A0. 1872. SCHETSEN UIT ENGELAND. Zaterdag 13 Januari. I .Feuilleton van het „Leidsck Dagblad". ks n mee') dt.fi, e ka; i is f leioj inco i :e vor Sine, PRIJS DEZKR COURANT. Voor Leiden per 3 ma&nden.3.00. Franco per postB 3.85 Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelgks, met uitzondering van Zen- en Feestdagenuitgegeven. PRIJ8 DER ADVERTENTIKN Voor ioderen regelr0.15 Grootere letter» naar de pl&atsraimte die xij beslaangjJ STADS* BERICHTEN. BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN v LIH-EIEN doen te weten, dat ingevolge art. 2 der. Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belasting op de honden, ieder eigenaar of bezitter ran een of meer honden, die aan de belasting onder- MJfievig zijn, verpligt is daarvan jaarlijks vóór den listen January bij den Gemeente-ontvanger aangifte <e doen door inlevering van een behoorlijk ingevuld' door den aangever onderteekend billet; fiair be dde invullingsbilletten voor het dienstjaar 1872' Ban heden af kosteloos ten kantore van den ontvan ér verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester. étlinJ 1 v. PUTTKAMMER, Secretaris. Leiden, 18 December 1871. Lelden, 12 Januari. Hedenmorgen te halfelf werd een onzer ge ichtste ingezetenen, de heer Mr. J. T. Bodel Nljebhuis, op de begraafplaats aan de Groene- iteeg ter aarde besteld. Blij had den ouderdom ran H jaar bereikt. In zijn werkzaam leven naakte bij zich zeer verdienstelijk zoowel op letter- ils aardrijkskundig gebied, viel hem de onder- scheiding ten deel van door Z. M. den koning tot officier van de Eikenkroon te worden benoemd, vervulde bij jaren lang met ijver de betrekking van secretaris der maatschappij van Ned. letter- kunde en werd na zijn aftreden tot eerelid daarvan benoemd, terypijl hij ook eene eervolle plaats innam als ouderling bij den kerkeraad der Ned. Herv. gemeente. Naar men met zekerheid verneemt, zijn door wijlen mevr. de wed. van Mr. P. G. I. Hoog van Ter,-Baar, geboren van Ingen, behalve een groot iiaantal particuliere legaten, de volgende schen- '^kingen aan de onderstaande inrichtingen voor Weldadigheid enz. gedaaD, als; 1°. aan het Ge- reformeerd burgerweeshuis te Rotterdam, het portret in olieverf van wijleD haar echtgenoot door v. Eysden, en de schilderij, voorstellende de regentenkamer aldaar bij avondlicht door v. d. Laar, beneveDS eene som van 500; 2°. aan het museum Boymans te Rotterdam, het portret in olieverf van Desiderius Erasmus, door Opzoomer; 3°. aaD de gemeeute Ter Aar, de schilderij in olieverf, voorstellende een gezicht op die gemeente, door Verburg, benevens een som van ƒ1000 aan _het armbestuur; 4°. aan de werkinrichting voor hulpbehoevende blinden te Rotterdam, 500; 5°. -aan de werkinrichting voor doofstommen-onder- -wijs te Rotterdam, 600; 6". aan het kinderzie kenhuis te Rotterdam, 500; 7". aan de school voor havelooze kindereD te Rotterdam, ƒ500; 8°. jan de Nederduitsche Herv. diaconiescholen te Rotterdam, 500 9'. aan de inrichting voor Vrouwen door Vrouwen te Rotterdam, ƒ500 10". aan iet armbestuur der Herv. gemeeute te Breda, 1000; 11°. aan de kolonie Frederiksoord, de som fan 250; 12°. aan het fonds Tot ondersteuning der mgelaten betrekkingen van verongelukte Scheveningsche 'isschers, de som van ƒ250. (N. R. Ct.) Het bericht als zon de burgemeester van Am sterdam zijn betrekking nederleggen, mist allen grond; voor het minst is daarvan niets bekend. Wel verwacht men eerstdaags de benoeming van een wethouder van financiën in de plaats van den heer Vening Meinesz, die tveldra wegens aan te knoopen familiebetrekking niet langer met den burgemeester in éëd college zitting; nemen kan. Vad Aan de N. Rolt. Courant van 11 Januari ont- leeueu wij 't Was 1778. G. E. Lessing, de profeet der negentiende eeuw, had de door hem zoo teer beminde vrouw door den dood verloreD. Diep trof hem die slag, waarvoor hij troost zocht in den arbeid des geestes. ,/Een goede voorraad Laudanum iu de vorm van litterarisfche en theolo gische verstrooiingen zal mij helpen om den eenen dag na den ander te boven te komen" dus ongeveer schreef hij aan zijn broeder, na op eene gevoelvolle wijze geschetst te hebben, hoeveel hij verloren had. Hij vatte zjjn pen weder op en zette den theologischen strijd met Götze voort met eene nimmer geëvenaarde scherpte. De polemiek was zóó hevig, dat 't Brunswjjksche Ministerie goedvond den grooten schrijver te verbieden den strijd voort te zetten. Dit baarde Lessing groote .teleurstelling. Daar komt't hem ypor den geest, dat hij jaren geleden een drama had ontworpen, welks inhoud eenige overeenkomst had piet de polemiek die hij voerde. Hij besluit haar poëtisch voort te zetten en zoo mogelijk ten einde te voeren; den strijd op de planken óver te brengen, waar de theologen hem onmo gelijk konden volgen, „hij moest, zooals hij zeide, eens beproeven of men hem op zijn ouden kansel op het tooneel zou laten prediken. Hij vleide zich dat hij zijn theologische tegenstanders daar door oneindig meer in 't nauw zou brengen, dan door zijne polemische geschriften. Zóó ontstond in 1779 Nathan der Weise een drama, welks lendenz, zooals hij zelf in de voorrede zegt, was; „te bewijzen dat er sedert langen tijd onder allerlei secten lieden bestonden, die zich boven alle geopenbaarde religie verheven hadden, en toch goede meuschen waren, en tevens om der gelijke lieden in een minder afschuwelijk licht te plaatsen, dan in dat, hetwelk door het Christ- lichen Pöbel" gemeenlijk op hen geworpen werd. Dit belangwekkende drama was 't onderwerp der rede, die Prof. L. W. G. Rauwenhoff giste renavond voor de leden der Maatschappij van Fraaie Kunsten en Wetenschappen hield. Naar aan leiding van dit werk getuigde hij, dat 's meuschen geest van tijd tot tijd meesterstukken voortbrengt, die voor 't nageslacht problemen zijn. Zeer uit voerig lichtte hij de parabel „der drie ringen", die in dit drama voorkomt, toe; gaf een beknopt doch hoogst bevattelijk overzicht vaD de handeling, ofschoon het ondersteld werd, dat de meesten van het zeer talrijk auditorium 't werk gelezen en herlezen hadden en trad ten laatste in eene beschouwing over dit meesterstuk, waarin te velde werd getrokken tegen het bekrompen particula risme en de vaan der humaniteit omhoog werd gehouden; een meesterwerk dat wel verre onverschilligheid jegens den Godsdienst aan te kweeken, de verdraagzaamheid op godsdienstig gebied bevorderde en dat vooral in die dagen van levendigen strijd eene uitmuntende uitwer king had. 't Zou in zeker opzicht vandalisme zijn van de doorwrochte rede van den heer Rauwenhoff hier eene analyse te geven, die uit den aard der zaak te beknopt moet zijn om het vele schoone en treffende dat er in voorkwam te doen uitkomen. De rede moet in haar geheel genoten worden, en zij, die de gelegenheid hun gegeven, ongebruikt lieten voorbijgaan, hebben eene belangrijke bij drage tot de kennis van dit meesterstuk van een der grootste letterkundige figuren der voorgaande eeuw, te loor laten gaan. Wij vernemen uit zekere bron; dat ook Z. K. H. - prins Frederik heeft deelgenomen in 't maat schappelijk -kapitaal der Nederl-Westphaalsche Spoorweg-Maatsohappij. (IV. Arnh. Ct.) Met 31 Januari a. s. wordt de NederL Credit- en Depositobank ontbonden. Tot leden der com missie van liquidatie zijn benoemd de heeren Alex. J. van Hemert en Mr. H. 's Jacob, te Am sterdam. Volgens het jaarboekje der maatschappij van Weldadigheid voor 1872, heeft die maatschappij in 1871 aan giften en legaten ontvangen 24,426.80^ Ten gevolge van het lezen der verspreide circu laire tot opwekking van het lidmaatschap der maatschappij, heeft de heer J. G. H. ter Horst, notaris te Steen wijk, zich verbonden tot eene jaar- Jijksche bijdrage van 20, en is het ledental te Rotterdam, Am hem, Amersfoort, Utrecht, Haar lem, Zwolle, aanzienlijk vermeerderd, terwijl in sommige andere afdeelingen eu correspendent- schappen eenige leden toegetreden zijn. Naar wij vernemen is de generaal-majoor En gelvaart, oud-Minister van Oorlog, geplaatst bij den grooten staf van het leger. Het Hof van Zuid Holland heeft zich gisteren bezig gehouden met de behandeling vau eene zaak waarin ruim dertig getuigeD werden gehoprd en die zooveel belangstelling opwekte, dat eeD groot aantal ingezetenen van Leiden en omstreken ter terechtzitting tegenwoordig waren. De zaak gold dan ook o. a. twee te Leiden beruchte per sonen, D. Stokkel jr. en sr., waarvan een getuige verklaarde: „Zoolang zij in de kast zitten wordt er niets gemist, terwijl men anders altijd van diefstallen hoort." De oude Stokkel, die reeds in 1843 tot 2 jaar gevangenisstraf, in 1849 tot tepronksteliing en 5 jaar tuchthuisstraf en in 1857 tot 5 jaar gevan genisstraf is veroordeeld, de jonge Stokkel, zijn zoon, en H. Fraukhuizen, die ook al 9 maanden cellulair heeft doorgebracht, hebben op het eiude vau Augustus gezamenlijk lood gestolen van de mast van een schip, door middel van afkapping. De beide laatsten hebben zich tevens schuldig gemaakt aan een anderen looddiefstal, benevens aan dien van vischfuiken, terwijl ook de oude man van het wederrechtelijk nemen van een fuik werd beschuldigd. Wat de looddiefstalleu betreft beken den S. jr. en F. alles, echter niet wat die der fuiken betrof, zij hadden die van iemand gekocht, die helaas, nergens te vinden was. Stokkel senior ontkende alles. Alsiviërde beschuldigde was vrouw K. in de bank geplaatst, zij had gestolen lood verkocht en verborgen, niet jeborgen luidde de qualificatie van bet O. M. In deze zaak werden vierendertig getuigen, geboord. Een hunner legde o. a. de. verklaring af dat een der besch. hem bij zijn weigering om lood te koopen heeft toege voegd: „pas op dat ge onö niet verraadt, anders kon het u wel eens gaah als van Santen." (Van Santen was een rijksveldwachter die vermoord werd, doch waarvan de daders nooit Zijn opge spoord.) Een ander getuige noemde de' Stokkels „beroemde" dieven. Alle getuigenissen waren wat de zaak zelf betreft hoogst bezwarend en zeer ondubbelzinnig. De adv.-gen. van Maanen requi- reerde voor Stokkel zoon en Frankhuizen schul digverklaring aan diefstal bij nacht in een bewoond huis en twee eenvoudige diefstallen en gevange nisstraf van 510 jaar; voor vrouw K. dezelfde eisch als heelster van gestolen goederen, voor Stokkel sr. gevangenisstraf van 13 jaar en 4 m. voor diefstal bij nacht in een bewoond huis en een eenvoudige diefstal, met het oog op drie vroe gere veroordeelingen. Voor de drie mannen pleitte Mr. M. H. J. Dijck- meester, hij achtte de schuld van den ouden Stokkel niet bewezen, ook niet die van de anderen wat de fniken betreft. Vooral den jongen Stokker beval hij in de clementie van het Hof aan. Voor vrouw K. trad Mr. Jacobson als verdediger op. Volgens pleiter was het niet bewezen dat zij, zeker wetende dat bet lood gestolen was, het haar aan gebodene gekocht had; de primitieveontkentenis dat zij opkocht deed hier niets ter zake, de vraag wasmoest de vrouw weten dat zij gestolen goed kocht toen het lood in haar eigendom overging. Pleiter concludeerde tot vrijspraak. De uitspraak is bepaald op 18 Januari e. k. Naar men ons mededeelt, is de ontvanger der directe belastingen en accijnsen te Schageu (Noord-Holl.) na eerst nog zooveel mogelqk een aanzienlijk deel der belastingen te.hebben geïnd, in de vorige week met achterlating van vrouw eu kinderen naar Londen vertrokkeneene be langrijke som met zich voerende, die op minstens 30,000 wordt begroot. {U. O.) De Twentsche Courant verhaalt een merkwaardig geval, hoe het geweten, langen tijd in slaap ge wiegd, zich eindelijk krachtig doet gelden. JDev- tien jaren geleden werd .te Notter, gemeeDte Wierden, een persoon in de rivier de Regge ver dronken gevonden. Men vermoedde dat de man °8/* f •SS, NAAR HET FRANSCH VAN ■1- rf A. M r%J El. 7 II. g,Typen, 'o.' {Vervolg.) d; ])i i^e sterke, groot en stevig gebouwde man Bode schoone colossus, veelal zes voet hoog en breed aar evenredigheid. Men vindt ze veelvuldig n> nder de soldateD, vooral bij de life guards, de eurbende. Zij kenmerken zich door een frisch, ^lozend gelaat eu welgevleeschtbeid, en zouden prachtig uitkomen iu een tableau-vivant, zijn pedaardig tot domheid toe en gewoonlijk on- BaK^ndig. Met hun rood vest aan en een stokje in '•re hand nemen zij eene trotsche houding aan en (taken parade met hun geduchten romp en ste- igq,dendenen. Onder de uniform-pet komt de cheiding tusschen het gepommadeerde haar te voorschijn. Een hunner aan den hoek van die straat met de borst vooruit, de schouders inge trokken, wordt door de straatjongens met ver bazing aangegaapt. Wat massa betreft zijn het monumenten; maar er moest wat meer leven en beweging in die materie zijnl Dergelijke stukken, wel iets kleiner, maar nog frisscher en meer gepolijst zijn de dienst boden bij den rijken 6tand. Zij hebben eene witte das om, onberispelijk gestrikt, een scharlaken of kanariegele broek aan, eene prachtige lichaams gestalte en grootte; de kuiten vooral zijn verba zend. Omstreeks 5 uur 's avonds, zit in de vesti bule de butler de krant te lezen onder het genot van een glas porto, om hem heen zijn de met kettingen versierde wachters, gegalonneerde lakeien en huisknechts, die met een onverschillig gelaat uit de hoogte neerzien op de voorbijgangers. Wat hebben die koetsiers ontzaglijk breede rug gen en hoeveel laken is daar wel voor noodig Het zijn de troetelkinderen der schepping; het beste voedsel, de meest ongestoorde rust maken hen tot de keurigste exemplaren der natie, wat het lichamelijke betreft. De beide lakeien moeten even goed een span uitmaken als de beide paar den; de annonces in de dagbladen bevatten altijd «ene opgaaf van hunne lengte5 voet 9% duim of 5 voet 11 duim, enz. Welgevulde kuiten, nette voeten, een deftig voorkomen komen evenzeer in aanmerking en gelden twintig pond sterling'sjaars extra. Hunne tafel is bijna even goed als die hunner meesters wijn, bier, uitspanningen hebben zij in overvloed. Hun uiterlijk moet de rijkdom en de waardigheid van het huis ophouden; zij weten het en zijn daar trotsch op. Hunne domme verwaandheid is spreekwoordelijk. Thackeray heeft er de stof uit geput tot een geheele roman. De Punch maakt haar tot katikatuureen knecht zegt zijnen heer den dienst op, omdat hij hem op de imperiale van eenen omnibus heeft gezieneen ander om dat zijne liverei niet met zijne gelaatskleur over eenstemt. De lakkei achter het rijtuig is zoo mooi als een groote pop; de straatjongens knijpen hem in de kuiten om te weten of hij leeft of opgezet is.' Hetzelfde athletische en gevleeschte trëft men bij sommige gentlemenvier óf vijf ken ik zeer van nabij. Iemand die door de courant tot een huwelijk wenschte te geraken, annonceerde aldus een landedelman van den eersten rang, wiens vaderlijk èrfdeel 25,000 pond st. waarde heeft. Hoog blond. Lengte: zes voet twee duim. Ge wicht 16 stones (102 kilogram), bijzonder goed geproportioneerd, van een sterk lichaamsgestel. Soms ontaardt de al te groote voeding in vet mesting. Zoo zat ik op den Derby-dag in den waggon tegenover een blazeud gentleman, met een breed, rood gezicht, slappe, neerhangende wangen, groote roode knevels, blauwe oogen zon der uitdrukking, een ontzettend zwaftT bovenlijf, in een kort licht jasje. Handen, hal6, slapen wa ren vuurrood, Zelfs door het haar heen zag nien het hoofd zoo gekleurd. Wanneer hij de wenk brauwen fronsde meende ik de onrustige en doffe geiaatstrekkeó voor mij te hebben van een por tret van Hendrik VIII. Voor zoo'n klomp vleesch gezeten komt ons een vette os in de gedachteen maken wij bij ons zeiven de berekening: hij weegt zeker wel honderd en twintig' kilogram. Tegen den leeftijd van vijftig jaar zal de Over voeding en het gebruik van portwijn tot misvor ming aanleiding geven, de tanden komen meet vooruit, het gelaat wordt rimpelig, het geheel eene afschuwelijk, droevige karikatuur. Zoo was er bij de revue der vrijwilligers nabij Hyde-Park een dikke generaal met een voorkomen als een bulhoód en een gelaat rood als purper met paarse uitwassen bezet. Daar, waar bij den minderen stand slechte braudewijn den porto vervangt, on der anderen bij de bewoners van de straten, die op de Teems uitkomen, gaat het scharlaken der opge blazen aangezichten bijna tot zwart over, de oogen zijn dof en rood, de verdierlijking is volkomen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1