N°. 3743. Dinsdag A°. 1872. 23 April. I Ea wordt deze door plaatsing in de Leidsche Co li ra»/ afgekondigd. i-Fraii 1( LEIDSCB DAGBLAD i yii m J.r.y. PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden...3.00. Franco per post.B 3.85 Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zon- en Feestdagen, uitgegeven. PBIJS DER ADVKHTKNTIKN Voor iederen regel0.15. Grootere letten naar de plaatsruimte die lij beslaan. STADS-BERICHTEN. kohier der plaatselijke directe belasting. 1872, i BURGEMEESTER en WETHOUDERS van lïIDEN, flezien art. 264 der wet van 29 Junij 1831 Staats lid n°. 83); Doen te weten, dat het kohier der plaatselijke jjrecte belasting over 1872 op heden voorloopig is rastgeateld en van den 15den tot en met den 29sten kpni aanstaande ter Secretarie dezer gemeente (fi nanciële afdeeling), van 12 tot 3 uren, voor een Eder ter lezing is nedergelegd. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. D. BRAN DELER, Burgemeester. E. KIST, Secretaris. Leiden, 13 April 1872. Lelden, 22 April. De belastingschuldigen, en wel voornamelijk winkeliers en zij die kamers verhuren, worden attent gemaakt, dat het kohier der plaatselijke belasting nog ter inzage gedeponeerd ligt tot ïaandag 29 April. Heden vierde de amauuensis van het physisch kabinet J. Ingenegen alhier zijn tachtigsten ver- ,rdag. Bij die gelegenheid werd hem uit naam ian den Hoogleeraar Rijke, de assistenten van weger en later tijd en een groot aantal studen- leo en oud-studenten een Hinken fauteuil aange boden, waarbij door een der studenten een har- lelijk woord tot hem gericht werd. Dit feest was voor den ouden man te aangenamer, daar hij op dien hoogen ouderdom nog met denzelfden ijver en met even helder hoofd en vaste hand zijne werkzaamheden verricht als voor dertig jaren. op de jongste tentoonstelling voor den wer kenden stand werd hij voor een door hem inge laden stuk met eene medaille bekroond. Hij lijve nog jaren lang een degelijke amanuensis! s™ Aan belangstellenden herinneren wij, dat [Woensdag a. s. eene algemeene vergadering voor 4e Kweekschool voor Zeevaart alhier zal gehou den wordeD. Het ouderzoek van de verlofgangers der militie te land zal voor Leiden plaats hebbenvoor de '[lichtingen 1868 en 1869 op Woensdag 5 Juni, s morgens te 9 uren, en voor die van 1870 en 1871 's namiddags te 1 uur. ■J> Onder nadere goedkeuring van den Minister van Oorlog is het éénjarig onderhoud aan de militaire gebouwen onder het beheer der genie alhier, aangenomen door den heer J. van der amp voor de som ran f 9360. 871. Bele->1 a 4 |*1 e /SHl /m| iist!11! l'l n Ijl per 6/w. P', O. [d. kolt Itfl BotWH -1 w' BeW I ypotb'l In de tweede helft der maand Maart zijn aan et postkantoor alhier bezorgd de volgende brie- en, die wegens onbekendheid der adressanten iet bezorgd zijn kunnen worden. Zwaan, te AarlanderveenA. Altoo, H. H. Al- mg, A. v. d. Wallen, J. Thijs, J. Bartels, Mej. A. Cramer, allen te Amsterdam; W.J. Schoe- aker, te Emsterbroek; J. A. J. Sanders, Schu ier, beiden te 's-Gravenhage; C. B. Deelman, te roningen; Hertzei, te Haarlem; H. Haver, te ifidenC. D. Favier, H. J. Grietbuizen, beiden ■e Nieuwe diep; J. de Ridder, te Oude Wetering; v. Wijngaarden, te Rbijnsburg; C. E. Stijn, te Vlaardingen; Cornelia Hoogervorst, te War iond; J. Wakka, te Willemsoord; S. Guldemood, Zegwaard. Boeien de verhalen van den heer J. J. Cremer Ireeds bij het lezen, hoeveel te meer is dit het geval, wanneer de schrijver ze voordraagt en er i daardoor kleur en leven aan bijzet, ze als't ware [bezielt. Morgen wordt door de voordracht van Bella [Roel de gelegenheid gegeven om iets schoons te en van den talentvollen spreker, die zeker weder niet minder bijval zal vinden, dan hem vroeger hier ten deel viel. Zaterdag zijn te 's-Gravenhage geëxamineerd ['oor de akte van hulponderwijzeres 15 candida- 'en. Afgewezen 3; toegelaten 12, de dames: H. M. C. Bodegraven, J. A. van Hasselt, A. Kalff, |M. T. der Kinderen, A. J. Lefeber, J. Muns, C. 1. Noman, V. C. Reinhardt, W. A. M. Ritz, A. M. Sartor, C. P. Schiedjes en D. E. J. van der Werf. Voor vrouwelijke handwerken 16 onder wijzeressen. Afgewezen 4, toegelaten 11voor nut en smaak de dames E. M. Becker, W. H. Duka, J. M. van Echten, A. M. Hallensieben, W. E. de Heer, J. H. Kalkman, W. H. Knock, H. Schupper en P. H. van der Valk; voor smaak alleen, de dames B. C. Cosijn en S. Rikkers. Voorzoover thans bekend is, zal Z. M. de Ko ning op Zondag den 12 Mei e. k. te Leeuwarden arriveeren en Maandag daaraanvolgende 's voor- middags audiëntie verleeuen, terwijl des namid dags van stadswege een diner aan Z. M. zal aangeboden worden. Des avonds van dien dag zal de algemeene illuminatie plaats hebben, die naar de allerwegen reeds gemaakte aanstalten zeer luisterrijk belooft te worden. Dinsdag is bestemd voor een der uitstapjes in de provincie. Woensdag wordt eene matinée musicale in den Prinsentuin gegeven en Z. M. des namiddags vergast op eene harddraverij met paard en chais. De volgende dagen zullen waarsohijnlijk groo- tendeels gewijd zijn aan uitstapjes in de provincie en het bezichtigen van de verschillende merk waardigheden van Friesland's hoofdstad. Naar het zich laat aanzien, zal Z. M. alle reden heb ben om tevreden te zijn over de ontvangst die hem te beurt zal vallen. Aan Z. M. den Koning zijn Vrijdag de eerste aardappelen van den kouden grond door Jacobus Krijger, tuinman en hovenier te Naaldwijk, aan geboden. Met het oog op de ongeregeldheden, die te Noordwijk, op den lsten April jl. zijn voorge vallen, is Z. M. den Koning een adres ingediend van den volgenden inhoud: „Aan Zijne Majesteit den Koning I „De ondergeteekenden, allen inwoners van Noordwijk, geven eerbiedig aan Uwe Majesteit te kennen, dat zij levendig betreuren de ongere geldheden, die op den lsten April jongstleden, bij de herdenking aan het driehonderdjarig be staan onzer onafhankelijkheid, in deze gemeente hebben plaats gegrepen. „Zij stellen er grooten prijs op, de verzeke ring aan Uwe Majesteit te mogen geven, dat zij ten hoogste verontwaardigd zijn over de hand delingen van een groot deel hunner mede inge zetenen, die niet aLleen openlijk huDne afkeu ring over onze nationale feestviering hebben te kennen gegeven, maar zelfs door smadelijke kreten getracht hebben Uw doorluchtig Huis te honen. „Zij naderen, Sire! tot Uwen troon met de oprechte betuiging hunner trouw en gehechtheid aan het Stamhuis van Oranje en de grondwet tige instellingen van Nederland. (Volgen honderdzesendertig hand- teekeningen) Door een 120 tal ingezetenen is voorts aaD den Gemeenteraad een adres gericht, mede tot betuiging van afkeuring over do plaats gehad hebbende ongeregeldheden. De heer E. Wessels te Rotterdam, wapen- en decoratieschilder van Z. M. den Koning, heeft thans, evenals van Z. M., ook van H. M. de Konin gin een hoogst vereerende missive ontvangen, wegens zijne bewerking van bet groot kunst album, waarvan wij onlangs melding hebben gemaakt. Het heeft H. M. tevens behaagd, in te teekenen op den photografischen afdruk van de geslachtwapens der dynastie, naar de daar van gemaakte penneteekening. Z. K. H. Prins Hendrik der Nederlanden heeft aan de op te richten school voor wis- en zee vaartkunde te Schiermonnikoog 500 geschonken, tot aankoop vaD zeevaartkundige instrumenten, kaarten, boeken, enz. Naar men verneemt is de commissie van rap porteurs van de Tweede Kamer gereed met het verslag nopens het onderhoud in de afdeelingeD van de definitieve begrooting van oorlog, welk stuk zeer spoedig gedrukt zal worden rondgedeeld. Uit Hoogeveen is, naar men verneemt, een adres van adhaesie aan 't amendement van Mr. Oldenhuis Gratama, over de inkomstenbelasting, aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal gericht. Aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal is aangeboden een wetsontwerp tot verhooging der begrooting van Nederlandsch-Indië voor het dienst jaar 1872 (Hoofdstuk I, Uitgaven in Nederland) en wel met f 15,196. Tot toelichting van dit ont werp wordt gezegd: Bij Koninklijk besluit van 18 September 1866, N'. 42, is aan den destijds benoemden Gouverneur-Generaal van Neder landsch-Indië Mr. P. Mijer, onder anderen toege kend een inkomen naar reden van f 100,000 'sjaars, van het nederleggen des bestuurs tot zijne terugkomst in het moederland, benevens vrije overtocht voor hem en zijn gezin uit Neder- iandsch-Indië herwaarts. Aan den heer Mr. P Mijer komt ter voorschreven zake toe een geza menlijk bedrag van f 16,194,94 uitmakende het beloop van het voormelde inkomen van en met 1 Januari 1872 (tijdstip waarop hij het bestuur van Nederlandsch-Indië aan zijnen opvolger heeft overgedragen) tot en met 13 Februari 1872 (zijnde de dag voorafgaande aan dien waarop hij zijne bestemmingsplaats hier te lande heeft bereikt) ad f 11,914,44 en van de door hem uitgegeven gelden ad f 3,250,50, wegens reiskosten van Singapore tot Utrecht, zoo voor zich als voor zijue dochter en eene vrouwelijke bediende. Op die uitgaven is niet gerekend bij de betrokken onderafdeeling van het 1ste hoofdstuk der begrooting vaD Neder landsch-Indië voor 1872, terwijl de afdeeling, waartoe zij behooren, geen post van onvoorziene uitgaven omvat, waaruit het tekort kan wordeD aangevuld. Uit aanmerking daarvan wordt voor gesteld de onderafdeeling 1 (Gouverneur-Generaal) te vermeerderen met eene som van f15,195. Ver mits aanvankelijk de opbrengst van de verkooping van producten de daarvoor geraamde som vrij aanmerkelijk overtreft, komt het niet noodig voor thans reeds voor dit betrekkelijk gering bedrag een voorstel te doen tot vermindering van onder afdeeling 50 der Indische begrooting. De afdeeiiDg Tholen van het Schoolverbond heeft omtrent de vraag, of men adhaesie zou schenken aan het voorstel, door de afdeeling Middelburg op de algemeeoe vergadering in te dienen (dat slechts 1/10 der contributie aan het Hoofdbestuur zou behoeven te worden overgemaakt), besloten eene afwachtende houding aan te Demen en in de Decern ber-vergaderiDg een besluit te nemen, of men al dan niet van het Verbond zich af scheiden zou. Morgen zullen voor de rechtbank te Rotterdam (correctioneele kamer) een twaalftal ingezetenen van Maasland terechtstaan, ter zake van op 1 April II. bij inwoDers dier gemeente, die geen vlag hadden uitgestoken, de glasruiten en het huisraad te hebbeo vernield; alsmede vier inwo ners van Waddinxveen, verdacht van dergelijke feiten te hebben gepleegd. Men bericht, dat reeds op 1 April 1873 de nimf te Brielle zal worden onthuld. Bij die mededeeling wordt twijfel geopperd, of't zeemans huis wel stand zal komen. Daarom wordt her innerd aan 't denkbeeld, om aao de H. Regee ring te verzoeken, of in die gemeenten, waar geen geld werd ingezameld voor die nuttige stichting, door de gemeentebesturen geen collecte kon worden gehouden. (U. D.) Door de directie van de Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij is besloten, om voortaan, van af 23 dezer, iedere week een extra-veetrein tusschen Amsterdam en Rotterdam te lateD loopen; de aanvoer van vee was dagelijks zoo groot dat de directie, in het belaog van den handel, tot dien maatregel moest overgaan. Het meeste vee gaat van beide plaatsen langs den Rijnspoorweg naar Duitschland en over den Moerdijk naar Frankrijk. Vrijdag-namiddag hadden zich eeu 25tal per sonen voor den te 4 "u. 41 m. van Middelburg naar Rozendaal vertrekkenden spoortrein van kaarten voorzien, en wachtten in de wachtkamer het oogenblik van vertrek af. De trein vertrok echter, zonder dat de passagiers gewaarschuwd of de deuren geopend werden. Verscheidene hunner hebben zich van rijtuigen voorzien, om zich naar Goes en andere plaatsen hunner be stemming te doen overbrengen, onder voorbe houd de kosten te verhalen op hem, die daarvan de oorzaak is geweest. De te Rotterdam bestaande Smidsgezellen-ver- eeniging St.-Eloy heeft in de werkplaats op ha ren triomfwagen, in den optocht op 1 dezer, verscheidene nette werkstukken vervaardigd. Zij heeft daarvan eenige aan Z. M. den Koning en eenige aan den heer Burgemeester ten geschenke aangeboden, waarna zij namens Z. M. de vol gende missive heelt ontvangen „'s-Gravenhage, 17 April 1872. ZM. de Koning belast mij met de aange name taak, U te melden, dat Hy met veel wel gevallen als een huldeblijk der brave smidsgezellen der Vereeniging St.-Eloy aangenomen heeft het H. D. door eenige leden dier Vereeniging aange boden smidswerk, dat vervaardigd is gedurende den historisch-allegorischen optocht, gehouden te Rotterdam bij de feestviering van 1 April 1872. „De adjudant des Konings tl „H. Do Moncbau." Ook van den heer Burgemeester ontviDg zij eene recht hartelijke dankbetuiging. Naar men verneemt, zal het garnizoen te Maas tricht met twee bataljons infanterie worden ver minderd. In het programma der nieuw uitgeschreven prijsvraag voor 1872 nit het Hoeufftiaansche le gaat wordt het voor het vorige jaar bekroonde gedicht van den heer Petrus Esseiva, te Freiburg in Zwitserland, zeer geprezen. Het is getiteld ad iuvenem salira en bevat een scherpe gisping der slechte practijken, waardoor velen tot eer en rang trachten te komen en een aansporing tot ware deugd en de beoefening van goede kun sten. Volgens de commissie onderscheidt het zich door vindingrijkheid, goede indeeling, zuiverheid van taal en zoetvloeiendheid van verzen. De Latijnsche gedichten voor den nu geopenden wed strijd moeten vóór 1 Januari 1873 bij den hoog leeraar Boot te Amsterdam worden ingezonden. De officier van justitie te Utrecht bericht, dat den 26sten Maart jl., door de dienstmeid van Bas- tiaan N.-geboren, in de hulpbus aan de Smeesteeg aldaar is gestoken een door hem afgezonden brief, aan het adres van den //WelEdel Gestrengen Heer Vermeut, te Amsterdam, Rozegracht, D D 509," en inhoudende 4 coupons, als: 1 Chicago N. W. Maddison Ext., n°. 1833, verschijnende 1 April, waarde 85 dollars; 1 Rusland Stieglitz 5de serie, n". 82555/40551, waarde 12 R. 50, verschijnende 1 April; 1 Oostenrijk zilver Metalliek, n'. 87094, waarde 21 fl.j 1 Oostenrijksch Lot Jan. 1860, n'. 17, serie 19989, versohijDende 1 Mei, waarde 1214 fl.; welke brief Diet aan zijn adres is bezorgd. De officier van justitie te Utrecht verzoekt opspo ring, aanhouding en bericht. J Te Meppel is een hevige strijd uitgebroken tusschen de dokters, over het al of niet constate ren vao een geval van roodvonk, ten huize yan een varkenslachter. Terwijl de fuDgeerende Dr. C. van der Boon verklaarde, dat er geen spoor van bedoelde ziekte aanwezig was, werd de stede lijke geneesheer, de heer B. H. ten Raa, op last van 't stedelijk bestuur daarheen gezonden, die de ziekte voor roodvonk verklaarde en daarop werd zulks aaD de woning volgens politie-maat- regel aangeplakt. Intusscben kwam ook Dr. Stof- fels, na onderzoek, tot de conclusie, dat het slechts een geval van catharrale aandoening met een eigenaardig rood uitslag, vooral verspreid over de ledematen, was, 't welk door Dr. Lubach, pro vincialen inspecteur, werd bevestigd. Dat in deze zaak het laatste woord nog niet gesproken is, zal wel niet gezegd behoeven te worden. Vrijdag-morgen is in de Singelgracht te Amers foort het lijk opgehaald van zekere dienstbode H., een paar dagen te voren uit Amsterdam overgekomen. Aan zinsverbijstering lijdende, naar men verneemt, was zij er des nachts in geslaagd de woning van haren broeder onopgemerkt uit- tegaan, niettegenstaande deze vóór de slaapplaats zich ter ruste nedergelegd en zijne vrouw aan den voorkant der bedstede plaats genomen had. j (De Staats-Courant van gisteren bevat het ver slag van den heer L. Ph. C. van den Bergh, archivaris van het rijk, aan den minister van binnenlandsche zaken, van hetgeen 't afgeloopen jaar voor het rijksarchief heeft opgeleverd. Dit jaar heeft zich noch door belangrijke aanwinsten, noch door veelomvattende regeling der verza meling onderscheiden, maar de werkzaamheden zijn steeds voortgezet en op verschillende punten.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1