N°. 3699.
Donderdag
A°. 1872.
29 Februari.
STADS-BERICHTEN.
1 -April 1872.
:DE DRf
prijs!
CElli
ird.)
I.
LEIDSCH
DAGBLAD
tl I
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 ma&nden.3.00.
Franco per post3.85
Afzonderlijke Nommersi0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PRIJS DEK ADVKBTENTIKN.
Voor iederen regel0.15.
Grootere lettera naar de plaatsruimte die xij beslaan.
Gel!;1
BURGEMEESTER EN WETHOUDERS van
jEIDEN,
Gezien art. 11, 2de alinea, der Verordening van
80 Junij 1866, op de openbare scholen voor gewoon
lager onderwijs voor on- en minvermogenden Oe-
ifneenteblad n°. 19)
Doen te weten, dat de inschrijving van nieuwe
leerlingen op de openbare school voor on- en min
vermogenden zal plaats hebben van den 4dcn tot
en met den lGden Maart e. k., in de school-
iocalen in de Rijnstraat, in de Brandewijnsteeg, op de
Binnenvestgracht aan het Plantsoen en op de Oude
Yestdes voormiddags van half negen tot negen
uren en des namiddags van half twee tot twee
uren, behalve des Zaturdags namiddags en des Zondags.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
v. d. BRANDELER, Burgemeester,
v. PUTTKAMMER, Secretaris.
Leiden, 28 Eebruarij 1872.
Vergadering van den Gemeenteraad van Leiden,
Vrijdag, den lsten Maart 1872, 's namiddags te twee
uren.
1®. Beëediging en installatie van den onlangs be
noemden Secretaris dezer gemeente.
2°. Benoeming van eene Vrouwe Regentesse van bet
Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis.
3®. Benoeming van:
a. een lsten hulponderwijzer der 3de klasse aan
de openbare lagere school n°. 1 voor minver
mogenden
b. een lsten hulponderwijzer der 3de klasse aan
de openbare lagere school n°. 2 voor onver-
mogenden.
4°. Voordragt tot continuatie der opdragt aan Dr.
J. C. Drabbe, van de levering van het gedrukt
verslag der handelingen van den Gemeenteraad.
5°' Drie staten van af- en overschrijving op de be
grooting van 1871 en van 1872.
Voordragt tot gunning der aanneming van de
brug over den Ouden rijn, bij de Heerengracht.
Moet Leiden den eersten April geen locaal feest
vieren? Ziedaar een vraag die velen doen en
waarop velen een toestemmend antwoord hopen
en verwachten. Eigenlijk is dat geen vraag, het
spreekt veeleer van zelf dat waar heel Nederland
feest viert, Leiden niet treuren moet, en het zou
op treuren gelijken als Leiden stil bleef wanneer
alle Nederlanders jubelen en blijde zijn, omdat
-! 800 jaren geleden de grondslag werd gelegd voor
bun onafhankelijk bestaan, voor hunne vrijhe d
en voor de vestiging van het gezag van het huis
van Oranje.
Er zal zeker wel feest gevierd worden, maar
m.
Bit
BD li
81.*,
mj»
duif
f»
MSif
mil
pul
org, k
I
<M
lit
eoski
-1 "-f
a oi'
ie zullen het op touw zetten, en wanneer en
hoe zal men bet aanleggen? Over deze vragen is
men wat ongeduldig want de tijd nadert om
voorbereidselen te maken. Men is bescheiden, men
wil zich niet voorop schuiven, maar de zaak
moet toch een begin hebben. Verwacbt men mis
schien dat de subcommissie voor de Brielsche
feestviering het initiatief zal nemen? Het is moge
lijk, ja zelfs waarschijnlijk, maar dan zou het niet
kwaad zijn als zij er eenig teeken van gaf. Leiden
noet mede feest vieren het ga zoo het ga, het
volk moet op den eersten April, of op den tweeden
als men vreest den Paaschdag te verstoren, in
Leiden feest vieren, en dat wel zóo als het een
volk past dat beseft wat zijn vrijheid en de ge-
?chiedenis van zijn vrijheid beteekeut. Wel waar-
ichijnlijk zullen heeren fabrikanten voor hun
werkvolk zulk een feest begeeren en bevorder
lijk zijn.
Wij willeü op niets vooruitloopeo, geen plan-
pen aangeven of programma's ontwerpen, want
vij hopen dat zeer spoedig mannen van goeden
wil hun lust zulleü toouen om met het volk een
ralionalen gedenkdag in gepasten ernst en reine
Iroolijkheid te vieren. D.
Bel
Leiden, 28 Februari.
Aangaande de Brielsche feestviering ontvingen
vij heden het volgende schrijven:
Zooals reeds uit uw Dagblad aan uwe lezers
bekend is, de circulaire der Brielsche hoofdcom
missie en der Utrechtsche commissie voor 't Asyl,
is Woensdag uitgevaardigd. De beide commissiën
vragen op nieuw om geld. Van harte hoop ik,
dat het hun in ruime mate moge toestroomen
«opdat de feestviering op de waardigste en luis
terrijkste wijze moge plaats hebben." Hoe groot
de som is, die nu reeds is ingekomen, durf ik
niet gissen bij de verschillende cijfers, die men
in de couranten ziet. De correspondent van de
N. R. C. (24 Febr.) spreekt van.„nog maar ettelijke
duizenden."
De hoofdcommissie bestaat nu uit 17 leden
daar de heer De Kanter bedankt heeft. In zijne
plaats is tot secretaris benoemd de heer H. de
Jager.
Zooals ik uit de genoemde correspondentie in
de N. R. C. gezien heb, zijn drie leden van de
Utrechtsche asylcommissie te Brielle geweest, om
het „Maarlandsche pleio" te inspecteeren en is
bepaald, dat het asyl daar zal gebouwd worden.
Hoewel ik niet uw „Brielsche correspondent"
beu, zooals 't Vaderland mij noemde, kan ik u
toch het een en ander aangaande dat „plein"
mededeelen. Het is een cirkelvormige vlakte,
rondom met boomen omgeven. Vroeger stond op
dat plein de Maerlantsche kerk, die in 1440 door
Frank van Borselen is gebouwd en in 1807 voor
afbraak werd verkocht. Later stond er een calicot-
l'abriek, die 60 meters lang was, waaruit men
kan opmaken, dat de vlakte ook tamelijk groot
is. Deze fabriek, die sedert den Amerikaanschen
burgeroorlog stil stond, is voor een paar jareo
eveneens voor afbraak verkucht, zoodat er nu eene
flinke vlakte is, uitnemend geschikt om er het
asyl op te ricbteD. Achter de boomen zijn eenige
minder fraaie huisjes verscholen; bet zou wen-
scheltjk zijn, dat die werden afgebroken.
Mevrouw Storm gaat nog altijd voort haar plan
in 't Dagblad nader te omschrijven. Een inzender
in de Arnh. Cour. (25 Febr.) vroeg of er ook Ka
tholieke zeelieden in 't asyl zouden worden op
genomen. Dat is dunkt mij aan geen twijfel on
derhevig. Met de Arnh. Gour. ken ik geen Pro-
testantsche of Roomsch-Katholieke zeelieden. Er
moet bij het opnemen van zeelieden niet naar
hun godsdienst gevraagd worden. Dit is zoo dui
delijk naar mijne meening, dat ik niet begrijp,
hoe men die vraag kon doen.
De tent, waarin de sub-commissiën ontvangen
zullen worden, is gehuurd en zal op de genoemde
vlakte worden opgeslagen. De dag der feestvie
ring zal aanvangen met eene bedeeling der armen,
's Middags zullen er volkspelen worden gegeven
en 's avonds zal vuurwerk afgestoken worden. De
muziek der veld-artillerie te Arnhem zal dan te
Brielle komen.
Deze week zijn weer opgericht 13 sub-commis
siën: Aaien, Delden, Dockum, Joure, Klaaswaal,
Klundert, Nieuw-Appelscha, Renkum, Rhenen,
Stolwijk, Vianen, Zaandijk en Zeist, en éen cor
respondentschap, te Oudenhoorn. Er zijn dus 181
sub-commissiën eu 21 correspondentschappen.
Te Amsterdam is door 3528 personen getee-
kend voor f 22053.27® en welvoor gedenkpennin
gen en locale feestviering 7821.90; voor 't asyl
f 8230.12' en eene jaarlijksche toezegging van f 5;
voor eene nationale instelling, die aan de keus
van de commissie wordt overgelaten 2168,25,
voor een museum van schilderijen en oudheden
2966, voor 't monument f 543.50 en ter beschik-
kfng der commissie 7323.50; de inteekenaars be
geeren 4996 gedenkpenningen. Het is te hopen,
dat de inschrijvers voor de verschillende nuttige
inrichtingen hun keus zullen bepalen op het asyl,
gelijk de commissie heden (in de Kleine Courant)
verzoekt. De asyl-commissie heeft reeds ingeza
meld 713157.05s. Te Assen is reeds voor ruim
71000 iugeteekend. Verder ontving de hoofd-com-
missie van de sub-commissiën en correspondent
schappen: Zwolle 720S.50 (waarouder asyl751.50);
Dieren fó0 (asyl); Weesp 727; Gonderak fi2.57;
Noordscharwoude fiO; Nieuwe Tonge 743.25
Zonnemaire f 12.15; Nijmegen f 260; Nijkerk
756.25; Mid woud 735; Doesborgb 756.50 (asyl 72);
Maasdam 71®; Eeppel 10; Leiderdorp f 59; Har
derwijk 7220 (asyl f2IS); Berkel en Rodenrijs
747.73'; Klundert f48 (asyl); Schiermonnikoog
7 43,75 (asyl), Middelharnis f 40; Moordrecht
7 85,25; Leiden f 600; Geertruidenberg f 44,50;
Middelburg nog f 10,50; Oudenhoorn 748,37Lex-
mond 7 39,21; Kwadijk f 17,12; Edam f 52,50;
Schiedam f 355; Hoevelaken |712; Striien 7134,62
(asyl); Weesp f 27; Wisch f 102,55; Wissekerke
7 40,20; Hansweert f 26; Dreischor f 5,75 en
Koog a/d Zaan f 65 (asyl 45,50)van de kazerne
van 't koloniaal werfdepot te Harderwijk f 5,21
(asyl); van de Nederl. Handelmaatschappij te
Amsterdam f 500; van de vrijmetselaarsloge te
Arnhem f 60; van de sociëteit Burgertrouw te Oos-
terwijk f 9aan verschillende giften 20,47'.
In uw Dagblad van Maandag komt een bericht
voor, overgenomen uit het Handelsblad, dat „de
orthodoxe feestvierders" een huis gekocht haddeu
voor 72900, om er een Genzenhuis van te maken.
Dit zou niets nieuws zijnreeds in mijne cor
respondenties van 14 en 22 Januari deelde ik dit
mede. Maar wat is er van de zaak? Het buis, dat
de Brielsche commissie (vao Ds. van Tooren c. s.)
gekocht heeft, zooals ik toen berichtte, heeft zij
moeten verkoopen aan de Utrechtsche commissie
voor een Geuzengesticht. (Men zal zich herinne
ren, dat de Brielsche commissie „in geenen deele
sameuwerkte" met de Utrechtsche commissie
van den heer Klein). Dit heeft zij moeten doen
omdat zij te weinig sympathie ondervond voor
haar Geuzen-weeshuis. Hiermede is dus de hoop
vervuld, die ik in mijne correspondentie van 14
Januari uitte „dat haar geheele plan in duigen
mocht storten." De plannen voor de feestviering
zijn dus sterk verminderdalleeD hoort men nog
van de Christelijk-Nationalen (b. v. dat eene ver-
eeniging voor Christ. Nat. onderwijs te Bergum
over de feestviering öp 1 April beraadslaagd heeft
en dat de Utrechtsche commissie 73000 heeft in
gezameld) en van de petitie der Amsterdamscbe
democraten. (Deze week was het, dat de diamant
slijpers vereeniging te Amsterdam weigerde te
teekenen.)
De oppositie der ultramontanen bestond in eene
vermaning van de Gentsche Bien Public aan de
Katholieken en „verstandige protestanten," om
zich niet met de feestviering in te laten. De overige
Gentsche bladen daarentegen zijn ten hoogste inge
nomen met de feestviering.
De verdere oppositie bestond in die van de
heeren Groen van Prinsterer en A. H. De eerste
blijft zich in de Nederlandsche Gedachten (N°. 3) ver
zetten tegen eene algemeene feestviering en is
weerlegd in de N. R. Ct. van 23 Februari en door
H. in de Arnh. Cour. van 24 Februari. De tweede
wil (Kleine Courant 21 Februari) eenvoudig het
monument van Koelman op zij schuiven en „alle
kunstenaars in Nederland tot een wedstrijd op
roepen." Welke absurde ideeën worden er toch
over de feestviering verkocht I Ik wil best geloo-
ven, dat b. v. 't ontwerp van den heer Lacomblé,
waarvan gij in uw nummer van 22 Februari
melding maakt, veel beter kan zijn dan van Koel
man, maar ieder zal met mij van gevoelen zijD,
dat het nu veel te laat is voor zulk een wedstrijd.
Locale feestviering zal plaats hebben te Am
sterdam (groote optocht, waaraan alleen de Inter
nationale niet mag deelnemen, op 1 of 2 April),
Arnhem, Bergum, Dockum, Enschedé (optocht),
Gouda, 's-Graveuhage (1 en 2 April), Heerenveen,
Kampen (uitvoering van leerlingen der hoogere
Burgerschool en van 't Gymnasium en optocht)
Krimpen (optocht, volksfeesten en schoolfeest op 4
April), Meppel, Noordscharwoude, Winterswijk
(optocht), IJzendoorn (en beide schoolfeest) en
Zutfen. De hoofdcommissie voor de feestviering
te Heiligerlee heeft bij missive aan de hoofdcom
missie verklaard, dat zij door eene „eigenaardige
feestviering" op 1 April die van 23 Mei zal voor-
bereiden.Op sommige plaatsen (zooals Doetinchem)
wordt dien dag uitdeeling aan de armen ge
houden.
De gelegenheids-litteratuur dezer week is niet
groot. Om geen gewag te maken van allerlei
nutslezingen en stellingen over 1 April, die aan
de orde van den dag zijn, wijs ik op Be Brielsche
Jubeldag door Dr. J. van Vloten (N°. 62 der vlie
gende blaadjes van de Maatschappij tot Nut van
't Algemeen); de Geschiedenis der Watergeulen door
Bührmann; den herdruk van de Herinneringen aan
den worstelstrijd met Spanje door Mr. J. van Lennep,
de Feestliedjes van J. van der Veen en op de
Herinneringen van vóór drie eeuwen van den beer
Ter Gouw, die geregeld maandelijks in Be Oude
Tijd zullen verschijnen.
Behalve de gelegenheidslitteratuur zijn er ook
al, zooals door u [24 Febr.) vermeld, gelegen-
heidsknoope^ en pijpen, wie weet welke gele-
ónheidsproducten wij nog meer zullen zien."
En zoo is dan ook in de zitting der Tweede
Kamer van gisteren de zaak Janssen beëindigd.
Is zij werkelijk beëindigd? De tijd zal het leeren,
want de beslissing die gevallen is heeft dat ge
meen met meer dergelijke vervat in eenige motie
of wilsuiting van een geheel college op een
eenigszins afgebakend terrein, dat zij meestal
algemeen, onbepaald en daarom wat hare practi-
sche uitkomst betreft, minder te beduiden beeft
dan men naar de dikwijls hoog opgevoerde mise
en scène zou verwachten of gelooven. Liep eergis
teren de interpellatie Hafl'mans af op de wijze
zooals een gaspit die na fel geflikkerd en veêl
gesist te hebben, plotseling wordt uitgedraaid
onder de sacramentale verklaring des Voorzitters:
„indien niemand meer het woord vraagt dan sluit
ik de beraadslaging," en waarop dan een forsche
hamerslag het schroefje van de gaspit doet om
wentelen zoodat men dadelijk in de duisternis
zit, met de zaak van den voormaiigen kapitein
Janssen men DOeme haar of hem berucht,
waartoe het debat wel aanleiding geeft ging
het eenigszins anders. De heer Hafftnans verkoos
geen gebruik te maken van den raad door sommige
liberalen hem gegeven, om eene motie voor te
stellen hetzij tot overlegging der rapporten of tot
mededeeling der daarin voorkomende redenen van
zijne niet-herbenoeming, daarentegen lag in de zaak
Janssen alles open en bloot en bestond er een com
missoriaal rapport dat eene doorloopende acte van
beschuldiging inhield omtrent de wijze waarop die
zaak was geïnstrueerd of geïuquireerd. Intusschen
was de conclusie door de commissie voorgesteld, en
dooreen harer medeleden een platonische verluchting
genoemd, niet in overeenstemming met deze
praemissen. Het wilde de Kamer zich doen ver
eenigen met de (alleszins afkeurende) beschou
wingen door de commissie ter nedergesteld, Zonder
meer, terwijl een der- leden (gelijk uit het debat
voor wie het niet wist gebleken is, de heer De
Roo van Alderwerelt) op grond van verkeerde
opvatting en toepassing der wet van 1851 wilde
doen verklaren daF KëF billijk was dat aan
Janssen alsnog een eervol ontslag werd verleend
en het geleden nadeel hem zooveeL mogelijk ver
goed worde. Daarnaast of beter gezegd wat het
laatste punt betreft daar tegenover stond een verder
gaand amendement van den heer van Eek, de
verklaring der Kamer uitlokkende dat het, gegeven
ontslag was in strijd met de wet, met uitnoodiging
aan de Regeering liet ontslag in te trekken en
den heer Janssen te herstellen in zijne betrek
king.
Tegenover deze, beide conclusiën, stond de
met redenen ontkleede pertinentq verklaring
van den Minister van Oorlog dat hij in geen
geval en in welken vorm ook zou medewerken
tot rehabilitatie van den ontslagen kapitein.
En tusschen dit een en ander kwam eene
latere wijziging van den heer de Roo om, met
intrekking zijner eerste (eervol ontslag) te doen
verklaren: dat de wet van 28 Augustus 1851 (Staatsbl.
u°. 128) bij de behandeling van de zaak Janssen
in menig opzicht verkeerd is opgevat en toegepast
en dat ahoa het aan denofficier verleend ontslag
uit den militairen dienst, Diet voldoende gerecht
vaardigd is.
Ziedaar de feitelijke stand der questie, waar
over natuurlijk het geheel debat liep, en waarin
de heeren de Roo, v. Eek, Stieltjes en de Lange
het onrecht den heer Janssen aangedaan krachtig
deden uitkomen, terwijl de heeren Godefroi, 's Gra-
vesande, de Minister en van der Linden öf de
conclusie van het rapport verdedigden, óf van
oordeel waren dat er ja informaliteiten gepleegd
wareu, uiaar geen wetschennis, óf, gelijk de Mi
nister en de heer 's Gravesande, dat bovendien
de eischeD der krijgstucht Diet gedoogden dat op
het ontslag werd teruggekomen, waarbij boven
dien een hoogst ongunstig oordeel werd uitge
bracht over de houding en gedragingen van dien
voormaiigen officier. Zeifs volgens den heer Go
defroi was met zulke officieren geen leger be
staanbaar. Volgens den heer van 's Gravesande
is het een geluk voor het leger dat hij verwij
derd is en was het bewezen dat hij onwaarheid
in een der punten van aanklacht bad gezegd.
Naar luid van het meegedeelde door den Minis
ter had de raad van onderzoek met de meeste
onpartijdigheid en gematigdheid geoordeeld, zelfs
verzachtende omstandigheden in aanmerking ge
nomen en was Janssen zelf van oordeel dat hij
niet onrechtvaardig gestraft was doordien hij na
zijn vonnis zich tot den Koning had gewend tot
het bekomen van gratie ouder aflegging van
schulderkentenis en belofte van algeheele onder
werping, zeggende tevens te laat berouw over zijne
handelingen te gevoeleu. Eerst nadat dit verzoek
was afgewezen, beeft de ontslagene zich met
adressen aan de Kamer gewend waarin een ge
heel andere toon werd aangeslagen, en het wa
ren deze adressen die het onderwerp der conclu
sie van de Commissie en van de voorgestelde
wijzigingen uitmaakten.
We betwijfelden hierboven of de zaak Jans-