ADVERTENTIE».
10 U U 764, welke brief, met de geldswaarde
esloten in eene gewone enveloppe, niet aan zijn
adres is bezorgd. De officier van justitie te
eeuwarden verzoekt opsporing, aanhouding en
ericbt.
INGEZONDEN.
Mijnheer de Redacteur I
Jlijne betrekking brengt mij zoo nu en dan bij
de kleine burgerklasse en dan valt mijn oog ook
DOg wel eens op iets anders dan op de patiente,
die ik bezoek. Zoo vond ik hedenochtend bij eene
mijner kraamvrouwen een stembiljet voor de
erkelijke verkiezing in de N. H. gemeente zeer
efjes ingevuld liggen; het schrift was blijkbaar
niet van den man, die het waarschijnlijk morgen
ochtend zal gaan inleveren. Daarover sprekende
hoorde ik van de huisgenooteu dat bij hen en
lij hunne buren de stembiljetten altijd geheel
ngevuld aan huis gebracht worden. In hunnen
envoud meenden zij, dat het zóo behoorde, en
ij hoorden er zeer vreemd van op, toen ik hun
eide, dat men het biljet oningevuld moest ont-
aDgen, ten einde zelf er de namen op te zetten
•an hen, die men tot leden van het kiescollege
venschte benoemd te zien.
Ware ik lid der N. H. gemeente, dan zou ik
aarschijnlijk protesteeren tegen de geldigheid
ian eene verkiezing, waarbij zulke manoeuvres
plaats hebben; nu bepaalde ik mij tot het mede-
deelen van wat ik gezien en gehoord heb en
moet er alleen nog dit bijvoegen, dat onder de
namen, die ik las, behalve C. W. Hubrecht, er
geen voorkwam van hen, die in uw Dagblad door
rijhetd en Orde worden aanbevolen.
Ik heb de eer te zijn
Uw Dw. Dr.
A. E. Simon Thomas.
Leiden, 7 April 1872.
BUITENLAND.
Duitschland,
De stem van een gematigd katholiek.
Onder de vele adressen, aan vorst Bismarck
uier zijne houding in quaestie van het school
toezicht gezonden, komt er een voor in het Deut
sche Volksblatt, orgaan van de gematigde katho
lieke partij in Wurtemberg. Het is onderteekend
door den pastoor van Erolgheim, Pfahler, en be
langrijk wegens het protest, dat deze heer aan-
teekent tegen de intriges en woelingen van de
fanatieke mannen zijns geloofs. Als bewijs daar
van nemen wij er de volgende passage uit over:
„Ik ontken niet, Uwe doorluchtigheid, dat in
deze evenals in vele andere zaken te groote ijver
en ongeoorloofde bemoeizucht meer nadeel dan
nut zullen aanbrengen. Er zijn er op politiek ge
bied die zich in hunne gezindheid en richting
koninklijker dan de koning, keizerlijker dan de
keizerlijke majesteit willen toonen. Dezulken
vindt men op het kerkelijk zoowel als op het
kerkelijk-politiek gebied. Deze overdreven ijver-
aars willen slechts van de rechten van één en
kel persoon weten, en, terwijl zij de duidelijke
woorden des Heilands: „Mijn rijk is niet van
dete wereld." in het tegenovergestelde verande
ren en op allerlei wijzen het kerkelijke met het
staatkundige dooreenmengen, hebben zij groote
verwarring en slechte dingen over volk en va
derland gebracht, en aldus voor God en menschen
eene groote verantwoordelijkheid op hunne schou
ders geladen. Hun roept de groote Elorentijn,
die waarlijk een trouwe zoon der kerk was, toe:
E lasciar seder Cesar nella sella:
Gij zult den keizer op zijnen zetel laten.
Ja, de woorden en daden van deze kerkelijke ho
velingen zijn er de schuld van, dat men ons allen
zonder onderscheid voor Pappalij nen" scheldt
en in hartstochtelijke partijdrift vergeten kan,
dat onze vaderen eertijds in hun streng christe
lijk geloof en met hun onverschrokken moed het rijk
gegrondvest, tegen zijne tallooze vijanden verde
digd en naar alle zijden uitgebreid hebben, en dat
tonder de deugden van hun christelijk leven en
zonder de daden hunner onstuimige dapperheid
voor de overwinnigen van onze dagen geen be
zielend voorbeeld doch ook geen waarschuwende
teekenen der Voorzienigheid zouden aanwezig
lijn,
Engeland.
Handelstractaat. Onderzeesche tunnel.
Uit het door het ministerie van buitenlandsche
zaken openbaar gemaakte blauwe boek blijkt a.,
dat sedert Juni van het vorige jaar de onder
handelingen tusschen Frankrijk en Engeland over
het handelstractaat van 1860 zijn begonnen. Aan
vankelijk liep de quaestie slechts over enkele
veranderingen, die Frankrijk in het tarief ge
maakt wilde zien. Doch toen Frankrijk op ver
zoek der Engelsche regeering den löden September
den juisten omvang zijner eischen in een memorie
bad blootgelegd, verklaarde Lord Granville door
middel van zijn gezant, Lord Lyons, dat Engeland
in dergelijke wijzigingen niet kon treden, omdat
zij een grooten achteruitgang zouden daarstellen
in Engelands vrijhandelspolitiek. Den 27sten
Januari hernieuwde Lord Granville deze verze
keringen naar aanleiding van de verhandelingen
in de Fransche nationale vergadering. Hij gaf
'oen in eene nota een volledig overzicht van de
beginselen, die Engeland in dezen had gevolgd
en zou blijven volgen. Nadat men nog eenigen
lijd een minder beteekenende correspondentie
over de zaak was blijven voeren, zeide Frankrijk
op 15 Maart het tractaat op. Granville deed hier
van den 25sten Maart mededeeling aan de En
gelsche vertegenwoordiging en drukte daarbij de
hoop uit, dat Frankrijk de overeenkomst zou
blijven respecteeren zoo lang zij nog van kracht
was.
Volgens den Times heeft Thiers zich in eene
conferentie met de ontwerpers van het plan, tot
het bouwen van een tunnel tusschen Engeland
en Frankrijk, er gunstig over uitgelaten. Hij ver
klaarde zich sterker voor de tunnel dan voor
het bouwen van groote vaartuigen, waarmede
geheele spoortreinen zouden kunnen worden over
gevoerd. Ten eerste was hij van demogelijkheid
om zulke schepen te maken nog niet overtuigd
en ten tweede meende hij uit een politiek oog
punt, dat in geval van nood een tunnel gemak
kelijker kon worden afgesloten dan een groote
haven. Volgens den wensch van de ontwerpers
zal hij voorts met den minister van openbare
werken beraadslagen over de onderwerping van
het plan aan eene commissie van onderzoek.
Zwitserland.
Het deelen van grondwots-exemplaren.
Eene uitlevermgs-quaestie.
Tot voorlichting van de burgers, die over de
grondwets-verandering moeten, beslissen, heeft de
bondsraad eenigen tijd geleden besloten 600,000
exemplaren zoowel van de oude grondwet als
van het nieuwe ontwerp onder het volk te ver
spreiden, opdat ieder het met de voorgestelde
veranderingen zelfstandig zou kunnen beoordee-
len. Een groot gedeelte van dat getal exemplaren
is inderdaad reeds uitgedeeld, maar in de kan
tons, die vijandig tegen de herziening gezind zijn,
komt men het besluit van den bondsraad alweder
niet zeer eerlijk na. Zoo zijn volgens het Luzer-
ner Tagblatt van de 30,000 voor dat kanton be
stemde exemplaren reeds 10,000 op de kanselarij
aangekomen, maar nog geen enkel uitgedeeld.
Zelfs is op de aanvraag van een gemeentebestuur
of men het aan die gemeente toekomende aantal
niet kon laten afhalen, geantwoord, dat men
geen exemplaren kon afgeven, voordat de regee
ring er over beschikt had. Het genoemde liberale
blad vraagt nu aan de Ultramontaansche regee
ring van Luzern, wanneer zij dan over de exem
plaren beschikken zal, en hoe men een bestuur
moet noemen,dat door dergelijke uitvluchten de,vrije
bespreking van de grondwetsherziening onmo
gelijk maakt? Het antwoord op deze laatste vraag
komt het blad vrij duidelijk voor.
De bondsraad heeft besloten, dat het kanton
Genève den falsaris Ochsenbein aan Waadtland,
waar hij zich aan zijne Oplichterijen heeft schul
dig gemaakt, moet uitleveren. Zooals men weet
had de man van zijne ambtelijke positie gebruik
gemaakt om valsche Russische en Pruisische
bankbiljetten uit te geven, en daarna, toen zijne
zaak door.de rechtbank van Yverdon onderzocht
werd, bewijsstukken verdonkerd. Met een zijner
medeplichtigen, Bourbon, werd hij te Geuève
gearresteerd; terwijl echter Bourbon aan Waadt
land werd uitgeleverd, stelde men Ochsenbein
tegen cautie weder op vrije voeten, waarop hij
naar Frankrijk ontvluchtte, doch daar op vtr-
zoek der regeering te Bern weder gevangen ge
nomen werd. In het verschil nu of de man in
het kanton zijner geboorte, dan wel in dat waar
hij het misdrijf pleegde, voorloopig moest gevan
gen gehouden worden, heelt de bondsraad bo
vengenoemde uitspraak gedaan. Over het alge
meen zijn de uitleveringstractaten tusschen de
verschillende Zwitsersche kantons nog zeer ge
brekkig en onvolledig.
Italië.
Schandelijke cipiers van eên armen gevangene.
Over de audiëntie van den prins van Wales bij
den paus, waarvan reeds Gladstone in liet Lager
huis heeft verklaard, dat zij geen officieel karak
ter droeg, maar uitsluitend een daad van beleefd
heid was, worden aan de Wiener Presse uit goede
bron de volgende bijzonderheden geschreven:
„De paus informeerde natuurlijk eerst met
groote belangstelling naar den gezondheidstoestand
van den prins en mevrouw zijne moeder, en
drukte vervolgens zijne groote tevredenheid uit
over de positie en behandeling der Katholieken
in Ierland; hij verzekerde, dat hij zich gelukkig
zou achten, wanneer in vele Katholieke staten
de Katholieke kerk zoo geëerbiedigd werd als
door de Protestautsche regeering van Engeland.
Op het bezoek zinspelende, dat de prins in het
jaar 1859 aan Italië en Rome heeft gebracht,
veronderstelde Zijne Heiligheid, dat de prins de
toestanden nu wel zeer veranderd zou vinden en
besprak naar aanleiding daarvan het lot, dat de
Katholieke Kerk en haar opperhoofd getroffen
had. Over zijne zoogenaamde gevangenschap spre
kende, zeide de paus, dat hij voor zich wel gaarne
het Vaticaan zou verlaten eu Rome een bezoek
brengen, doch dat zulks onmogelijk was, omdat
hij zich niet aan het gevaar kon blootstellen, on
eerbiedig behandeld of zelfs beleedigd te worden,
terwijl de vijandelijke stemming tegen godsdienst
en Kerk in Rome dit met recht deden vreezen.
De prins nam toen de vrijheid om met groote
overtuiging en warmte Zijne Heiligheid uiteen
te zetten, dat men hem over de te Rome heer-
schende stemming zeer verkeerd had ingelicht,
daar hij integendeel, wanneer hij kon besluiten
zich openlijk aan de Romeinen te vertoonen, op
de hartelijkste eu eerbiedigste ontvangst zou kun
nen rekenen; de prins geloofde van deze stemming
zoo zeker te zijn, dat hij zich er des noods borg
voor wilde stellen.
Zooals men weet heeft de paus kort geleden
dergelijke verzekeringen van prins Frederik Ka-
rel van Pruisen ontvangen. Zij maakten toeu zulk
een diepen ïudruk op hem, dat hij zijn plan te ken
nen gaf, uit te rijden, waarvan zijn biechtvader hem
volgens de schandelijke taktiekzijner Jezuïtischeci-
piers, weder wist af te brengen. Ook nu was lnj
door de verzekering van den Engelschen prins zeer
aangedaan, doch hij brak na eenige oogenblik-
ken nadenkens het gesprek over dat onderwerp
af met de woordenu Moge God alles ten goede
keuren."
Schande over hen, die tot bereiking van hunne
heerschzuchtige en slechte doeleinden, den ar
men grijsaard een rol doen spelen, die zijne zaak
benadeelt, die zijn persoon in de oogen van ge
heel Europa in een belachelijk daglicht steltl
Schande over [hen, die het quasi zoozeer door
hen geeerbiedigde hoold der kerk blootstellen aan
de weinig eervolle rol, om door vreemde bezoe
kers te worden gewezen op de leugenachtige
taal, die men hem heeft voorgehouden, en daarna
door nieuwe onwaarheden uit den mond zijner
valsche aanbidders weder tot zijn vorigen treu-
rigen toestand te worden teruggebracht.
TELEGRAMMEN.
Madrid, 6 April. De verkiezingen zijn rustig
afgeloopen. Het Gouvernement zal in de Cortes
eeie meerderheid van 400 stemmen hebben. De
radicale partij zal 40 en de Carlistische 60 leden
sttrk zijn. Te Madrid, Barcelona en Sarragossa
heeft de coalitie, te Sevilla, Malaga en Cadix de
Regeeringspartij de overhand behouden. Tegen de
verkiezingen te Madrid zijn talrijke protesten in
gekomen.
Havana, 6 April. Per telegraaf wordt uit Mexico
gemeld, dat de Regeeringstroepen Duranzo en
Mizatlan hebben bezet en dat in Yucatan de re
volutie is uitgebroken.
Madrid, 7 April. De Correspondencia zegt, dat
htt resultaat der verkiezingen, met inbegrip van
Paerto Rico, is geweest, dat er 243 ministerieelen
er 108 leden der oppositie zijn gekozen.
Rome, 7 April. De Fransche gezant bij den
Paus, de heer d'Harcourt, heeft zich via Turijn
naar Parijs begeven.
Stokholm, 8 April. De Zweedsche rijksdag
heeft met groote meerderheid het voorstel aan
genomen, dat de dienstplichtingen zich niet meer
van den militairen dienst kunnen vrijkoopen.
Londen, 8 April De Morning Post zegtEr
loopt een gerucht, dat wij voor gegrond houden,
dat het gouvernement een belangrijk telegram
uit Amerika ontvangen heeft, waardoor het voor
uitzicht geopend wordt op eene bevredigende
oplossing van het geschil tusschen Engeland en
Amerika.
Volgens den Times heeft er te Antiochië den
Sden eene aardbeving plaats gehad, waardoor
de halve stad verwoest en 1500 personen gedood
zijn.
Gemeenteraad.
CONCEPT.
VERORDENING
houdende Instructie voor de hoofdonderwijzers en
hoofdonderwijzeressen der openbare lagere scholen.
Art. 1.
De hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen zijn
verplicht stiptelijk alle bepalingen uit te voeren van
de verordeningen op de scholen voor gewoon en
meer uitgebreid lager onderwijs binnen deze ge
meente.
Art. 2.
Zij zorgen voor het geven van klassikaal onder
wijs en het streng handhaven der klassen-Terdeeling.
Art. 3.
Zij dragen zorg dat het onderwijs gegeven worde
overeenkomstig een rooster, die jaarlijks door hen
opgemaakt, in de maand Maart bij Burgemeester en
Wethouders ingezonden en door dezen, na de plaat
selijke Schoolcommissie gehoord te hebben, vastgesteld
wordt.
Deze rooster wordt in afschrift aan de Schoolcom
missie medegedeeld en in de school opgehangen.
De hoofdonderwijzer van de voorbereidende school
der 2de klasse, voor jongens en meisjes, moet zich
omtrent de leerplannen en de geheele inrichting der
school verstaan met den hoofdonderwijzer en de
hoofdonderwijzeres der scholen voor voortgezet on
derwijs der 2de klasse, voor welke zij tot voorbe
reiding dient.
Art. 4.
Zij zien toe op het gedrag en den ijver van het
hulppersoneel en geven daarvan in de maand Juni
van elk jaar een verslag aan Burgemeester en Wet
houders. Zij zenden den Schoolopziener een afschrift
van dit verslag.
Art. 5.
Zij zijn verplicht aan het hulppersoneel alle hulp
bij hun werk te verleenen en aan de kweekelingen
vormend onderwijs te verschaffen, ingevolge de voor
schriften reeds vastgesteld of nader vast te stellen.
Art. 6.
Zij zijn verplicht, indien iemand van het hulpper
soneel zich aan slecht gedrag of plichtverzuim schul
dig maakt, daarvan dadelijk aan Burgemeester en
Wethouders kennis te geven.
Art. 7.
Zij gebruiken op de scholen geene andere leerboe
ken dan die welke door de plaatselijke Schoolcom
missie zijn goedgekeurd.
Art. 8.
Zij zijn verplicht de kinderen en de ouders, of
die hen vervangen, met de meeste welwillendheid en
voorkomendheid te behandelen.
Art. 9.
Zij zijn verplicht zorg te dragen voor de reinheid
der localen en voor goede luchtverversching.
Art. 10.
Zij dragen zorg voor het zindelijk houden en goed
bewaren der schoolbehoeften, zien toe dat deze zonder
hunne toestemming niet worden medegenomen en
zorgen, bij de aanschaffing van nieuwe, de daarvoor
op de begrooting uitgetrokken posten niet te over
schrijden.
Art, 11.
Zij zijn een half uur vóór den aanvang van eiken
schooltijd in de school aanwezig en mogen die niet
voor den geheelen afloop van eiken schooltijd ver
laten. Indien zij door ziekte verhinderd zijn, geven
zij daarvan kennis aan den Burgemeester en aan den
onderwijzer of onderwijzeres der eerste klasse.
In andere gevallen mogen zij van de school niet
afwezig blijven dan met toestemming van den Bur
gemeester.
Art. 12.
Zij mogen aan niemand van het hulppersoneel voor
langer dan drie dagen vrijheid geven om van de
Bchool afwezig te blijven.
Tot het verleenen van een verlof voor langeren
tijd hebben zij de toestemming van den Burgemeester
noodig.
Art. 13.
In de maand Januari van elk jaar zenden zij bij
Burgemeester en Wethouders de verantwoording in
van de hun verstrekte toelagen ten behoeve der kwee
kelingen.
Art. 14.
Elke drie maanden laten zij door het hulppersoneel
een staat vervaardigen, meldende het gedrag, de vlijt
en de vorderingen van iederen leerling in elk vak.
Deze Btaten liggen Bteeds gereed voor Burgemeester
en Wethouders, de plaatselijke Schoolcommissie en den
Schoolopziener.
Art. 15.
Met uitzondering van de hoofdonderwijzers der
schelen voor onvermogenden, doen rij den gemeente
ontvanger elke maand opgave van die leerlingen,
welke de school in de afgeloopen maand hebben ver
laten.
Art. 16.
De hoofdonderwijzers en hoofdonderwijzeressen, uit
hunne betrekking wenschende te worden ontslagen,
zijn verplicht twee maanden vóór het tijdstip, waarop
dit ontslag moet ingaan, zich daartoe schriftelijk tot
den Gemeenteraad te wenden.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Lei
den, in zijne openbare vergadering van den
GEVEILDE PEROEELE1V.
Gehouden verkooping aan den Burg alhier op
6 April, ten overstaan van den Notaris Mr. A. J.
Wijnstroom.
Een huis en erf aan de westzijde van de Hee
rengracht, omtrent den Ouden Rijn, N1. 110,
Wijk VII, N°. 153, Sectie 1, N°. 1212; kooper
E. Los voor f 2745.
IVlni-Lrtljei-ieliteii.
Amsterdam, 8 April. Rogge, Petersburg 173, 176,
178; Galatz 177, 180; Mei 178, 174; Oct. 184,185,
184, 183.
Raapolie 6jw. 45%; vliegend 4454; Mei 42gg
Sept., Oct., Nov., Dec. 40%, 405*. Lijnolie 6/w.
405*; vliegend 89; Mei 881; Sept., Oct., Nov.,
Dec. 385*. Hennepolie 6/w. 455*; vliegend 44.
Raapkoeken 82, 90. Lijnkoeken 13, 15. Koolzaad
April 405Oct. 396.
LAATSTK BEH1CHTKN.
[Per telegraaf.) 's-Gravenhage, 8 April. In de
zitting der Eerste Kamer van heden is de discussie
over de tieudwet aangevangen. Vele spiekers
waren voor, eenige tegen. Morgen voortzetting.
De behandeling der coalitiewet is bepaald op
Woensdag.
'L. M. heeft benoemd: bij het 4de reg. inf.
tot luitenant-kolODel den majoor de Fremery,
van het reg. grenadiers en jagers; bij het derue
reg. inf. tot kolonel en kommaudaot van het korps,
den luit.-kolonel van der Breggen, van het 4de
reg.; bij het 5de reg. inf. tot majoor, deu kapitein
F. G. F. L. Cnarlier, van het 4de reg. inf.
's-Gravehhaqe, 8 April. Z. M. heeft aan den
heer P. M. öchweig, op ziju verzoek, eervol ont
slag verleend uit zijne beirekkmg van ontvan
ger der directe belastmgen en accijnzen te Nieuwol-
da, behoudens aanspraak op pensioen.
Z. M. heelt benoemd tot outvauger der succes
sierechten en der domeinen (uiet uitzouderiug
van de ontvangsten eu uitbetalingen voor de kas
der gerechtelijke en vrijwillige consigualiëu) te
's-Gravenhage, den heer W. L. van Meurs, thans
ontvauger der registratie en domeinen te Zwolle.
Z. K. H. de Prins van Oranje neemt in
beterschap toe.
Een 9jarig meisje werd, gisteren morgen
door een rijtuig, bij het afrijden van de brug
aan de Prinsengracht, over de voeten gereden.
Toevallig was de heer med. doctor eD chirurgijn
van Wieringhen Borski in het bedoelde rijtuig
gezeten, die verklaarde dat er geeu belangrijk
letsel is ontstaan. Het ongeval kan uiet aan on
voorzichtigheid vao de zijde des koetsiers worden
toegeschreven-
Met leedwezen vernemen wij, dat Jhr. G.
R. G. van Öwinderen, lid van de Eerste Kamer
der Stateu-Geueraal,, gedurende de zittingen
dier Kamer in de residentie aanwezig, Zaterdag
jl. ernstig ongesteld is geworden.
HUWELIJKEN, GEBOORTEN EN STERFGEVALLEN.
Eerste Huwelijks-Afkondiging te Leiden van
den 7den April 1872.
D. H. van der Linden jm. 26 j. en C. J. Vinkestijn jd. 2tS j.
H. Boom wedr. 65 j. eu M, J. Noest jd. 52 j. M. B. van
Schie jm. 24 j. en T. van Dam jd. 28 j. M. J. Benning
jm. 33 j. en J. Mes jd. 32 j. G. J. Kooreman jm. z6 j. en
H. F. W. Kuivenhoven jd. 21 j. L. B. Devilee jm. 28 j. en
M. G. Schouten jd. 25 j. - M. B. Tukker jm. 32 j. en
C. Swinkels jd. 27 j. C. L. de Koning jm. 40 j. en
I. Brakel wed. 42 j. W. F. Roomer jm. 34 j. en W. E.
Segaar jd. 30 j. A. de Jong jm. 24 j. en N. Smit jd. 20 j.
THERMOMETER VAN FAHRENHEIT.
morg.
morg.
nam.
nam.
nam.
avond
avond
5 u.
8 u.
12 a.
4 a.
5 n.
8 u.
10 u.
Zaterd.
44"
43'
42°
Zond.
41"
43J
45'
45®
45'
44"
44"
Maand.
44,®
47°
52®
52°
Wind: Zaterdag-middag 5 u. N. O.
Zondag-morgen 5 u. N.
n Zondag-avond 10 u. Z: W.
Maandag-middag 4 u. N. W.
Heden ontsliep na een lang en geduldig lijden
mijne dierbare Echtgenoote EVA CANTER tot
diepe droefheid van mij, mijne kinderen, behnwd-
en kleinkinderen, in den ouderdom van bijna 71
jaar, na eene gelukkige echtvereeniging van 47
jaar.
Namens mijne kindereD, behuwd-
en kleinkinderen
Leïden, 6 April 1872. L. N. FONTIJN.
Eenige kennisgeving.
Voor de vele bewijzen van belangstelling on
dervonden bij de ziekte en het overlijden van
onze geliefde dochter HEINDRINA HERMINA,
betuigen wij onzen innigsten dank aan alle be
trekkingen en vrienden, zoo binnen als buiten
deze stad.
C. J. ZAALBERG.
H. A, C. ZAALBERG,
Leiden, 8 April 1872, Schenck,