waar wij, hoogstens, met scherpgepunte stalen pennen
strijd voeren en, in plaats van bloed, veel inkt zullen
storteo, in de verwachting, dat, door de wrijving dor
denkbeelden, eenig licht en warmte ontstaan zullen,
waaraan wij geen, overvloed hebben en waarvan wij,
in ieder geval, nog wel altijd iets gebruiken kunnen.
Het is, naar onze meening, een groote fout geweest,
dat men de katholieken heeft uitgenoodigd aan deze
feestviering deel te nemen, en zelfs, onder hunne
geestelijken, bestuursleden der subcommissien. beeft
aangeworven, evenzeer als het, van hunne zijde, een
groote misslag is geweest, aan die uitnoodiging te
hebben gevolg gegeven. Men versta ons echter wel.
Wanneer de katholieken zich, uit vrije beweging, bij
onze feestviering aansluiten, zullen wij dit blijk van
zelfstandigheid in hen hooger waardeeren, naar mate
het meerendeel onzer katholieke landgenooten ons aan
zulke blijken van onafhankelijksbetoon te minder ver
wend heeft. Zoodra de eigenaardige beteekenis van
het feest, zooals vroeg of laat onvermijdelijk was, te
voorschijn moest treden, Kon de deelneming voor een
groot deel der katholieken niet meer van sympathieken
aard zijn. De bewering, dat het feest daardoor zijn
nationaal karakter moet verliezen, komt ons vreemd
voor, waar Nederland en Rome tegenstrijdige be
grippen zijfa, die elkander wederkeerig uitsluiten. De ont
houding der katholieken zal dus de nationale betee
kenis van het feest, slechts te meer, doen uitkomen.
Want waarom zouden wij, protestanten, ook niet
onze fierheid hebben, waar de katholieken gewoon
zijn, met vrijmoedigheid, zoo noodig, met driestheid,
voor hunne meoning uit te komen Als wij een na
tionaal verbroederingsfeest willen vieren, laat ons
dan een gemeenschappelijk collation aanrichten, waar
'wij elkanders gezondheid drinken en eindigen met
elkander in de armen te vallen, onder het aanhefien
van Schiller's Ode an die Freude:
Seijd umschlungen, Millionen,
Dieser Kusz der ganzen Welt!
Wij willen wel van de partij zijn, vooral, als
wij het vooruitzicht hebben, een gezelligen discbge-
noot aan onze zijde te hebben, maar onze historische
gedenkdagen, die hun eigenaardige beteekenis hebben,
mogen daartoe niet misbruikt worden.
Wij hadden, aanvankelijk, niet het voornemen
gehad ons in den strijd te mengen, maar, door
het burenkrakeel, van onze bezigheden afgetrok
ken, zijn wij op het rumoer afgegaan en, toen
wij de twistenden tot overeenstemming trachten te
brengen, werden wij, zooals gewoonlijk, bij zulke
omstandigheden het geval ia, onwillekeurig in het
gewoel medegesleept.
Onze ooren beginnen te tuiten van de liefelijke
harmonie, die van alle zijden opgaat 1 Amsterdam
verlangt een nuttige inrichting en Uirecht heeft zich,
dezer dagen, bij dien wensch aangesloten; Rotterdam
verlangt,- en met recht, een ander ontwerp, terwijl
aan de Leidsche sub-commissie, die onderling overleg
verlangt, de eer toekomt, de zaak op het zuiver
terrein te hebben teruggebracht, dat zij nimmer
had behooren te verlaten. Wij gelooven inderdaad
dat dit voorstel, zooals dé zaken zich nu laten
aanzien, het eenig middel is, om de feestviering tot
een behoorlijk einde te brengen. Zelfs de commissie
voor 'het monument van 1813, die, anders, ook niet
van willekeurige handelingen afkeerig was, heeft al
thans, in de vaststelling van het ontwerp-monumeut,
het recht der sub-commissiën erkend. Wij roepen
daarom de Brielsche hoofd commissie toe: offer uw
eigenliefde aan het algemeen belang op en tracht u
met de subcommissien te verstaan. Wat baat het u,
of gij op de onverdeelde sympathie van Tierpolder
én Zevenhuizen kunt bogen, waar gij de ver
tegenwoordigers der groote handelssteden en der
hoogescholeu niet aan uwe zijde hebt. Wij kunnen
ons met het denkbeeld der hoofdcommissie niet ver-
eenigen, om aan de deelnemers zelve de keus tus-
achen een monument of nuttige inrichting over te
laten, omdat dit tot een versnippering van krachten
moet aanleiding geven, waardoor noch het eene noch
het andere zoude tot stand komen. De hoofdcom
missie heeft door haar flinke verklaring omtrent de
historische beteekenis van het feest, in haar laatste
circulaire, de sympathie van velen, die zij dreigde te
verliezen, voor een goed deel weder herwonnen.
Waarom zoude zij, nu zij zich op het goede pad be
vindt, te halver wege blijven stilstaan en niet, zoo
spoedig mogelijk, te Utrecht, of in een ander geschikt
middenpunt, de gedelegeerden der subcommissien bij
eenroepen. Wanneer de meerderheid zich voor een
monument verklaart, zal de vraag van zelve in over
weging komen, of uw ontwerp behoort gevolgd te
worden dan wel een ander de voorkeur verdient.
Zoodra gij zegevierend uit die vuurproef zult zijn te
voorschijn getrenen, zult gij tegenover de openbare
meeuing verantwoord zijn, hetgeen nu niet het geval is.
Lelden, 18 Januari.
En zoo is dan de beslissing over het kust-tractaat
ook in de Eerste Earner gevallen. Met de belang
rijke meerderheid van 29 tegen 6 stemmen is dit
tractaat aangenomen, terwijl heden dat over Su-
mutra en de immigratie van koelies naar onze
W.-I. bezittingen aan de orde komt. Tegen die
tractaten waren ook in de Tweede Kamer veel
minder bezwaren geopperd dan tegen dat omtrent
den afstand van de kuststrook, zoodat het zich
laat aanzien dat beiden na kort debat de goed
keuring der Eerste Kamer zullen wegdragen.
Wat nu bet debat van gisteren betreft, er was
inderdaad na de uitvoerige en belangrijke rede
eergisteren door den Minister van Buitenlandsche
Zaken gehouden tot verdediging, weinig nieuws
meer aan te voeren. In dat opzicht was dan ook
de taak van den Minister van Koloniën gisteren
ja meer gemakkelijk, maar toch niet benijdens
waardig, omdat hij in de hoofdzaak dezelfde argu
meiden tot aanprijzing had te bezigen en dezelfde
gronden van bestrijding te wederleggen als zijn
ambtgenoot, en wel voornamelijk betreffende
het aangevoerde door de heeren Messchert
en Harlsen. Wilden wij hier in eene, zij 'i
ook beknopte, uiteenzetting van het debat tre
den, het zou in ieder geval onze beschikbare
plaats ruimte verre overschrijden. Genoeg moge
het dus zijn te vermelden dat ook de Minister
vau Koloniën met overtuiging en warmte heeft
aangtoond, dat de afstand zoowel in ons eigen
belang als in dat der bevolking raadzaam was,
en dat de bezwaren daartegen veel minder wo
gen dan de nadeelen van het behoud. Ook bij
aanwending van enorme kosten om die bezittin
gen eenigszins te releveeren uit haren verwaar
loosden toestand, zoude het doel toch niet bereikt
of de bevolking tot ontwikkeling en beschaving
kunnen opgevoerd worden. Onze eer en waardig
heid was door dezen afstand geenszins gekrenkt
en Engeland evenwel beter in staat zijn als groote
mogendheid, om het beheer ter kuste te voeren
en de belangen der ïnlandsche bevolking te be
hartigen. Ook de Minister had sympathie voorde
trouw der bevolking en haar uitgedrukt verlan
gen om onder onze bescherming te blijven, maar
constateeide toch hec feit, dat zij tegelijkertijd
het protectoraat van eene andere Mogendheid had
ingeroepen. Veel van al hei gebeurde was ook
toe te schrijven aan het tractaat van 1S67, dat
het beoogde doel volkomen had gemist, en dat
door de creatie van gemengd bezit den bestaanden
slechten toestand nog bad verergerd. Met vol
vertrouwen en innige overtuigng verdedigde de
Regeering dit tractaat, waarvoor ook een belang
rijk equivalent verkregen werd in dat tot regeling
der zaken op Sumatra, waardoor alle geschillen
met Engeland sedert het tractaat van 182-1 omtrent
Sumatra gerezen voor goed uit den weg werden
geruimd. Wel verre dus van den zonderlingen raad
des heeren Messchert bij zijne repliek gegeven te
volgen, om namelijk bij aanneming vau het trac
taat nopens de Kust den Koning te adviseeren
het niet te bekrachtigen, zou de Regeering dit uit
volle overtuiging wél doen onder opmerking ook
dat zij al eene zeer laakbare houding zou aan
nemen om de aanneming bij de Kamer te ver
dedigen en de niet bekrachtiging van de Kroon
aan te raden I
Inderdaad, dat advies van den heer Messchert
is allercurieusi en waardig om aan een Ministerie
van Zuylen-liecuiskerk in overweging gegeven
te wordeu.
Ddn hoe dit zij, de uitslag is verpletterend voor
de conservatieve partij; want waar ook liberale
sie.nmtn in de pers of in de kamers ziju opge
gaan om zouder dringende noodzakelijkheid de
kustbeziltingen niet af te staan, nergens is
zulk een misbaar, zulk een marktgeschreeuw ge-
maakt, of werden zulke onedele middelen van
verdachtmaking gebezigd als in het orguan der
echt nationulen en welgezinden, waarvan helaas een
man als Messchert vau Vollenhoven zich 't meest
tot tolk heeft gemaakt. Met gelijke verontwaar
diging als de Minister van Buitenl. Zaken heeft
ook die van Koloniën de aantijgingen, tegen
de Regeering geslingerd, verre van zich afgewor
pen, aantijgingen die ten doel hadden de vader
landsliefde, de opprijsstelling van de eer en de
waardigheid van het land in verdenking te bren
gen en die tevens geschikt waren om ook onze
vriendschappelijke verstandhouding met Engeland
in de waagschaal te stellen.
De Eerste Kamer heeft over een en ander
vonnis geveld, en ook nu weder, even als bij de
missie van Rome en bij de aanneming der be
grooting van Koloniën, geloond van de vader
landslievende adviezen van het Dagblad volstrekt
niet gediend te zijn.
De Eerste Kamer heeft in hare zitting van he
den met algemeene stemmen aangenomen het trac
taat inel Engeland nopens Sumatra, en het trac
taat over den aanvoer van vrije arbeiders uit
Britsch-Indië naar Suriname; alsook de amor-
tisatiewet met 23 tegen stemmen.
In de tweede helft der maand December zijn
aan het postkantoor alhier bezorgd de volgende
brieven, die, wegens de onbekendheid der adres
santen met bezoigd zijn kunnen woideu:
C. VV. Wijsman, F. J. J. Heukensfeld, beiden
te Amsterdam; W. van der Valk, te Batavia;
Kooiman, te Bodegraven; W. C. WieUvoudt, Mej.
den Haan, F. Zalmskop, T. Seijn, allen te's-Gra-
venhage; W. Borgenjes (2 stuks), te Haarlem;
A. Geesdorp, te Kampen; H. Serné, te St.-Mole-
naarsbrug; Mevr. Glasbergen, te Oudshoorn; van
Leumen, te SassenheimC. v. d. Bergh, K. Kleij-
weg, beiden te Soeterwoude; A. Bruining, te
Spaarndam; Tamme Nieuw, te Voorburg; M. de
Koe, te Zuidveen; Mevr. Spruit, te Warmond;
Neeltje Mac Daniel, Wed. Galjema, Jeanne Op-
zomer, allen niet vermeld.
Het provinciaal gerechtshof in Zuid Holland
heeft heden uitspraak gedaan in de zaak der drie
beschuldigden (Frankhuizen, S'.okkel, zoon en
vader) van diefstallen van lood en fuiken en van
vrouw K. beschuldigd van het helen van eeo
gedeelte van het lood.
Het Hof heeft de schuld der drie hoofddaders
aan de verschillende misdrijven bewezen verklaard
en wel drie aan diefstal van lood bij nacht door
meer dan een persoon van een tot bewoniug be
stemd vaartuig, twee nog aan twee eenvoudige
diefstallen van lood en fuiken en de derde nog
aan een eeuvoudigen diefstal van fuiken en hen
veroordeeld: Frankhuizen en Stokkel (zoon) met
aanneming van verzachtende omstandigheden
wegeus hun jeugdigen leeftijd en omdat zij wegens
diefstal voor het eerst terecht stonden tot-tjaren
correctioneel; Stokkel, de vader, reeds vroeger
tot straf veroordeeld, tot een tuchthuisstraf van
6 jaren.
De heelster, vrouw K. is vrijgesproken, omdat
het Hof, zich vereenigende met het door haar
advocaat Mr. Jacobson bij pleidooi aangevoerde,
heeft beslist, dat hoewel zij heeft beleden een
gedeelte lood te hebben gekocht van een der
hoofddaders, hef toch niet gebleken was dat zij
op het oogenblik dat zij kocht, wist dat zij ge
stolen lood kocht. Iutusschen is uit gemeld plei
dooi gebleken dat die vrouw sedert 7 September,
en dus ruim 4 maauden, in preventieve hechtenis
heeft doorgebracht.
bel
Gisterenmiddag is, door de politie alhier, aan
gehouden zekere Hendrik de Klerck, die sedert
geruimen tijd op een pahr krukken rondschoffelde,
oui zoodoende het medelijden der burgerij op te
wekken. De politie heeft hem, nadat haar geble
ken was dat hij nog zeer best ter been was, zon-
De schrijver van een artikel in het Nieuws van
den Dag geeft in overweging of het niet mogelijk
zou zijn, al de plaatselijke feestvieringen, die
wellicht op deu lsten April zullen volgen, samen
te vatten in éeu nationalen gedenkdag. Hij wijst
daarvoor op de Unie van Utrecht, waaraan op
3 Mei 1579 de Prins van Oranje, door ondertee-
kening, zijn zegel hechtte.
De plaatselijke gedenkdagen zouden daarom niet
onopgemerkt behoeven voorbij te gaan. Gelegen
heden om tot het hart des volks te spreken, zijn
te kostbaar, om ze ongebruikt te laten. Maar
de financieele offers, die men zou willen brengen,
moesten zooveel mogelijk worden bijeengehouden
voor die ééue, groote feestviering in het hart des
lands. I
En dan zou de schrijver den 30sten Mei 1779
u ilieii vieren door een stichting op groote
schaal.
Omtrent den aard dier stichting oppert hij het
denkbeeld om haar te doen bestaan in een in
richting tot opleiding van architecten ten behoeve
van flinke jongens uit den haudvverksstand. Voor
zulk een stichting, werd zij opgericht ten behoeve
van jeugdige ambachtslieden, die geen geld be
zitten om de kosten van voeding en verpleging
te dragen, zou nog al iets noodig zijn; maar,
zegt de schrijver, het zou ook een schoon ge
schenk wezen van het vrije onafhankelijk vader-
laud aan zijn zonen van den vierden stand, niet
minder schoon, dan de Leidsche hoogeschool aan
de studeerende jongelingschap.
De heer Petrus liegout heeft, naar aanleiding
van het wetsontwerp betreffende de Indische ta
rieven, een adres tot de Tweede Kamer gericht,
waarin hij, ofschoon voor zijn eigen fabrikaat
geen groot bezwaar ziende in de opheffing der
differeutieelc rechten, echter instemt inet de Ka
mers vau Koophandel, die tneenen dat zulk een
maatregel slechts de grootste behoedzaamheid en
zonder aan de ontwikkeleude industrie nadeelige
schokken te veroorzaken, inag worden toegepast.
Hij keurt het af, in strijd met de handelsvrijheid,
dat 10 pCt. in Nederlandsch-lndië zal worden
geheven, terwijl Engelsch-lndië slechts 5 pCt.
invoerrecht heft. De afschaffing der differentieele
rechten moet, meent hij, gepaard gaan met de
verlaging van inkomende rechten, anders zal de
wet alleen ten voordeele van de vreemde con
currenten werken. Vooral echter wijst hij er op,
dat al onz6 naburen, behalve Engeland ten deele,
zeer hooge invoerrechten blijven heffen, terwijl
de onze zeer laag zijn, zoodat onze nijverheid de
concurrentie niet kan volhouden. Hij wenscht
daarom dat onze diplomatie van Pruisen en Bel
gië een verlaging der invoerrechten trachte te
verkrijgen, hetgeen te gereeder zou ingang vin
den, als de dadelijke of trapsgewijze afschaffing
der differentieele rechten gepaard gaat met ver
mindering van inkomende rechten.
Het gemeentebestuur van Amsterdam heeft
drie prijsvragen uitgeschreven: 1. voor het ont
werp eener brandspuit2. voor het ontwerp eener
drijvende stooinbrandspuit; 3. voor het ontwerp
eener eleclro-magnetische telegraafgeleiding met
toe behooren.
De stukken ter beautwoording van een of meer
dezer prijsvragen, moeten vrachtvrij ingezonden
worden bij B. eü Ws. van Amsterdam; a. die
f
voor de prijsvragen Nos. 1 en 2 vóór ui
April 1872; 6. voor N°. 3 vóór of op 1 Mei
voorge
De Gemeenteraad van Tilburg heeft voo,1161'88®
zelfde som als die van Nijmegen deelgenoI'ocuin
in de Zuid-Ooster-Spoorwegmaatschappij D| 'redinf
480,000. kend 1
gedisti
Door den Raad der gemeente Deventer niteeds
sloten om aan de zes minderjarige kindereiflO ni
den onlangs O'erieden verdienstelijken W Art.
meester B. Looman, in on verzorgden toe,op bel
achtergebleven, een toelage te verleenen ivoor ge
beide eerste jaren van f 700 'sjaars, in de :der h
opvolgende twee jaren van 7600 'sjaars uoezict
bet vijfde van 7500, in te gaan 1 Januari lVan 2
Men meldt uit Broek op Langendijk: Otaan
werd vermeld, dat in deze vacante getmack'er
door den te Noord-Scharwoude gevestigden Fer
deling der coufessioneele vereeniging, in Preaiu
met het reglement op de vacaturen, opet Arl'
godsdienstoefeningen gehouden werden, ws.aint,te
kennei
a. v
is bev
s-G
kerkvoogden, met medeweten en goedkeuring
den kerkeraad, het kerkgebouw beschik baa-
den. Ofschoon het classicaal bestuur van Alkwe"56
op het onwettige daarvan gewezen had, bleef'8
daarmeê voortgaan. Voor eenige dagen nu
eene commissie uit genoemd bestuur alhie:ttCCl^ü
buitengewone kerkvisitatie.gehouden, en dei T
ti o n 116
keraad, kerkvoogden schitterden door L
afwezigheid op ernstige wijze het onbehoo:
van zijn gedrag onder het oog gebracht. No"^""
hij weigerde aan de herhaalde uitnoodiging,
met die onwettige handelingen op te houdei
voldoen, en zoo scheen de kerkvisitatie vrut®'Ste"
loos te zullen zijn, toen ten laatste de zeni
ter vergadering verscheen, die na korte su
eprekiug de schriftelijke verklaring hi eft afgi
dat hij die onwettige godsdienstoefeuinget
langer in het kerkgebouw zal houden.
Aan de inschrijving voor de leening, tet te 2 c
hoeve der Rijnstreek-spoorwegmaatschapp
thans bij deu heer Chr. Oortman v. Loon het vi
staat, wordt, naar wij vernemen, te Utrecht. dat n
deelgenomen. gener
der
Bij beschikking van 15 Januari 1872 is de
gunning
van
voor een stoombootdienst tot
zijn d
goedereu en vee tusschen Medemblik der j
Rotterdam, aan J. Kaper te Rotterdam verk det j;
overgeschreven ten name van J. LamingSzTjI j voo
aldaar. 2w)
treur:
Mr. i
De Minister van Marine brengt ter kennin
ougehu wde Nederlanders, beneden den ouderi
van30 jaren,die in het bezitzijn van hetdiploffl&i
doetd in art. 16 der wet van 1 Juni 1865 (Sffci.'i
dat zes artsen zonder nader examen als offc.t
der b
te vi
van gezondheid der 2de klasse bij de geneeii ^edrc
dige dienst der zeemacht kunnen geplaatst
den, mits zij zich voor den tijd van acht jatei werjj
die dienst verbinden.
en ti
Z. M. heelt aan Dr. P. Q. Brondgeest, k
glem
in de geneeskunde en praktizeerend geneesbt
Utrecht, vergunning verleend, tot het aans-:
en dragen van liet herinneringskruis voor
willige verpleging van gewonde krijgsli
gedurende den oorlog van 18701871 en vi
versierselen van ridder der orde van den 1
ringer Leeuw 1ste klasse, hem door Z. K. B
Groot-Hertog van Baden geschonken.
BINNENJLAND.
ver bi
van
van
wel
het i
goedl
wedt
stonc
te ge
tig e
Haaelem, 16 Januari. Do heer F. W. van Ee- nen
secretaris-peuiiingmeester van de Ned. Mi merl
schappij van Nijverheid, outving eergistereü 1 ce
wege de afgevaardigden ter algem. vergadfi du v
van verleden jaar, van de directeuren en hort
eenige leden, die niet afgevaardigd waren, vroe:
fraaien inktkoker op zilveren voetstuk en
toepasselijke emblemata en inschriften voort der
met eene op francijn fraai geschreven oorki d6Dt
ten geschenke, als bewijs van erkenlelijkhei'
sympathie voor de moeite en zorgen, door
heer besteed, om het bij gelegenheid van h
bedoelde vergadering geopende koloniaal must
nu reeds rijk in Indische voorbrerigselen, bewf
en ruwe grondstoffen bijeen te brengen en systf
tisch te rangschikken.
Hooun, 16 Januari. Voor den schietwedsl
die alhier door de Weerbaarheid zal plaatst
ben, is door Z. M. tot eersten prijs geschoi"
een zeer sierlijk bewerkt zilveren inktvat, w>
van het deksel een scherpschutter met de
in de hand voorstelt, benevens een zeer M
baren vergulden sigarenkoker.
•s-Gravehhage, 17 Januari. De Minister"
Fiuanciën heeft uij resolutie van 27 Deceit'
medegedeeld, dat de vermoedelijke beloon
verbonden aan de vacante betrekking van de
waarder der directe belastingen te Naardeu,!
worden geraamd op f470 'sjaars, na aftrek
kosten voor reizen, drukwerk enz.
Bij Kon. Besluit van 13 December jl.1
premiën toegekend voor het achterhaleD 1
sluikerijen en sluikers in zake der in- en uitg
rechten en accijnsen. Dat besluit bevat o.
volgende artikelen
sterc
Vriji
deu
die
Enk
Ami
gear
A
den,
en
nooi
mer
M
met
met
gist
vur
zij tl
C
Kö
lee
kei
Pa
A'Tt. 1. Voor elke aanhaling van gedistil'^ C-