1°. voor de geheel of ten deele met hout be groeide pannen en de groene duinvlakten, die gemiddeld niet meer dan een halven meter hoo- ger dan de naburige houtpannen liggen, op der tig cent per are; 2°. voor de overige niet beteelde duingronden Op vijf cent per are; 3°. voor het bouwland op een gulden per are; Het heeft Zijne Majesteit behaagd den naam van liet op 's Rijks werf te Amsterdam in aan bouw zijnde gepantserd ramtorenschip Matador, te veranderen in dien van Koning der Nederlanden. (jDe Vereeniging van en voor Nederlandsche Industriëelen heeft een verzoekschrift aan den Koning gericht tot weder-afschalfing der graan rechten. Zij verzoekt daarin aan Z. M. dat het HD. thans behagen moge: aangezien bewezen is, dat de opbrengst der invoerrechten in het al gemeen die van de jaren 1861—1864 met een aanzienlijk bedrag te boven gaat, ja in 1871 bij kans met een millioen gulden of 25 pCt.; aange zien alzoo de voorwaarde, waaronder in 1862 een invoerrecht op de granen, als tijdelijk excep- tioneele afwijking van éen der beginselen van het tarief werd voorgesteld en toegestaan, ruimschoots is vervuld, aan de Staten-Gene- raai zonder verwijl een voorstel van wet te doen onderwerpen, strekkende tot herstelling van den vrijdom van invoerrecht voor het artikel granen. Het bericht, dat Z. K. H. prins Hendrik bij zijn eventueel bezoek aan Heiligérlee des nachts logeeren zal te Winschoten, bij den heerViëtor, lid van Gedep. Staten, maar de stad Groningen niet zal bezoeken, berust, naar men aan de Pr. Gr. Ct. verzekert, op eene vergissing. De heer Viëtor moet wel Z. K. H. prins Frederik uitge- noodigd hebben, die echter beleefdelijk voor de uitDOodiging heeft bedankt; terwijl prins Hendrik te Groningen zal logeeren. Den heer Jhr. J. A. van Eijk te Amsterdam, is vanwege het bestuur der Maatschappij Felirc Merilis, bij gelegenheid van den 25sten verjaardag, dat hij des winters onafgebroken het natuurkun dig onderwijs voor jongelieden heeft gegeven, een geschenk aangeboden. Onlangs is te Amsterdam een wijziging gebracht in het reglement voor de openbare lagere scholen, van 7 November 1867, welke een groote verbe tering heeteu mag. Was er vroeger op de open bare armenscholen slechts tweemaal 's jaars gele genheid tot inschrijving van leerlingen, de zoo genaamde voorjaars- en najaarsinschrijving, thans zal dit tweemaal in de maand kunnen geschieden op door B. en W. te bepalen en aan te kondigen dagen. Elk kind dat zijn zesde levensjaar bereikt, zal nu dadelijk naar school kunnen gaan, zooras maar al de scholen zijn afgebouwd, een toestand welke zich niet lang meer zal doen wachten. Dat de verklaring van onvermogen niet meer door den buurtsecretaris, maar nu door den boek houder van het burgerlijk armbestuur en door een armbezoeker van dat bestuur na onderzoek wordt geteekend, is een'administratieve regeling, die tevens groote voordeelen heeft, daar, waar men geen kosteloos onderwijs, maar bedeeling in onderwijs heeft en dus het onvermogen voor al goed geconstateerd dient te zijn. De tentoonstelling der schilderijen v&n oude meesters in Arti et Amicitiae te Amsterdam mag zich in een toenemende belangstelling verheugen reeds in de drie eerste dagen na de opening was het getal bezoekers grooter dan bij de vorige tentoonstelling gedurende een geheele week. De verzameling is in elk opzicht uitmuntend en doet de kunstminnaars wederom watertanden naar een nationaal museum. De tijdelijke afstand van vele regentenstukken is de voorbode van een gunstig antwoord op een verzoek om permanen ten afstaud, in bruikleen desnoods. De te Amsterdam gevestigde afdeeling der Vereeniging tot bevordering van Fabriek- en Handwerksnijverheid in Nederland,zal Donderdag 25 dezer een buitengewone vergadering houden tot het doen van eenige benoemingen en de behan deling van het rapport der commisise over voor schotbanken. Daarna zal Dr. H. F. R. Hubrecht zijn laatste voordracht houden over suikerberei ding, handel en wetgeving, gevolgd door een gemeenzaam onderhoud over de internationale suikerconventie, dat zeer belangrijk belooft te worden, vooral doordien ook eenigeRotterdamsche handelaars en makelaars hebben toegezegd de vergadering bij te wonen. In de Debating-Society Vooruitgang te Amster dam, zal Woensdag e. k. worden verdedigd de volgende Stelling: „De vermeerdering van den nationalen rijkdom is eene voorname oorzaak der uitbreiding van het pauperisme." Uit Portsmouth wordt ons het overlijden ge meld van den heer van den Bergh, Nederl. con sul aldaar, ridder van den Nederl. Leeuw, van het legioen van Eer, van den rooden arend van Pruisen, van Frans Joseph van Oostenrijk en van Wasa van Zweden. Hij had den ouderdom van 75 jaar bereikt. Hij vertegenwoordigde al daar gedurende een tal van jaren als consul het grootste gedeelte der natiën. Zijn vader, wien hij opvolgde, was als een der eerste consuls in die stad aangesteld. Hij had gedurende zijn le ven de eer, verscheidene gekroonde hoofden van Europa te zijuent te zien, en was gedurende een tal van jaren lid van den Gemeenteraad; door iedereen werd hij geacht en bemind. Al de koop vaardijschepen, zoowel Engelsche als vreemde, hadden de vlaggen halfstok geheschen en ver scheidene kooplieden hielden dien dag de maga zijnen gesloten. (Hbl.) De Locomotief deelt onder voorbehoud de vol gende nieuwe lezing omtrent een incident in de zaak der ontvluchting van den luitenant Hagen mede De kapitein, aan wiens beweerde nalatigheid men het ontsnappen van den luitenant Hagen toeschrijft, ontving, des daags voordat hij uit Ba tavia naar zijn nieuwe bestemming Kedong Kebo zou vertrekken, van den plaatselijk militairen kommandant den last om den 2den luitenant Ha gen naar Samarang over te brengen, en die last werd aan den voet zijner marschorder bekend gesteld.1- J'-»" ijs nn .ups al hwuoil9§ n In den morgen van den 9den November werd hem de luit. Hageu door den plaatselijken adju dant aan boord der Willem III overgeleverd. Een dag later, 's morgens omstreeks 10 uren onmiddellijk na het debarqueeren, reed de ka pitein met den luit. H. in een gesloten rijtuig naar de provoost, doch ontving daar de mede- deeling, dat er voor dezen veroordeelde geen plaats meer was. Moest toen de kapitein aan den provoost gelasten om ruimte te maken Dat ging zijn bevoegdheid te buiten. De kapitein herinnerde zich, dat de luit. Ha gen, na reeds ter dood veroordeeld te zijn, te Batavia in een logement verblijf had gehouden, en bracht hem daarna in afwachting van de be slissing der bevoegde autoriteiten naar het Hotel du Pavilion, terwijl hij hem op zijn woord van eer en bij handtasting deed beloven, dat hij het arrest niet violeeren zou. De luitenant begaf zich naar zijn kader. De kapitein ging ten spoedigste naar het bu reau van den plaatselijken kommandant. Deze echter was afwezig, met verlof. Daarop zocht de kapitein den adjudant, en, hem gevonden hebbende, rapporteerde hij de aan komst van den luitenant, met vermelding van diens tegenwoordig verblijf en de redenen, die tot de plaatsing in het logement bewogen hadden. Dat alles gebeurde des voormiddags. Des avonds te 7 uren ontving de waarn. plaat selijke militaire kommandant van een en ander bericht, en deze gelastte daarop den luit.-adjudant, die de berichtgever was, om den kapitein van piket aan te zeggen, dat die den volgenden morgen te 5 uren naar het logement moest gaan om den luit. Hagen over te brengen naar de provoost. Er werden echter geen maatregelen genomen. Wèl werd den luitenant Hagen, die nog altijd hoop op gratie had, aangezegd, dat hij den vol genden morgen naar Willem I (waar hij geëxe cuteerd moest worden) zou vertrekken, en dat er op zijn request geen andere dan een afwijzende beschikking te wachten was I Den volgenden morgen maakte de kapitein, die den luit. Hagen naar Samarang had begeleid, zijn opwachtiug bij den waarn. mil. kommandant, liet toen zijn marschorder afteekenen, waarop, zooals wij zeiden, bekend was gesteld dat hij met het overbrengen van den veroordeelde was belast. Door die afteokening mocht de kapitein zich met de gedachte vleien, dat hij zich van den hem opgedragen last geheel gekweten had; 't werd hem bovendien uitdrukkelijk gezegd. Hij zond dan ook reeds zijne goederen vooruit naar Kedong- Kebo, maar ontving een dag later de kennisgave, dat hij aangehouden werd, omdat hij vervolgd moest worden wegens de ontvluchting van den veroordeelde 1 In 't Utr. Dagbl. leest men: „Wij hadden gehoopt op de zaak der Utrechtsche- Aprilfeestviermg niet meer terug te moeten ko men, maar een dringend verzoek van den heer v. Hall, om beide onderstaande brieven te plaat sen, noopt ons weder over die onaangename zaak te schrijven, en onze opinie nogmaals openlijk uit te spreken, al dreigt men ons nogmaals in ongeteekende brieven „onzen boel in brand te zullen steken," en al wordt ons heden nog in een dusdanig briefje liefelijk voorspeld „dat de pauselijke kleuren jou sekte met tutti quanti in de hel zullen werpen." Voorop zetten wij, dat de heer Roothaan in dit schrijven om de zaak heen loopt, maar dat wij straks zullen aantoo- nen, dat zijn schrijven oneerlijk is, en dat hij op nieuw toont verre van een goed burger van Utrecht te zijn." Daarop volgen de genoemde brieven. Uit Doesburg wordt van 21 April gemeld: De eensgezindheid die het Aprilfeest kenmerkte, is, helaas 1 van korten duur geweest. De onwaardige houding van eenige anti-nationaleu schijnt aan leiding gegeven te hebben tot eontra-demonstra- tiën, en terwijl van de eene zijde de Aprilliederen werden gezongeu, hief men van de andere zijde het Piuslied aan. Vrijdag-avond hadden er eenige oploopjes plaats, en ten einde deze te keer te gaan en ernstiger gebeurtenissen te voorkomen, werden op gebrui kelijke wijze door den Burgemeester samenscho- lingeu verboden. Daar nochtans des Zaterdag avonds het volk hier en daar te hoop liep, werd aan de militaire macht last gegeven de samen scholingen uiteen te drijven. Gisteren had het jongste kind van een hand werksman te 's-Gravenhage het ongeluk, een beentje in te slikken. Niettegenstaande terstond geneeskundige hulp werd ingeroepen, is het kind eenige oogenblikken later overleden. De sergeant-scherpschutter Ch., van het regi ment grenadiers en jagers, is naar het huis van burgerlijke en militaire verzekering overgebracht wegens diefstal van een gouden horloge, dat van wege den eigenaar zou worden verloot. Als een opmerkenswaardige bijzonderheid wordt van Heerenveeu medegedeeld, dat de turfschip per E. P. De Groot, oud 81 jaren, en zijn vrouw, oud 83 jaren, zonder iemand anders aan boord, nog steeds, om in het levensonderhoud te voor zien, varen met turf. Reeds is dit paar 58 jaren gehuwd. Hij trekt het schip voort en zij, met zijn buis gewapend in de koude dagen, stuurt het. Aan een correspondentie uit .Zeeland aan 't Vaderland ontleenen wij Walcheren en Zuid-Beveland, de vroegere groot ste eilanden, thans tot een schiereiland gemaakt en aan het vasteland van Noord-Brabant verbon den, verdienen ten volle, dat de tourist niet ver geet zijn voet op hun bodem te zetten. Schou wen, het eiland, dat helaas! nog niet deelt in het lot harer vroegere zusters, maar steeds nog een der weezen van Nederland is, wekt een grootsche gedachte op by ieder die het door reist, de gedachte, wat deze streek zou wezen, indien zij werd opgenomen in het Nederland sche gezin. Het is zeer te betreuren, dat de bede der be woners om door een dam in het Slaak een korteren en meer veiligen weg uaar Noord-Bra bant te verkrijgen, nog zoo weinig sympathie heeft gevonden, dat de verhooring vooreerst wel niet plaats zal hebben. Nog onlangs is die bede door de Zierikzeesche Courant herhaald, en werd er opgewekt tot een krachtig petitionnement door de gemeentebesturen aan de Hooge Regeering om dat werk te ondernemen. De Maatschappij tot bevordering van Nijverheid had op de alge- meene vergadering, in het vorige jaar te Haar lem gehouden, geen geneigdheid getoond, het verzoek van het Zierikzeesch departement tot het leggen van dien dam bij 's lands bestuur te bren gen en te ondersteunen. Het dringend vertoog van den afgevaardigde viel in het water door het niet zeer broederlijke woord van den afgevaar digde uit Sneek, dat indien de Maatschappij het verzoek inwilligde, hij nog verscheidene voor stellen zou doen omtrent de verbetering der com municatie van zijn stad niet het overige gedeelte van Friesland. Maar Schouwen verdieut de aan dacht der Hooge Regeering ten volle. Wij twij felen echter niet, of dit zal te avond of morgen nog wel komen. Waar de Zeeuwen nog steeds hunne wapenspreuk behartigen Luctor et emergo, daar zal zeker op de worsteling het ontzwem- men, de overwinuiug volgen. Reeds is er een lichtstraal in het Oosten gezien, loen een Minis ter aan het feestmaal te Middelöurg, bij de ope ning van den Spuorweg betuigde, dat hij en zijne ambtgenooten een warm hart en een open oog voor de belangen van Zeeland en zijne bewo ners hadden. Bij beschikking van den Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken van 20 April 1872, is, met iogang van 1 Mei e. k.bevorderd tot op zichter van den waterstaat der 3de klasse C. J. E. la Fontiju, thans opzichter de 4de klasse. Bij gelijke beschikking is, na voorafgaand ver gelijkend onderzoek, met ingang van denzellden datum, benoemd tot opzicter vau deu waterstaat der 4de klasse D. L. A. van de Kreke. Z. M. heeft aan Mr. G. A. Hoef hamer, op zijn daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag ver leend als plaatsvervangend kantonrechter te El- burg, en benoemd: tot plaatsvervangend kanton rechter te Elburg, Mr. H. A. Hoef hamer, advo caat en candidaat-notaris aldaar; en A. J. van Asselt, notaris te Oldebroek en lid der Provin ciale Staten van Gelderland. 9JS 1IVIV 1ÜIV j-. IV x>. Lbidsöhendah, 23 April. Berichtten wij ten vorige jare, dat in ons naburig Veur, een vrouw vau drie kinderen bevallen was, thans kunnen wij van deze laatsten mededeelen, dat zij heden hunnen eerstenverjaardag belevén, enniettegen- staandé zij nimmer de moederborst hebben ge noten, zeer ontwikkeld zijn en spoedig zullen loopen. Het is aardig deze drie kinderen te zien en met hoeveel graagte zij hét hun aangebodene tot zich nemen. Pormekend, 22 April. Gisterennacht had hitr de volgende schandelijke gebeurtenis plaats. De heer S. B., wegens voorgenomen huwelijk van een zijner zoons, met zijn gezin afwezig zijnde, hebben een of meer schelmen hij hem ingebroken en niet alleen voor omstreeks 1500 aan geld en eenig zilverwerk bij hem gestolen maar ook op de meest verwoestende wijze huis- gehouden, door namelijk bedden, behangsels en kleedeu stuk te snijden, pendules, klok en verdere breekbare waar te verbrijzelen, liunengoed uit de kasten te verspreideu en met inkt te over gieten, met stroop en peiroleuin te soieeren eieren tegen de wanden te smijten, krukken uit de deuren te draateu enz., enz. Men kan ziet, verbeelden hoe ontsteld bet gezin stond te kijken toen het omstreeks éen uur te huis kwam, |,et licht brandende en alles in zulk een desolate toestand vond. Het is te wenschen dat de dader of daders spoedig gevonden zullen worden. Meepel, 22 April. In de vergadering van alhier gevestigde departement der Nederland,!-. Maatschappij ter bevordering van Nijverht werd, in gevolge machtiging van 't hoofdbestiia, aan Dr. S. Stratingh Tresling, te Havelte, it gouden medaille dier Maatschappij en bet daar bij behooreude getuigschrift uitgereikt, hem tos- gekend voor zij ue verhandeling over den „Boii: van arbeiderswoningen." Drachten, 22 April. Met zekerheid kan gemet worden, dat Zijne Majesteit voornemens is de; 16den Mei een tocht te doen van Leeuwardes over Bergum, Drachten, Beelsterzwaag, nat Heerenveeu eu 't Oranjewoud, om op de dri laatste plaatsen eenigen tijd te vertoeven i 's avonds per spoor naar Leeuwarden terug, keeren. INGi-EZOIVDEIV. Mijnheer de Redacteur, Zou UEd. zoo goed willen zijn om onderstaande regelen in uw veelgelezen blad op te nemen. Acht dagen geleden ging ik door de Vestestraat, waar ik voor een poort een menigte inenscheo zag staan. Op mijne vraag, of er iets gaandewas, kreeg ik ten antwoord dat daar een gezin, man, vrouw en twee jonge kinderen, in de openlucht bivakkeerden, daar zij kort geleden uit hunne woning waren gezet. Gisteren weer die straat passeerende, zag ik tot mijne verbazing, dat het gezin daar nog aanwezig was, met eenige be schutting, bestaande uit een paar planken en riet matten, door eenige buren bijeengebracht, zoodli ik de aandacht der politie op dezen toestand vestig, vooral met het oog op gevaar van brand, daai zij in de open lucht hun vuur aanleggen, en de vonken door den wind zich naar alle kanten verspreiden, terwijl bovendien de rook voor de bewoners der huisjes van die dichtbevolkte straat, onverdraaglijk is. A. Z. BUITENLAND. Frankrijk. I Een ongehoorzaam priester en onderdaan. I De rechterzijde en Gambetta. Rochefort. De afkondiging van het dogma der onleilba; I heid door den aartsbisschop van Parijs, de ree 1 voeringen van Gambetta eu de interpellaties uw: I aanleiding daarvan door de rechterzijde in èi weder vergaderde kamer te houden, maken hel onderwerp van de gesprekken en dagblad-arul kelen uit. Wat de eerste betreft spreekt het van zelf, dal] alle onbevooroordeelde bladen de handelwyt! van Msgr. Guibert afkeuren zooals zij verdieuL Terwijl de kerk in Frankrijk door den staal zoo toegevend mogelijk behanueld wordt, gaata) toch de wereldlijke macht, tegen alle wet en bil lijkheid in, den handschoen ten strijde toewerpen. Het concordaat, toegelicht door de organieke bej sluiten, verbiedt de alkondigiug van eenig dogina zonder toestemming van den raad van state. Msgr. Guibert stoort er zich in 't minst niet aan eu koudigi met een alleraardigste naïveteit, alsof er van on geoorloofdheid geen sprake was, het krankzinnig ste dogma af, dut nog ooit uil de ultramoutaan- sche fabriek is afgeleverd. Hier dus geheele oven treding en minachting van het concordaat; dal I wanneer bet er op aankomt, dat verdrag (tf j voordeele der kerk toe te passen, dan houdenit geestelijke heeren er met hand eu tand aan va» Al het voordeel willen zij aau de zijde der ked> al het nadeej aan die vau den staat hebben. 1)8 liberale bladen verheffen tegen zulk een gedrag, zooals van zelf spreekt, hunne stem. Doch ineesien zijn zeer gematigd en dringen er bij Ja regeering niet op aan, maatregelen tegen den on- gehoorzamen onderdaan te nemen. Zeer terecht zegt de Temps, dat het gouvernement op het oo- gen blik wel wat anders te doen heeft, dau zich met die ellendige kerkelijke kindeiauhtigheden op te houden. Wanneer echter eenmaal de tijd komt, dat een beslissing in den strijd tussclieo staat en kerk noodzakelijk wordt, dau zal d® geestelijkheid door haar eigen gedrag alle rectu hebben verloren om zich op de bepaliugeu van het concordaat te beroepen en daardoor den staat te verlrindereu, zich geheel van haar af te scheiden. De clericale bladeu juichen natuurlijk over het „kloekmoedige besluit" van den aari> bisschop. Vooral de T rangais, die in den laatst® tijd „plus papal que le pape" is geworden, sla»1 een Imogen toon aan en roeptderepublikeinsc.it en liberale bladen toe, dat men nu eens zien zul, wie de bepalingen der organieke besluiten nog tegen de Kerk durft toe te passen. Wij hope" dat er weinig jaren noodig zuilen zijn, om bladen als de Frangais te toonen, dat men tegen die ver stokte dwingelandes, die men de Kerk noemt,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2