N0. 3709. Dinsdag A°. 1872. 12 Maart. STADS-BERICHTEN. LEinSCH DAGBLAD prijs dezer courant. Voor Leiden per 3 ma&nden.3.00. franco per post.3.85 Afxonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dageltjk», met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. prijs der advkktkntikn. Voor iederen regel0.15. Grootere letter» naar de plaatsruimte die zy beslaan. HEB.IJS. BURGEMEESTER XX WETHOUDERS vak leiden, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland, van den 9den January 11., ii°. II Hrooinciaalblad n". 3), houdende bepaling van de tijdstippen van den her-yk der maten en ge- wigten in de verschillende gemeenten in deze pro vincie, voor het jaar 1872; Herinneren den ingezetenen dezer gemeente hunne verpligting, overeenkomstig art. 15, lett. a, der Wet van den 7den April 1869 {Staatsblad n°. 57), tot het doen her-ijken van alle reeds in gebruik zijnde maten, gewigten en weegwerktuigen, onder mededeeling dat daartoe door den ijker zitting wordt gehouden in het lokaal van den yk, op de Aalmarkt, naast de Gemeente- Apotheek, en wel: voor wijk Vil, op 13, 14, 15 en 19 Maart, telken dage van des morgens 9 tot des namiddags 3 uren; Eindelijk wordt ter kennis van de belanghebbenden gebragt, dat volgens besluit van den Minister van Staat en van Hinnenlandsche Zaken, van den 6den December 1871, n°. 201 (12de afd.), de letter Din den gewonen drukvorm, schuin gesteld, bestemd is tot jaarletter zoowel van den ijk als van den her-ijk. En geschiedt hiervan openbare kennisgeving door aanplakking en door plaatsing in de Leidsche Courant. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. Bit an DELER, Burgemeester, v. PUTTKAMMER, Secretaris. Liiush, 17 Januarij 1872. Lelden, 11 Maart. Het Vaderland maakte in zijn nummer van gisteren de opmerking dat door de aanneming van het amendement de Lange op het wets-ont- werp op de Baraterie art. 2 voor iederen onin gewijde onbegrijpelijk was gewordeD. Wij heb ben op het ootwerp, zooals het uit de banden van de heeren Godefroi en de Lange is te voor schijn gekomen een andere aanmerking en wel op art. 1. Dat artikel luidt nu als volgt: ,Hij die, behoudens in de gevallen van art. 699, 15°, W. v. K. opzettelijk schepeu of andere vaartuigen doet zinken of stranden of door andere dan in de attt. 434 en 435 van het Wetb. v. Strafr. genoemde middelen vernielt of onbruik baar maakt, wordt gestraft met gevangenisstraf van 1 tot 5 jarenen indien hij de schipper is of dezen vervangt, met tuchthuisstraf van vijf tot tien jaren. De poging enz. Daar waar wij het teeken hebben gezet waren volgens het regeeringsontwerp de woor den udie hij weet dat geheel of ten deele aan anderen toebehooren, zonder hunne toeslemming," die nu door heiameudemeutdeLaDgezijQ vervallen,iogelascht. Derhalve wordt nu even goed strafbaar gesteld het vernielen enz. van zijn eigen schip als van dat van anderen. De ratio hiervan is, dat men, al is men eigenaar, de rechten van derden (bijv. hypotheekhouders) zal kunnen benadeelen. Maar wat doet zich nu voor? Volgens de woor den aan het slot der alinea wordt de schipper voor het misdrijf veel zwaarder gestraft dan ieder ander der opvarenden. De reden hiervan is gelegen in de verantwoordelijkheid, die hij op zich heeft genomen en het vertrouwen dat in hem is gesteld. Maar wat nu,indien de eigenaar eens zelf de schipper is? De ratio om hem zwaardere straf op te leggen ver- "all dan geheel en al. En toch zal hij volgens de woorden van het artikel (die in het oorspronkelijk ontwerp zeer op hun plaats waren) tuchthuis- in plaats van gevangenisstraf ontvangen. Indien dus b- v. A. zijn eigen schip vernielt, waardoor hij toch altijd minder de rechten van een derde za benadeelen dan wanneer het schip aan dien derde toebehoorde, dan moet hij zwaarder wor den gestraft dan B. die eens anders schip ver nietigt! Dat A zulks wel en B. niet als schipper doet maakt hier geen onderscheid, daar zooals wij reeds zeiden, de raisou d'être van de meer dere strafbaarheid des schippers vervalt wanneer dij eigenaar is. Het komt ons voor dat deze zaak niettegen staande zij reeds vóór twee jaren aan de orde was, vrij nonchalant is behandeld. Dat de minis ter ter bestrijding van het amendement de ge noemde onbillijkheid niet heeft aangevoerd (indien ten minste het verslag, dat wij van de debatten voor ons hebben, juist is) schijnt ons onbegrij pelijk, Wij geven deze opmerking gaarne voor beter, indien men ons de onjuistheid er van kan aantoonen. De heer Wintgens heeft in de zitting van Za terdag nog even beproefd, of hij het ontwerp no pens de vrijheid van arbeiderscoalitiën onder de noodige waarborgen, en nu het zelfs vrij was van eeDig ingrijpend amendement, nog eenige afbreuk kon doen. Hij las uit eene groote Fran- sche couiant zinsneden voor uit het rapport no pens de enquête omtrent den communistischen opstand in Parijs in Maart 1871 en waarschuwde dan steeds met groote stemverheffing en ijselijke gebaren de Kamer om toch dat paard van Troie hier niet binnen te balen en hij insinueerde dat de liberale partij blind voor dat alles was en wilde haar bij voorbaat verantwoordelijk stellen voor al de tirades die hij over de Internationale en de Commune voordroeg. De heeren van der Putte, Jonckbloet, Cremers en de Minister van Justitie hebben de aanmatiging en de bespotte lijkheid van deze /sensatie-speech" gelijk de heer v. d. Putte baar noemde, in bet helderste dag licht gesteld en aangetoond dat onze toestanden, ons volk, ons volkskarakter, onze arbeidersstand, niet te vergelijken waren met den toestand van Parijs. En inderdaad, een onbevangen blik op dien toestand en wat hem is voorafgegaan, zou een gewoon mensch die geen advocaat en niet tot de 80 wijzen behoort tot het inzicht hebben moeten brengen. Had de heer Winlgens daarom trent iets willen vernemen in stede onze werk lieden als 't ware op gelijke lijn te stellen met de Parijsche communards, hij had zijne lees- en citeerzucht kunnen bevredigen door het Journal des Débats waarlijk niet behoorende tot de Roode Internationale van een paar dagen geleden in handen te nemen waar dat geachte blad zelfs voor Frankrijk de gelegenheidswet tegen de Internationale bestrijdt, en den toestand van Parijs gedurende en na bet beleg, den hongersnood eo de algemeene ontaarding en demoralisatie, de capitulatie een geheel exceptioneele noemt. Ook had de geleerde afgevaardigde dezer dagen uit deD mond van Graaf Bismarck zoo het een en ander kunnen vernemen omtrent de Zwarte Internationale, die wel degelijk bestaat, al riep ook de oude heer v. Nispen uit alle macht dat er uiets van aan is en dat daarvan maar gesproken werd om een achtenswaardigen geestelijken stand te bekladden en in verdenking te brengen. Hoe dit zij, de heer Wintgens heeft met zijn couranten- speech niemand bekeerd. Hij was en bleef Cas sandra, want art. 1 waarover Vrijdag de stemmen hadden gestaakt (36 tegen 36) werd nu aange nomen met 37 tegen 34 zijnde twee tegenstem mers van Vrijdag afwezig gebleven terwijl een der andere toen afwezigen zich voor heeft ver klaard, eD eenige andere leden doch van beide zijden niet tegenwoordig waren zoodat dit op den einduitslag geen invloed uitoefende. De geheele wet is vervolgens met hetzelfde stemmengetal aangenomen. Uit de stemlijst zal men zien dat de coalitie der 34 bestond uit al de katholieken op een na (v. d. Maesen), uit al de volbloed- con servatieven eu anti-revolutionairen en uit vijf gematigd liberaleu of middenmannen, zijnde de heeren Godefroi, van Naainen, van Voorthuijzen, van Reenen, 's Jacob, waarvan de eerste niet uit sociale of economische, maar geheel op juridische en opportuniteitsgronden zich een en andermaal in de discussiën tegen- het beginsel van art. 1 en tegen de strekkiug der geheele wet had verklaard. Ziehier de geheele stemlijst over art. 1 en over de geheele wet. Koor de heeren: Viruly, Tak, v. d. Linden, Zylker, Heemskerk Bz., Moens, v. Akerlaken.de Roo, Gevers Deijnoot, Jonckbloet, v. Delden, v. d. Putte, v. Eek, Sand berg, de Jong, Westerhoff, Dam, Gratama, Bredius, Rombach, v. d. Maesen, Mirandolle, Blom, Idserda, Rutgers, Dumbar, Lenting, Hingst, Bergsma, v. Kerkwijk, Kops, Cremers, Smidt, Mackay, Wybenga, de Lange en de Voorzitter. Tegen de heeren v. Naainen, v. Voorthuyzen, Begram, Heijdenrijk, v. Zuylen, Smits, Wintgens, Kien, Nierstrasz, v. Kuijk, Verheijen, v. Was- senaer, Luyben, v. Reenen, v. Eoreest, Godefroi, v. d. Does, '8 Jacob, Borret, v. Sijpesteijn, v. Lyn- den, Heemskerk Az., v. Nispen, Arnoldts, v. d. Heuvel, de BiebersteiD, v. Hardenbroek, C. van Nispen, Haffmans, v. Loon, Vader, Bergman, Hoffman en de Brauw. Daarna kwam nu eene napleiterij van Mr. Heemskerk Azn. over de eventueele uitvoering van het tractaat tot afstand der Kust van Guinea, niettegenstaande hij zelf bij de aankondiging zijner interpellatie had vooropgesteld dat nu de wetgevende macht beslist had, napleiten onvoeg zaam zou zijn. Het is zeer mogelijk dat de in- terpellant zelf zijne speech niet als napleiten en zeer voegzaam zal oordeelen, maar de zaak is er niets verder rneê gebracht. Hij vroeg, na eerst breedvoerig uiteengezet te hebben dat Engeland geen geweld zou bezigen tot bet overnemen van het protectoraat of onze Regeering wèl plan had om geweld te plegen om ons protectoraat op te dringen? Het antwoord van den Minister van Buitenlandscbe Zaken was zeer eenvoudig. Evenmin als Engeland plan heeft zijn protecto raat aan de Elmineezen mei geweld op te dringen, i3 het onze bedoeling hen tot de aanvaarding daarvan te dwingen en de Minister van Koloniën wilde den interpellant wel de geruststellende verzekering geven dat er over de overdracht van de Kust een rapport aan de Staten-Generaal zal worden medegedeeld. Ofschoon dit natuurlijk in de verste verte niet in de bedoeling van den inter pellant kan liggen, zoo geeft een dergelijk rap port laat het zyn over een jaar bij leven eu welzijn gereede gelegenheid tot een commis soriaal rapport met eene conclusie, eene com mentaar van professor Vreede, een nieuwen brief van den Koning van Elmina (zoo hij nuchter is), een paar artikelen in Mr. Heemskerk's eigen or gaan in éen woord, eene gelegenheid tot een nieuw standje met of zonder medewerking van Mr. Wintgens, doch zeer zeker met getrouwe medewerking der niet bestaande, maar door den heer v. d. Putte gefantaiseerde zwarte club. Eindelijk is in deze vrij geanimeerde zitting ook nog nog besloten om de Inkomsten-belasting dadelijk na hetPaasch-recès.dat vermoedelijk tegen 17 April geëindigd zal zijn, in behandeling te nemen zeer tegen den zin van den heer Nierstrasz die de zaak reeds in deze of de volgende week wilde ter tafel brengen. Integendeel komt spoedig daarop nog vóór de paascheieren een andere niet zeer versche schotel.... schrik niet, het Reglement van Orde der Tweede Kamer. Was de heer Nier- trasz wellicht bevreesd dat daarin een artikels zou worden opgenomen over het getal keeren dat een spreker het woord mag voeren en mis schien ook hoeveel kolommen hoogstens die voor de officieele schatkamer dat men Bijblad noemt, ofschoon het Nablad moest heeten, mogen be- beslaan? Wij kunnen niet in het ronde zeemans hart van dien afgevaardigde lezen; maar het Re glement van orde goed herzien kan voor hem en sommigen van zijn genre onverschillig van welke politieke richting, een ramp, voor het publiek echter eeu ware weldaad en eene wel kome verademing worden. Naar wij vernemen zal het 3de concert te (geven door het muziekkorps der dd. schutterij Donderdag 14 Maart niet plaats hebben, doch wordt zulks uitgesteld op Donderdag 21 Maart; terwijl de datum voor het 4de concert nader zal worden bekend gemaakt. Op den 19den dezer maand zal de spreek beurt in de Hollandsche Maatschappij van fraaie kunsten en wetenschappen alhier vervuld wor den door den Nederlandschen dichter en letter kundige J. A. Alberdingk Thijm van Amsterdam. Hedenmiddag tegen 12 uren geraakte bij de exercitie der huzaren op de Ruïne een paard met zijn poot in een gat, ongeveer 3 voet diep, zoo dat de poot brak en het beest op een wagen naar de kazerne vervoerd werd. Naar de N. R. Cl. verneemt heeft de hoofdcom missie te Brielle bericht ontvangen, dat de Koning den eersten steen zal komen leggen voor het Monument (de nimf.) De gemeenteraad van Wijk aan Zee heeft Dr. J. F. Halder, te Beverwijk, eene fraaie elec- triseermachine aangeboden, als blijk van erken telijkheid voor de vele en belanglooze diensten, door hem tijdens de pokken-epidemie aan die gemeente bewezen. Door wijlen den beer Mr. Jacob van Dam van Noordeloos is aan het Israëlietisch armbestuur te Rotterdam gelegateerd eene som van f 2000, vrij van successierecht. Te Amsterdam is het loon der schildersgezel len, door hunne bazen, verhoogd tot 17 centon per uur. Den 22sten dezer zal het rectoraat van de hoogeschool te Utrecht in de groote gehoorzaal van het akademiegebouw worden overgedragen door den aftredenden rector Prof. Brill aan den nieuw benoemden rector Prof. Halbertsma. De Kamer van Koophandel te Maastricht zal een adres aan de Tweede Kamer richten om aan te dringen op het instellen van een afzonder lijk Ministerie van openbare werken handel en nijverheid. (II. D.) Naar wij vernemen, heeft het Z. M. den Ko ning behaagd, H. D. ingenomenheid te betuigen met en in te teekenen op 103 exemplaren van het zilveren draagleeken, voorstellende eeu Wa tergeus, verschenen by de heeren Joh. E. v. der Horst en G. Theod. Bom, te Amsterdam. (Utr. D.) De subcommissie voor het monument en de feestviering van April te Zalt-Bommel heeft Vrij dag eene schaalcollecte langs de huizen gehouden voor het Asyl, die ruim f 150 heeft opgebracht. Het verdient vermeld te worden, dat een der meest geachte Roomsch-Katholieken met een der predikanten aan deze collecte deel nam. Er is ook besloten tot eene plaatselijke feestviering, waartoe de commissie gelden verzamelt en een plan ont werpt. Als een bewijs van de daar heerschende goede verhouding tusschen Roomsch-Katholieken eu Protestanten en van beider juiste waardeering van het nationale Nederlandsche feest, kan strek ken, dat de Harmonie, wier leden voor eeo gedeelte uit Roomsch-Katholieken bestaan, de uitnoodiging der commissie heeft aangenomen, om zich op den laten April op de markt te doen hooren. Men meldt uit Breda van 9 Maart: Gedureude de laatste dagen zijn bijzonder veel vreemdelingen bij den graaf de Cbambord toege laten, zoowel dames als heeren. Er komen nu en dan ook vreemdelingen van zeer verre, die niet toegelaten worden en dus onverrichter zake moeten terugkeeren. Morgen vertrekt de graaf met zijn gevolg; waar heen is echter nog onbekend. Men sprak er van dat hij den Ypelaar, het buitengoed van den Bis schop van Breda, zou betrekken; doch dit moet nader bevestigd worden. De voortvluchtige gemeente-ontvanger van Mun tendam, Atzema, is door den Raad der gemeente uit zijne betrekking ontslagen. Aan den heer Leo pold te Veendam is voorloopig de waarneming der functiën opgedragen. Men verzekert dat bij het nazien der kas gebleken is, dat er een tekort is van p. in. 1800, terwijl de borgstelling f 1200 bedraagt. Dezer dagen hield de maatschappij Euterpe te 's-Gravenhage eene algemeene vergadering. In die bijna voltallige vergadering werd het plan voor eeu te stichten concertzaal, met de gale rijen berekend op 2000 zitplaatsen, twee vleu gelzalen, samen voor 700 personen, en met een grooten tuin voor zomeruitvoeringen van 50 aren (5000 vierk. meters) met overgroote meerderheid gearresteerd. De vergadering besloot o. a. het bestuur te machtigen thaus eeu subsidie aan den gemeenteraad te vragen, onder aanbieding van het plan, waarvan nu de vroeger ontworpen straat tegenover de Rijuspoorbrug is weg ge laten. De arrondissements-rechtbank te Amsterdam zal zich spoedig hebben bezig te houden met de beslissing van een proces waarvan do oorsprong het volgende is: lu 1837 huwde ia eene provin- ciestud eeu zeer jeugdig vreemdeling met eene vrouw die omtrent ieeuw rijker aan ondervin ding ivas dan hij. Door een gelukkig toeval in het bezit van eenig kapitaal gekomen vertrokken deze lieden naar Amsterdam en deden daar goede zaken, zoodat zij voor niet onvermogend wer den gehouden. Na een paar jaren in Amsterdam te hebben gewooud beviel de dieu9tmeid vau eene dochter eu het medelijden van den heer

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1