mil
SCHETSEN UIT ENQELAND.
r. 3707.
Zaterdag
A°. 1872.
9 Maart.
i
STADS-BERICHTEN.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
OYT,
U1EL
3ii kerl
iwjaJ
xsc^1
LEIDSCH
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden
franco per post.
Aiionderlqke Nommers
3.00.
3.85
0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DER ADVKRTÏNTIKN.
Voor iederen regel.J 0.15
Grootere letUra naar de plaatsruimte die xg beslaan.
Gebletr
BURGEMEESTER ÏN WETHOUDERS tak
LEIDEN,
Gezien art. 11, 2de alinea, der Verordening ran
0 Junij 1866, op de openbare scholen roor gewoon
•'lager onderwijs roor on- en minrermogenden (Ge-
iéieenteblad n°. 19)
Doen te weten, dat de inschrijving ran nieuwe
leerlingen op de openbare school roor on- en min
vermogenden zal plaats hebben van den 4den tot
en met den 16den Maart e. k., in de school-
Jocalen in de Rijnstraat, in de Brandewijnsteeg, op de
Binnenvestgracht aan het Plantsoen en op de Oude
Teil, des voormiddags van half negen tot negen
uren en des namiddags van half twee tot twee
uren, behalve des Zaturdags namiddags en des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd'
t. d. BRANDELER, Burgemeester,
y. PUTTKAMMER, Secretaris.
Liidek, 28 Februarij 1872.
Lelden. 8 Maart.
U Nadat in de zitting van gisteren aan den heer
van Zinüicq Bergman verlof verleend was om op
een nader te bepaleD dag den Minister van Bin
nen!. Zaken te interpelleeren over de aanhoudende
pngelukken op den parallel-weg langs den spoor-
van den Bosch tot Vught, werden de dis-
pussiën aangevangen over art. 1 der wet op de
oalitiën met de daarop voorgestelde amendemen
ten. Tal van sprekers hebben daarover bet woord
gevoerd. Het was ook een bijzonder aanlokkelijk
debat voor heeren juristen want alles liep over
theorie en toepassing, zin en begrip zoowel van
de af te schaffen artt. 414416 als over bet nienw
art. dat de Regeering daarvoor in de plaats wilde
stellen. Een en ander lasschen wij hierin:
Art. 1 van het ontwerp bepaalt: ,/Al wie in
breuk heeft gemaakt of gepoogd heeft inbreuk
te maken op een9 anders vrijheid of nijverheid,
wordt gestraft met gevangenisstraf van êene maand
tot twee jaren en geldboete van vijfentwintig tot
vijfhonderd guldeu, te zamen of afzonderlijk,
indien dit geschied is door geweld, door ontne
ming of beschadiging van werktuigen of gereed
schappen, door bedreigingen met eenig strafbaar
feit of door bedriegelijke handelingen; met ge
vangenisstraf van zes dagen tot drie maanden en
geldboete van acht tot tweehonderd guldeu, te
zaaien of afzonderlijk, indien dit geschied is door
beleediging of door deelneming aan samenscho-
liogeo in of bij fabrieken, werkplaatsen of wonin
gen van eigenaars of bestuurders dier inrich
tingen."
Door den heer v. Boy ma is een amendement
'voorgesteld, om de geheele wet uit éen art. te
doen bestaan namelijk art. S van het ontwerp,
I luidende:
„Zijn afgeschaft de artt. 414, 415 en 416 Wet-
!boek v. Strafrecht en de artt. 19 en 20 van Titel II
tder wet van 6 October 1791."
Door den heer Bredius was mede een amen-
idement voorgesteld, dat alleen strekt om een ge-
grezen twijfel te verduidelijken. De een meent dat
onbruikbaarinaking van werktuigen gelijk staat
set beschadiging; anderen meenen dat eronder-
cheid bestaat. Van daar dat bij voorstelde te
lezen: beschadiging of onbruikbaarmaking. Over
dit amendement werd echter weinig of niets ge
zegd. Alles concentreerde zich tot het ingrijpend
amendement van Beyma, dat alleen door den
beer v. Houten op grond van algemeene begin
selen van vrijheid van arbeid en onbevoegdheid
des wetgevers tot inmenging verdedigd werd.
Het amendement werd echter bestreden door
de heeren Zinnicq Bergman (die om zijne gewone
afdwalingen wederom even door den Voorzitter
aan de orde herinnerd werd), de Brauw (tot ze
kere hoogte daar het meer consequent was en
't stelsel van vrijheid van coalitiën dan het re-
geeringsartikel) maar bepaald en stellig door de
heeren Godefroi, Saaymans Vader, C. van NispeD,
van Wassenaer v. patwijk (die de oplossing der
sociale quaestie alleen ziet in 't godsdienstig on
derwijs, verplichte Zondagsheiligingen het tegen
gaan van den sterken drank), Smit, Idserda, van
der Does de Willebois en den Minister van Justitie.
Deze herbaalde bet reeds gezegde bij het alge
meen debat: Tot bloote intrekking der artt. van
den Code Pénal zonder vervanging door andere,
kan de regeering niet medewerken, te minder
omdat de strafbepalingen van den Code Pénel in
zeer vele gevallen niet toepasselijk of onvoldoende
ziju tot bestraffing van de misdrijven in art. 1
bedoeld, namelijk inbreuk op de vrijheid in de
uitoefening van arbeid of nijverheid.
Ten aanzien van de opmerkingen van die spre
kers welke wederom gebeel in de algemeene be
schouwingen waren teruggetreden, bleef de Minis
ter bij de opmerking dat die elgemeene bezwaren
te sterk gekleurd en overdreven waren; dat men
zich de strekking en de gevolgen dezer wet ver
keerd voorstelt en dat daarin niet ligt eenige
socialistische bedoeling, maar de begeerte om aan
een min rechtvaardigen toestand en aan ongelijk
heid van recht een einde te maken. Met de voor
gestelde redactie-wijzigiogen van de heeren Smit
en van der Doe3 zou hij zich kunnen vereenigen,
waarna het debat tot morgen (Vrijdag) werd
verdaagd.
Naar wij uit goede bron vernemen zal over
een paar maanden bet tegenwoordige postkantoor
naar de Oude Singel verplaatst worden, daar bel
tegenwoordige kantoor zal afgebroken en door
een nieuw op dezelfde plaats vervangen worden.
De heeren J. J. Tavenraat, F. H. J.Tavenraat
en J. de Hoop, studenten, verzoeken ons het vol
gende bericht op te nemen
Heden, Vrijdag, viert onze stadgenoote Sara
Rosier bet schoone feest van veertigjarigen trouwen
dienst bij Mejufvrouw de Wed. J. Landa-Mulder,
thans Noordeinde 34. Den 8sten Maart 1832,juist
op haar dertienden verjaardag, trad zij als loop-
meisje daarin en is er sedert onafgebroken ge
bleven. In lief en leed beeft zij baar meesteres
gedurende dien langen tijd terzijde gestaan en
met onkreukbare eerlijkheid en nooit volprezen
ijver haar plicht betracht. Een reeks van studen
ten van verschillende generatiën heeft zij achter
eenvolgens opgepast; èn bij deze èn bij een groot
aantal hunner vrienden is de oude trouwe Saar
een onvergetelijk figuur en in Oost en West zal
dit bericht door velen met belangstelling worden
gelezen. Zeldzaam zijn de dienstboden die de za
ken harer meesters als haar eigen behartigen,
maar zij bestaan nog. Eere aan hen, erkentelijk
heid en algemeene achting zij haar loon.
Gisteren is eene vrouw uit bet werkhuis alhier
van drie kinderen bevallen.
Gisterenmiddag omstreeks 4 uren viel een jon
gen in 't water in de Binnenvestgracht, terwijl
bij bezig was ziju pet er uit te balen. Met veel
moeite werd bij door twee toeschouwers gered.
Z. K. H. Prins Frederik heeft een bijdrage van
ƒ200 geschonken tot oprichting eener zeevaart
kundige school te Terschelling.
Men verneemt, dat door Z. K. H. Prins Frederik
eene bijdrage van f 800 en door Z. K. H. Prins
Hendrik eene bijdrage van ƒ600 is geschonken
ten behoeve van het te Brielle te stichten asyl
voor oude en gebrekkige zeelieden.
De heer H. de Jong heeft, namens Z. M. den
Koning, een dankbetuiging ontvangen voor een
gedicht, door hem aan Z. M. aangeboden en ge
titeld: „De Spanjaarden in Nederland," hetwelk Z.
M. met welgevallen heeft aangenomen.
Ook de boekbandelaar J. H. Duisdeiker L.Jrsz.
heeft den dank van Z. M. den Koniog ontvangen
voor een HD. aangeboden exemplaar zijner uit
gave: Feestliedjes op den SOOjarigen gedenkdag der
inneming van den Briel. Hbl
Omtrent de Aprilfeesten te Amsterdam ver
neemt men, dat aan den grooten optocht o. a.
deelgenomen wordt door de gezamenlijke werk
lieden der Koninklijke fabriek van stoom- en
andere werktuigen (directie J. M. Van der Made),
alwaar thans ruim 1000 man werkt. Van stads
wege zal een illuminatie en vuurwerk worden
ontstoken. Ook de bewoners der Willemstraat
gaan reeds „met schaal en bussen" rond om gelden
te verkrijgen tot het opsieren ran bun buurt. Het
is nu vrij zeker dat de leerlingen der H. B. S.
en die van de Handelsschool zich vereenigd heb
ben om een gondeltocbt in kostuum te houden.
Voor rekening der Brielsche sub-commissie zul
len op de scholen toepasselijke platen en boekjes
verspreid en de kinderen feestelijk onthaald wor
den. Intusschen blijft het verzet niet geheel ach
terwege; een warm arm verzorger, die voor het
oogenblik vergat dat de kerkcollecten blijkens
de opbrengsten uit de mode zijn, en dat op twee
den Paaschdag de kerken meestal weinig bezocht
worden, bedroeft zich dat men door het houden
van een optocht de gelegenheid beneemt tot het
doen van giften in armzakjes; practische huis
moeders bedroeven zich over al de olie die nut
teloos verbrand zal worden in de duizende lam
pions, en vrienden des volks vreezen voor de
gelegenheid tot drankverbruik welke geopend
wordt, vooral nu, als pendant van de oranjebit
ter, het „vrijheidslikeur" uitgevonden is. Vad
Terwijl in andere plaatsen, zelfs in de kleinste
gemeente, aanzienlijke bijdragen worden gele
verd om het feest van 1 April ook plaatselijk te
vieren, heeft men te Groningen, wegens gebrek
aan deelneming, van het aanvankelijk voorne
men moeten afzien. De subcommissie had lijsten
ter teekening bij de ingezetenen doen rondgaan
en het resultaat daarvan was, dat voor de nymf
geteekend is voor ƒ59, voor het asyl ten be
hoeve van oude en verminkte zeelieden 331.50
en voor de plaatselijke feestviering ƒ226. De
Commissie heeft begrepen, dat die som van ƒ226
te gering was om daarvan een feest te kunnen
organiseeren.
Wij vernemen dat door den Minister van Staat
en van Binnenlandsche Zaken aan de heeren
D. T. Ruys, J. G. N. Hoven en F. Fusswinkel,
te Rotterdam, onder zekere voorwaarden conces
sie is verleend tot den aanleg en de exploitatie
eener stoOmsleepvaart, van daar op Emmerik,
door middel van een in de bedding der rivieren
gelegden metallieken kabel of ketting. (N. R. Ct.)
De ondernemers van den Noord-Hollandsch-
Frieschen spoorweg hebben beloofd aan de aan
deelhouders van bovengenoemde lijn 6 pCt. rente
te zullen betalen gedurende den aanleg van de
lijn. Reeds wordt er over gesproken om, iDgeval
dit spoorwegplan mocht mislukken, desniettemin
zoo mogelijk met gelden uit Nöord-Holland een
lijn AmsterdamMedemblik—Ënkhuizen aan te
leggen. Mócht bok dit plan niet réu3seefen, dan
Toedt men echter gegronde hoop dat in elk geval
de lijn AmsterdamHoorn tot stand zal komen.
Het Provinciaalblad van Zeeland behelst een
besluit van den Commissaris des Konings in die
provincie, waarbij, op grond dat zich in het Ko
ninkrijk België bij voortduring gevallen van vee
pest hebben voorgedaan, worden ingetrokken de
verleende doorloopende ontheffingen van de bepa
ling van art. 1 van het Koninklijk besluit van 8
December 1870, tot het invoeren van straat- en
stalmest, alsmede van versch en gezonteu rund-
vleescb.
Men meldt uit Delft dd. 7 Maart:
Gisteren-voormiddag te elf uren werd op de
begraafplaats „Jaffa" ter aarde besteld, het lijk
van den 7Sjarigen oud-strijder, Frederik Addiuk,
verpleegde in het oude manoen- en vrouwenhuis
in de Schoolsteeg aldaar. Voorafgegaan door de
muziek der artillerie, treurmarschen spelende, en
de leden van de vereeniging het Zilveren Kruis
aldaar, werd de lijkkoets gevolgd door de familie
betrekkingen van den overledene en de manne
lijke verpleegden, onder geleide van den vader,
uit genoemd gesticht.
171.
jele&il
a 4 i'l
12.05 ij
tagctftï
ie 85j
f
NAAE HST ÏRAN8CH TAN
H. T A.IKIE.
ren.
ïDsdag'
-1 U.-
op
Belas'
ypOtb-
IV.
De opToeding.
(Vervolg.)
Het is eene vrije, bijzondere, niet door den
Staat gesubsidieerde inrichting, jaren geleden
door een legaat tot stand gebracht, zij heeft dan
ook erfelijke domeinen en inkomsten. Somtijds is
de opbrengst van die domeinen aanzienlijk; te
Harrow is zij gering, 1100 pd. st. Groot of
klein, zij wordt beheerd door een raad van
fideicommissari8sen, die gekozen worden. Hier
zijo er zes, groote heeren en grondeigenaars uit
den omtrek, wier gezag zich uitstrekt tot het
maken van groote veranderingen en de keus
van den head-master. Maar de spil, waarom
de machine draait zijn de onderwijzers-kostschool
houders; elk hunner geeft een cursus (Grieksch,
Latijn, Fransch, wiskunde, euz.) en heeft boven
dien van 10 tot 30 pensionnaires. Heeft hij er
slechts tien, dan eten zij tegelijk met het gezin;
zijn er meer dan worden er twee tafels aange
richt, gepresideerd door de daines des huizes.
Gewoonlijk hebben zij met hun tweeën eene
kamer, de grootsten eene kamer afzonderlijk.
Het kind vindt dus, in de school overgeplant,
eeDigermate een beeld van het ouderlijk huis
terug, te meer daar iu Engeland de gezinnen
groot zijn. Hij heeft zijn kamer, dineert onder
het oog van dames, is een persoon te midden
van andere personen; bij beweegt zich in eene
natuurlijke omgeving en is niet zooals bij ons
als in eene kazerne.
Een tweede verschil: bij ons is een lyceum
eene groote 9teenen doos, waar men slechts door
één opening kan binnenkomen, die met een bek
en een poort voorzien is. Wel zijn er binnen
plaatsen, maar altijd door hooge muren omge
ven, en schaars met boomen beplant. Daar de
doos altijd in eene groote stad staat, vindt de
jongen buiten bet bek weer, evennals daar bin
nen, pleisterwerk en bardsteen. Hier ligt de
school in een kleine stad en beeft een menigte
uitgangen naar buiten.
Te Eton bevindt zich in het midden een groote
plaats, waar men overal rozen, klimop en kam
perfoelie langs de muren der gebouwen ziet.
Daar buiten zijn rijke weilanden of breiden reus
achtige olmen hunne eeuwenoude takken uit.
Niet ver van daar stroomt eene heldere rivier,
waarin zwanen zwemmen, terwijl op de eilandjes
koeien grazen. Zij kronkelt tusschen het groen,
zoover men haar spoor aan den horizon kan vol
gen. Te Harrow is bet landschap minder be
koorlijk, maar ontbreken toch groen en buiteu-
lucbt niet: een weiland van vijf of zes hectaren
uitgestrektheid behoort aan de school en biedt
gelegenheid aan voor het cricketspel. Ik zie de
kleinen met een zwart buis, de grooten met een
zwarte jas aan, allen met een stroohoedje op,
niet slechts in maar ook buiten de stad, langs
de heggen, aan de vijvers; hunne bemodderde
laarzen bewijzen dat zij veel bij den weg en in
het vochtige weiland zijn. Bij ons worden de
aankomende jongens in broeikassen gezet, door
welker wanden de zedelijke en natuurlijke at
mosfeer van eene groote stad zich een weg baant,
bij hen is frissche lucht, veld, bosch en water,;
en kunnen zij zich vrij bewegen. Voor de ont
wikkeling van het lichaam, de verbeelding, het
verstand en het karakter is bet voorzeker veel
waard dat dé jongens zich in eene gezonde,
kalme en aan de eischen van het instinct beant
woordende omgeving bevinden.
Over 't algemeen wordt de menscheüjke natuur
hier meer geëerbiedigd en zuiverder bewaard.
Bij zulk eene opvoeding gelijken de kinderen
aan de boomen van een Engelschen tuin, bij de
onze aan de geschoren en rechte heggen van
Versailles.
Hier b. v. zijn de kinderen bijna zoo vrij als
studenten; zij moeten op hun tijd in school, bij
de repetities, aan het diner, en 's avonds op het
bepaalde uur t'huis komen, meer niet; overigens
zijn zij den geheelen dag vrij en mogen hun
tijd naar goedvinden doorbrengen. Alleen moeteu
zij in hunne vrije uren hun taak afinaken, maar
dit kunnen zij doen waar en wanneer zij ver
kiezen, in het gebouw of er buiten. Ik heb er
bij den boekverkooper zien studeeren; anderen
zitten te lezen op eene balustrade. Zij mogen hun
zin doen en loopen waar zij willen. MeD ziet
ben op straat, bij den banketbakker, bij den
spekslager; zij gaan naar buiten, visscheD, rijden
schaatsen, baden, halen nestjes uit. Zij ziju meester
over hun tijd en hun geld, trakteeren elkaar,
koopen snuisterijen om hun kamer op te smukken.
Maken zij schulden, dan wordt hun kleine iuboe
del aan den meestbiedende verkocht.
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid dus