldeu of daardoor staatkundig
was gehandeld. Zij althans wensehien niet dat
dit vraagstuk alle audere bebcerschte, en zou
den tevreden ziju als, zoo veel onze krachten
du toelaten, verbeteringen iu uuze deleusie-mid-
delen weiden ingevoerd. Audere leden daaren-
tegeu hechtten groot gewicht aan de vaststelling
vau eeu goed delensie-stetsel met ul wat daar
mede in veroaud staat.
Verscheideue leden toonden zich door het hooge
eindcijfer dezer begrootiug zeer te leur gesteld,
en er waren er, die daarin alleen, even als vroe
ger, eeue genoegzame reden zagen om eeue al-
keureude stem over die begrootiug uit te breugeu.
Dal eindcijfer bedraagt niet minder dan la
milllioen 7 ton. Het is hooger dan dat van aire
vurige begrootiugen, die van Ib70 met de daarin
ouder buitengewone Omstandigheden gebrachte
verhoogiug alleen uitgezonderd; ongeveer
milhoen booger dat der credietvvet voor ltj72.
In het belang der defensie zelve was het niet
voorzichtig daarvoor zulke hooge eischen ie stel
len. Het mag toch, volgens sommigen, niet onop
gemerkt worden gelaten, dat die hooge uitgaven
voor Oorlog hier te lande door een groot gedeelte
der bevolkiug met leedwezen worden gezien en
dat de stemmen, die zich daartegen verheffen,
zicli ook meer in het openbaar doen hooren en
veel bijval vinden. Men moge het betreuren, maar
die uitgaven zijn in Nederland geenszins populair
en het hooge opdrijven daarvan zal vroeg of laat
tot reactie leiden, zoodra werkelijk de üuaucieele
toestand zal dwingen tot de meest mogelijke
spaarzaamheid op elk gebied. Op de oorlogsuit
gaven zal dan liet eerst het oog vallen en de
reactie gaat dan licht te ver, en zoo zou het
kunnen gebeuren, dat de tegenwoordige hooge
eischen tengevolge hadden, dat later zelfs op het
noodige wierd beknibbeld. Enkele leden voegdeu
er nog bij, dat vermits, naar het gevoelen van
vele deskuudtgen, de organisatie onzer strijd
krachten veel te wenschen overlaat, het, zoolaug
daarin geen verbetering is gebracht, onraadzaam
is de begrooting van Oorlog te zeer te verhoogen-
Op deze bedeukiugen werd geantwoord, dat de
verhooging der kosten van Oorlog in algemeeoen
zin eeu onvermijdelijk gevolg is van omstandighe
den, waartegen niemand iets vermag. In elk geval
kon het als geeu grief tegen de thans voorgestelde be
grooting worden aangevoerd, dat het eindcijfer
daarvan ongeveer lü uiillioen hooger was dan
dat der credietwet van 31 December 1871. Wilde
men de beide begrootingen vergelrjkeu, dan moee-
ten van de thans behandelde at dadelijk omstreeks
II tonnen gouds worden afgetrokken voor hetgeen
daarop meer voor aankoop ol ëauschallmg van
zware stukken geschui, geweren en patroonhulzen
is gebracht. Het geldt daarbij eene uilgaal', dte
onder den vorigeu Minister vau Oorlog reeds bij
de algeineene wet tot aanschaffing van artillerie-
materieel enz. was aangevraagd, maar, opdat de
aanschaffing bespoedigd zon kunnen worden, uit
die wet naar de tegenwoordige begrootiug is
overgebracht. Andeie kosten, zouals de f 101,000
voor het kampeeren der troepen, kwamen op de
oorspronkelijke begrooting voor 1872 voor, doch
werden daarvan afgenomen, toen die begrooting
in eeue credrietwet veranderd werd. Die kosten
zijn onafhankelijk van alle latere legeiorganisa
tie. Zoo meu zich vooris beklaagt, dat de kosten
van Oorlog dreigen verhoogd te worden met de
zeer aanmerkelijke uitgaven, die, indien de ves-
stingwet tot siaud kwam, daaruit zullen voort
vloeien, mag toch niet vergeten worden, dat
het daarbij buileugewone uitgaven voor ééus
geldt, en dat iudien eenmaal onze voornaamste
delensielinien in goeden toestand zijn gebracht,
deze enkel kosten van onder zouden vorderen.
Ook voor zoo ver men toestemde, dat bij de
bestaande behoefte aan de aanschatting van ge
schut en geweren, het eindctjler der begrooting
van Oorlog moest stijgen, had men met leedwe
zen gezien, uat door dat Departement voortdurend
geenerlei neiging aan den dag werd gelegd, om
door bezuinigiug op andere uitgaven die onver
mijdelijke verhoogiug althans eeuigermate op te
wegen. Nergens vond meu sporen van zulk
eene noodzakelijke spaarzauuiheid. De koninklijke
Militaire Akadeune bleef op een veel te weelde-
rigen voet ingericht. Titulaire rangen werden
verleend, blijk uaar niet in 't belang vau den dienst,
maar iu dat van bijzondere personen en op hun
nen aandrang. Wanneer het Departement van
Oortog genoegzame geestkracht tot het te keer
gaan van deze en dergelijke misbruiken aan
den dag legde, zou het vuor de onvermijdelijke
verhooging van uitgaven, die het gevolg zijn van
de verandering op het gebied der krijgswetenschap,
meer syinpatie opwekken.
Eeuige leden maakten nog eene andere aan
merking, die zich eenigermate aau de vooraf-
gaaude hecht. Zij keurdeu het zeer af, dat tijdens
de behandeling der credietwet, op voordracht van
den Miuister Engelvaart, verhoogingen van
tractemeuL aan bepaalde categorién van mili
taire beambten ot onderofficieren zijn verleend.
Door verscheidene leden werd gevraagd, welk
gevolg de Minister voornemens was te geveu
aau tiet votum der Kamer van 27 Februari jl.
omtreut de zaak vau den voorutaligeu kapitein
Janssen. Nu toch eenmaal dezerzijds was ver
klaard, dat men hel aau dreu officier verieeude ont
slag un üen militairen dieust niet voldoende was
gerechtvaardigd, scneen die zaak niet iu haren
tegeu wooidigen toestand te kuuneu blijven. An
dere leden meenden, dat althans ter gelegenheid
der behandeling van deze begrooling op dit on
derwerp met terug moest wordeu gekomen,
üet Voorstel tot rehabilitatie van den gewezen
kapitein Janssen is door de Kamer met groote
meerderheid verworpen.
In twee der aftleelingen werd insgelijks terug-
gekomeu op de bekende bezwaren tegeu den
luitenant Keïser en op hetgeen omtreut de han
delwijze vau de majoors Cisser eu Tergau we
reldkundig is geworden. Eedtge ledeu vroegen,
hoe OuHieul dien luneuaut zou worden gehan
deld. Daartegen werd aangevoerd, dat de Kamer
Vau zijne zaak niet is gesaisisseerddat zij zicli
niet uiuet laten dwiugen om tegen officiereu van
het leger, die, ïudieu zij zien misdragen, aan
eeue bijzoudere rechtspleging onderworpen Zijn,
beschuldigend op te treden, eu dai er, volgens
een gezegde van den Miuister van Oorlog, geeu
termen schijnen te besiaau om den luitenant
Keyser voor een raad van ondeizoek te breugeu.
Op dit laatste werd geantwoord, dat iudien dit
werkelijk zoo ware, de bepalingen der wet van
1851 zoodanig moesten worden gewijzigd, dat
het roepen van officieren voor een raad van on ier-
zoek ter zake van feiteu, als men hier op liet
oog had, mogelijk wieid. Ten overvloede m rkt
de Commissie van Rapporteurs op, dat de over
weging in oe aldeehngen over du wels-ontwerp
reeds in Maart jl. heelt plaais gehad.
Uok het verplichte kerkgaau der militairen
werd nog uieer opzettelijk besproken. Het ge
voelen deed zich daarbij gelden, dat aankwee
king van gud.-diensizin onder onze krijgslieden
van hoog gewicht was en een middel Kon zijn
om de inoreele kracht van het leger, waarop oe
Minister te recht prijs stelde, le verhoogeu.
j tVan deze zijde keurde men het dus üoogelijk
at, dat de Minister in de sedert meer dau eeue
halve eeuw up dit stuk bestaande regeling ver
andering bad gebracht. Andeie leden meenden
dat, als men getuige was geweest van de hou
ding ner ineesie militairen in de kerk, men
onmogelijk aan zulk een gedwougen kerkgang
veel waarde kon heclueu. Uok hier waren alleen
van volkomene vrijheid goede vruchten te ver
wachten. Maar ook deze leden konden daarom
de wijze, waarop door den Minister in dit op
zicht gehandeld was, niet goedkeuren. Hij had
zijne circulaire uitgevaardigd, toen de zaak van
den gewezen kapitein Janssen, die zich hevig
tegen den verplichten kerkgang had uitgelaten,
nog hangende was, en dus het tijdstip dier uit
vaardiging ongelukkig gekozen. Hij had later
in zijne den 27sten Februari jl. iu de Kamer
gehouden rede aau die circulaire weder nage-
nueg alle kracht ontnomen, zoodat men thans
met recht vragen konis de verplichte kerkgang
afgeschaft of in siaud geblevenZoo veel scneen
wel zeker, dat door net opleggen der verplich
ting aan de militairen om reeds des Zaterdags
over het al dau niet ter kerke gaan op den
vulgendeu z-oi.dag te beslissen, de kerkgang niet
werd bevorderd. Wanneer de Miuister, zoo als
hij zelf verklaard bud, godsdienstzin onuer de
manschappen wilde aankweeken, moest niets
zorgvuldiger wordeu veruiedeu uau het gevaar,
dat degeuen, die aau de godsdienstoefening vvü-
deu deel nemeu, aan ue spotternijen hunner
krijgsmakkers wierdeu blootgesteld.
De zinsnede der Memorie van i'oelichting, vol
gens welke de wet op de legerorganisane niet
eer aau de Vertegenwoordiging zou kunuen wor
deu aangeboden dau nadat de aanhangige wets
ontwerpen betreffende het vestingstelsel en de
nationale militie zouden zijn vastgesteld, bad op
enkele leden een miuder aaugenameu iudtuk
gemaakt. Het zou, zoo doeude, nog lang kunnen
duren, eer op ernstige wijze van de wet op de
legerorganisane sprake was. Al te lang uitstel
was ook d-arom verkeerd, omdat ouder de tegen
woordige omstandigheden btj het leger het ge
voelen ingang zon kuuneu vinden, dat altes op
losie schroeven staat. Zou, vroeg men, Ue Mi
nuter althans niet in groote trekken kunnen
mededeeleit, hoe, naar ziju inzien, do staven en
de korpsen vau het leger iu de tuekotitst samen
gesteld moeten ziju? Audere ledeu meenden, dat
de Miuister zeer moeielijk aau dit verlangen
kon toegeven. De samenstelling van het leger
is, in sommige opzichten althans, van het uau
te nemen vestingstelsel athankehjk. Hoe kan
men bijv. de sterkte der vesiing-artillerie bepa
len, als nog niet uitgemaakt is, welke liniën eu
vestiugeu iu uet detensteplau ziju opgeuotneu i
Boveudieri was het de vraag, of uteu aau de
wettelijke legerorgamsatie geeu overdreven ge
wicht hechtte. Men kon zoo liebt zich daardoor
de haoden meer binden dan weuscbeiijk is, ot,
als men dit gevaar wilde vermijden, wettelijke
bepalingen tot stand breugeu, die veel ruimte
van uitvoering toelieten eu daarom weiuig be-
teekeaden. Iu België is men reeds ten derden
male op de wet wegens de legerorgamsatie terug
moeten komen.
Gemeenteraad.
INGEKOMEN STUKKEN.
Leiden, 18 April 1872.
De Commissie van Financiën heeft geene be
denkingen tegen het voorstel van Burgemeester
en Wethouders om de opbrengst van de bruggel
den voor het ophalen der Zijl-of Spanjaardsbrug,
alsmede de tolgelden aan hetZijlhek bij genoemde
brug bij continuatie voor den tijd van drie maan
den aau de tegenwoordige pachters op de be
staande voorvvaaiden te verpachieu.
Op de gronden door Burgemeester en Wethou
ders aangevoerd, geeft zij u mitsdien in overwe
ging om dieuovereeukouistig te besluiten.
De Commissie van Financien, enz.
Aan den Gemeenteraad.
Leiden, 10 April 1872.
De Commissie vau Fabricage, heeft de eer op
het request van J. P. Bakker te berigten, dat bij
haar geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging
van het daarbij gedaan verzoek, om een gedeelte
der sloot tusschen het Utreehtsche jaagpaden zijn
grond, bij het kadaster der gemeente Boeterwoude
bekend onder Sectie A, N°. 2916, te mogen in
nemen, dempen en gebruiken, ter grootte van
tien metprs lang en anderhalve meter breed; mils
door eeue houten schutting iu de verlenging van
het perceel Sectie A, N'. 2915, van bet jaagpad
al'sluneude, tegen betaling eener recognitie van
314 cent per vierkante meter en derhalve van
52ü cent 's jaars over de iu te nemen 15 vier
kante meters, teu behoeve van de eigenaars van
het Utrechlsche jaagpad, uit te voeren op aan
wijzing en onder toezigt van den gemeente
architect.
De Commissie van Fabricage, enz.
Aan den Gemeenteraad.
LAATSTE BERICHTEN.
Per telegraaf.) 's-Gravenhage, 22 April. Iu de
zitting der Tweede Kamer van heden werd de
discussie over de inkomstenbelasting voortgezet.
De heer Gevers Deijnoot verklaarde zicli er voor,
omdat zij drie schadelijke belastingen vervangt,
een goede grondslag is voor de herziening van
het belastingstelsel, en de meest raiioneele directe
belasting. De heeren 's Jacob, Rutgers, Saaymans,
Viruly en Kappeijne waren er op verschillende
groudeu tegeu. Volgens heu is de financieele toe
stand gunstig, is er geen urgentie en de inkom
stenbelasting onbillijk en onrechtvaardig. De heer
Rutgers is er in b.ginsel voor, maar du ook de
grondeigendom nogmaals zal belast worden, be
paald tegeu, terwijl de heer Viruly vooropzette,
dat de aauneuiiug of verwerping geene politieke
strekking heeft, daar het eene ecouomischequaestie
betreft. Morgen voortzetting.
THERMOMETER VAN FAHRENHEIT.
morg.
morg.
nam.
nam.
nam.
avond
avond
5 u.
8 a.
12 u.
4 u.
5 D.
8 u.
10 u.
Maand.
56°
41"
47°
Dinsdag
45°
53°
62°
63'
Wind: Maaudag-middag 5 u. Z. W,