orgelspel in het begin en aan het slot dezer plechtigheid. Van de bekroonden laten wij alleen volgen de namen van hen aan wie de prijzen zijn ten deel gevallen. Klein pleister, Th. Offermans; lste klasse, (elementair) groot geschaduwd beeld, H. Boos; 2de klasse, groote geschaduwde kop, F. J. Jansen. 3de kl., kleine geschaduwde kop, M. H. J. Zalmé; 4de kl., groote omtrek, J. W. Vintges; 5de kl., kleine omtrek, G. L. Brouwerpleister-fragment, H. Boos; Meetkundig figuur, F. de Man; er werden twee prijzen van aanmoediging voor compositiën uitgereikt aan: C. W. J. Bassou en C. J. Laar man; anatomie-klasse, H. Boos, J. van den Berg en P. Haaimanboetseerklasse, groot ornament, j. J. A. Smeele (zilveren academie-medaille); klein ornament, W. C. Luchtmeijer, F. J. H. Visser; groote kop, lste afd., P. J. den Hartog (kleine rijksmedaille) 2de afd., E. Bosmanbouwkunst, lste VI, lste afd, J. H. Muller; lste kl, 2de afd, J. Japitz (kleine rijksmedaille); 2de kl, lste afd., C. Doesberg; 2de kl, 2de afd, J. A. L. Looisen; 3de kl, F. van der Weijden; 4de kl, lste afd, J. J. Zalmé4de kl, 2de afd, J. J. Claus; Or nament, compositie, M. J. de Salie, (zilveren aca demie-medaille) lste kl, pleister, F. W. A. Lentz, (kleine rijksmedaille); 2de kl, lste afd, C. E. Jolly; 2de kL, 2de afd, J. Vas Dies; 2de kl, 3de afd., J. W. H. van der Harst, 8de kl. A, M. F. Muntz; 3de kl, B. C. Herinckx; meetkundig figuur, F. C. H. Seyffer. Dobdreoht, 17 April. In eene op gisteren ge houden zitting der Kamer van, Koophandel en Fabrieken alhier is, overeenkomstig het advies der Commissie voor de rivierverbelering, besloten tot het indienen van een adres aan den Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken, ten einde zijne bijzondere aandacht te vestigen op de on doelmatige en onvoldoende inrichting van het beweegbare gedeelte der spoorwegbrug alhier, bestemd tot het doorlaten van zeeschepen. Van dit adres zal bij afschrift mededeeling, met verzoek om ondersteuning, worden gedaan aan den heer Commissaris des Kouings in de provincie, wiens aandacht daarop ook reeds gevestigd is door de Commissie uit de Kamer, die heden ochtend bij Z.H.E.G. ten gehoore is toegela ten, en aan heeren burgemeester en wethouders, san wie tevens, naar aanleiding van een ont vangen verslag van den directeur der gemeente werken over den toestand der Spoorweghaven, ais het gevoelen der Kamer zal worden te ken nen gegeven, dat deze haven, al zij het alleen voor het spoorwegverkeer, dringend vergrooting en verbetering behoeft. In diezelfde zitting is in handen eener Com missie, bestaande uit de heeren J. de Voogd, D. van Wageningen en C. Vriesendorp, met den presi dent en secretaris, gesteld het verzoek om con cessie van den heer Kolff van Oosterwijk, tot af damming van het Haringvliet en den aanleg van een scheepvaartkanaal door Overflakkee, met een spoorweg van den mond van dat kanaal naar Rotterdam en Dordrecht. Eindelijk is besloten, ten gevolge van het daar omtrent genomen Raadsbesluit, aan heeren bur gemeester en wethouders te verzoeken de alhier gevestigde Rijksloodsen als havenloodsen aan te stellen. Gorxom, 17 April. Alhier zijn aangekomen de generaal-majoor van der Hart Beek, inspecteur van het wapen der genie, en de generaal-majoor Raedt van Oldenbarneveldt, genaamd Witte Tul- lingh, directeur voor het materieel der artillerie. Hunne komst zou in verband staan met de uitbreiding der vestingwerken alhier. Amersfoort, 18 April. Voor de arrondissements rechtbank alhier stonden heden terecht A. v. W, huisvrouw van P. v. N., en P. M. C. beiden alhier woonachtig, beschuldigd op Dinsdag 2 April jl. bij verschillende ingezetenen vensters te hebben ingegooid. Nadat 't proces-verbaal was voorgelezen wees de Officier van Justitie op de verregaande baldadigheid en laagheid waardoor zij hunnen blinden geloofshaat hadden gekoeld en eischte dan ook de strengste toepassing der strafrechtsartikelen ilienaaugaande. Tegen de eerste beschuldigde werden 4 getui gen gehoord, die allen verklaarden dat zij be schuldigde in 4 perceelen ramen hadden zien ingooien en dat beschuldigde tevens hevige scheld woorden zou hebben uitgebracht tegen katho lieken. Als verdediging gaf besch. op dat zij dien heelen dag „stomdronken" was geweest; dat't best mogelijk was dat zij ruiten had ingegooid; maar 1st zij daar volstrekt niets van wist. Tegen den 2de beklaagde werden 2 getuigen gehoord, de onbezoldigde rijksveldwachter A. v. d. H. en de agent van politie J. de V. De eerste getuige verhaalde dat hij beklaagde in één bewoond perceel de vensters had zien in gooien; 't geen door bekl. ten stelligste werd ont kend; hij verzekerde dat getuige A. v. d. H. een alschen eed had afgelegd, bekl. bekende echter «en half uur later in een ander perceel de ramen I 'e hebben willen ingooien; maar daarin door ten agent v. politie J. de V. te zijn verhinderd. De officier van justitie eischtc voor de eerste bekl. oen cellulaire gevangenisstraf van 6 maanden en 3 dagen en 3 geldboeten ieder 25voor 2den bekl. een cellulaire gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van 25. De uit spraak is bepaald op Donderdag e. k.alsdan zulten eenige andere ingezetenen voor 't zelfde feit terecht staan. Katerveer, 17 April. Door het wassen van den IJsel, hedenmorgen tot 1.07 boven A. P., zijn de laag gelegen uiterwaarden ondergeloopen. De graslanden lijden daardoor groote schade, maar die reeds met aardappelen bepoot zijn, zullen nu wel geheel weg zijn. winschoten, 17 April. Op den dag der onthul ling van het monument te Heiligerlee, zal den Koning alhier worden aangeboden een diner van wege de gemeente, en zal er wijders ook eene matinée musicale plaats hebben. Breda, 17 April. Op verzoek van Monseigneur J. van Genk, bisschop van Breda, heeft het Z'. M. behaagd het Koninklijk besluit van 1353 in zoo verre te wijzigen, dat ter vervanging van de ge meente Hoeven, de gemeente Breda geschikt is verklaard als vestigingsplaats van dien kerkvoogd. BUITENLAND. Frankrijk. Spanning tussohen Duitschland en Frank rijk. De abt Junqua. „Daily Telegraph," zoo meldt een brief uit Ber lijn, „behoort tot de Engelsche dagbladen, die wel eens officieuse berichten uit Berlijn ontvangen. Hetgeen dit blad zegt over de stemming ten aan zien van Frankrijk verdient dus eenige aandacht. Er is ongetwijfeld veel waars in deze berichten. Onze staatslieden en militairen vinden het vol strekt onbegrijpelijk, hoe eene waarlijk vrede lievende regeering onder de omstandigheden, waarin Frankrijk thans verkeert, het voor mili taire doeleinden lasten opleggen kan, die buiten verhouding staan tot de financieele krachten der natie en de vorige begrootingen nog overtreffen. Zulk eene buitengewone krachtsinspanning kan, meent men, slechts op ééne wijze worden ver klaard en wel door aan te nemen, dat de Fransche regeeriug op weerwraak bedacht is. Praatjes kunnen deze overtuiging niet doen wankelen; daarvoor zijn daden noodig. In die overtuiging wordt men versterkt door allerlei zaken: de lauwe houding der Fransche regeering in zake het post- tractaat, de mishandeling van Duitsche sol daten, de vijandige toon der Fransche dagbla den, de vijandige gezindheid jegens in Frank rijk gevestigde Duitschers. Ook heeft het hier zeer de aandacht getrokken, dat prins Louis Na poleon Murat met vierjarig verlof op de Zweed- sche Vloot dienst nam. Bijna gelijktijdig gaf de Zweedsche Rijksdag een bewijs van zijoe vijan dige gezindheid jegens Duitschland door der regeering een militair-attaché bij de Berlijnsche legatie te weigeren en die betrekking voor Pa rijs toe te staan. Desniettemin staan de zaken geenszins zoo ernstig, dat men, gelijk Daily Tele graph zou willen doen gelooven, elk oogenblik van het hervatten der vijandelijkheden hooren kan. Het beslissende oogenblik zal eerst over drie jaren gekomen zijn, ingeval Frankrijk dan niet voldaan heeft aan zijne geldelijke verplichtin gen. Intusschen zijn wij natuurlijk op onze hoede, ten einde een mogelijken aanval onmiddellijk te kunnen afslaan. Daarom ook zijn de manschap pen, die den oorlog medemaakten, maar nog niet hun tijd uitdienden, weder opgeroepen, om het overige van hun diensttijd te vervullen." Te Bordeaux is Maandag 't proces begonnen tegen den abt Juoqua, beschuldigd van een ambts kleed te hebben gedragen (het geestelijke) 't welk hem niet toekwam. De zaal kon de menigte toe schouwers nauwlijks bevatten en er haddeu, we gens 't geweldig gedrang, eenige ongeregeldhe den plaats. Junqua heeft inmiddels een brief ge schreven aan Jules Simon, den Minister van Ee- redienst, waarin bij zijn gedrag verdedigt en Kardinaal Donnet, die hem gebood 't geestelijk gewaad af te leggen, wijl hij niet geloofde aan 's Pausen onfeilbaarheid, aanklaagt wegens machts overschrijding. 't Zal ons verwonderen wat Jules Simon, die zich in deze zaken liefst op een af stand houdt, nu doen zal. Gri-oot-Brittannlë. De „nationale" dagbladen te Dublin en in het zuiden van Ierland laten zich heftig uit over de Eogelsche regeering, welke nog onlangs, door hare verklaringen bij de behandeling der onder wijswet voor Ierland in het Lagerhuis, aan die partij veel reden tot ergernis gaf. De impopula riteit van den heer Gladstone te Dublin zelf, zegt de Nation, is zeer groot. In de onmiddellijke om streken van Belfast, te Bangor, Carricklergus en andere kleine kustplaatsen, kan hij tamelijk goed ontvangen worden, maar in het binnenland of meer zuidelijk gelegen plaatsen moet hij zich niet wagen, althans niet voordat hij aan de poli tieke gevangenen uit Ierland (de fenians) volledige amnestie bezorgd heeft. Een auder nationaal blad geeft het volgende overzicht van den stand der gemoederen in Noord-lerland„In Ulster zelf bestaan twee groote partijen, krachtig tegen de politiek van den eersten minister ingenomen. De Oranjemannen kunnen stellig zijne vrienden niet genoemd worden. De naiionalen kunnen de Westmeath-Coercion-Act niet vergeven, en de Katholieken zullen hunne teleurstelling op het stuk van onderwijs niet licht vergeten. Wij geven toe dat er in Ulster zekere partij is, achtens waardig wat het karakter maar onbeduidend wat hot getal hnrer leden betreft en die niet den minsten steun vindt bij de natie welke de politiek van den heer Gladstone door dik en dun volgt. Doch met uitzondering van de heeren M'Clure en Dowse (de afgevaardigden uit Belfast en Lon donderry) heeft deze partij geen enkelen verte genwoordiger in het Parlement." Daarom beschuldigt het blad den heer Mc' Clure, dat hij den heer Gladstone met valsche voorstellingen bedrogen en het Iersche volk belas- heeft, toen bij verklaarde, dat de minister bij zijne komst in Ierland „zich rjjkeljjk beloond zou vinden, door de vernieuwde genegenheid en het vertrouwen, bij de Iersche bevolking opgewekt door al het goede, hetwelk hij voor haar had gedaan." TELEGRAMMEN. Londen, 13 April. In het Lagerhuis heeft de heer Gladstone op de vraag van een der leden, geantwoord, dat de Regeering geen inlichting hoegenaamd heeft ontvangen omtrent hetgeen de Daily Telegraph meldt betreffende een ultimatum van Pruisen aan Frankrijk. Verder is de discussie voortgezet over de Ballot BilL Een amendement van den beer Leatham, strekkende om de gevangenisstraf toe te passen op den kiezer, die laat zien hoe hij zijn stem briefje ingevuld heeft, is, ofschoon door den heer Gladstone verdedigd, verworpen met 274 stem men tegen 246. Toen de uitslag dezer stemming bekend werd, ging er van de conservatieven een gejuich, zelfs eenig tumult op. De heer Gladstone verklaarde dat hij de Bill blijft handhaven. Blijkens eene particuliere dépêche uit Phi ladelphia van den 17den was het antwoord van Fisk nog niet voltooid. De Ministerraad zou Vrij dag samenkomen. Rome, 18 April. Er heeft een Congres van werklieden plaats gehad. 150 vereenigingen waren vertegenwoordigd. In eene rede, door een werk man gehouden, werd medegedeeld, dat de wer kende stand het voornemen heeft zorgvuldig hunne belangen te bestudeeren en eeu voorbeeld te geven aan hunne kameraden in Duitschland en Engeland. Pary», 18 April. De onderhandelingen met België over bet tarief vorderen goed. De heer Ozenne is te Versailles aangekomen en heeft de meest voldoende ophelderingen gegeven. Waar schijnlijk zal de afschaffing der paspoorten voor alle naburige landen de reeds afgekondigde af schaffing voor de zeekust spoedig volgen. SewYork, 18 April. Gisteren is alhier een groote meeting gehouden ten gunste van de her kiezing van den heer Grant als President der Unie. New-York, 15 April. De Commissie van bui- tenlandsche zaken heeft zich bezig gehouden met het voorstel om aan de regeering te vragen de indirecte eischen in te trekken. De commissie heeft haar president opgedragen daarover met den minister van buitenlandsche zaken te spreken en Dinsdag rapport uit te brengen. De Commissie heeft als haar oordeel te kennen gegeveD, dat de handhaving der indirecte eischen eeue vriendschappelijke schikking onmogelijk maakt. Meer en meer gelooft men, dat de regeering van de indirecte eischen zal afzien. Londen, 19 April. Particuliere depêches uit Parijs en uit Berlijn verzekeren, dat de nota van Bismarck, die te Versailles voorgelezen is, zeer vredelievend en vleiend voor Thiers was. Marlrtberichteri. Amsterdam, 19 April. Rogge, Oude NB. Pools 390; Jarige 370 contant z/k. Petersburg 172, 174, 176; Galatz 178; Mei 175; October 186, 187. Raapolie 6|w. 43*; vliegend 42; Mei 4154; Sept., Oct., Nov., Dec. 39*, 39%. Lijnolie 6/w. 40%; vliegend vliegend 39* Mei 38*, 39; Sept., Oct., Nov., Dec. 38*, 88»,i, 38*. Hennepolie 6/w. 45*; vliegend 44. Raapkoeken 1000 stuks 80,88. Lijnkoeken 100 stuks 11%, 13%. Koolzaad Jules 385; Oct. 386. Beohtszakeo. In de zitting der correctioneele rechtbank alhier, van 19 April 1872, zijn veroordeeld: G. v. d. L., te Leiden, wegens diefstal in dienst baarheid als loonbediende, tot eene cell. gev. van drie m. J. K.,wegens verbreking van afsluiting, tot eene gev. van zeven d. A. de V., C. K., S. R., P. C., en I. P. J.S., allen te Leiden, wegens overtreding van plaatselijke belasting op de honden te Leiden, ieder tot eene geldb. van 6 of 1 d. gev. H.de W., te Leiden, wegens idem, tot eene geldb. van 5. of 1 d. subs. gev. S. S., te Leiden, wegens idem, vrij gesproken. G. v. d. W., te Leiden., wegens idem, tot eene geldb. van ƒ9 of 3 d. sub. gev. LAATSTE BERICHTE IV. (Per Telegraaf.) 's-Gravenhage, 19 April. Naar men verneemt is eene visscherspink van Katwijk aan zee, toebehnorende aan Hubrecht Maarte, stuurman Pieter Duivenbode, op Vlieland aange spoeld, bij het inzeilen van het Vlielandsche gat, Maandag of Woensdag omgeslagen en de beman ning in de golven omgekomen. Bij het Departement van Koloniën is onder dagteekening van 18 dezer van den Gouverneur- Generaal van Ned. Indië ontvangen het volgend telegram Uitbarsting van den Merapi; eenige huizen ver brand aan de zijde van Kadoe; verlies 136 menscbenlevens. 's-Gravenhage, 19 April. Z. M. heeft benoemd ot inspecteurs der registratie en domeinen van de lste kl. den heer J. W. G. H. R. van Nouhuijs thans Inspecteur van de 2de kl., van de 2de kl. den heer J. H. Smits, thans 3de kl., van de 3de kl. J. F. van Dunné, thans ontvanger der registratie en domeinen te Winschoten. Bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal is ingekomen een wetsontwerp tot goedkeuring van eenige artikelen der overeenkomst van 18 November 1871 met Spanje, houdende vaststel ling der rechten, voorrechten, vrijdommen enz. der consuls van deu eenen in den anderen staat, voor zoover die artikelen wettelijke rechten be treffen. Het is te verwachten, zegt de Regeering in de Memorie van Toelichting, dat gelijke trac- taten met andere Europeesche en Amerikaansche Regeeringen zullen volgen. De grondslag is: we- derkeerige gelijkstelling van rechten, voorrechten, plichten en vrijdommen, zoomede regeling en omschrijving van een en ander. De kiesvereeniging Vaderland en Koning heeft, in de algemeene vergadering van gisteren den 18 dezer, tot candidaat voor het lidmaatschap van den gemeenteraad alhier gekozen Jhr. Mr. B. C. de Jonge, substituut-officier van justitie, bij de arrond. rechtbank te dezer stede. Hedenavond vergadert de Grondwet tot hetzelfde doel. Aan staanden Donderdag, 25 dezer, heeft de verkiezing plaats, ter vervanging van den heer J. Stam, die 'zijn ontslag genomen en later verzocht heeft, niet meer in aanmerking te komen. Glemeenteraad. INGEKOMEN STUKKEN. Lelden, 25 Maart 1872. Wij hebben de eer u te berichten, op het in onze handen gesteld adres van mej. J. P. Drin - huyzen, om een eervol ontslag als lste hulpon derwijzeres 3de klasse aan de openbare school voor meer uitgebreid lager onderwijs der 2de klasse, voor meisjes, dat wij daaromtrent het advies hebben ingewonnen van de hoofdonder wijzeres dier school, hetwelk ten deze wordt overgelegd. Met referte aan dat advies, nemen wij de vrij heid u dienovereenkomstig te raden, de adres sante het gevraagde eervolle ontslag te verleenen, ingaande 1 Mei e. k. Aan den Gemeenteraad. Burgemeester en Wethouders, enz. Lelden, 25 Maart 1872. Ter voldoening aan uwe apostille van den 23sten dezer heb ik de eer u mede te deelen, dat bij mij geen bezwaar bestaat tegen het ver leenen van eervol ontslag aan Mej. J. P. Drin- huyzeu, tegen den lsten Mei aanstaande. De hoofdonderwijzeres aan de openbare school der 2de kl. voor meisjes, M. Jesse. Aan Heeren Burgemeester en Wet houders der gemeente Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kenDen de ondergeteekeude Willem Pieter Wolters, dat hij door eenige dames, woonachtig binnen deze ge meente, is uitgenoodigd tot het geven van eenige lessen over Nederlandsche taal en letterkunde; dat hij daarvoor wenscht gebruik te maken van éen der lokalen in het gebouw der Hoogere Bur gerschool, op een uur, waarin genoemd lokaal voor geene andere lessen benoodigd is, en in overleg met den heer Directeur; dat hij daartoe vergunning vraagt, op zulke voorwaarden als aan den beer Brongersma voor het geven van lessen in de natuurkunde ge steld zijn. 't Welk doende enz. Leiden, 14 Maart 1872. -W. P. Wolters. Lelden, 25 Maart 1872. De Directeur der Hoogere Burgerschool heeft de eer u kennis te geven, in antwoord op uwe missive n°. 370, dd. 23 Maart jl., dat er bij hem geen bezwaar beslaat legen het toestaan van het verzoek van den heer W. P. Wolters. Hij geeft u daarom in overweging gunstig op dit verzoek te willen praeadviseeren. De Directeur der Hoogere Burgerschool, D. de Loos. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 3