N°. 3653. A®. 1872. SCHETSEN UIT ENGELAND. Zaterdag 6 Januari. STADS-BERICHTEN. EUROPA Feuilleton van het „Leidsch Dagblad". LEIIISffl BAGBLA PRIJB DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden3.00. Franco per post3.85 Afzonderlijke Nonunors0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS DER ADVERTKNTIEN. Voor iederen regelJ 0.15. Grootere lettert naar do plaatsruimte die zij beslaan. r BURGEMEESTER en WETHOUDERS van LEIDEN doen te weten, dat ingevolge art. 2 der Verordening, regelende de invordering der plaatselijke belasting op de honden, ieder eigenaar of bezitter van een of meor honden, die aan de belasting onder hevig zijn, verpligt is daarvan jaarlijks vóór den 31sten Januarij bij den Gemeente-ontvanger aangifte te doen door inlevering van een behoorlijk ingevuld en door den aangever onderteekend billet; dat be doelde invullingsbilletten voor het dienstjaar 1872 van beden af- kosteloos ten kantore van den ontvan ter verkrijgbaar zijn. Burgemeester en Wethouders voornoemd, v. d. BRANDELER, Burgemeester, v. PUTTKAMMER, Secretaris. Leiden, 18 December 1871. aan liet eind des jaars 1871. IV. Voor Oostenrijk is 1871 geweest gelijk ieder jaar sedert de vestiging der zelfstandigheid van Hongarije, namelijk een jaar van inwendigen twist en verdeeldheid. Het zijn dezen keer de Czechen geweest, die den grooten slag van 1867 hebben willen slaan. De Polen waren in het begin des jaars voorloopig tevreden gesteld met de benoeming van een afzonderlijk minister voor huune belangen, den heer Grocholski, en eene uitbreiding der bevoegdheid van hunnen landdag. Doch de strijd met de Czechen was dezen keer ernstiger. Hohenwart heeft eerlijk en met zijne gewone koele standvastigheid beproefd, de quaestie der nationaliteiten op te lossen in den zin, dien hij voor den besten hield, namelijk dien van het foede- ralisme. Doch het is hem noch in het algemeen, noch met eenig land in het bijzonder mogen ge lukken. Zijne poging om aan de provinciën in het algemeen voorlopig meerdere zelfstandigheid te geven giDg onder in de afstemming van zijn ontwerp tot uitbreiding van de bevoegdheid der landdagen. Zijne onderhandelingen over en met de Czechen duurden langer, maar liepen eindelijk ook op niets uit. Ongeveer in het midden van Augustus had Hohenwart bet zoover gebracht, dat met de hoofden der Czechen, de heeren Rieger, Pra- zak, en graaf Clammartinitz eenige punten van overeenkomst waren vastgesteld, die de Czechen zouden kunnen bevredigen. De heeren keerden Daar huis terug en een tijd laDg bleef alles voor het publiek geheim, dat zich hiervoor schadeloos sietde door zich te verdiepen in allerlei gissingen Daar kwam plotseling het keizerlijk rescript, waarin de keizer zich bereid verklaarde, de oude Wen zei kroon op zijn hoofd te drukkeD en Bohe men als een zelfstandig land te regeeren. Den landdag werd verzocht, maar eens op te geven wat eigenlijk de wenschen van's keizers geliefde Czechen waren. Tevens werden door Hohenwart VVy hebben gisteren bij vergissing gezegd, dat het vredes congres te Genève had plaats gehad. Dit moet natuurlijk Lau- saDue zijn. NAAR HET KLANSCH VAN ;'KK. T A I E. twee ontwerpen openbaar gemaakt, éen om de verhouding tusschen de Duitsche en Czechische nationaliteiten in Boheine te regelen, éen om de kieswet voor den landdag te veranderen. Beiden waren volgens de Duitschers natuurlijk schan delijk in het voordeel der Czechen, volgens de Czechen waren zij zeer aannemelijk. De landdag dieude zijn verlangens aan den goeden keizer in, en wij kunnen ze niet beter omschrijven dan door te wijzen op de positie van Hongarije: er werd dus gevraagd zelfstandigheid, een eigen koning, een eigen ministerie een eigene vertegenwoordiging; eDkele zaken, n.l. buit. zaken, oorlog en een deel der financiën gemeenschap pelijk, andere zaken, die in éen en hetzelfde rijk eenvormig dienen geregeld te zijn, in overleg met de andere landen vast te stellen, doch voor het overige: Bohemen een afzonderlijk koninkrijk. De verontwaardiging der Duitsche partij na deze openbaring was vreeselijk. Het woord schen ding der constitutie (N. B. eene zeer gebrekkige constitutie van 4 jaren oud) weergalmde door alle Duitsche gedeelten van Oostenrijk. Een warme, edele onwaardeerbare trouw aan die grondwet doorgloeide plotseling de borst van alle Germaansche onderdanen des Oostenrijkschen keizers, gelijk zij het altijd doet, zoodra er quaestie van is, om aan eenigen stam van het groote slaven-ras de een of andere concessie te doeD. De pedanterie der Duitschers klom bij deze gelegenheid letterlijk tot waanzin. Niet dan sid derende van verontwaardiging kon men er over spreken, dat die domme Czechen zich zoudeD vermeten meer te zeggen te willen hebben dan die hoogst geleerde, fijn beschaafde Duitschers in een landdat grootendeels door Czechen bewoond werd. Kortom de geheele geschiedenis van Bohemen, zijne afzonderlijke bevolking, taal en gewoonteD, werden en worden steeds door de Duitschers eenvoudig genegeerd als er quaestie van is om aan dat land een eenigszins zelfstan dige positie te geven. En het geschreeuw der Duitschers bleef helaas niet zonder uitwerking. Ieder weet den afloop. Ter elfder ure kwamen Beust en Andrassy aan gevlogen eD ontwierpen voor deD keizer evenals Hohenwart een antwoord aan zijne beminde Czechende keizer verwierp het ontwerp van Hohenwart, die daarop zijn ontslag nam, en zond het adres vao von Beust naar Praag, dat hierop neêrkwamSlechts langs constitutioneelen weg, dat is in den rijksraad, kan eene verandering van den bestaanden toestand verkregen worden. Om die verandering toch vooral te begunstigen werd door Auersperg (den opvolger 'van Hohen wart) en Audrassy (den opvolger van Beust, die volgens den keizer niet gezond geDoeg meer was voor de betrekking van rijks-kanselier) een plan Detje gemaakt om een flinke Duitsche en centra listische meerderheid in den rijksdag te krijgen! De landdagen, waarin de foederalisten in de meerderheid waren, werden ontbonden en in Bohe men, dat er voor bedankte, afgevaardigden naar den rijksdag te zenden, heeft de keizer van zijn recht Eerste indrukken. (Vervolg.) Ik zal maar zwijgen van de enorme fortuinen der groote industrieelen en van den adel, wier voordeelen of inkomsten dikwijls 200.000 pond st. per jaar bedragen; de uitgaven zijn natuurlijk daaraan geëvenredigd. Een jong ingenieur, als jODgste zoon verplicht zijn fortuin te maken, zeide mij eens: «Met 8000 pd. st. 'sjaars is men niet rijk in Engeland, dan is men slechts zeer con[ortable." Een ander, die den zomer buiten doorbrengt, voegt er bij: „Zie maar eens onze pachterswoningen van binnen, gij zult versteld lijn over dien rijkdom; de boerendochtersleeren gebruikt gemaakt om directe verkiezingen uit te schrijven. Daardoor beschikt nu inderdaad de regeering over eene meerderheid in den rijks dag laat nu de Czechen maar gaan probeeren, langs constitutioneelen wegzelfstandigheid te krij genHet zal hun wel lukken, want zij hebben daarvoor slechts twee derden der stemmen noudigI De Polen, die nn afgevaardigden hebben ge zonden, en bij de laatste ministerie-vergadering hunnen afzonderlijken minister kn'ijt geraakt zijn, zullen in dezen rijksdag dan nu eens beproeven, langs constitutioneelen weg concessies te krijgen. Wij twijfelen er niet aan, of'over eenige maan den zijn hunne afgevaardigden, met de oude Lem- bergsche resolutie in hun zak, in volle woede naar huis teruggekeerd. Evenmin gelooven wij ons op een gevaarlijk pad te begeveD, wanneer wij de conjectuur maken, dat vóór het einde vaü 1872 weder een foederalistisch ministerie met de taak zal belast worden om de ontevredene nationaliteiten tot bedaren te brengen. Zoo gaat het nu sinds 4 jaren steeds door: Een foederalis tisch ministerie; opwakkerende hoop der slaven- volken, de beker tot huDne lippen naderende; oorverdoovend gegil en geschreeuw der Duit schers; een slag van's keizers handde beker aan duizend stukken; verandering voorgespiegeld langs constitutioneelen weg; een centralistisch ministe rie, een centralistische rijksdags-meerderheid; niets toegeven, de requestreerenden uitlachen, de maat van overmoed en eigenwaan doen overloopen, en eindelijkalles weer van voren af aaneen foederalistisch ministerie, opwakkerende hoop, beker aan de lippen enz. enz. enz. Het is te bejammeren, dat de nationaliteiten die zelfstandigheid vragen grootendeels onder den invloed der clericalen staao en door dezen ge steund worden. Dat doet hun groot nadeel; dat doet velen hunne partij vereenzelvigen met be krompenheid en réactie. En inderdaad is (le clericale gezindheid der Tyrolers, der Czechen, der Polen, enz. eene schaduwzijde voor de toeken ning van meerdere zelfstandigheid. Doch dat neemt niet weg, dat het maar niet zoo voort kan gaan, allerlei vreemde nationaliteiten uit een Duitsche stad als centrum, met eene Duitsche regeering, Duitsche ambtenaren, in de Duitsche taal te be sturen hunne wenschen afhankelijk te maken van een rijdsdag, waarin steeds de Duitschers, steunende op de verdeeldheid en het wegblijven der overigen (waarvan zij zelf de oorzaak zijn) hun zin weten door tedrijveo; hunne landdagen eindelijk te ontbiuden indien zij anti-Duitsch en anti-ceutralistisch zijn, en in het algemeen van iedereh beduidenden invloed te berooven. Iodien op een of andere manier de clericale partij kon geïsoleerd worden, namelijk haar belaDg afge scheiden van dat der centralistische Duitschers, zoowel als van dat der foederalistische nationa liteiten, dan eerst zou, dunkt ons, een betere tóëkoinst voor Oostenrijk kunnen aanbreken Maar om de clericalen van ons af te slaan, wan neer zij ons eemnaal aan het lijf hangen, daar behoort helaas nog steeds een bovenmenschelijke kracht of behendigheid toe. In Hongarije is graaf Lonyay Andrassy als hoofd van het kabinet opgevolgd. Daardoor heb ben in den laatsten tijd eenige kleine schermut selingen plaats gehad tusscben de Deak-partij (de partij aan welke Hongarije zijne zelfstandig heid heeft te danken) en de regeering. De reden hiervan is echter meer dat de partij persoonlijk meer met Andrassy sympathiseerde dan met Lonyay, daar hunne beginselen vrij wel over eenkomen. Deak heeft met de regeering ijverig medege werkt tot twee hervormingen, namelijk die van het justitie- en van het gemeentewezen. Wat de eerste betreft moest hetzelfde gebrek verholpen worden, als waaraan men tegenwoordig in ODze Oost-Indische bezittingen bezig is, namelijk de vereeniging der rechterlijke en administratieve macht. In dien zin is nu wel een nieuwe rech terlijke organisatie ingevoerd, maar de grondlaag, de wet zelf, deugt in Hongarije Diet. Het is eene verzameling van verouderde en half ver nieuwde verordeningen, die met de eischen van den tegeDwoordigen tijd niet overeenkomen. Ook de gemeente-reorganisatie heeft weinig te beteekenen. Men heeft onder anderen de bepa lingen laten blijven bestaan, dat de helft van iederen gemeenteraad wordt samengesteld door de hoogst aangeslagenen, terwijl de andere helft gekozen wordt. Hongarije heeft bij deze veran deringen voor de eischen van den nieuweren tijd dus weinig gewonnen. Het onderwijs in Hongarije vereischt insgelijks dringend verbetering. Het aantal der kinderen, die geen scholen bezoekeD, is in dat laüd énorm. Bovendien zijn de scholen zoowel geestelijk als materieel in een treurigeD toestand. De mi nister van onderwijs heeft beloofd, zich tot eene verbetering van dien grondslag der staatswelvaart aan bet werk te zetten. De oppositie der Croaten, die in Hongarije on geveer dezelfde rol vervullen als de Czechen en Polen in Oostenrijk, namelijk naar zelfstandig heid streven, duurt steeds voort. De meerderheid der vertegenwoordiging te Pesth en de regeering zijn echter zeer weinig gezind, aan hunne eischen toe te geven. Rumcnlc heeft dit jaar veel van zich doen spreken door de bekende spoorwegzaak. Men weet, hoe de regeering weigerde de gegua- randeerde interessen te betalen, op grond dat Strousberg c. s. de spoorwegen slecht en slechts gedeeltelijk hadden gelegd; hoe de vele Duitsche aandeelhouders diplomatische tusschenkomst van Bismarck verlangden welke deze wijselijk geweigerd heeft: hoe de obli gatiehouders zich toen tot eene compagnie met aandeelen hebben gevormd, en een afge vaardigde, den heer Fromm, naar Bucharest ge zonden hoe de Porte, niet onduidelijk heeft te kennen gegeven, dat zij zou intervenieeren indien de quaestie nu niet spoedig tot een goed einde werd gebracht. Fransch en pianospelen eu schikken zich prachtig op." Veel verdienen en veel verteren is daar de regel. De Engelschman spaart niet, denkt niet aan de toekomst, 't is al inooi als hij assureert' juist het omgekeerde van den soberen, spaarza- men Franschman. Van waar komt al dat geld en hoe wordt het verspreid? Daarover zal ik de statistieken eens raadplegen. Laat ons inmiddels eeu van dëgroote reservoirs gaan bezoeken, waaruit het goud over alle standen en het geheele land stroomt: de Londenscbe dokken. Eerst de tunnel, honderd treden af. Zijn wij beneden dan schijnt haar iDgang zoo hoog als ons Pantheon. Zij is vijfhonderd schreden laDg; maar, welk een reuzenwerk ook, teveos eene nultelooze dwaasheid. Men vindt er kleine speel goedwinkels en hoort er eene erbarmelijke muziek, het gas werpt zijn flikkerend schijnsel op de lekkende muren't is er akelig. 'Ik vind dat Londen het oude Rome gelijkt, Parijs het oude Athene. Hoe zwaar moet dat moderne Rome evenals het oude, drukken op de arbeidende klasse 1 Al die groote bouwwerken, Babyion, Egypte, het Rome der keizers, wijzen op eene opeenhooping van krachten, eene buitensporig gevorderde vermoeienis. Elke groote hoofd- of fabrieksstad doet mij denken aan de natiëD om de Middellandscbe Zee, die verdwenen zijn ouder de drukking van de Romeinsche machine. De natiën werden als slaven gebruikt, maar al is die slavernij voor de wet afgeschaft, feitelijk is de rnensch, vooral de arbeider, een slaaf door den dwang van zijnen stand. De dokken, zes in getal, zijn ontzaglijk groot. Ieder voor zich is een groote haven met eene gausche bevolking van driemasters. Schepen en altijd weer schepen liggen daar en laten er hun koperen harnas bewonderen. Een hunner komt van Australië en meet 2500 tonnen, er zijn er bij van 3000 en meer, uit alle werelddeelenhier is het rendez-vóus van den aardbol. De meeste zijn prach tig met hunne groote kielen: het zijn leviathans, maar rank en sierlijk als zwanen. Een hande laar, die hier het toezicht houdt op de aanko mende ladingen specerijen en op het overladen van ijs uit Noorwegen, zegt mij, dat ongeveer 40,000 schepen jaarlijks binnenkomen en er ge middeld 5 6000 tegelijk in de dokken en op de rivier zijn. Het entrepot van den wijn. Er zijn 30,000 va ten portwijn in de kelders. Eene kraan lost ze. Het is of ze zich zelf bewegen. Op eene kleine slee met wielen glijden zij bijna zonder krachts aanwending naar de bestemde plaats. De ma chines werken zoo goed, dat het levende hulp. middelen, vrijwillige slaven gchijuen. Eeu bas cule weegt 100 vaten tegelijk af, eeu enkel man aan eene dommekracht is daartoe voldoende. Het entrepot der specerijen, dat van wol en leder, dat van olie eu traan. Overal zijn ko lossale kelders en magazijnen. Die zwerm van ineuschpn in de schaduw onder die gewelven, dat trillemle zwart, die geheimzinnige diepte in die overvolle luchtgaten, in die eiudelooze ver gaderplaatsen is eene schilderij voor eenen Rem brandt. Zij rollen de fusten zonder verwar ring, met kalmte. Kominiezen hoort men de nom- mers afroepen. Midden in den kelder zit de/oreman op te schrijven aan eene kleine tafel of houdt het oog op de werklieden. De eigenaars, met een hoogen hoed op, loopen heen en weer eu sur- veilleeren, zonder een woord te spreken. In den omtrek hoort men het gekraak der kaapstanders en de matrozen die bezig zijn de schepen schoon te schrappen. Het is een lust ben in hun werk- pakje le zien met dat ernstige, van pjhlegma eD doorgestane vermoeienissen getuigende gelaat. Zij zijn in hunnen werkkring, in hun elemeht en daD vertoont zich ieder levend wezen, rnensch of dier, op zijn schoonst. Wordt vervolgd.)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1872 | | pagina 1