f
Donderdag
7 Maart.
1
N°. '3705.
A°. J 872.
STADS-BERICHTEN.
es
1IDSCH
9AGBLAD
PRIJS DKZKR COURANT.
Voor Leiden per 3 maandenƒ3.00.
Franco per post3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelij k met uitzondering yan
Zon- en Feestdagei uitgegeven.
PRIJS DER ADVEBTENTIKN.
Voor iederen regel0.16.
Grootere letteri naar 4e plaatsruimte die xij beslaan.
DE BURGEMEESTER VAN LEIDEN
Óverwegende dat het tegen verbreiding der long-
r kekte in de weiden gedurende den aanstaanden zomer,
f»n veel belang is te zorgen dat de verdachte run-
Beren die thans zich in de stallen mogten bevinden,
L de weiden niet met gezond vee in aanraking komen
f Herinnert de belanghebbenden voor zooveel noodig
ian art. 21 der Wet van 20 Jnlij 1870 Staatsblad
jjiBjl), waarbij vervoer van verdacht vee is verboden
en' yraarbij aan den Burgemeester de bevoegdheid is
ferièand om, wanneer dit vervoer noodzakelijk is,
daartoe vergunning te verleenen, na den districtsveearts
te-lebben gehoord en onder de door dezen aan te
wijten voorzorgsmaatregelen, en brengt verder ter
lennis van belanghebbenden dat onder de voorzorgs
maatregelen door de districtsveeartsen aan te wijzen
vovra/gaande inenling van at hel verduchle vee zal be-
hooren, terwijl mede als voorwaarde der vergunningen
tot vervoer zal worden gesteld de bepaling dat het
verdachte en ingeente vee, hetwelk naar de weide
wordt gebragt zoolang het verdacht is, in de weide
afgezonderd moet worden gehouden.
De Burgemeester voornoemd,
v. d. BBANDELEB,
Li iien, 6 Maart 1872.
Lelden, 6 Blaart.
De heer de BruyD Kops heeft in de zitting van
gistereü bij de voortzetting van het debat over
delvervangiug der artt. 484416 Code Pénal, eeD
waar woord tot inleiding gebezigd.
Op deze eenvoudige, rationeeleen billijke voor-
Idracht is volkomen van toepassing het gezegde:
il ne mérite pas ni ce succès d'honneur, ni cette
indignation. En inderdaad zoo is't ook. Deze een
voudige afschaffing van onrechtvaardige bepalin
gen jegeus den vrijen arbeid en vervanging door
waarborgen tegen de belemmering der vrijheid
van hen die werken willen tegen dwaDg of over-
I macht van medegezellen, zij zullen noch de
lsiernationale of de Cummune binnen onze land-
pa/en brengen noch een afdoend middel zijn tot
tttilossing van wat men noemt de sociale quaestie.
terecht herinnerde die afgevaardigde ook dat er
reeds hier ie lande veei is en wordt gedaan tot
tegemoetkoming iu het lot der arbeidende klasse
door afschaffing van belastingen, accijusen, ver
meerdering van middelen van verkeer en gemeen
schap, opheffing van handels-belemmeringen en
wat dies meer zij, Onze lezers herinneren zich
dat wij in ons vorig overzicht op diezelfde om
standigheid wezen onder opmerking, dat de con
servatieven die nu ach en wee roepen over het
lol der mindere klasse, en die niet ongeneigd
ebenen om op zeer socialistische wijze den staat
doen tusschen beiden treden tot het verschaffen
.n of bijdragen lot verstrekken van woniDgen
phalanstères van Cobet soms?) dat zij al die
aatregelen met hand en taüd hebben bestreden
ioch nu de Internationale boeman hun beaDgst
aakt, aan den eenen kant redeloos, aan de aodere
zijde radeloos worden, en van de afschaffing van
3 wetsartikelen, die volgens den heer Godefroi
«cl! in 20 jaren tot 2 vervolgingen hebben aan-
itjpidiDg gegeven, de ommekeer der Nederlandsche
maatschappij vreezen, gelijk nog gisteren door
de heeren Haffmans en de Brauw, zonder eenig
hieuw argument bij te brengen, werd beweerd
eu gevreesd.
I Iutusschen, terwijl Maandag het woord alleen
was aan de bestrijders van het ontwerp, werd
let gisteren hoewel hier en daar op verschil
lende en soms afwijkende maar in hoofdzaak toch
overeenkomende gronden verdedigd door de hee
ss: Gratama, de Bruyn Kops, van Beijma,
-enting, Mackaij en door zijn pleegvader van
outen.
Er is inderdaad door al die sprekers veel goeds
Stegd maar er werd ook even als den vorigen
veel in herhaling getreden. Het is eene t(jd-
roovende gewoonte in onze parlementaire verga
deringen en niet 't minst in de Tweede Kamer,
oat van weerskanten een tiental leden dezelfde
argumenten soms niet eens in gevvijzigden vorm
voordragen en dat elke geachte spreker het van
zijn „plicht" rekent zijne straks uit te brengen
stem die toch ook uitsluitsel geeft over zijne
opinie, te „motiveercn". En zoo gebeurt het maar
al te vaak dat deze plicht medebrengt dat er da
gen achter elkander precies hetzelfde gemotiveerd
wordt alsof er nog niets gezegd en van den nati-
onalen tijd nog niets gevorderd ware.
Eene kleiDe werkstaking uit eigen vrijen wil
zou misschien hier niet onwelkom, zeker niet
strafbaar zijn.
Maar toch er is goed gesproken, en Daar het
ons voorkomt heeft de heer Mackay vooral de
quaestie uit het ware oogpunt beschouwd door
zich eenerzijds te hoeden voor al te groote ge
ringschatting maar ook aan den anderen kant
zijne verwachtingen niet als de heer v. Houten
al te hoog te stellen. Vooreerst beantwoorde hij
het betoog van den heer Godefroi die met de
intrekkiog der betrokken artikelen wilde wach
ten totdat er meerdere aandrang van de arbei
dende klasse kwam, totdat de werklieden peti-
tioneeren, de couranten er meer over schrijven
en de Voorl. Verslagen over justitie er op aan
dringen. Niet alzoo. Voor spr. is 't voldoende dat
de Regeering, voorgelicht door het Openb. Mi
nisterie die een bevoegd beoordeelaar is over de
werking der bepalingen, verklaart dat de hand
having der artikelen haar moeilijk voorkomt.
Bovendien, als wij voor den aandrang der pu
blieke opinie zouden staan, dan zou spr. twijfelen
of 't dan wel het geschikte oogenblik zou zijn
om de quaestie op te lossen. Hij althans zou zich
steeds verklaren tegen alles wat den schijn kan
hebben van concessie, van 't toegeven aan aan
drang van buiten. Hij meende dus dat Diet af
gewacht moet worden de geheele herziening van
den Code Pénal. Hiermede was dus de düaloire
exceptie ter zijde gesteld. Maar nu de zank zelve.
Wat is 't doel van dit ontwerp vroeg spr. Dat
doel is is niet om werkstakingen te bevorderen;
ook niet om de vreemdelingen te lokkeu om
onze arbeiders aan te zetten of om de Inter
nationale vrij spel te geven, want die is er reeds,
niettegenstaande die artt. van den Code Penal
die dus gebleken zijn niet bij machte te zijn om
de Internationale te keeren. Daartoe geeft echter
de wet op het recht van vereeniging en verga
dering geschiktere middelen aan de hand.
Maar wat is dan het doel? Dit, dat de Regeering
het middel mist om feiten die tot dusver straffeloos
zijn bedreven te kennen straffen. De Openbare
Macht zal dus veel krachtiger kunnen optreden
dan nu, en daarom is hij voor de wet maar ook
tegeu het amendement v. Beyma, dat deze be
palingen wegnemen en zich bepalen wil tot
bloote afschaffing der artt. 414416, zonder
meer.
Maar nu kwam de ware hoofdvraag in deze.
Welke is die? Zij was deze: of de vrijheid van
het handelen in arbeid geëerbiedigd of wel bestraft
moest worden Met andere woordenmoet de
arbeid aan het vrij verkeer onttrokken worden, of
even als andere koopwaar geheel vrij en onbe
lemmerd zijn? Waarom moeten voor deze iine
koopwaar andere regelen gelden dan voor alle
voorwerpen van handel? Wat daarbij geoorloofd
is, waarom zou dit voor deu arbeid ongeoorloofd
zijn?
Nu heeft men wel een beroep op Engeland
gedaan; op hetgeen aldaar na de vrijheid van de
coalitiën bij de wet van 1824 geschied is. Maar
het is alleen te Manchester en te Sheffield dat
die opheffing der strafbepalingen tot ernstige
tooneeleu aanleiding heeft gegeven, uiaar overal
elders is er betere verhouding tusschen patroon
en werkman uit voortgevloeid. En waarom?
Omdat in plaats van geheime coalitiën een open
baar debat over den prijs van het loon is getreden.
Daardoor is juist de Internationale belet. De Trade-
Unions staan lijnrecht tegenover de Internationale,
die in 't geheim werkt, terwijl de bedoelde ver-
eeDigingeu openbaar zijn. En nu is bij ons het
tijdstip juist gekozen, daar er zich arbeids-ver-
eenigiDgen ten onzeDt hebben gevestigd, om een
openbaar debat uit te lokken. De strijd moet
zooals de heer Gratama zeide, uitgestreden worden.
Vroeg men hem nu of deze wet dadelijk groote
gevolgen hebben zal, dau gelooft hij dat niet; zij
zal de loonen niet verhoogen, maar wel tot betere
verdeeling van deze aanleiding geven. Maar aan
genomen, dat werkelijk het loon hooger wordt,
welk kwaad is daarin dan gelegen? Daaruit
vloeit immers vermeerdering van welvaart en
productieve outwikkeling voort, waarbij de arbei
dende stand het meeste belang beeft.
De sociale quaestie zal z. i. door dit ontwerp
niet worden opgelost. Dit is buiten het hereik
des wetgevers en staat met geheel andere oorza
ken in verband. Hij wil zich dus daarvan geene
illusiën maken. Hij heeft reeds gezegd dat de
groote waarde van het ontwerp daarin gelegen
is, dat, wat vroeger in het geheim overlegd werd,
iu het openbaar zal worden behandeld en men
elkander beter zal kunnen verstaan. En hier wees
spr. op de houding der conservatieve partij iD
Egeland, die, bij monde van haren leider, den
hir Disraeli, niets weten wil van opheffing van
vjheid der coalitiën.
Te recht vroeg spr. ten slotte of niet onze
aieidende bevolking en onze toestanden meer
mreenkomst hebben met de Engelsche dan met
d Fransche, waar men op dit oogenblik er be-
driil op is de vrijheid van coalitiën in te trekken,
il ij zoude in deze liever de staatslieden van
Lilden en Berlijn, dan die te Versailles volgen.
3ok wij gelooven dat het standpuut in deze
rde aangenomen, het ware is, zonder overdrij-
vig en zonder nevenzaken,
iutusschen zal het amendement Beyma nog
vbI debat uitlokken en den stand der quaestie
vei ke 1 ijk compliceeren, want nu reeds zijn er
vorstanders der wet die bij aanneming van dat
aiendement, de voordracht niet zouden kunuen
annemen, terwijl er wellicht ook zijn die bij
vrwcrping er van, tegen de wet zouden stem-
nen, waaruit lichtelijk een coalitie tegen de wet
km ontstaan. Immers de voorsteller verklaarde
dt een Minister, die in den tegenwoordigen tijd
4ch enkel bepaalt tot de bestaande straf bepa-
fngen door nieuwe te vervangen (maar de heer
ley ma weet toch dat ze niet over dezelfde feiten
laudelen) en niet de volle, onbeperkte vrijheid
kat, niet op de hoogte van zijn tijd is.
Wachten wij nu om ie zieu op welke hoogte
vin den tijd de Kamer in deze is.
Voor een aantal heeren en een nog grooter
antal dames werd hier gisterenavond de litera-
ische voordracht door Mevr. Lina Schneider ge-
iiouden in 't Nutsgebouw, voor de leden der
iiaatsch. v. fraaie kunsten en wetenschappen,
kat Z. K. H. priDS Alexander, die de Maatschappij
coor zijn lidmaatschap vereerd heeft, tegenwoor-
oig was, was eene hulde te meer aan de talent
volle dame.
Welk een verscheidenheid van onderwerpen
werden behandeld eu op welk een onberispelijke
wijze! Te beginnen met de beschouwing, histo
risch-crilisch, van Schiller's „maagd van Orleans,'
waarin de wijze van behandeling des dichters
werd gebillijkt. Daarop volgden 1°. Hammer-
ling's „Ahasver in Rom," waaruit eenige passages
gereciteerd, en dat zeer ter overzetting in 't Ne-
derlandseh werd aaugeprezen2°. „die schone
Hedwig" 3°. het bekende gedicht van deu onlangs
overleden Friedrich Halm (Freiherr Miinch von
Bsllinghauseu): „das Glöcklein von Inuesfare," dat
onberispelijk werd gereciteerd, en 4°. Bürger's
„Letiore."5°. Goethe's „Hochzeitslied" werd vlug en
vroolijk gedeclameerd, onder piano-accompagne-
ment van de daarbij behoorende compositie van
Carl Schneider.
Het Zwanenkoor uit de 3de acte van Noach en
't Engelenkoor uit Lucifer, meesterlijk in hare
moedertaal overgebracht, vonden alle bijval, niet
minder dan „Constantinchen."
Waarlijk, de heerlijke dag werd gevolgd door
een dubbel heerlijken avond.
Dc metselaars en timmerlieden te Sassenheim
hebben iu de vorige week een brief aan hunne
patroons gezonden, waarin zij 2 cents per uur
ineer Iood eischen. Daar deze slechts gedeeltelijk
hun cisch wilden inwilligen, hadden allen het
werk gestaakt. Gisteren echter is door enkelen
de ui beid hervat.
men uitgemaakt, dat men het met bedoeld eigen
toebereid voeder gemeste vee, bij de beoordeeling
op de aanstaande tentoonstelling, zal beschouwen
als onder de rubriek van het programma met
„hard voeder gemest" te behooren.
Uit Alblasserdam meldt men aan de N. R. Cl-:
Onder de meest gunstige omstandigheden zijn
de landlieden bezig hunne bouivakkers te spitten.
De stand van bet polder water maakt dit, zelts op
vrij laag gelegen stukkon, land, mogelijk, In de
tuinen is men reeds begonnen vroege soorten van
aardappelen te pooten, en zelfs salade, radijs en
spiDazie zijn op den kouden grond achter heiningen
en schuttingen, flink opgekomen. De nachtvorst
maakt echter des nachts eenige bedekking
noodzakelijk. De appel-, peren- en andere vrucht-
boomen vertoonen zeer duidelijk reeds vrij op,ij-
wikkelde bloemknoppen, en daarnaar te oordeelen,
zullen de meeste soorten van boomen overheerlijk
bloeien. In hoog gelegen boomgaarden is reeds
jong gras voorhanden, en hier en déér ziet men
zelfs een enkel paard en eenig jong vee grazen.
Als voorjaarsboden vertoonen zich reeds kievitten
en kemphanen, en zelfs moeten reeds ooievaars
gezien zijn.
Do gemeenteraad van Deventer heeft besloten
aan de „Hansische Geschichtsverein" gedurende
vijf jaren een subsidie te verleenen ten bedrage
van f 50 'sjaars.
De winner van het hoogste lot in de Oosten-
rijksche premiën-trekking, op 1 dezer, is de zoon
van den heer Themans uit Dalfsen, bediende in
een kruideniers-affaire te Zwolle.
Gisteren heeft te Rotterdam de aangekondigde
algemeeue vergadering van de afdeeling Rotter
dam, Schiedam en omstreken der Hollandsche
Maatschappij vaD Landbouw plaatsgehad. De voor
zitter, de lieer Viruly Verbrugge, heette de beereD
C. J. P. van der Schalk van Schiedam en Jacob
Nuurdzij van Charlois als nieuwbenoemde ledeD
van het bestuur welkom. Hierna werd de reke
ning van deu penningmeester over 1871 nage
zien en goedgekeurd. De voorzitter wekte de
vergadering op om de inzendingen op de ten
toonstelling van vee, op 19 dezer en op die van
pluimgedierte en honden op 28 Mei e. k. vastge
steld, zooveel mogelijk te bevorderen, en zoodoende
mede te werken om deze beide ondernemingen
Daar wensch te doen slagen. Op de vraag van een
veehouder, hoe het bestuur dacht over het te
genwoordig door vele veehouders eigen toebe
reide voeder (zoogenaamde nieuwe spoeling), of
dit als mesting niet spoeling dan wel als met
hard voeder moet beschouwd worden, werd door
de vergadering met groote meerderheid van stem-
O pa s» ca p: pq
5' g 2
<5 3— O T3
2 W PT U-
có s p er «2
5' w. B. SL
~i CTQ cfo O4
co a c d
o p co o-
CO c St. p a>
a r-i
5' s'
O O
B g 3 3
o* o"
o o o
00- -o
CO
c? yz o~->
"to co o
co
co
"as Vo co o
01 o
O O 50
MgWÜ
2. B ST
a co o
5' 5
3 D
3
2
s. 5" s.
3 2-5
te o ere
sr
o.
p
PT
cS to o co o
IJ OS' O- O C55
üi CC O V}
lojw O O O
CD 'o O o V\
co co
co
0
93
p
p
<A
Pi
3
al
3
O p—
S*6S
o co Sr
P CO g
O co 5
o CO Cf
co
OO -
«P O
v 00 v
2-
co "co OT
o O o
Q CO O
CB - O
05 ÜT co O
9
O 00P
za os
M co w~. io CO O* W
CO O P1 cn 00 os
co O OG to co
"o 'o o co "oi *33
O O O w
O O o CS O to O*
ta 0 o q "o k
-d O 0 H O CJt
p
w
O
9
pp
Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland
sche Bank op 4 Maart, bij een muntmateriaal van
f 166,139,520.50 voor eene som van f 198,085,683.18
minder aan bankbiljetten in omloop had dan
waartoe zij gerechtigd is, terwijl het muntmate
riaal op zijne beurt f 79,234,273.26 meer bedraagt,
dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot
dekking noodig zou wezen.
De heer Gruau de la Barre heeft van het ver
blijf van deD graaf van Chambord te Breda ge
bruik gemaakt, om aan dezen een brief te rich
ten over de aanspraken der kinderen van den
hertog van Normandië (Naundorff.) De heer
Gruan stelt zich bij dat schrijven ter beschikking
van den graaf, om hem in te lichten omtrent de
gegrondheid dier rechten. Hij weusebt tot een
onderhoud niet den graal te worden toegelaten,
om hem te overtuigen, dat al wat hij in zijn
geschriften heeft beweerd over de rechten der te
Breda gevestigde Bourbons, waarheid is.
Omtrent het verblijf van den graaf van Cham
bord te Breda wordt het volgende gemeld:
Dagelijks ontvangt de graaf bezoek van Fran-
schen en Belgen, die 's avonds of deu volgenden
dag weer vertrekken. Meestal zijn daaronder
geestelijken.
Ook den Bisschop van Breda heeft hij bij zich
ontvangen.
Hij gaat dagelijks naar de Vroegmis en dan
weder naar eene aDdere kerk. De geestelijken
behandeleu hem met hooge onderscheiding.
Hij heeft op het kerkhof te Ginneken het oio-