1 bliek herbesteed het bouwen van een houten brug met ijzeren draaiend gedeelte over de ringvaart van den Haarlemmermeer-polder bij de Nieuwe Wetering. Daarvoor werd ingeschreven door de heeren: Gebrs. Bos ta Haarlemmermeer voor f 17,600, W. Boot te Woubrugge voor f 17,450, J. N. Ran te Wormerveer voor f 17,400, A. Rut gers te Aarlanderveen voor f 17,400, W. P. J. Verhaar te Leiden voor f 17,200, M. W. Lemmers te Alkemade voor f 17,100, Jac. Sprije voor ƒ17,090, P. van der Kamp te Leiden voor f 16,790, C. van Essen te Houtrijk en Polanen voor f 16400, H. Figée te Haarlem voor 16,400, Jac. van der Kamp te Leiden voor f 16,199 en L. Kiviet te Haarlem mermeer voor f 15,347. Amsterdam, 19 Februari. De gedurende de ge heele vorige week alhier genomen proeven met het Liernur's pneumatisch rioolstelsel zijn met het beste gevolg afgeloopen. Naar wij vernemen zijn ook een aantal buitenlaodsche architecten, ingenieurs en hygiënisten, o. a. de stads-architect uit Keulen, een commissie uit Bazel, enz. enz. daarbij tegenwoordig geweest. Met groot genoe gen verneemt men, dat heden door een aantal belangstellenden, waaronder ook de Burgemees ter, eenige wethouders, leden van den Raad, de inspecteur van het geneeskundig Staatstoezicht enz. aan den heer Liernur eu den localen inge nieur Thooft een diner wordt aangeboden. 's-Gravenhagi, 19 Februari. Ouder begunstiging van het schoonste weder hadden hedenavond de van stadswege ingerichte volksvermakelijkheden plaats. De illuminatie aan den Vijverberg was inderdaad schitterend en smaakvol, en het effect even boven den waterspiegel indrukwekkend. Daarbij kwam dat op het eilandje, midden in den Vijver gelegen, zoomede van het hoogste punt van den Haagschen toren, bij korte tusschenpoozen Bengaalsch vuur in allerlei kleuren werd ontsto ken, hetwelk niet weinig tot opluistering van het geheel medewerkte. Tegelijkertijd werd van den nok van het gebouw der voormalige Reken kamer electrisch licht in verschillende kleuren ontstoken, waardoor het Buitenhof en omliggende wandelwegen als 't ware in daglicht verkeerden en met de vuren op den Vijverberg en den toren den lichtglans over een groot deel der residentie verspreiden, tot groot genoegen van eeoe onafzien bare menigte, die aan het feest van's Koningsver jaardag alom deelnam. 's-Gravenhage, 20 Februari. Naar wij vernemen heeft zich gisteren alhier eene commissie geves tigd, belast met de taak om het feest van 1 April a. s. in deze residentie te doen vieren. Tot pre sident van deze commissie is gekozen de kolonel Boers; tot leden de heeren Jbr. Mr. W. T. Gevers Deijnoot, Dr. Rutgers, A. L. H. Ising en Mr. J. J. Bergsma, terwijl het secretariaat is opgedragen aan den heer Mr. J. D. Veegens. Aan deze com missie is de vrijheid gelaten om, zoo noodig, het getal harer leden uit te breiden. Daar de eerste April is de tweede Paaschdag, zoo schijnt het voornemen te bestaan om zoowel den eersten als den tweeden April feest te vieren. Optochten of Openbare vermakelijkheden zouden dan den tweeden April worden gehouden. Het kameraadschappelijk diner ter gelegen heid van 'sKonings verjaardag door het Bestuur van de Vereeniging het Metalen Kruis, afdeeling 's Gravenhage 1ste Sectie, welke voor 19 jaren werd opgericht, den leden aangeboden, heeft gis teren in de zaal van de sociëteit de Vereeniging in de Willemstraat met veel luister en de meeste geestdrift plaats gehad en duurde tot den laten avond voort. De hooggeachte Voorzitter Jhr. Mr. W. M. de Brauw, oud-jager bij de compagnie vrijwillige Jagers der Leidsche Hoogeschool heette de kameraden welkom aan den disch. De eerste dronk werd door hem ingesteld op Z. M. den Koning, terwijl hij daarbij met de hem eigen welsprekendheid wees op het vele goede dat weder in het afgeloopen jaar voor het vaderland aan den vorst te danken is en hij liet niet na meer bijzouder met dankbaarheid te wijzen op het feit, dat Z. M. na 40 jaren aan het gebeente der moedige strijders van Antwerpen's vijfhoeks een rustplaats op Neêrlands bodem heeft bereid. Daarna werd door den heer H. L. Troost, oud-sergeant bij de 1ste afd. mobiele schutterij van Zuid-Holland, een toast op Nederland en meer bepaald op den bloei van handel, nijverheid en landbouw. Toen erlangde de heer C. J. van de Watering, oud-2de luit. bij dezelfde schutterij het woord en herdacht in wel gekozen bewoor dingen Z. K. H. den Prins van Oranje, waarna de heer J. Bogaard, oud-kapitein met rang van majoor bij het 3de reg. inf. een feestdronk wijdde aan H. M. de Koningin, aan wier edele en schoone deugden hij alle recht liet wedervaren. Ook de heer Carabain Mourand, oud-sergeant bij de 9de afd. inf. behoord hebbende tot de verdedigers van Autwerpens kasteel sprak met vuur den hoogge- achten Voorzitter toe en gaf verder breedvoerig verslag van hetgeen hem het vorige jaar te Ant werpen persoonlijk is wedervaren. Nog een aantal toasten werden gedronken en alleu, behoeven wij niet te zeggen, met oorverdoovend gejuich onder het aanheffen der nationale liederen begroet. Het diner werd door 90 leden bijgewoond. Woerden, 18 Februari. Te beginnen met Woens dag 13 Maart, zal er wekelijks alhier eene vrije weekmarkt geopend worden met uitloving van premiën, waar niet alleen de producten vau den landbouw kunnen ten verkoop aangeboden wor den, maar tevens voor het plaatsen van vee gelegenheid zal zijn. Tevens heeft de commissie, die met goedkeuring van het gemeentebestuur alhier deze markten in het leven heeft geroepen, eene loterij daaraan verbonden. Deventer, 16 Februari. Hier ter stede wenscht men van 1 April een waar volksfeest te maken, waartoe de verledeD jaar voor een volk-feest in gezamelde, maar toen, vanwege de pokken-epide mie, niet gebruikte gelden zullen worden aan gewend. De commissie hoopt dat alle ingezetenen zullen vlaggen. Te 1 uur 's namiddags zal de aanvang van 't feest door kanonschoten, klok gelui, carillonspel en groot muziek op den Brink worden aangekondigd. Daarna zullen de voor naamste en beroemdste personen, die in 't ge wichtig drama van Brielle's inneming eeu hoofdrol hebben gespeeld, in tableaux vivants of op andere duidelijk sprekende wijze te aanschouwen gegeven worden Te 3 uren ongeveer zullen volksvermake lijkheden, afgewisseld door muziek in de tent, op de Worp (de Deventer Paaschweide) plaats grijpen. Tegen dat deze ten einde loopen, zullen er twee platbooms- of andere vaartuigen, het eene gevoerd door den z. g. Marinus Brand, het ander onder bevel van den bekenden Daarn, den IJsel komen afzakken tot aan 't Pothoofd. Daar wor den zij opgewacht door de muziekkorpsen en alle vereenigingen en corporatiën, die deel wen- schen uit te maken van den te houden optocht en trekken met dezen door de stad naar den Brink. Daar wordt halt gehouden en aan de Watergeuzen door geheel Deventer als 't ware hulde gebracht. Terwijl de fanfares weerklinken en 't schilderachtig Waaggebouw (naar men hoopt) schitterend is verlicht, worden aan de Watergeu zen brood, kaas en bier uitgereikt. Iutusschen zijn de fakkels ontstoken en zal de Geuzen-zegetocht met muziek worden voortgezet, zoo mogelijk door de meeste straten en wijken der stad. Na afloop van den optocht zal op beide ver melde platboomsvaartuigen, een schitterend wa tervuurwerk worden ontstoken, terwijl de mu ziekkorpsen op verschillende plaatsen langs de Welle, zich beurtelings zullen doen hooren. Beugaalsch vuur op den IJsel zal de openbare feestelijkheid besluiten. hem alleen behoort. Zoolang hij dat niet heeft is hij niet tevreden; juist het tegenovergestelde van den Franschman, die het huwelijk gewoonlijk als een noodzakelijk kwaad beschouwt. Dikwijls moet hij wachten, vooral als hij een jougere zoon is, om dat hij nog te weinig verdient om een huishouden te beginnen, to maintain A is wife. Dan gaat hij Daar Indië of Australië, werkt zooveel hij kan, keert terug eu trouwt; hier is de hartstocht stand vastig en welgemeend. „Is een Engelschman ver liefd (in love)," zeide mij eeu mijner gasten, „dan is hij tot alles in staat." Thackeray kenschetst de innigheid en volharding van dit gevoel zeer juist in den Majoor Dobbins ten opzichte van Amelia, het voorwerp zijner liefde, in Vanity Fair; deze wacht vijftien jaar zonder hoop, omdat er voor hem maar écue vrouw op de wereld bestaat. Vandaar dan ook veel teleurgestelde hoop en verborgen zielslijden. Eene menigte jongelieden vatten liefde op, koesteren haar in stilte, gevoelen haar dieper maar uiten haar minder dan bij ons, en worden teleurgesteld, omdat zij óf niet bemind worden, óf het verschil in stand te groot is, óf geen geld genoeg hebben om een gezin te onder houden, iets dat hier nog al kostbaar is. Dan worden zij half krankzinnig, en reizeD, om zich te verzetten, dikwijls de geheele wereld rond. Men noemt mij een zeer aanzienlijk jong- mensch die ter zijde gesteld is voor eeu een me dedinger omdat hij geen titel had: men vreest reeds twee jaar lang dat hij het verstand zal verliezen. Hij is in China en Australië geweest, heeft nu eeu hoogen post, is tot baronet verhe- veo, drijft groote zakenmaar hij is niet getrouwd, zoudert zich nu en dan af, of maakt eene voetreisom geheel alleen te zijn en met niemand te spreken. Ik heb reeds opgemerkt, dat aan de jongelui in hun omgang volkomen vrijheid wordt gelaten zonder ceuig toezicht; zij kunnen dus kennis maken en elkander bestudeeren zoolang hun goeddunkt, vier, vijf maanden en langer, en met elkander praten en toertjes te paard maken, ver scheiden zomers achtereen, wanneer zij buiten zijn. Heeft het jougetnensch een besluit genomen, dan wendt hij zich eerst tot het meisje en eerst in de tweede plaats tot de ouders: bij ons zou het zeer onwellevend gevonden worden ook maar iets aaD het meisje te doen blijken, alvorens met hare ouders gesproken te hebben. Te dien op zichte lachen de Engelschen met onze eensklaps voor den notaris gesloten huwelijken. C.een Engelschmau die zeer goed met Frankrijk bekend is, verklaart echter, dat hunne huwelijken uit genegenheid meermalen op tweedracht uitloopen en de onze, bij overeenkomst gesloten, dikwijls gelukkig blijken te zijn. (Wordt vervolgd.) IIV GrEIZOIVIDEÏV. Mijnheer de Redacteur I Id een ingezonden stuk in het Leidtch Dagblad van 8 dezer hoopt Q,. R. dat een deskundige de landbouwberekening van P. eens onderhanden zal nemen en critiseereo. Ik ben landbouwer, geen heerenboer, maar iemand die van der jeugd af aan bij den landbouw is groot gebracht en zoo wel alle voordeeleD als nadeelen daarvan (in de praktijk) iD den ruimsten zin heb leeren kennen. Om de goede bedoelmg van Q. R. spijt het mij voor hem dat ik hem zijne hooge denkbeelden aangaande de waarde der beer als bemesting moet ontnemen, omdat ik bij ondervindiug weet dat zij die waarde niet heeft, niet kan hebben en voor den landbouw nooit zal krijgen. Of P. landbouwer is weet ik niet, in het algemeeu kan ik mij met zijne berekeningen wel vereenigen, ook ten op zichte van de waarde der beer; maar dan had hij ten minste ook behooren op te geven de reden waarom de beer die waarde niet heeft; ik zal dit zoo duidelijk mogelijk trachten te doen. 1°. Het bemesting-vermogen van de beer is niet vetmakend of voedend voor het land, maar jagend of uitputtend; door de bemesting met ruuder-, paarden-, varkens- of schapenmest ontvangt het land voeding en in den regel is dit voor twee drie jaren voldoende, maar door de bemesting met beer geeft men het land geen voeding maar een middel om de groeikracht die in het land aanwezig is uit te jagen, en of dit nu voor bouw- of weiland is blijft gelijk, 'tis maar voor éen jaar voldoende. 2°. Geen land kan zooveel opbrengen als men zich de waarde van de beer voorstelt; N. B. dat de beer van ieder mensch in Drentheen Brabant f 10 waard zou zijn! Het is de vraag of men over die bewering moet lachen of er zich over bedroe ven; en wel over wien het meest, over hem die het schrijft of hem die het gelooft? Het is om die reden dat de beer die waarde niet heeft; wil men een bewijs daarvoor? Als de beer van ieder mensch waard was/" 16 dat zou zijn f 4.50 per mud of voor 350 mud als bemesting van slechts een bunder land f 1575, waar van daan zou dat moeten komen? Nu zegt Q. R wel dat een boer maar moet weten hoe veel hij voor de mest wil betalen al was het ook 10,000. Q. R. toont hier waarlijk dat hij geen leugens schreef toen hij zeide dat hij maar een leek was; immers het onbekookte van die rede neering springt al dadelijk in het oog, omdat de boer in geen geval meer kan uitgeven dan zijn land kau opbrengen, en hij altijd afhangt van oogst od marktprijzen. Ik spreek hier van boeren die huu vak als bestaanmiddel uitoefenen en gaarne wat verdienen, en boer willen blijven; uiet van degenen die hunne kapitalen steken in zaken waarvan zij maar een oppervlakkig begrip hebben, en dikwijls hun geld er bij iuschieten. De opbrengst van een bunder land kan bij goeden oogst en matige prijzen zelden meer be dragen als; van Tarwe 27 mudden graan a 14 378 3000 ponden stroo 20 60 f 43 S van Rogge 26 mudden graan 9 234 3500 ponden stroo 20 70 gg^ van Gerst 40 mudden graan 7 280 3000 ponden stroo 14 42 van Haver 45 mudden graan 4 180 3000 ponden stroo 12 36 Aardappelen 250 mudden a f 2 500 Koolzaad 25 mudden zaad 16 400 Paardebonen 25 mud boonen f 8 f 200 1800 ponden stroo 10 18 zoodat zeven bunders land met diverse vruchten bezaaid te zamen kunnen op brengen 2398 zijnde door elkander gerekend per bunder f 342. Ik ben volstrekt geen rekenmeester, maar nu is de vraag, als van die f 342 nu nog pacht en arbeidsloon moet worden betaald, waar moet dan de f 1575 van daan komen die een bunder land alleen van bemesting zou kosten, als de beer van ieder mensch f 16 waard was? Neemt men dit nu in aanmerking dan spreekt het immers van zelve, dat al had men in Drenthe en Brabant het land en arbeidsloon voor niets, er dan toch in de verte nog niet aan kan worden gedacht, zulke enorme prijzen voor de mest te betalen, ten ware men op de plaatsen goud of zilver kon oogsten. In dit punt ziet Q. R. dat ik hemelsbreed met hem verschilevenwel ben ik het volkomen met hem eens, dat eene verbetering in de afvoer van het rioolvuil noodzakelijk is, doch dat het stelsel van Liernur hiertoe het meest is aan te bevelen, ben ik uit eeD financieel oogpunt niet met hem eens; en deel volkomen in de bezwaren van P.; alleen zou de algemeene invoering van dat stelsel dan aan te bevelen zijn als het zou kunnen ge schieden door Liernur c. s. of andere particulieren, die gaarne veel rente van hunne kapitalen willen trekken en daarbij eene goede zaak bevorderen, maar eene algemeene toepas3iDg ten koste der Gemeente acht ik niet aan te bevelen maar hoogst verderfelijk. De Heeren Liernur c. s. hebben aan de faecale stoffen altijd hoogere waarde toegekend dan tot hiertoe in Holland hebben gehad; dat h, de laatste verpachting nog bewezen; hieruitJ men mogen besluiten dat zij veel b ter op de lio zijn dan iemand anders. Q. R. die daarin trouwen stelt denkt aan voordeelen, P. geen trouwen stellende groote nadeelen, ik veroor mij daarom te vragenAls het nu waarhei dat aan het genoemde stelsel zulke eDormevc deelen zijn verbonden, waarom vragen dau Heeren Liernnr c. s. geeu concessie tot hetr werking brengen daarvan in geheel Nederlat" Die concessiën zouden met graagte worden v, leend en zoowel de Gemeente als Liernur c, waren er mede gebaat, de Gemeente door yi beterde afvoer van rioolvuil, de concessionariss door de financieele voordeelen daaraan ve bonden. ''J reik :en ;gihf On tl lijk' laa lesl In rep dig giD oog teg eei ten licl zijr bet Ik weet zeer goed dat daarvoor groote ka; siec talen noodig zijn, doch het zou zeker niet moeit vooi lijk zijn daarvoor een maatschappij samen tl stellen die het benoodigde kapitaal bijeenbracht, te meer als men in aanmerking neemt dat et wel mannen van invloed zullen zijn die met de zaak dweepeD, die gaarne hunne kapitalei schikbaar zouden stellen om eene goede zaak te bevorderen, en bij het streelende bewustzijn zulksj te hebben gedaan, nog 20 25% van hun taal zouden trekken. B. Landbouwer. BUITENLAND. 1 Frankrflk. De beweging der partijen. Men mag gerust tusschen Orleanisten Er is zonder twijfel in Frankrijk eeD gewicht tijdperk op handen. De verschillende partij w0( beginnen zich samen te trekken om de pum van waar uit zij het best kunnen aanvallen c zich verdedigenmen zoekt van weerszijden ik veel mogelijk bondgenooten te krijgen, en onto langzaam de groote banie--, waaronder ieder wa dat men zal strijden. De rechterzijde tracht klaarblijkelijk een i voel hoogen dunk van hare positie en sterkte te gevei Jom|. »,r aannemen, dat de verzoenit. a en Bourbons, die de part tot eene sterkte van 3 400 man zou doen aai' groeien, veel meer bestaat tusschen de dienarei in Versailles, dan tusschen de meesters in Pari,: en Antwerpen. Inderdaad wordt ons eenvoudi' medegedeeld dat Chambord aau Lucien Brun zijne ingenomenheid met het manifest der rechterzijd: heeft betuigdmaar verder wordt niet de minst: uitleg gegeven van het feit, dat de graaf nu seliog geheele onverschilligheid zou toonen m I de vlag, waaronder hij de regeering zou aan vaarden, en die volgens zijne vroegere brieven ff en manifesten juist de onoverkomelijke hinder-1' paal uitmaakte voor eene fusie van zijn huis mei dat der Orleans. Dit onverklaarbare feit op goe-i geloof aan te nemen, wanneer het niet in't mimil geëxpliceerd wordt, kan met redelijkheid niet ver wacht wordeD, en derhalve mag men gerust bel sluiten, dat de sterkte der royalistische partij nie zoo groot is als zij wordt opgegeven. Maar dat zij in alle geval, iets te beteeke nen heeft en in haar schild voert, bewijst om het bericht, dat nu ook de linkerzijde in bewe-l ging begiDt te komen. Een telegram uit Ver sailles meldt dat zij van plan is, een voorstel in te dienen tot definitieve vestiging der republiek, en een uit Parijs deelt mede, dat de heeren Ri vet, Ricard en de Malleville reeds zouden be noemd zijn om met andere fracties over iets der gelijks te onderhandelen. Derhalve schijnt dej linkerzijde de beweging aan den rechterkant nul gewichtig genoeg te gaan vinden om vrd harer kant ook aan het werk te gaan. De royalistei (wij zullen nu eens voor een oogenblik onder stellen, dat zij inderdaad allen vereenigd zijn M0I betuigen, dat bet hun doel niet is, den bestaat- tws den toestand omver te werpen. Maar dan bej hee grijpen wij waarlijk het doel hunner beweging u' pla het geheel Diet. Willen zij alleen hunne krachte: noi monsteren, om te weten wat zij later, op een oneve zeker tijdstip in de toekomst, wel zonder vermogen ker Zullen zij, terwijl zij zich nu beroemen, 400 ma', voo sterk te zijn, wanneer de linkerzijde tot beo teel komt, om hun de bevestiging der republiek voot foev, te stellen, ten antwoord geven: wij zijn roya- and listen, wij hebben zooals gij ziet de overmacht star maar toch willen wij ons met genoegen bij aansluiten? Neen waarlijk, de koningsgezinde ei vooral de legitimistische partij is aan ieder ge noeg bekend om te weten dat dergelijke zelfop offeringen bij haar niet gezocht moeten worden, Derhalve broeit bij de partij wel degelijk het plan om de monarchie te herstellen. En nu hou den wij het er voor, dat hare positie aldus moet beoordeeld wordendat alle royalisten besloten zijn, de republiek voor de monarchie plaats te doen maken, dat de ultra's deze ver andering hoe eer hoe beter willen doen plaats hebben, maar dat een groot gedeelte der gema tigden terugdeinst voor de verantwoordelijkheid om het laDd weder in onrust en verwarring te brengen. Deze willen meer bepaald eene gun stige gelegenheid afwachten om hun doel te be- 108

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 2