worden wel „naar verdiensten" beloond. Dit was hier de vraag niet omtrent de hulponderwijzers, maar of elk afzonderlijk naar zijne „bijzondere verdiensten" kan beloond wordend. i. of bij elke aanstelling of verhooging in rang ook de bezol diging kan bepaald worden. Dit geschiedt nu bij de overige gemeentebeambten niet en bet kan ook niet, evenmin als bij de hulponderwijzers. Het derde gemeen uitgaugspunt is: „onbe- kwamen zende men weg." Nu zeg ik: in de prak tijk gaat dit niet. En wat zegt nu de heer v. D. t Indien ik Diet wist hoe een staatsambtenaar ligt er toe geraakt, om al hetgeen door hem en rondom hem geschiedt voor het volmaakte te houdeD, dan zou hij mij zeer verbaasd hebben. Doch daar ik het weet, zoo verwondert het mij niets, dat hij zegt, Diet alleen dat hij zelfs zijn eigen zoon tot ontslag zou voordragen als deze „slap was in zijn onderwijs", dat, vertrouw ik, zal waar zijn, maar dat hij om die reden gedu rende achttien jaren nooit iemand tot ontslag zou hebben moeten voordragen. En dan: dat noch het Leidsche Gemeentebestuur noch de schoolop ziener een oogenblik aarzelen zouden een ODge- schikteü arbeider weg te zenden 1 Om de waarde dier beweringen te beoordeelen, zou men moeten weten hoeveel hulponderwijzers, althans 9edert 1858, om die reden te Leiden ont slagen zijn. Is hun getal nu zeer klein of nul, dan leeft men te Leiden in den derden hemel, het duizendjarig rijk, de gouden eeuw, in luilek kerland, of in een dergelijk voor gewone sterve lingen ongenaakbare streek; of de heer v. D. houdt zijne uilen voor valken. Eindelijk een woord over den onverhoedschen nekslag, dien de heer v. D. mij tracht te geven Zijne herinnering is juist; als lid der schoolcom missie heb ik nooit een voet gezet op de lessen aan de kweekeliugen gegeven. Daarentegen schijnt hij zich niet te herinneren, dat ik op de jaar- lijksche examens mij altijd zooveel mogelijk door persoonlijke ondervraging van de vorderingen der kweekelingen trachtte te vergewissen; den kelijk heb ik hem ook wel eens onder het mes gehad. Maar hetgeen hij wel niet behoeft, doch toch kon weten is, dat zoodra ik de macht had, in 1858 toen ik schoolopziener werd, mijn eerste werk i9 geweest om te trachten de fouten in die inrichting te verbeterenslechter is zij door mijne bemoeiingen zeker niet geworden. Ik heb intus- schen bij die gelegenheid genoeg ondervouden, hoe moeielijk het is van Staatswege zoo iets zelfs dragelijk), in te richten, daar het een vreeselijk werk was om al de betrokken machten tot het zelfde gevoelen te krijgen. Het had weinig ge scheeld of er was niets van verbetering gekomen, en het is geluk, geen wijsheid geweest, dat toen ten minste een enkele stap voorwaarts is gedaan. Nu zegt de heer v. D. dat onderwijs was in zijn tijd „verfoeilijk slecht." Daardoor maakt hij zich aan eenezeer onedele ondankbaarheid schul dig. Die inrichting was toen' bijna eenig in hare soort; zij was een vooruitgang; bij honderden (de lijsten bestaan nog) zijn daaruit hoofdonderwijzers van naam voortgekomen, in alle oorden van het rijk met roem bekend. Hoogst waarschijnlijk zal er wel eens een der voormalige leerlingen van den heer v. D. opstaan en zeggen, dat ook zijn onderwijs „verfoeilijk slecht" was: er zullen toch altijd menschen zijn, wier gezigteinder niet ver der reikt, dan het tegenwoordige en die het verledene niet in het licht weet te plaatsen, maar het beoordeelen naar de eischen, die zij aan het hun bekende tegenwoordige meenen te moeten stellen." De Koning-Groothertog heeft den luitenant kolonel J. J. Meder, oud-kommandant der dd. schutterij van Amersfoort, benoemd tot officier der Luxemburg9che orde van de Eikenkroon. Door den heer W. A. Scholten, industrieel te Groningen, is de som van f 1000 ter beschikking van het bestuur der aldaar gevestigde afdeeling van het Schoolverbond gesteld, ten einde de kin deren, die het meest getrouw de school bezoeken, gedurende eenigen tijd van goed voedsel te voorzien. Naar men verneemt, zal het stoomschip de Prim van Oranje, kapitein Braat, van de Stoomvaart- Maatschappij Nederland, zijne tweede reis, van Holland naar Java, door het Suez-Kauaal, medio Januari e. k. uit het Nieuwediep aanvaarden. Men schrijft ons uit Friesland, dat inbrakeD en diefstallen er aan de orde van den dag blijven. Er heerschte schier overal een verregaande on veiligheid, zoodat op vele plaatsen de ingezetenen zelveu politiedienst waarnemen. Vooral op goud en zilver hebben de dieven 't gemunt. De geDeraal-majoor M. D. graaf van Limburg Stirum, buitengewoon adjudant des Konings maakt, overeenkomstig de aankondiging in de Staatscourant van den l'Jden Augustus j 1., bekend, dat bij bem is ontvangen tot het oprichten van een monument ter eere der gesneuvelden in de Citadel van Antwerpen in December 1832: eene bijdrage van f 25 van mevrouw de douairière v. K., te 's-Gravenhage. De luitenant-ter-zee 2de klasse P. Le Comte wordt met den 16den December aanstaande ge plaatst op Zr. Ms. raderstoomschip de Walk, in stede van den luitenant-ter-zee der 2de klasse P. H. Ledeboer, wiens plaatsing op gemeld stoom schip, met den lsten dier maand, wordt inge trokken. Met ingang van den lsten December aan staande wordt een telegraafkantoor der Rotter- sche telegraafmaatschappij met doorloopenden dag dienst geopend te Heenvliet. Op het verkeer van dit kantoor met alle overige telegraafkantoren in Nederland wordt het uni formtarief van f 0.30 per enkelvoudig telegram toegepast. Te rekenen van dienzelfden dag worden in het verkeer met en over Engelsch-Indië geene tele grammen van 10 woorden tegen verminderd tarief meer toegelaten. Z. M. heeft het eereteeken, ingesteld tot beloo ning van eervollen langdurigen werkelijken dienst bij de schutterij, toegekend aan J. P. de Jon- cheere, voormalig kapitein bij de dd. schutterij te Dordrecht. Z. M. heeft aan vrouwe J. A. Mulder, geb. de Villeneuve, wonende te Utrecht, vergunning ver leend tot het aannemen en dragen van het Kruis van Verdiensten voor vrouwen en jonkvrouwen, haar door Z. M. den Duitschen Keizer, Koning van Pruisen, geschonken. Z. M. heeft aan L. J. de Jongh, medicinae doctor, wonende te 's-Gravenhage, vergunning verleend tot het aannemen en dragen der ver sierselen van kommandeur met de ster van de orde van Isabella la Catholica, hem in 1870 door den Regent van Spanje, en van die van komman- deur der orde van Christus, hem door Z. M. den Koning van Portugal geschonken. Z. M. heeft aan Mr. M. Haantjes, advoc. en dir. der Binnenl. Hypotheekbank te Rotterdam, ver gunning verleend tot het aannemen en dragen der versierselen van de otficiersorde van Santa Rosa et de la Civilisation, hem vanwege het Gouvernement van Honduras geschonken. Z. M. heeft aan J. P. Wieling, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als kapit. bij de dd. schut terij te Arnhem. En voorts bij de dd. schutterij te Arnhem benoemd tot kapit. G. J. Verburgt, thans 1ste luit. en tot lsten luit. Mr. A. J. Kronenburg, thans 2de luit. BINNENRAND. Amsterdam, 28 November. Bij arrest van heden heeft het provinciaal gerechtshof alhier Jacobus Cornelis Camphuynder uit Haarlem, schuldig verklaard aan de hem ten laste gelegde diefstal van gas in eigen woning, ten nadeele der gas fabriek aldaar. Het hof heeft de bewering des beschuldigden onaannemelijk geoordeeld, als zou hij het door hem, na de wegneming van den gasmeter en afsluiting der hoofdbuis, gebrande gas, uit een chemisch praeparaat hebben ver vaardigd, en zich iD deze vereenigd met het reeds door ons medegedeelde tegenovergestelde gevoelen van den als getuige gehoorden deskun digen professor, E. H. von Baumhauer. Het hof heeft eveneens de door den advocaat des beschul digden gevoerde verdediging verworpen, dat hier geen diefstal zou zijn, omdat de gasfabriek, bij wanbetaling het recht niet had den meter weg te nemen en de hoofdbuis af te sluiten, maar de ontbinding van het tusschen partijen gesloten contract en rechten bad moeten vrageD. Dat recht toch is juist gegrond op het bewuste contract waarbij het, iDgeval van wanbetaling van den gasverbruikenden contractant ter eeore, aan den gasleverenden contractant ter anderer zijde, uit drukkelijk is toegekend. Het hof heeft de alzoo bewezen verklaarde feiten gequalificeerd als dief stal bij nacht in een bewooud huis en den be schuldigde deswege, met toepassing van verzach tende omstandigheden, veroordeeld tot een cellu laire gevangenisstraf van 3 maanden. Amsterdam, 29 November. Gisterenavond is al hier, betrekkelijk onverwacht, overleden onze stadgenoot de heer B. J. Momma, die in onder scheidene opeubare betrekkingen, langen tijd ook als Wethouder, de gemeente uitstekende diensten bewees. De uitslag der Gemeenteraadsverkiezingen heeft eeD feit in herinnering gebracht dat in het kiesdistrict Amersfoort voor eenigen tijd nog al de aandacht heeft getrokken. Wien staat het niet levendig voor den geest dat de heer Alberdingk Thijm aldaar de stemmen van vele Hilversum mers en hun geestverwanten verwierf ten ge volge van een mot d'ordre op geheimzinnige wijze gegeven? Thans is alhier, zonder eenige open bare aankondiging, van katholieke zijde de heer Mr. E. Slaghek gesteld, die dan ook een aantal stemmen bekwam. Hij is aanbevolen in een uit sluitend aan de katholieken toegezonden brief, waarin o. a. wordt medegedeeld dat de heer Heineken indertijd aanzienlijke geldsommen heeft gegeven tot instandhouding van hetgodverlooche- nende radicale blad Het Noorden, dat mogelijk uit een besef van schuld? nu niet meer ver schijnt. AaD zulk een candidaat kon een recht zinnig Katholiek zijn stem niet geven, ergo sapienti sat. Vaderland). 's-Gravenhage, 29 November. In de heden ge houden zitting van den Raad van State, afdee- ling voor de geschillen van bestuur, zijn ingeko men twee koninkl. besluiten van 19 November jl. als: 1°. tot vernietiging van de uitspraak van Ged. Staten van Gelderland van 29 Aug. jl. waarbij beslist was dat A. Duitschhof niet als lid van den gemeenteraad kon worden toegela ten. Men zal zich herinneren dat Ged. StateD van oordeel waren, dat stembriefjes, vrouwennamen bevattende, in aanmerking hadden moeten wor den genomen, iu welk geval gemelde heer niet de volstrekte meerderheid van stemmen had ver kregen. Bij dit besluit is uitgemaakt, dat de wet geen ander dan manspersonen verkiesbaar stelt, en dat derhalve biljetten, waarop vrouwennamen voorkomen, van onwaarde moeten worden ver klaard. Dienvolgens heeft Z. M. verklaard dat A. Duitschhof alsnog als lid van den raad der gemeente Wisch behoort te worden toegelaten; en 2°. waarbij gehandhaafd wordt het besluit van Ged. Staten van Zuid-Holland van 13 Juni 1871, waarbij ongegrond verklaard wordt het beroep tegen een besluit van Ged. Staten, waarbij ver vallen is verklaard eene vroeger verleende ver gunning tot oprichting van eene perserij en glan- zerij in het perceel kadaster Sectie B, N°. 895, te Leiden. Dordrecht, 29 November. De gemeenteraad alhier heeft gisteren benoeuid aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes tot leerares in de Duit- sche taal eD letterkunde mej. C. Donkers uit Rotterdam. Het tweetal bestoud uit de benoemde en mej. M. A. A. Siehe. Tot leerares indeFraD- sche taal en letterkunde is benoemdmej. V. R. L. van Kappen uit Haarlem. Het tweetal bestond uit de benoemde en mej. C. M. Meijer. Aan Dr. B. J. C. Hazelhof Roelfsema, leeraar in de wiskunde aaD de Hoogere Burgerschool aldaar, is op zijn verzoek, tegen 1 Januari a. s. eervol ontslag als zoodanig verleend, wegens zijne benoeming tot adjunct-ijker. Doesburg, 28 November. Gisteren overleed al hier, na een veelbewogen leven van ruim 90 jaren, een oud krijgsman van den echten stempel: de gepensioneerde ritmeester G. Verinasen, ridder van het Legioen van eer, van de orde van Ver diensten van Napels enz. Geboren in 1781, opende hij zijn militaire loopbaan in 1796 in Duitschland en streed in 1799, onder Brune, tegen de Engel- schen en Russen in Noord-Holland. In 1803 tot luitenant benoemd, onderscheidde hij zich weldra in de legers van Napoleon, trok met dezen in September 1805 over den Rijn, streed den 2den December mede tegen de Russen en Oostenrijkers bij Austerlitz en hielp in 1807 de keizerlijke legers (na de slagen bij Jena en Eylau) in de verovering vanSilezië,Pommerenen West-Pruisen. Tijdens de inlijving van Holland bij het Fransche keizerrijk in 1810 tot ritmeester benoemd, vertrok hij weldra naar Spanje en Portugal, waar hij, onder Masséna, tegen Wellington streed. In 1812 trok hij met Napoleon tegen Rusland op en deelde in het lot van het groote leger. Na in Mei van het volgende jaar bij Liitzen en Bautzen twee. maal gewond te zijn geweest, streed hij in Oc tober dapper mede by Leipzig en ontving aldaar het ridderkruis van het Legioen van eer uit de handen des keizers. De slag bij Waterloo was de laatste veldslag, welke door Vermasen werd bijgewoond. Nog 13 jaren bleef hij ritmeester bij het 1de regiment dragonders en werd in Mei 1828 ge pensioneerd. Markelo, 27 November. Onze geachte burge meester, de heer W. Götte, ridder der orde van den Nederl. Leeuw en officier der orde van de Eikekroon, genoot heden het schier ongekende voorrecht van zijne zestigjarige ambtsvervulling als burgemeester, te kunnen vieren. Ofschoon de ingezetenen dezer gemeente reeds vóór tien jaren overtuigend hadden doen blijken, hoezeer zij de groote diensten op prijs stellen, door hem aan de gemeente bewezen, zagen zij toch ongaarne dezen dag ouopgemerkt voorbijgaan. De gemeenteraad, vergezeld van eene eerewacht te paard, haalde daarom den jubilaris van zijne woonplaats te Goor, terwijl eenige jongelieden, die zich tot eene eerewacht te voet hadden vereenigd, hem bij den iDgang van ons dorp verwelkomden. Een paar eerebogen en de nationale vlaggen, die zoo aan de openbare gebouwen, als aaD de huizen van particulieren wapperden, getuigden van hoe groot gewicht deze dag werd beschouwd. Onderschei dene burgemeesters van omliggende gemeenten en tal van ingezetenen kwamen den jubilaris ge- lukweuschen, terwijl de avond besloten werd met eene openbare danspartij. Moge de waardige man nog geruimen tijd de noodige gezondheid en kracht behouden, om het ambt te vervullen, zulk eene reeks vau jaren door hem met roem en eere bekleed I Groningen, 27 Novemder. In de afgeloopen week was de consumptie in de volksgaarkeuken alhier als volgt: In de zaal werden gebruikt 861, afge haald 333 portiën. Van vleesch werden 137 por- tiën verkocht, terwijl er 996 portiën karnemelk werden gebruikt, hetgeen een totaal oplevert van 2343 portiën, dat is gemiddeld bijna 335 portiën daags, Hoe meer adressen er uit deze provincie omtrent den smokkelhandel worden opgezonden zooveel te erger schijnt het daarmede te worden ten minste uit bijna alle grensgemeenten leest men dagelijks van aanhalingen en bekeuringen Het laatste voorval van dien aard in Oude Pekela had echter treurige gevolgen. Een der smokke- laars toch, heeft den rijksveldwachter P., 0el zijnen knuppel eene gapende wonde aan het hoofd toegebracht, waardoor de aangevallene ge- durende geruimen tijd bewusteloos is blijven liggen. De aanvaller eu eenige zijner gezellen zijn herkeud, eu reeds is proces-verbaal van het ge beurde opgemaakt. 's-Hertoqenbosch, 29 November. Op de voor. dracht voor eene hoofdonderwijzeres aan de meisjesschool voor middelbaar en uitgebreid lager onderwijs te 's-Hertogenbosch zijn, na vergelijkend examen, geplaatst: mejufvrouwen Honhon uit Deventer, Hilkens uit Roermond, Frackers nit Amsterdam, vau Santen uit's-Hertogenbosch, vae Nieuwkuyk uit IJselstein en Bijl uit Amsterdam. BUITEIVLAND. Frankrijk. De exécutie van Rosset, Bourgeois en Ferré, Gemeenteraads-verkiezingen. De executie van Rossel, Ferré en Bourgeois, is gisteren voltrokken op de volgende wijze: Het eerste bericht dat de maire van Versail les van het besluit der commissie van gratie ooi- ving, was dat een bode hem, terwijl hij de raads vergadering presideerde, vergunning kwam vra gen tot het delven van drie graven op het kerkhof Saint-Louis. Des nachts werd Bourgeois, die alleen was opgesloten, overgebracht naar het gebouw van jnstitie, waar Rossel en Ferré werden gevangen gehouden. „Ik weet al waar het om te doen is" sprak hij, toen men hem uit zijne gevangenis haalde, vroeg een cigaar en stapte verder al rookende zeer bedaard door. Aan Rossel werd om zes uren in den morgen zijn noodlot medegedeeld door zijn warmen ver dediger en vriend Mr. Albert Joly. Deze moest hem verscheidene keeren roepen, voordat hij hem genoeg wakker had gekregen om hem mede te deelen, dat hij weldra den eeuwigen slaap zon iogaan. Joly zelf was hevig aangedaan, doch Rossel liet zich terwijl hij de oogen naar boven sloeg, alleen de woorden ontvallen: „Puisqu'il le fautl" Ferré deed, toen men hem zijn vonnis meê- deelde een enormen sprong uit zijn bed, sprak verder niet en besteedde meer dan een half uur aan zijn toilet, terwijl slechts zijne wenkbrauwen zenuwachtig op en neder gingen. Tegen halfzeven reden de drie gevangenen, ieder onder bewaking in een afzonderlijk rijtuig weg, begeleid door een groot escorte kurassiers en dragonders. Men had voor alle zekerheid twee plaatsen vastgesteld, waar de executie kon geschiedeDds buttes Satory en het kamp van Roquencourt. I- dien dan ae groote menigte bleek, zich op wq te begeven naar de eene richting, zou men ds executie doen plaats hebben aan de andere zijde. Deze maatregel was echter geheel onnoodig ge weest. Toen men te Satory aankwam waren er slechts eenige soldaten en een zestal journalisten aanwezig. Het plateau was desnieltegenstaande afgezet door een groot aantal troepen, die door kolonel Merlin in een enorm carré waren geplaatst. Dit steunde aan de eene zijde tegen de aardeu heuveteo, aan welker voet drie staken op 20 meters afstand van elkander in den grond waren gestoken, terwijl drie groepen soldaten stonden te wachten om hunne treurige taak te vervullen. De veroordeelden werden ieder bij een der staken geplaatst. Rossel hield de executie nog eeDigen tijd op, door het doen van een paar verzoeken, onder anderen of hij zelf het vuur mocht kom mandeeren (hetgeen hem geweigerd werd); de drie kommandeerende onderofficiers gaven stil zwijgend met den sabel het teeken en de los barsting volgde. Rossel, die door 12 soldaten uit zijn vroeger regiment werd doorschoten, viel oogenblikkelijk dood neder. Bourgeois, die ook vau zijne vroegere vrienden uit het 45ste linie regiment het moordend lood ontving, moest, na de losbarsting, door een van die vrienden worden afgemaakt, daar hij met den dood lag te worste len. Ferré viel eerst bij den laatsten kogel, nadat hij eenigen tijd, als het ware in een vreeselijken strijd tegen zijn laatsten val, had staan waggelen en in het rond draaien. Rossel was een verdienstelijk, kundig en vader landslievend officier. Zonder eenige quaestie zou hij een hoogeD raDg in het leger hebben bereikt, dat hem nu als deserteur heeft uitgestooten en vermoord. En toch was die zoogenaamde desertie alleen liet gevolg van zijne vaderlandsliefde, zoo als hij ze meende te moeten opvatten. „Ik hoor," zoo schreef hij aan zijn kolonel, „dat twee par tijen elkander in mijn vaderland bestrijden ik kies diegene, die met de Pruisen geen vrede heeft gesloten." En inderdaad is uit alle getuigenissen en omstandigheden gebleken, dat woede over Frankrijks nederlaag en verbittering over den gesloten vrede de groote drijfveeren tot zijne handeling zijn geweest. De krijgsraad beschouwde zijne deelname aan de revolutie, evenals die van Bourgeois, als deser tie en veroordeelde bem daarom ter dood. Daarop valt niets af te dingen; de opvatting is even goed te begrijpen als eene andere. Maar de commissie van gratie heeft naar onze meeniDg door de be krachtiging van het vonnis eene groote schande op zich geladen en de vermoedens bewaarheid dat zij voor een gedeelte is samengesteld uit man- neD, die met een geest van wraakzucht in plaats van mededoogen voor den overwonnen vijand zijn bezield. Dat zij ten opzichte van Ferré het recht zijn loop heeft laten nemen is billijk, ia zooverre de rneDsch billijk kan handelen, wan neer hij zijn medemensch ter dood doet brengen; Ferré was een brandstichter eD een moordenaar van weerlooze manneD. Maar Rossel en Bourgeois waren niets meer dan politieke misdadigers; zij hadden in een strijd tusschen twee partijen de verkeerde zijde gekozen. De ontroering over het lot, vooral van Rossel, is dan ook in Parijs zeer groot.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2