de Nationale Vergadering gehouden zitting heeft
de heer Brunet de regeering geïnterpelleerd over
bet niet-bijwonen der zittingen door de prinsen
van Orleans. De minister van binnenlandsehe
isken, namens den heer Thiers antwoordende,
beeft gezegd, dat de President der republiek het
niet mogelijk heeft geacht om de prinsen van
Orleans te ontslaan van eene verbintenis, welke
lij niet alleen tegenover hem, maar ook tegen-
jter de commissie der Vergadering hebben aan-
egaan, maar dat de President der republiek, wat
jem zeiven betreft, niet op die verbintenis blijft
lanhouden. Er volgde een langdurige en zeer
geanimeerde discussie, waarvan de slotsom was,
Jat met 646 tegen 2 stemmen, de volgende orde
van den dag werd aangenomen: „De Vergade
ring, in overweging nemende dat zij geene ver
antwoordelijkheid heeft op zich te nemen, noch
raad te geven aangaande verbintenissen waar
aan zij geen deel heeft genomen, gaat over tot
de orde van den dag."
Londen, 19 December. Bij besluit van den
Privy Council wordt de lossing verboden van vee
uit België en Frankrijk komende, en gelast dat
schapen en geiten tien dagen na de lossing moe
ten geslacht worden. Dit besluit is niet van toe
passing op varkens.
De dagbladen melden, dat de heer Denison,
sedert 1857 president van het Huis der Gemeenten
om redenen van gezondheid, onmiddellijk na de
heropening van het Parlement, zijn ontslag zal
nemen.
De Koningin zal heden van Sandringham naar
Windsor terugkeeren.
Parijs, 19 December. De te Versailles geves
tigde corespondent van het Journal dei Débals zegt,
met betrekking tot de stemming in de Nationale
Vergadering van gisteren (zie boven), dat de
meerderheid zich niet tegen de prinsen van Or
leans, maar zich zelve onbevoegd heeft verklaard
om aan het debat over dit onderwerp deel te
nemen. De Siècle daarentegen is van meening,
dat de dag niet ongunstig is geweest voor de re
publiek en dat de beslissing der Nationale Ver
gadering eene nederlaag is voor de prinsen.
Rechtszaken.
In de zitting der corréctioneele rechtbank
alhier van 19 December 1871, zijn veroordeeld
C. J. v. d. V., te Alfen, wegens niet aangeven
en afzonderen van ziek vee vrijgesproken. F.
B. J. M. en O. A. R. M., beiden te Leiden, de
eerste wegens diefstal en de tweede wegens
medeplichtigheid daaraan, ieder tot eene gev.
vat\ 7 d. J. de la R. te Leiden, wcgone ge
welddadigheid jegens een bedienend beambte,
tot eene cell. gev. van 15 dagen.
STATEN-GENERAAL.
EERSTE KAMER.
Aan het Voorloopig Verslag der Commissie van
Rapporteurs omtrent de algemeene beschouwingen
over de Staatsbegrooting voor net dienstjaar 1872
is ontleend.
1. Vrij algemeen werden in alle afdeelingen
der Kamer bedenkingen medegedeeld omtrent
de houdiug der Regeeriug met betrekking tot het
leeds bij den aanvang door haar op den voor
grond gestelde belang van 's lands verdediging.
Vele leden waren van oordeel-dat wanneer een
nieuw Ministerie optreedt, zijne leden bezwaar
lijk geacht kunnen worden omtrent alle punten
te zullen overeenstemmen, maar dan toch kou
verwachten dat, waar het punten van wezenlijk
belang, zoo als dat der defensie geldt, met wier
regeling men zich in de eerste plaats dacht bezig
te houden, alsdan op eeue behoorlijke samen-
stemming van het geheele Kabinet had kunnen
wordeu gerekend. De ondervinding heeft intus-
schen het tegendeel doen biijkeu eu het gevolg
daarvan is dat wij nu op het stuk der verbetering
van 's lands verdediging even ver gevorderd zijn,
als bij het optreden van dit Kabinet, zoodat in
dit opzicht nu nog niets is gedaan. Wij staan
nog altijd even ongewapend als vroeger tegenover
Mogendheden, die geheel tot den oorlog toegerust
zijn. Sommige leden betreurden dit te meer,
omdat zij met genoegen het hoofd van het Minis
terie iiadüeu zien optreden om een einde te
maken aan de zoo lang bestaande ministerieele
crisis. Het groot verschil van gevoelen dat in
den boezem van het Ministerie bestond omtrent
het belangrijk vraagstuk der legerorganisatie,
had dan ook verscheidene leden te leur gesteld,
bij anderen bepaalde afkeuring gewekt, aau
velen leedwezen veroorzaakt. Het bestaande ge
brek aan homogeniteit kwam aan velen vreemd
en raadselachtig voor. Het was toch bijna niet
denkbaar dat de Minister van Oorlog aan het
Kabinet deel genomen had zonder dat omtrent
zijn gevoelen over de legerorganisatie vooraf
eenig onderzoek had plaats gehad, tenzij dan
dat er bij samenstelling van het Ministerie met
onbegrijpelijke lichtvaardigheid te werk gegaan
is. Daarbij had het al den schijn, alsof die Mi
nister aangaande dit puut in het begin nog ge
twijfeld heeft. Dat hij het bepaald medeüeelen
van zijn gevoelen zoolang heeft aaugenouden,
vond bij sommigen afkeuring. Anderen verklaar
den dat de handelwijs der Regeeriug op dit stuk
hun voor de toekomst weinig vertiouweu inboe
zemde enkelen waren uit dieu hoofde zelfs
weinig genegen hunne toestemming aan de on-
derwerpelijke begroolingswetten te geven. Ande
reu zeiden dat het moeielijk is de juiste grens
te bepalen, biuneu welke een Ministerie homo
geen moet en kan zijn. Zij vonden in dat opzicht
voor het tegenwoordig Kabinet eenige veront
schuldiging m de omstandigheid, dat de eerst-
benoemde Minister vau Oorlog door ziekte werd
genoodzaakt al te treden, en men toen met
eenigen spoed een ander heelt moeten zoeken,
die, zooals later is gebleken, zijn gevoelen betrel-
leude de regeling oer legenunchting eerst be
paald heeft kenbaar gemaakt toen de beraadsla-
;ingen over de oorlogsbegrooting bij de andere
tamer aan de orde waren. Ook deze leden ga
ven leédwezen te kennen dat toen althans niet
gebleken is dat er overeenstemming van de Re
geering omtrent deze belangrijke aangelegenheid
bestond.
2. De tegenwoordige finantiëele toestand des
Rijks scheen aan verschillende leden vatbaar te
zijn voor eene gunstige beschouwing. De middelen
die tot dekking der uitgaven moeten dienen zijn
behoorlijk aangewezen; het aanvankelijk ge
raamd tekort op de Staatsbegrooting is verdwe
nen. De noodzakelijkheid van het heffen eener
belasting op de inkomsten is vervallen; de weg, die
tot herziening van het belastingstelsel leidt,
gemakkelijker gemaakt. Het gevaar dat scheen
te dreigen is geweken. In éene afdeeling werd
het voordragen eener amortisatie van schuld vooral
op dien grond toegejuicht dat het beginsel om de
overschotten van vroegere Indische diensten alle
voor de behoeften van Indië te willen bestemmen,
door die voordracht zelve als een dwaalbegrip
wordt gekenschetst. Daartegeuover moest volgens
hen het beginsel gehandhaafd blijven dat de baten
in de schatkist aanwezig ten behoeve èn van
Nederland èu van Indië kunnen en moeten wor
den besteed.
3. Omtrent het nut eener amortisatie van schuld
waren de gevoelens nog al verdeeld. Velen zijn
door de daartoe leidende voordracht verrast ge
worden. Sommigen beschouwden die amortisatie
als eene tijdelijke geldbelegging. Zij dacbteu dat
men desniettemin, tot voltooiing van het spoor
wegnet en tot verbetering van 's lands weerbaar
heid, wel genoodzaakt zijn zal leeningen aan te
gaan, welke dan wegens de verhooging van de
beursprijzen, die het gevolg eener amortisatie
van schuld zou zijn, minder voordeelig te plaatsen
waren. Met het oog op de aanzienlijke sommen,
voor de beide genoemde onderwerpen benoodigd,
werd eene amortisatie van schuld door sommigen
minder wenschelijk geacht. Door anderen werd
evenwel de noodzakelijkheid van de voorgespie
gelde leeningen bestreden. Op Java kan voor
spoorwegen jaarlijks bezwaarlijk meer dan
twee drie millioen gulden worden verwerkt
en die zullen op de Indische begrootingeu zon
der groot bezwaar kunnen wordeu gebracht. En
wat de aanzienlijke sommen betreft, welke voor
de defensie wordeu geraamd, het is nog geheel
onzeker of die ooit zullen worden toegestaan.
Audere leden deelden de aanmerking mede dat
er weinig bekendheid met den waren stand van
zaken in het financieel beheer aanwezig schijnt
te zijn. Eerst wordt een tekort voorgespiegeld,
dat men door een belasting op de inkomsten wil
dekken; eene vlottende schuld, die der schatkist
biljetten, moet daartoe ook al medewerken.
Ten slotte komt de Regeeriug met eene voor
dracht tot amortisatie van schuld voor den dag
die met een tekort Op de begrooting bezwaarlijk
is te rijmen. Van waar dit verschijnsel? Is het
te wijten aan den achterstand van het financieel
beheer in Indië, ot is het ook een gevolg van
den achterstand hier te lande? De laatste afge
sloten Staatsrekening loopt over het jaar 1866;
maar die rekening is, even als die van het vorige
jaar, nog niet in het bezit der leden. Men kan
alzoo over den waren stand der financiën niet
oordeelen. De laatste afgesloten rekening, die in
hei bezit der leden is; loopt over het jaar 1864.
Het zoo verwijderd tijdstip, waartoe dierekeuiu-
gen betrekking hebben, ontneemt alle waarde
aau het drukken eu ronddeelen dier stukken.
Gaarne zouden de hier bedoelde leden daarin
eenige verandering gebracht zien, door vroeger
in 't bezit van deze gedrukte rekeningen te ge
raken. Hierbij werd nog door andere leden op
gemerkt, dat men reeds op 1 Jannari 1870 de reke
ning vau het financieel beheer in Indië over 1867 had
moeten outvangen; dat is niet geschied,hetgeen wan
orde veroorzaakt; de Regeering erkent dit wel, en
bij haar bestaat de ernstige wil om die wau-
orde te keer te gaandoch ook deze leemte
draagt bij tot de onzekerheid, die met betrek
king tot,den financieëlen toestand moet blijven
bestaan.
Nog werd in verband met de voorgedragen amor
tisatie van schuld door eenige leden verwondering
over het finaucieël beleid der Regeering aan den
dag gelegd. Tot dusver ziju verscheidene groote
werken van algemeen belang door de Regeering
terzijde gesteld omdat er geene middelen voor
aanwezig waren, en nu komt de Minister van
Financiën met het voorstel om tien millioen
schuld te delgen. Eenige andere leden zouden
daarentegen gaarne zien, dat de reeks der uit te
voeren groole werken als gesloten kon worden
beschouwd. Het is reeds te dikwijls geblekeu
dat de begrootiugen, door de waterstaatsbeamb-
teu opgemaakt, weinig aan de uitkomsten hebben
beantwoord, ja, dat die begrootingen zijn geble
ken verre beneden de werkelijke uitgaven te
zijn geweest. Zoo herinnerde men zich dat in
1852 door waterstaatsbeambten eene begrooting
was opgemaakt om de bevaarbare rivieren in
een benoorlijkeu staat te oreugeu, welk werk
jaarlijks f 2UU.00U zou moeten kosten; terwijl la
ter is gebleken dat die som op verre na niet
toereikende was. Men wees verder op den Rot-
terdamschen waterweg, die de begrootiug verre
overtreft, zoo die weg ooit ten bate van Rotter
dam zal komen, waaraan nog zeer valt te twij
felen. Deze leden waren over 't algemeeD van
gevoelen, dat uit de voorgedragen begrootingen
weinig blijkt van een ernstig voornemen der
Regeering om de Staatsuitgaven in ie krimpen.
Wei is het waar dat in het algeuieeu bij alle
mogelijke, zoowel bijzondere als openbare huis
houdingen, zooals van gewesten en gemeenten,
de uitgaven niet inkrimpen, maar integendeel
zich hoe langer hoe meer uitzetten; maar zij
meenden toch dat er bijv. van ambtenaren van
den waterstaat en ingenieurs een bijzonder
ruim gebruik gemaakt wordt. Üp dit oogen-
blik loch is men met slechts drie lijnen dor
Staatsspoorwegen meer bezigzijnde de ove
rige alle afgewerkt; en toch meent, men wel
te weten dat er een even groot personeel van
waterstaatsbeambten gebruikt wordt, als toen er
onderscheidene lijuen in aanmaak waren. Ook bij
het middelbaar onderwijs schijnt niet altijd de
geweusehte zuinigheid te worden betracht, zoo met
betrekking tot het getal als de bezoldigiug der lee
raren in de onderscheidene vakken.
4. Ook ten opzichte van hel belastingstelsel
werden onderscheidene gevoeleus medegedeeld.
Sommigen waren niet tegen eeue partieele her
ziening. Anderen verheugden zich dut er nu geene
sprake meer kan zijn van eene belasting op de
inkomsten, i e wensch van den Minister van Fi
nanciën om tot eene verhoogmg van de directe
belastingen over te gaan, kwam hun voor uiet
gegrond te zijn op eene juiste verhouding van
deze tot de indirecte. Immers men moet niet
vragen wat aan het Rijk uit deze bronnen toe
vloeit, maar wat de ingezetenen aau directe en
aan indirecte belastingen, hetzij aan het Rijk,
hetzij aau de provincie of aan de gemeente hebben
te betalen. Andere leden oordeelden dat, ten aan
zien van het afschaffen en invoeren van belas
tingen, bij de Regeering nog al lichtvaardigheid
schijnt te bestaan. Het wegnemen der belasting
op bet geslacht zal voordeel aan de slachterijen
eu nadeel aan de schatkist berokkenen. Tegen de
wet op het patent bestaan gegronde bezwaren
maar eene patentbelasting behoorlijk herzien en
billijk uitgevoerd, zou gewenschte uitkomsten
kunnen leveren, men zou niet behoeven te komen
tot eene inkomstenbelasting, die in het land groote
ontevredenheid zou verwekken. Daarenboven kan
het in 't algemeen als onvoorzichtig worden aan
gemerkt bestaande belastingen op te heffen, omdat
het door de ondervinding bewezen is dat bestaande
belastingen gaandeweg meer opbrengen, terwijl
de opbrengst van nieuwe belastingen onzeker is.
Roekeloos de hand te slaan aan bestaande belas
tingen schijnt niet te moeten worden aangemoe
digd; verbetering vau hetgeen men heeft schijnt
meer aauprijzenswaardig te zijn. De drang die,
met betrekking tot de afschatiing der patent
belasting, van de zijde van eenige kamers van
koophandel en fabrieken is uitgegaan, werd door
sommige leden onbehoorlijk genoemd. Zij meenden
dat, wanneer belastingen afgeschaft worden, zonder
dat eene billijke belasting daarvoor in de plaats
gesteld wordt, alsdau de druk van de bestaande
belastingen des te gevoeliger wordt. Wat de voor
gedragen belasting op de inkomsten betreft, het
was blijkbaar dat de voordracht van de geheele
Staatsbegrooting, zooals die oorspronkelijk van de
Regeering uitging, er op was aangelegd om de
noodzakelijkheid dezer belasting te doen uitkomen.
Deze grond kan nu als weggezonken worden
beschouwd.
Uit de voorloopige verslagen over Hoofdstuk III
(Builenl. Zaken) en IV (Justitie) nemen wij het
volgende over
Buitenlandsche Zaken,
Terwijl in eene afdeeling omtrent het al of niet
gepaste van de opheffing der missie te Rome
geen enkel woord werd gesproken, is die zaak in
de drie andere afdeelingen ernstig overwogen en
gaf aldaar aanleiding tot de uitdrukking van vrij
algemeen leedwezen. Slechts een lid kon zich
geheel vereenigen met de wijziging in de andere
Kamer aangenomen. In eene afdeeliug werd de
vraag geopperd wat onze diplomatie beteekent
als men de gezanten wegneemt waar souis teedere
punten te behandelen zijn. Bij de onderwerpelijke
missie scheen, al kon men den directen werkkring
van den gezant te Rome niet dadelijk aanwijzen,
toch door het geven van inlichtingen aan de Re
geering wellicht dit nut gesticht te kunnen wor
den, dat men een zeer groot getal ingezetenen
van Nederland bevredigde, zonder aan de andereu
eenig nadeel of zelfs aanstoot te veroorzaken. Een
lid meende dat het recht van amendement, aldus
toegepast, in opgewonden oogenblikken zeer ge
vaarlijke uitkomsten zou kunnen opleveren. Een
ander lid zag daarin een iu breuk gemaakt op de
rechten der Kroon, die de gezanten benoemt en
het opperbestuur heeft der buitenlandsche boird.
Kingeu. ronaeie anuere leaeu achtten den Paus
lliaus de voornaamste politieke kracht in de be
schaafde wereld te zijn en oordeelden het
onstaatkundig zoodanige macht niet te erken
nen en daaraan de eer te geven, welke haar
toekomt. Sommige leden kwamen op tegen de
vergelijking die men tusscheu den Paus en som
mige andere, van hun gezag beroofde Souverei-
nen heeft gemaakt. Die vergelijking gaat volgens
hen niet op. Italië zelf heeft de Pauselijke Sou-
vereiniteit erkend: het is daarom van de zijde
van Nederland onwelvoeglijk dit niet langer te
willen doen door het accrediteeren van een diplo
matiek agent. Door verschillende leden werd
vooral ook de ontijdigheid der terugroeping van
deu gezant ie Rome betoogd. Deze missie heelt
sedert 1815 bestaanzij bad althans voor 1872
nog bestendigd kunnen worden geen enkel Staats
belang zou daardoor zijn verkort geweest; men
was het alleen uit welwillendheid aan talrijke
mede-ingezetenen, die er groote waarde aan hech
ten, verschuldigd. Geen ander Gouvernement
heeft tot nog toe, zoover bekend is, deze missie
teruggenomen. Onbegrijpelijk is het dat Neder
land voor zoodauigen maatregel den eersten stap
doen en daarmede een geïsoleerd standpunt in
nemen moet. Door sommigen werd aan het be
leid van den Minister van Buitenlandsche ZakeD
groote lof toegebracht eu de wijze geprezen,
waarop hij deze missie verdedigd heeft. Zij vonden
het vreemd dat deze Minister genoodzaakt was
geweest geheel alleeu een zoo teeder onderwerp
te moeten behandelen, waardoor dau ook te dier
zake niets gebleken was van het gevoelen der
overige ledeu van het Kabinet. Enkele leden
helden er toe over ueze begrootiug om de aan
gevoerde redeuen al' te stemmen en toen door
audere leden daarbij opgemerkt werd, dat dit
het vuur der hartstochten wellicht nog meer zou
aaublazen, werd gezegd, dat daaruit eer bevre
diging kou voortvloeien; want dat, indien deze
begrooting na hare afstemming andermaal bij
deze Kamer moest worden ingediend, zij dan iu
't belang van den vrede inschikkelijkheid zou
kuuuen betoonen. Andere leden, die de zaak als
een betreurenswaardig feit, dat voldongen was,
beschouwden, zagen geene vrijheid daarom de
begrooting at te keuren. Zij meenden dat eene
verwerping iu plaats van aan hen die zich door
deu maatregel gegriefd gevoelen, voldoeuing te
geven, veeleer leiden zou tot verwarring en tot
het doen ontstaan van twist.
Justitie.
Iu eeue afdeeling heeft men met genoegen
vernomen dat eene weisvoordracht op de rech
terlijke organisatie is ingediend. Wat er ook to
zeggen moge zijn- voor het stelsel om eerst bij de
Wetboeken de bevoegdneid van den rechter te
bepalen, vóór dat tot someustelliug der rechter
lijre collegiën wordt overgegaan, is het gevaar
onvermijdelijk dat er te veel ie gelijk wordt on
dernomen en bestaat de vrees, dat de goede uit
slag daardoor belemmerd zoude wordendaarom
acht men het beter, dat de rechterlijke orga
nisatie voor dit alles als uitgangspunt genomen
en daarmede dus een aanvang gemaakt worde.
Iu diezelfde afdeeling waren ook met genoegeu
van de werkzaamheid des Ministers tastbare
bewijzen gezien in de reeds aangeboden wets
ontwerpen, en was met met minder genoegen
de toezegging vernomen van velerlei andere, die
weldra de Vertegenwoordiging zullen bereiken,
als daar zijn de wetten op het notariaat, he
hypotheekstelsel, de eigendomsoverdracht van
onroerend goed, de naamlooze vennootschappen,
het tarief der gerechtskosten, de makelaardij. Aan
de regeling van vele dezer onderwerpen bestaat
dringende behoefte.
Laatste berichten.
De Minister van Financiën heeft reeds geant
woord op het Voorloopig Verslag der Tweede
Kamer nopens het wetsontwerp tot inkoop en
amortisatie van rentegevende Nationale Schuld.
Wij stippen uit dit hedenavond ontvangen stuk
aan dat de Minister te kennen geeft, dat de
voorgestelde maatregel van blijvenden aard is,
daar zij werkelijk amortisatie beoogt, doch dat
het vau zelf spreekt dat de amortisatie niet tegen
latere nieuwe uitgifte van schuld waarborgt. Dat
daartoe evenwel spoedig zou moeten wordeu
overgegaan, dit komt der Regeering, onder de
bestaande omstandigheden, ondenkbaar voor.
(Per telegraaf.) 's-Graven'ilaqe, 19 December. In
de zitting van de Eerste Kamer van heden zijn
verschillende ontwerpen van wet van de Tweede
Kamer ontvangen. Onderscheidene van onderge
schikt belang zijn aan de orde gesteld tegen
Donderdag aanstaande. Tot rapporteurs over de
drieontwerpen uitmakendede tractateu metGroot-
Brittannië zijn door de afdeelingen benoemd de
heeren Smit, Joost v. Vollenhoven, Uartsen en
van Eysinga.
In de zitting van de Tweede Kamer van
heden is de discussie over het wetsontwerp tot
afkoopbaarstelling der tienden voortgezet. Na
eene nadere verdediging door den minister van
Justitie van de algemeene strekking van het
wetsootwerp, is artikel één behelzende het hoofd
beginsel der wet, met 02 tegen 2 stemmen aan
genomen. De Kamer is gevorderd tot artikel 4,
over de procedure, waarop velerlei amendemen
ten zijn voorgesteld. Morgen voortzetting. Voorts
is besloten de amortisatiewet af te doeu na het
ontwerp op de tienden.
■s-Gravenhaqe, 19 December. Bij Kon. besluit
dd. 16 Dec. jl. is de entreposeur te Amsterdam
outheven van het beheer van al de entrepots
gevestigd buiten het entrepotdok; bepaald, dat
het beneer voor de entrepots gevestigd iu het
entrepot dok, op den bestaanden voet zal blijven:
en het beheer der entrepot, gevestigd buiten het
entrepot-dok opgedragen: voor zooveel betreft de
accijnsgoederen, behalve de suiker aan den ont
vanger der accijnsen te Amsterdam, voor zoo
veel betreft de suiker- en de accijnsvrije
goederen, aan den ontvanger der in-en uitgaande
rechten en van den accijns op de suiker te
Amsterdam; een en ander met ingang van 1
Januari 1872.
In een huis in de Jacobcatsstraat alhier is
in den afgeloopen nacht een diefstal met inbraak
gepleegd, waarbij eene som van ongeveer ƒ900
is ontvreemd. De politie doet onderzoek.
Aau het Departement van Mariue is heden
aanbesteedde levering van ijzer, ten behoeve
dér directie der marine te Amsterdam. Minste
inschrijvers waren de heereti Hotz en Co. alhier,
voor f 495,843.66.
De geneeskundige Raad van Zuid-Holland
zal Vrijdag 22 dezer, te halftwaalf, eene verga
dering houden aan het Departement vau Binnen
landsehe Zaken.
Zondag 1.1. is er ten huize van den Minister
van Binnenlandsehe Zaken, den heer Thorbecke,
die nog ongesteld is, Ministerraad gehouden.
277ste STAATS-LOTEll IJ.
derde klasse. tweede lijst.
Trekking ran Dinsdag l!l December.
N°. 16419 f 2000. N°. 15414 f 1500. N°. 18040
f 1000. N°. 4706 f 400. N°. 14533 f 200. N°. 7650,
9980, 11800, 12061, 12830, 19527 f 100.
I" rfjzen ran f 15.
38
2868
4882
7910
10081
12206
15356
17849
88
2895
4909
8063
10140
12287
15511
17868
128
2919
4975
8069
10161
12308
15533
17874
143
2963
5000
8085
10187
12373
15696
17876
235
2992
5081
8087
10227
12409
15843
17891
279
3082
5143
8103
10234
12497
15847
17941
326
3087
5199
8151
10278
12527
15856
17997
399
3104
5290
8187
10292
12528
15930
18005
466
3142
5358
8215
103U0
12564
15933
18008
479
3175
5417
8279
10329
12684
15990
18012
486
3185
5424
8297
10330
12725
15999
18041
526
3191
5514
8312
10412
12759
16014
18055
539
3200
5566
8330
10422
12779
16045
18089
615
3216
5606
8333
10506
12847
16092
18179
663
3254
5636
8335
10621
12894
16188
18195
675
3260
5639
8343
10719
12899
16191
48208
701
3267
5756
8423
10798
12971
16195
18283
703
3279
5787
8425
10855
12981
16200
18291
799
3311
5843
8431
10883
13006
16315
18360
830
3462
5871
8436
10952
13086
'16359
18449
845
3469
5943
8448
11009
13087
16443
18470
856
3504
6027
8458
11014
13159
16455
18481
977
3558
6028
8566
11101
13456
10474
18495
1082
3559
0042
8685
11105
13477
16555
18508
1094
3641
6121
8723
11169
13497
16618
18511
1215
3738
6138
9053
11172
13545
16634
18598
1234
3766
6151
9057
11173
13571
16846
18673
1638
3777
6197
9059
11180
13582
16851
18706
1651
3788
6205
9060
11212
13603
16868
18727
1713
3808
6234
9088
11219
13620
17016
18786
1743
3827
6281
9101
11274
13790
17095
18834
1761
3833
6289
9127
11400
13850
17098
48865
1769
4021
6335
9142
11442
13940
17101
18969
1779
4074
6521
9168
11471
14009
17107
18971
1845
4118
6743
9169
11487
14120
17136
18985
1875
4119
6752
9193
11504
14129
17168
18992
1876
4134
6827
9236
11517
14173
17174
19001
1915
4165
6828
9275
11526
14253
17197
19039
-1920
4180
7064
9281
11530
14294
17244
19102
2053
4282
7155
9366
•11566
14311
17265
19146
2264
4312
7171
9406
11629
14376
17321
19248
2269
4358
7172
9428
11718
14457
17344
19316
2275
4361
7241
9486
11732
14476
17347
19324
2357
4382
7275
9497
11859
14480
17353
19371
2388
4413
7305
9612
11875
14502
17426
19542
2438
4468
7323
9695
11888
14509
17444
19652
2443
4470
7361
9708
11932
14590
17506
19726
19741
2475
4543
7364
9711
11937
14658
17527
2496
4557
7395
9713
11973
14673
17563
19753
2530
4563
7433
9720
12036
14681
17567
19756
2609
4594
7531
9759
12098
14689
17569
19803
2737
4639
7557
9828
12110
14802
17577
19806
2739
4674
7606
9859
12117
15007
17626
19807
2752
4679
7666
9862
12119
15094
17677
19817
2810
4732
7684
9900
12142
15187
17690
19819
2814
4794
7737
10005
12146
15234
17721
19830
2849
4799
7812
10010
12156
15252
17768
19833
2856
4852
7826
10056
12169
15283
17803
19879
lste Lijst staat N°. 6685 m. z. N°. 16685 eu N°. 9537 te, z,
N». 19537.