N0. 3720.
Maandag
A°. 1872.
25 Maart.
EIDSCH
DAGBLAD
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden3#00.
Franco per post.-,3.85
A/wnderlijke Nommers.7.7T 0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVEHTKNTIKN.
Voor iedor.ii regel0.15.
Grootere letton neer 4e plaatsruimte die tij beslaan.
Lelden, 33 Maart.
Waaneer wij de discussie over de tegemoetkoming
MSïelijk nu het ontwerp luidt, de tijdelijke hulpver-
jtrlkkiiig aan de Amsterdamsche Kanaalmaat
schappij uitzonderen, daD heeft de zitting van
gisteren hoewel bij velerlei en lange stof, toch
weinig belangrijks opgeleverd. Wij stippen hier
dan ook slechts aan dat behalve eenige kleine
administratieve wetjes, ook is aangenomen de
asDvnlling der wet op de brievenposterij ten
gunste van het halvecentsport der bijvoegsels van
kleine bladen beneden de 25 grammen, hetzij
afzonderlijk of met de courant te zamen. Maar, zelfs
het ontwerp Kanaalmaatschappij gaf slechts aan
leiding meer tot een incidenteel en vormelijk dan
tot een principieel debat, nu de Regeering had
verklaard dat de tijd te kort schoot om op het
uitvoerig voorloopig afdeelingsverslag te ant
woorden, en zij daarom, in stede van over het
contract tot waarborg der eventueele leening nu
reeds te beraadslagen, een tijdelijk voorschot van
een millioen gulden wensebte te verstrekken om
de oogenblikkelijke behoeften te voorzien. Nu
was er geen der sprekers die, behalve de heer
ile Jong, omtrent den afslnitingsdam bij Paarden-
lek, in de zaak der Kanaalmaatschappij au
Ind wilde treden omdat de zaak van zelve
rugkomt. Maar de heer Heemskerk Azn. is
vindingrijk man en op den laatslen parade-
voor het paaschverlof had hij twee blinkende
klinkende bezwaren ten toon gespreid die he
leind moesten zijn om de toeschouwers telokken.
let eene betrof wel is waar zooals hij het noemde
|euiio™, maar aanstonds zal blijken welk een vorm;
let ander den inhoud ofschoon weer eene bloote
ouiptabiliteitsquaestie uitmakende.
De vorm nu betrof niets meer of miDder dan
ie bedekte grondwets- en majesteitsschennis,
ant begrijp eens, de Minister had het gewijzigd
wetsontwerp ingezonden zonder eene nieuwe
koninklijke boodschap; dus schending van het
prerogatief der Kroon; dus ministerieel alver
mogen; dus ontwrichting onzer constitutioneele
instellingen; dus ondermijning van het monarchaal
beginsel, en nog vele andere vreeselijke gevolg
trekkingen, die hij, en na hem zonder eenige
ruggespraak, vriend van Zuylen en tijdelijk
bondgenoot van Loon, uit die onschuldige quaes-
tie vau vorm, eigenlijk tegen de vorming of het
voortbestaan van dit Ministerie, meenden te
loeien afleiden.
IVe kunnen ons zeer goed deo schrik van de
heeren vau de Putte, van Delden en vooral van
len Minister Blussé verklaren die waanden te-
iggevoerd te zijn tot het bijna vergeten en ver-
leten tijdperk der motie Keuchenius, de kauier-
ulbindingen en de motie Blussé. ülke dag bijna
tendt de Regering nota's van wijzigingeu tot reeds
gediende wetsontwerpen in, meestal bij de
cmorie v. Beantwoording; eiken dag neemt de
amer soms zeer diep ingrijpende amendemen
ten aan waaromtrent de Regeering zich stilzwij-
end of uitdrukkelijk te verklaren heeft of zij
■ich met de wijziging vereenigt, tal van wetten
it de Heemskerksche periode zelve die duchtig
;ewijzigd en nogmaals gewijzigd zijn, zonder
'oit door eene nieuwe koninklijke boodschap
ergezeld, noch door nieuw sectie-onderzoek ge-
°lgd te zijn.... en eerst op de laatste parade
dór het recès, wordt het constitutioneel wanbe
drijf van de heeren Thorbecke en Blussé ontdekt
de het wetsontwerp tot wettelijke bekrachtiging
der gesloten overeenkomst intact latende tot later,
ln afwachting van nadere voorziening de mach-
tiging verzoeken om een voorschot te verleenen van
hoogstens een millioen tegen behoorlijke rente, en
ODder de noodige waarborgen en met behoud der
bestaande overeenkomst tot garantie der leening,
waaruit, zoo ze aangenomen wordt of zoo de Kamer
liever algeheele geldelijke hulp wil, waarmede het
'-'oorschot moet worden verrekend. Het oorspron
kelijk ontwerp blijft aanhangig, de Kamer is er
van gesaisisseerd en vandaar nader protest
van den Minister tegen de beschuldiging van
schending der rechten van de Kroon. En hiermede
hep de zaak af en werd het ongrondwettig ont
werp (N.B. nog na wijziging van den considerans
en van 't artikel zelf door den heer Fransen van
de Putte, mede zonder nieuwe Koninklijke bood
schap) met 50 tegen 8 stemmen aangenomen, wel
een bewijs dat het constitutioneel bezwaar slechte
een parade-vaandel was, daar anders wel al de
conservatieven en al de andere voorstanders van
het droit divin toch zeer zeker zich vereenigd
zouden hebben tegen eene wet die het machts-
punt van Kroon en RegeeriDg zou overbrengen
bij twee Ministers en bij een omnipotente Kamer.
De opium-interpellatie aan het slot der zitting
heeft weinig licht verspreid.
Het heeft al den schijn alsof de onderzoeklievende
heer Mijer den Minister nog eventjes een nieuwe
poets gespeeld heeft. Eerst had hij in de zaak
der opiumpacht uit een postscriptum bij een
brief van den heer de Waal aanleiding gevonden
om den inhoud precies in tegenovergestelden ziu
uit te voeren met eene schade voor 's lands kas
van 2 a 3 millioen en nu is eene circulaire aan
de residenten rondgezonden met verzoek om ad
vies op eenige grondslagen van regeling der
opiumpacht, mede afkomstig van den heer Mijer
als Gouv.-Gen. aan den Minister ter beoordeeling
gezonden, doch door dezen in de meest bepaalden
termen onvoorwaardelijk afgekeurd, na ingewonnen
advies van de meest bevoegde deskundigen. Toen
dus de heer v. d. Putte vroeg of deze aanschrij
ving de slotsom was van 's Ministers overleggin
gen met den Gouv.-Gen. Loudon, waarop hij bij
de interpellatie Mirandolle gewezen had, ant
woordde deze bepaald ontkennend, maar wist niet
positief te verklaren hoe de circulaire in de wereld
gekomen was; doch haar inhoud behelsde het
door den Minister afgekeurde plan Mijer. Het is
te hopen dat deze nieuwe mystificatie eerlang
zal worden opgehelderd, zoodat wij gaarne den
uitgedrukten wenseh van de heeren v. d. Putte
en Mirandolle ondersteunen, dat toch de Minister
de overlegging van stukken bespoedige, in eene
zaak waar zoo veel verkeerds en geheimzinnigs
gelegen is.
Gedurende deze week zijn dagelijks in het
werkhuis alhier opgeuomen van 117 tot 134, vol
wassen personen en van IS tot 61 kinderen.
Donderdag-middag is Jacob de Vletter uithoofde
van den zorgvollen toestand zijner gezondheid en
ten gevolge van zijn bepaalden wensch om in
den kring van ziju gezin zich geneeskundig te
doeu behandelen, per rijtuig van 's-Gravesande
naar Rotterdam vervoerd.
Men heeft echter gemeend geen gebruik te
moeten maken van dit vriendelijk aanbod, en
de vertooning zal dus geen plaats hebben. Hoe
jammer 1 (Gron. Ct
De heer J. M. van Kempen te Voorschoten
heeft ter gelegenheid van 1 April een zilveren
insigne vervaardigd en verkrijgbaar gesteld, zeer
gesohikt om aan een oranjelint op de borst te
prijken. Het stelt een anker voor met op het feest
toepasselijke opschriften en zinnebeelden voor
zien. De uitvoering is bijzonder net. Onderaan
leest men: Op God is mijn betrouwen, Prins
Willem van Oranje.
De afdeeling Amsterdam, der Nederlandscbe
vereeniging tot afschaffing van sterkedrank, zal
hare maandelijksche openbare vergadering hou
den, op Donderdag den 28sten Maart te 8 uren,
in de Eensgezindheid. De heer H. Zeeman zal de
spreekbeurt vervullen.
Gisterenmiddag te 1 uur droeg Prof. W. G.
Brill in het groot auditorium te Utrecht het rec
toraat der Hoogeschool over aan ziju opvolger,
Prof. Th. Halbertsma, met een rede: de scientiae
laude genus humanum ab indignae dominalionis vinculis
vindicanlis. (Over de wetenschap en haar vermogen
om de boeien der slavernij te verbreken.)
Tot de heeren, die door de Hoofdcommissie te
Brielle uitgenoodigd zijn om op den lsten April
deel te nemen aan het ten Raadbuize te houden
feestmaal en van plan zijn aan die uitnoodiging
gevolg te geven, behoort o. a. de heer J. VV. van
Saagsveldt, pastoor aldaar.
Ook de Minister van Marine heeft medegedeeld,
dat hij aan de uitnoodiging, om deel te nemen
aan 't feestmaal, voldoen zal.
Op den 15den Juni e. k. worden de vrouwe
lijke gevangenen uit de gevangenis te Woerden
naar 's-Hertogenbosch overgebracht en het dienst
doend personeel gedeeltelijk overgeplaatst, gedeel
telijk op wachtgeld gesteld.
Op 1 Mei e. k. worden de beide compagniën
van het 4de bataljon, 8ste regiment infanterie,
te Utrecht in garnizoen, naar Arnhem gede
tacheerd
Naar men verneemt is de heer J. Goudriaan,
majoor bij het te Utrecht in garnizoen zijnde
deel van het regiment veld-artillerie, sedert eeni-
gen tijd voor zijne gezondheid op reis zijnde,
voornemens zijn pensioen aan te vragen.
Naar wij vernemen wordt de kapitein der
genie, F. J. van Heusden, overgeplaatst van Gro
ningen naar den Helder. (Cr. Ct.)
Men verhaalt ons en staat voor de waar
heid van het verhaal in, dat een onzer stad
genooten (Groningen), wiens hart natuurlijk klopt
„voor vaderland en vorst", aan het gemeente
bestuur zou hebben aangeboden by de komst
des Konings een nooit gezien of gehourd kunst
stuk te verrichten.
Hij wilde N.B. op het hoofd gaan staan op het
het paardje van den Martinitoren I En dat wel
voor den civielen prijs van 100 gulden.
De kiezersvereeniging Nederland en Oranje heeft
tot candidaat gesteld voor het lidmaatschap van
de Prov. Staten van Utrecht Jhr. Mr. M. M. van
Asch van Wijck. De kiezersvereeniging Eendracht
heeft thans officieel den heer J. A. M. Borret als
zoodanig aanbevolen.
In een Of en brief aan Jhr. C. A. van Sypesteyn
heeft de luitenant-adjudant T. M. Keyser getracht
niet (zoo verklaart hij uadrukkelijk) zich te recht
vaardigen of te versclioonen, maar inlichtingen
te geven, „die een ieder in staat stellen, naar
waarheid zijne meeuiug te vormen."
En toch blijkt nit zijn geschrift van heel iets
anders dan van onschuld I
Ziehier hoe de heer Keyser zelf de feiten der
beruchte „brieven-historie" mededeelt:
Op zekeren dag werd het gerucht verspreid,
dat aan deo majoor Gisser eene portemonuaie
ontvreemd zoude wezeu op eene wijze, die terstond
deed denken, dat het gerucht even lasterlijk was
al3 zoovele andere verhalen, die het waren vooraf
gegaan. Die meening deed eenige officieren naar
den heer Commissaris van Politie gaan, ten einde
de juiste toedracht te vernemen, die dan ook ter
stond bleek eene geheel andere te wezen, dan
zekere personen zich niet hadden ontzien in om
loop te brengeD. Eenige dagen daarna deelde het
Dagbl. van Zuid-Holt. en 's-Hage in zijne correspon
dentie mede, dat bij de redactie een stuk was
ontvangen, tot opschrift voerendede verliefde zak
kenrolster, welk stuk, om zijn onkieschen inhoud
en strekking en ook als ongeteekend, niet kon
worden opgenomen. Eene dergelijke mededeeling
was ook eenige dagen te voren in de Friesche Cour.
gelezen, zoodat het geen twijfel leed, of dat stuk
bedoelde de verspreidiug van het boveogemelde
gerucht omtrent den majoor Gisser. De qualifi-
catie, door het Dagblad aan dat stuk gegeven,-
maakte het tegelijk duidelijk, dat we wederom te
doen hadden met den eersten verspreider van dat
gerucht.
Op zekeren dag in een gesprek met den majoor
Tergau, geraakte natuurlijk die mededeeling op
het tapijt eD kwam genoemde majoor op het
denkbeeld, dat stuk aan de redactie van het Dagblad
te vragen. Op mijne bemerking, dat de redactie
het wel niet zoude willen afgeven, gaf de majoor
Tergau ten antwoord: „wij kunnen het eens pro-
beeren; immers dat stuk is voor het publiek ge
schreven; wij kunnen dan eens zien wat daarin
staat, doch wij moeten bet bij de redactie niet
doen voorkomen, alsof wij de eigenaars waren."
Nadat de majoor Tergau mij had aaugewezen
de wijze, waarop dat stuk zoude kunnen wordeD
gevraagd en, nadat hij mij bepaald had verzekerd,
dat daarin niet het minste kwaad was gelegen,
schreef ik aaD de redactie met het verzoek, om
het stuk uit L. ontvangen en dat, wegens zijn
ODkieschen inhoud eu strekking, niet geplaatst
kon worden, poste restante onder de initialen
N. O. O. naar Leeuwarden te willen opzenden.
Blijkens eene mededeeling in de Sittardsche
Courant is de openbare onderwijzer in de ge
meente Waubach, provincie Limburg, ook ont
vanger van het armbestuur, winkelier in manu
facturen en koloniale waren, tapper en herber
gier en houder van kostgangers, die in het school
gebouw overnachten.
door het kanton Eeckeren in de richtiDg van
Goes, voor welken spoorweg concessie is verleend
door de Belgische kamers den Sden Juni 1S70.
De reis van Antwerpen naar Vlissingen zal dan
in twéé uren volbracht worden.
Op uitnoodiging der commissie voor de plaat
selijke feestviering te Arnhem op 1 April a. s.
zal Dr. J. Ten Brink daar als feestredenaar in
de alsdan in Musis Sacrum te houden feestelijke
bijeenkomst optreden.
De inzameling, te Arnhem gehouden voor het
asyl voor oude en verminkte zeelieden te Brielle,
heeft de vrij aanziènlijke som van f 1461.50
opgebracht.
Te Arnhem zullen de feestelijkheden bij gele
genheid van den eersten April zich bepalen tot
het tracteeren op krentenbrood en chocolade aan
de kinderen der stadsscholen, muziekuitvoeringen,
illuminatie en vlaggenoptochten zullen niet
worden gehouden.
Eerlang zal een begin worden gemaakt met
den aanleg van een spoor\veg van Antwerpen
Aan het Vaderland wordt gemeld:
Vlissingen behoort onder die plaatsen, waar
men weinig gegoeden vindt. Toch zou de vreem
deling, die dezer dagen de stad bezoekt, dat niet
vermoeden, te oordeelen naar de toebereidselen,
die men daar voor de viering der nationaliteits
feesten op 6 April (den gedenkdag, waarop zij
uit eigen beweging het Spaansche juk afwierp) ziet
maken. Zoo ergeDS, dan heeft daar de feestcom
missie eer en genoegen van haar werk. Er be
staat van de aanzienlijksteD tot de geringsten
eene algemeene opgewektheid tot deelneming.
De monden der kinderen vloeien in huis, in
school en op straat over van feestliederen; de
handen der ouderen zijn druk aan het werk tot
het oprichten van eerepoorten, verlichtingstoe
stellen, het vervaardigen van vuurwerk, euz. Het
grootste gedeelte van de stad zal worden geïllu
mineerd, alle pleinen, markten eu straten met
groen en vlaggen versierd, muziekkorpsen van
Arnhem, Haarlem en Middelburg zullen voor
die dagen worden geëngageerd, concerten en bals
zullen niet ontbrekentooneelvoorstellingen zullen
worden gegeven, waaronder vooral eigenaardig
is: „De inneming van den Briel in 1572," door de
ouderofficieren van de bezetting, terwijl de feest
rede zal worden uitgesproken door Ds. Fruitier
de Talma.
Vlissingen toont dat zijn hart voor de feesten
geopend is, want de beurzen blijveu niet gesloten.
In vergelijking met andere plaatsen wordt er
veel, zeer veel gegeven. Om een voorbeeld te
gevende Oude Markt en de daaraan grenzende
Vrouwestraat, een buurt waar slechts burgers
wonen, die gewoonlijk bij den dag arbeiden en
leven, heeft ruim /T00 voor de feestviering bij
eengebracht. De St.-Jacobstraat en het Ritthem-
sChe Marktje brachten ruim zooveel op. Eo wat
daar in den omtrek der Groote Kerk geschiedt,
vindt overal plaats. Te midden van zooveel lauw
heid en tegenwerking waarmede de feestviering
in het eerst werd ontvangen, doet dit enthousi
asme het vaderlandslievend hart recht goed.
Woensdag heeft te 's-Gravesande een treurig
ongeval plaats gehad. Een knaapje vaü 5 jaren
is, spelende en struikelende, onder een mestwa
gen geraakt en daardoor overreden, met het
noodlottig gevolg dat het kind bijna oogenbiik-
kelijk dood bleef. De voerman van den wagen
is volkomen van onvoorzichtigheid ten deze vrij
te pleiten.
Gisterenmorgen is te Utrecht opgevischt in de
Singelgracht aan het Plantsoen het lijk van zeke
ren K., wagenmaker van beroep, die sedert 3
weken vermist was.
Uit Dnsseldorf wordt onder dagteekening van
20 Maart gemeld, dat de brand, waardoor de
Kunst-academie werd vernield, des nachts te 2
uren uitbrak, eD wel in het Standehaus, dat met
de Academie verbonden is. Men onderstelt dat de
brand in een schoorsteen is ontstaan. De vlammen
grepen met de grootste snelheid om zich heen,
zoodat het bovengedeelte vau het Standehaus bin
nen korten tijd werd vernield. De toren bleef
echter onbeschadigd. Tegen 3 uren rukten de
brandspuiten aan, maar vijf uren later werd men
eerst het vuur meester. De prachtige koninklijke
collectie kopergravures is gered, maar overigens