N°. 3737.
Dinsdag
A». 1872.
16 April.
Het lidmaatschap der Gedeputeerde
Staten is onvereenigbaar met het lid-
naatschap van den Gemeenteraad, vol
gens artikel 23 der Gemeentewet.
Elke stem dus op den heer Hubrecht
uitgebracht, is verloren.
J. J. Brandhoff Isselman
Mr. J. A. F. Coebergh.
LEIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3.00.
Franco per post.9 3.85
Afzonderlijke Nommersa 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PBIJS UK li ADVKRTKWTIKN.
i - 1 .1 f. iii' I 1
Vooriederen regelf 0.15.
Grootere letters naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Tot de geliefkoosde middelen van de partij,
lie hier ter stede meermalen bij de verkiezingen
oor den Gemeenteraad de nederlaag leed, be
ooren ook de pogingen om de stemmen der
lezers te verdeelen. Hoe kunstmatig dan ook,
an 't gebeuren dat dit afbreuk doet aan de
.ndidaten der tegenstanders. Men komt ter
elfder ure met een candidaat voor den dag en
:lke stem, die deze verkrijgt, derft '.de tegenpartij.
Het gevolg van dergelijke misleiding der kiezers
an zijn, dat 't de minderheid gelukt, óf hare
.ndidaten al dadelijk de overwinning te bezor-
,en óf eene herstemming uit. te lokken.
Hen herinnert zich dat de liefhebbers van
Itrgelijke afkeurenswaardige praktijken in het
Wig jaar den heer Mr. L. D. Suringnr als homme
it paille bezigden om hun oogmerk te bereiken.
Da invloed van deze poging om verwarring te
dichten was niet noemenswaardig.
De liefhebbers zijn echter niet afgeschrikt, en
hebben gemeend ook bij deze verkiezing han-
elend te moeten optreden. Ditmaal schijnen zij
sp meer succes voor hun leus; Divide et impera
te rekenen.
Zij stellen tot candidaat den heer Mr. C. W.
Hubrecht, in de hoop dat deze populaire naam
ie stemmen op zich zal vereenigen, die voor
j candidaten hunner tegenpartij bestemd waren.
Wij zullen wel niet behoeven te zeggen, dat
ook wij gaarne zouden gezien hebben, dat de
heer Hubrecht zijne krachten aan de belangen
der stad Leiden had blijven wijden. Thans blijft
er echter niets anders over dan eerbied te be-
loonen voor het door hem genomen besluit,
waartoe het bewijs van vertrouwen der Provin
ciale Staten van Zuid-Holland hem genoopt heeft.
De heer Hubrecht is thans lid van Gedepu
teerde Staten en kan dus wegens de voorschriften
der wet niet in aanmerking komen als lid van
den Gemeenteraad, die deze betrekking met het
lidmaatschap van Gedeputeerde Staten onver
eenigbaar verklaart.
Zeer zeker heeft de heer Hubrecht rijpelijk
nagedacht alvorens zijn nieuw eervol ambt te
aanvaarden cn het is dus onaannemelijk dat hij
dit Da eene eventuele benoeming tot lid van den
Baad zou neêrleggen. Zijn wij bovendien goed
ingelicht, dan denkt het nieuw benoemd lid van
Gedeputeerde Staten er volstrekt niet aan, een
mandaat van de Leidscbe burgerij voor den
Gemeenteraad aan te nemen.
Wij blijven dus het ijveren voor de candita-
tuur van den heer Mr. C. W. Hubrecht beschou
wen als eene manoeuvre électorale, en waar-
ichuwen dus de kiezers om niet in de strikken
te loopen, die men hun gespannen heeft.
Ook daarom vertrouwende op eene talrijke op
komst van stemgerechtigden, blijven wij bij de
verkiezing op morgen den 16den April ten sterkste
aanbevelen
op het witte stembriefje, den Heer
IN
op het blauwe stembriefje, den Heer
Lelden, IA April.
Gaarne beaamt de Minister de opmerking, dat
trapswijze opheffing van beschermende rechten
niet in strijd is met het stelsel van vrijen han
del en dat terugkeer tot een natuurlijken toestand
niet iü eens en met overijling behoort plaats te
hebben. Maar die opmerking kan tegen de aan
hangige wetsvoordracht niet als wapen worden
gebezigd. Zoowel in de Memorie van Toelichting
als in het Voorloopig Verslag is aangetooud, dat
de afschaffing van differentiëele rechten reeds se
dert lang is voorbereid, dat de tariefwet van
1865 eene wet van overgang was, en dat de
trapswijze opheffing reeds sedert 1866 heeft
plaats gehad. De klacht, ais zouden de fabrikan
ten door dadelijke afschaffing van de nog over
gebleven bescherming plotseling worden overval
len, mist allen grond. Veeleer hadden zij den
maatregel reeds in 1872 kunnen verwachten. De
differentiëele rechten zijn ten gevolge van bijzon
dere omstandigheden, een jaar laDger in stand
gehouden, dan aanvankelijk werd voorzien. Te
genover de bestrijding in het voorl. verslag on
dervonden, houdt de Minister eeD invoerrecht van
10 pet. in bet belang der schatkist. Hen, die eene
verlaging van dat invoerrecht tot een normaal
recht van zes percent verlangen en zich daarbij
gronden op eene rede in 1865 door den tegen-
woordigen Minister uitgesproken, wijst de Mi
nister op de groote verandering van omstandig
heden die sedert 1865 plaats greep.
Met de meerderheid der leden moet de Regee
ring ook volharden bij haar gevoeleD, dat het
tijd is, ook wat de bescherming door middel van
uitvoerrechten betreft, tot de goede beginselen
van handelswetgeving terug te keeren.
Wat het denkbeeld betreft om de uitvoerrech
ten geheel af te schaffen, het zou ook in den Mi
nister een warm voorstander vinden, indien hier
niet dezelfde financieels overwegingen in aan
merking kwamen, waarop de Minister herhaalde
lijk heeft gewezen. Het is alleen op grond van
de behoeften der schatkist, en met het doel om
De Minister van Koloniën heeft geantwoord
op het voorloopig verslag der Tweede Kamer
nopens het wetsontwerp tot vaststelling der ta
rieven van in-, uit- bd doorvoer in Nederlandsch
iDdië.
Tegen het denkbeeld van den heer Bredius,
Om in 1380 tot geheele afschaffing der tolheffing
voor Indië over te gaan, heeft de Minister finan-
cieele bezwaren, daar de uitvoering van dit voor
stel de schatkist al dadelijk te staan zou komeu
op eene vermindering van inkomst van 2,800,000.
Met genoegen treft de Minister iu het voorloo
pig verslag de verklaring aan, dat de differen
tiëele invoerrechten in beginsel niet werden
verdedigd. Er bestaat dus slechts verschil van
gevoelen over de vraag of de tijd gekomen is,
om, zonder overgang, te besluiten tot dadelijke
afschaffing van de bescherming, die een aaDtal
takken der Nederlandsche nijverheid nog ge
nieten ten koste der ingezetenen van Nederlandsch
Indië. Bestendiging van de nu nog bestaande be
scherming gedurende een zeker aantal jaren kaD
slechts op dezen grond worden verdedigd, dat
zonder zulk eene tijdelijke bescherming de nij
verheid, en meer bepaaldelijk de katoen-industrie
iD Tweuthe en Noordbrabant, van het moeder
land aan achteruitgang zou worden blootgesteld.
De Minister ontkent dat die vrees eenigen grond
heeft en komt na een en ander breedvoerig te
hebben uiteengezet tot de volgende conclusiën
Van welke zijde de zaak ook wordt beschouwd,
inen komt altijd tot het resultaat dat de katoen
industrie sterk is vooruitgegaan ondanks vermin
derde bescherming, en dat de weinig beteekenende
bescherming, die haar nog wordt verleend, on-
noodig is voor haren bloei.
Het kaD dus in het belang der industrie zelve
niet worden verlangd, dat, in stede van in het
benuttigen der gunstige en het zooveel mogelijk
verbeteren der minder gunstige omstandigheden,
haar heil worde gezocht in de tijdelijke verlen
ging van eene bescherming, die, op het stand
punt waarop zij tbaos gekomen is, over haar het
vonuis zou uitspreken van onbekwaamheid om
hare taak naar behooren te vervullen,
hare billijke aanspraken op eene bijdrage van
lodië tot deD algemeenen last te aerbiedigen, dat
het behoud der bestaande uitvoerrechten en een
algemeen uitgaand recht op de suiker wordt
voorgedragen.
Voorts blijkt nog uit de Memorie dat de Re
geering geen bezwaar heeft tegen de vrijstelling
van het artikel kalk en dat zij de opmerking be
aamt dat er geene reden is, waarom de Java-
thee van uitvoerrecht vrijgesteld zou blijven, ter
wijl andere producten, voor de Europeesche markt
bestemd, als suiker, koffie, tabak, indigo, met
zoodanig recht zijn bezwaard. Te dien einde stelt
de Regeering bij eene nota van wijziging voor,
een recht van f l op de 100 kilogrammen thee
te stellen.
Naar men verneemt, zijn van het Koninklijk
Instituut voor de taal- land- en volkenkunde van
Nederlandscb-Indië verkozen tot voorzitter, Dr. R.
Bleeker, te 's-Gravenhage, tot onder-voorzitter Mr.
L. A. J. W. Baron Sloet van de Beele alhier en
tot secretaris Dr. Th. Ch. L. WijumaleD te 's-Gra-
Ter beroeping vaD een predikant bij de Ëv.
Luth. Gemeente te 's-Gravenhage is, in plaats
van den eervol ontslagen Ds. F. H. Miehelsen,
het volgende zestal opgemaakt; Dd. J. Bakker
Czd., te VlissingenA. M. Kesper, te Woerden
C. Rasch, te Monnikendam; A. M. L. Rümke, te
Leiden; K. Scharten, te Leeuwarden; J. W. T.
Weddik, te Utrecht.
Zaterdagavond omstreeks zeven uur is nabij
de Tuchthnislaan het lijk opgevischt van een man,
die zich, naar men- zegt, door huiselijke otieéöig-
heid verdronken had. Het lijk is naar Oegstgeest
getransporteerd.
Te Gouda is Zatgrdag nacht te ongeveer half-
één in de kistenmakerij van den heer Hoogen-
dijk, aan het jaagpad, brand uitgebroken. Er lag
veel hout, zoodat het vuur spoedig groote uitbrei
ding verkreeg. Door den ijver der brandweer
werd veel verhoed; ook doordien de wind van
de stad af was. De fabriek is uitgebrand en vier
of vijf arbeiderswoningen werden mede vernield.
Een klein magazijn is behouden, alsmede veel
op de werf liggend hout. Te vijf uur was men
den brand meester. De oorzaak is onbekend. Bijna
alles was geassureerd. De fabriek werkte bijna
alleen voor de kaarsenfabriek „Gouda".
Zaterdag zijn te 's-Gravenhage geëxamineerd;
ter verkrijging eenor acte voor de Fransché taal
12 onderwijzerscr werden 9 afgewezen en toe
gelaten de heereD J. Akkersdijk, K. Missel en L.
Onvlee. Voor de wiskunde 10 candidatenafge
wezen 4, toegelaten de heeren J. Couvée, C. van
der Graaf, P. W. van Melaan, K. P. J. Qerder,
J. Slavenburg en M. J. van Weltum.
Uit goede bron verneemt thans het Vaderland,
dat de burgemeester van Loosduineu niet is ge
schorst.
De burgemeester teven6 secretaris der gemeente
Loosduinen, de heer H. C. Waldeck, heeft ver
leden Zaterdag aan het Ministerie van Binnen-
landsche Zaken eene conferentie gehad met den
secretaris-generaal van dat departement, den heer
inr. P. F. Hubrecht.
Door de officiereD ia de residentie, die gedu
rende den afgeloopen winter hebben deelgenomen
aan den rijcursus voor officieren van onbereden-
wapens, is dezer dagen aan hun instructeur, den
ln luit. W. J. A. Boellaurd, als blijk van erken
telijkheid en hoogachting een souvenir aangebo
den, bestaande uit een prachtig gouden horloge,
naar wij vernemen aangekocht in de bekende
magazijnen van de heeren Mellet te 's-Gravenhage.
Het departement Arnhem der Nederlandsche
Maatschappij ter bevorderipg van Nijverheid, is
voornemens van 3 tot 7 Oct. e. k. eene tentoon-;
stelling van vruchten, bloemen en planten in
Musis Sacrum te houden, en heeft de regeling
en het beheer er van opgedragen aan de bij het
departement bestaande commissie voor landbouw.
De inzending en mededinging zal vrij staan aan
kweekersen liefhebbers, ook uit het buitenland.
Gouden, zilveren en bronzen medailles, op
den stempel der Nederlandsche Maatschappij ter
bevordering van Nijverheid geslagen, benëvens
prijzen in geld, worden uitgeloofd. De beoordee-
lipg geschiedt door eene daartoe uit te noodigen
commissie. De lieer J. I. de Beucker, van Ant
werpen, wordt uitgenoodigd tot het houden van
voordrachten over de behandeling vau ooftboo-
men. Muziekuitvoeringen zullen -plaats hebben.
Leden der genoemde Maatschappij hebben, vrije
toegang tot de tentoonstelling. Het programma
zal in de maand Mei a: s. verschijnen en wor
den Verzonden.
Het bestuur van Crombez' Zanggenootschap' te
Iseghem heeft bekend gemaakt, dat de prijs voor
de beste compositie is toegekend aan twee in
zenders: aan den heer M. Jules Devos te Gent
voor een stuk met den titel „Alleen" en aan,dpp
heer M. L. F. Brandts Buys te Zutfen voor een
stuk, dat door den componist „Het Klooster" is
getiteld.
In de procedure van het te Veendam te huis
behoord hebbende schip Bellamy, kapt. DriesteD,
op de reis van Poole naar Bremen door een
Spaansch stoomschip overzeild en gezonken, is,
naar men verneemt, door het Eng. admiraliteits
hof zeer ten gunste van deD gezagvoerder en de
belanghebbende assuradeuren beslist; de toege
wezen schadevergoeding moet tusschen de 5
600 p. st. beloopen.
Wij vernemen, dat het hoofdbestuur der,Hol-
landsche Maatschappij van Landbouw zich op
verzoek der afdeeling Dordrecht en Omstreden,
naar aanleiding der talrijke klachten over het
ontoereikende der veeartsenijkundige hulp in ge
noemde afdeeliDg, gewend heeft tot Z. Exc. den
Min. van Binnenl. Zaken, met eerbiedig verzoek,
in die dringende behoefte te voorzien door aan
stelling van een buitengewoon districts-veearts.
Het antwoord, daarop ontvangen, luidde, dat naar
het oordeel van Z. Exc. in de atdeeling Dordrecht
en Omstreken voldoende, in den vee-artsenijkun-
digen dienst schijnt te zijn voorzien door den
districts-veearts en zijne plaatsvervangers; dat
daarenboven bezorging van vee-artsenijkundige
hulp Diet ligt op den weg der regeering, maar
veeleer op dien der gemeentebesturen en der
belanghebbenden. (Dordl.^l.)
De Gemeentéraad van Baarderadeel heeft op
hfet tracfement van den hoofdonderwijzer Niéhof
te Weiduin het provinciaal alterum tantuni tóe'gfe-
past en het gebracht van 625 op ƒ800. Bedoelde
onderwijzer zal den 13den Mei a. s. zijn 50jarig
jubilé als hoofdonderwijzer kunnen vieren.
Door de arrondissementsrechtbank teHparletq,;
is dezer dagqu J. L. A-, te Amsterdam, weggns
ontduiking van plaatselijke belasting veroordeel^,
tot eene boete van .534,69 of subsidiaire gevan
genisstraf van eene maand met verbeurdverkla
ring van de geconsigpeerde ƒ322.50.
De directie van de paedagogiscbe bibliotheek
heeft dezer dagen alle belangstellende afdeelln-
gën, vereenigirigeD, leden des Genodtsohaps en
voorstanders van het Nederlaridscb Onderwijzers-
Genootschap, uitgenoodigd haar te willen aan
bieden ten geschenke, in ruil, in bruikleen' of te
koop; preoten of teekeningen vari schoolgebou
wen en schoolmeubelen, of werken met plaat
werk in betrekking tot schoolleven, schoolinrich-
ting, schoolfeesten, enz. uit vroegeren en tateren
tijd, terwijl verder worden portretten verlangd
van beroemde paedagogen, voorstanders en be
vorderaars van het onderwijs.
In een particuliere correspondentie uit Parijs
ip de N. R. Ct. leest meu: De lieer Thiers heeft
zich o. a. langdurig onderhouden met den baron
van Zuylen. Naar ik verneem, heeft hij nqet den
gezant gesproken over het groote Dationale feest,
dat iq uw land gevierd is, over de treffende
woorden, die te Brielle uit den mond uvvs Konings
gevloeid zijn, en over de onvaderlandslievende
en onzinnige manifestatiëq, die van de ultramon-
tanen te uwent tegen het feest zijn uitgegaan.
Door den graat Schimmelpenninck van -Nyen-
huis zijn nog ten behoeve der oprichtiDg van een
gedenkteeken voor de gesneuvelde verdedigers van
de Citadel van Antwerpen ontvangen.: door be
middeling van den heer luitenant-generaal, kom-
mandant van het Indisch leger en chef van het
Departement van Oorlog in Nederlandsch lodië,
300, wegens, Da verzending der vroegeroutvan»
gen ƒ1326, weder ingekomen bijdragen van offi
cieren en manschappen van het bedoelde-leger
en door tusschenkomst van den heer burgemeester
van Wageuidgen eene som van 3.86f, zyude
giften in eene ten raadhuize aldaar geplailtstei
busi verzameld. b bu Idoo uobeil aad