in de gelegenheid zal worden gesteld om lang
zamerhand de belastingen, die inderdaad druk
kend zijn, weg te nemen, zooals nu dan ook reeds
met enkele zal gebeuren.
«Wel zullen wij nu eerst wat meer moeten
betalen, maar dat is ook billijk, want wij hadden
tot nog toe een privilegie. Wij betalen wel is
waar grondbelasting, maar ik geloof dat de druk
van de grondbelasting voor alle volgende jaren
geheel gedragen is door hen, die na het heffen
van de belasting het eerst den grond hebben
verkocht.
„Als ik een stuk land koop, dat jaarlijks 800
gulden aan huur opbrengt, maar 80 gulden aan
grondbelasting kost, dan reken ik dat ik een stuk
goed koop dat mij 720 opbrengt, en betaal daar
naar. De druk van de belasting komt dan ook
niet op mij. Het zou mij dan ook niet verwon-
dereu of verschillende landbouwers uit deze streek
zouden wel genegen zijn bij adres op de aanne
ming aan te dringen. Wij zijn hier niet zoo egoïs
tisch als men wel eens denkt-"
Eene commissie, benoemd door de te Dordrecht
bestaande Vereeniging tot bespreking van alge
meene belangen, heeft bij eenige boekhandelaren
aldaar ter teekening gelegd een adres aan de
Tweede Kamer, waarin op de aanneming van
het ontwerp tot invoering eener inkomstenbelas
ting wordt aangedrongen.
De Kamer van Koophandel en Fabrieken te
Goor heeft eenparig besloten in een adres aan
de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan te
dringen op aanneming van het ingediende wets
ontwerp eener algemeene inkomsten-belasting
ter vervanging van het patentrecht met gelijk
tijdige afschaffing van den accijns op het ge
slacht.
De heer Lenting heeft op het IVde Hoofdstuk
(Dep. van Justitievoorgesteld het volgende amen
dement art. 12 (Hoog Militair gerechtshof) te ver
minderen met de helft en dus te brengen op
(17,450. Art. 13 (Militaire auditeurs in de mili
taire afdeelingen) te verminderen met de helft
en dus te brengen op 6500.
In de Woensdag 11. gehouden vergadering der
Provinciale Staten van Groningen is de voor
dracht van Gedeputeerde Staten tot het verlee
nen van een subsidie van 300 uit de provin
ciale fondsen ten behoeve van herlialings eu
voortgezet onderwijs, met 22 legen 21 stemmen
verworpen.
De Vereeniging ter bevordering der muziekge
schiedenis in Nederland heeft een gouden eere
medaille toegekend aan den heer F. Gregoir, in
België, voor ziju biografischen arbeid over den
beroemden toonkunstenaar Sweelinck.
Binnen weinige dagen zal te Leeuwarden bij
den boekhandelaar H. Kuipers worden uitgegeveu
het tweede adres aan de Tweede Kamer der
Staten-Generaal van den ontslagen kapitein P.
A. Janssen. Naar wij zijn onderricht, wordt hierin
de geheele toedracht zijner zaak, ook bij den
raad van onderzoek, blootgelegd. Ubl
Eergisteren is te Almelo overleden de heer Mr.
J. 1'. H. Hulsken, sedert 1866 rechter in de ar-
rondissements-rechtbank aldaar.
De heer D. J. Nouhebel te Amsterdam, is in
het buitenland tot doctor honoris causa benoemd
„wegens zijne uitmuntende genezingen van rhu-
matiek en verstuitingen."
De heeren N. en S. te Groningen, die tegen
den heer F., leeraar aan de Rijks Hoogere Bur
gerschool te S., eene actie tot schadevergoeding
hadden ingesteld wegens beweerd plagiaat, heb
ben van hunne vordering afstand gedaan, zoodat
deze zaak niet aan 's rechters beslissing zal wor
den ouderworpen.
De commissie uit het Provinciaal Gerechtshoj
in Zuid-Holland heelt gisteren, na afgelegd exa
men, als candidaat-notarissen toegelaten, de hee
ren: J. Karseboom en D. B. van der Haer, te
's-Gravenhage, en C. VV. Margadant, te Rotterdam.
Z. M. heeft goedgekeurd de statuten der ver
eeniging tot afschaffing van woningen, bestemd om
het eigendom te worden vau den werkuiau-huur
der. Zij is gevesligd te Arnhem, draagt den naam
van: Nijverheids-stichtingwordt aangegaan voor
den tijd vaD vijfentwintig jaren en heeft ten doel
het bouwen van woningen uitsluitend bestemd
voor den werkman, die eigenaar kan worden van
het gedurende zekeren tijd door hem bewoonde
huis. De aandeelhouders vormen te zamen de
vereeniging en zijn leden daarvan. Het kapitaal
der vereeniging is bepaald op f 45,000, verdeeld
in aaudeelen van (100 en dient tot aankoop van
grond en aanbouw van woningen. Na de erken
ning der vereeniging als rechtspersoon, wordt
door de deelnemers het bedrag hunner aandeelen
in twee termijnen, een half jaar na elkander,
gestort bij den penningmeester tegen voorloopige
quitantie door dezen af te geven, zullende die
quitantiën zoo spoedig doenlijk worden inge
wisseld legen bewijzen van aandeel op naam,
geteekend door den penningmeester en een der
leden van het bestuur. De aandeelen genieten
eene jaarlijksche rente van 4% ten honderd en
zullen voorzien zijn van coupons, toereikend voor
den duur der vereeniging, betaalbaar telken jare
op den nader te bepalen vervaldag.
De generaal-majoor M. D. graaf van Limburg
Stirum, buitengewoon adjudant des Konings,
maakt, overeenkomstig de aankondiging in de
Staatscourant van den 19den Augustus jl., bekend
dat bij hem is ontvangen tot het oprichten van
een monument ter eere der gesneuvelden in de
Citadel van Antwerpen in December 1832: eeue
bijdrage van 1.98 van een oud-vrijwilliger, bri
gadier bij de lanciers in 1831, namens hem aan
geboden „op 15 November" door den oud-wacht
meester bij dat korps, den heer Burlage te Am
sterdam.
Z. M. heeft aan Dr. J. H. Stuflkeu, emeritus-
hoogleeraar in de faculteit der bespiegelende
wijsbegeerte eu letteren aan de hoogeschool te
Leiden, verleend een pensioen van den Staat ten
bedrage van (2800 'sjaars.
Z. M. heeft J. C. Burlage, wiens diensttijd als
directeur vanwege den handel bij het algemeen
Rijks-Entrepöt te Rotterdam met den laatsten
December dezes jaars eindigt, als zoodanig op
nieuw benoemd.
Z. M. heeft aan den heer J. N. Anslijn, Nederl.
vice-consul te Alexandrië, vergunning verleend
tot het aannemen en dragen der versierselen van
ridder der orde van Isabella la Catolica van
Spanje.
Z. M. heeft aan den heer E. de Bonnemort, op
zijn verzoek, eervol ontslag verleend als Nederl.
consul te La Roebelle, onder dankbetuiging voor
de in die betrekking bewezen diensten, en als
zoodanig benoemd de heer L. Michel.
Z. M. heeft benoemd tot plaatsverv. kantoor,
te Alpheu J. van Hettinga Tromp, ontvanger der
registratie en domeinen aldaar.
Z. M. heeft aan Mr. M. A. Wijnaendts, opzijn
daartoe gedaan verzoek, eervol ontslag verleend
als plaatsverv. kantonrechter te Delft.
BINNENLAND.
Boskoop, 16 November. Gisteren vestigde zich
onze nieuwe burgemeester, de heer J. H. van
Marcelis Hartsinck, die reeds vroeger zijne be
trekking aanvaardde, metterwoon in onze ge
meente. De ingezetenen van zijne komst onder
richt, gingen hem tot de grens der gemeente te
gernoet, boden hem eene eerewacht aan en leid
den hem de gemeente binnen, waar hem in het
voormalig gemeentehuis een woord van welkom
werd toegesproken. Ondanks het niet te gunstige
weêr was er veel opgewektheid, welke nog werd
verhoogd door de militaire muziek voor deze ge
legenheid uit Leiden overgekomen. Des avonds
brachten twee hier bestaande zangvereenigingen
den nieuwen burgemeester serenades.
Austerdasi, 16 November. De verkiezingen
staan voor de deur. Voor deu Raad worden als
candidaten genoemd de heeren Antoine Bienfait
en P. A. R. Van Violen, voor de Tweede Kamer
eenige verdienstelijke stadgenooten, wier namen
bij vorige verkiezingen een goeden klank hadden,
en ook de heer M. H. Jansen, de ontwerper van
de brug over deu Oceaan.
's-Gravenhaoe, 16 November. De wet van 20
Juni 1870 (Stbl. n°. 132) betreffende de buitenland-
sche loterijen en waarbij de wet van 1814 wordt
afgeschaft en het verbod van de aankondiging ter
verspreiding van loten in die loterijen wordt
opgeheven, verbiedt toch in de artt. 1 en 5 vreemde
loterijen aan te leggen of te collecteeren op eene
boete, volgens de wet van 1814, van 100 zilveren
ducatons. Een winkelier te dezer stede stond heden
voor de rechtbank alhier te recht, beklaagd van
overtreding der arit. 1 en 5 van de wet van 1870,
door K. K. Oostenrijksche premieloten te hebben
gedebiteerd, dat bekl. bekende op naam van den
heer Isenthal te Amsterdam te hebben gedaan.
De subst.-officier Jhr. Mr. de Jonge requireerde
schuldigverklaring van bekl. aan overtreding van
genoemde artikelen der wet en veroordeeling tot
eene geldboete van 350. Bij dat requisitoir
werd overgelegd het vonnis der Utrechtsche
rechtbank in de zaak van du Mosch, die nog in
geene verzameling voorkomt eu waarbij reeds
in gelijke zaak eene beslissing werd gegeven.
Bekl. droeg zelf zijne verdediging voor, hij beriep
zich op andere personen, die dezelfde loten de
biteerden en dan ook hadden moeten zijn ver
volgd en meende ten slotte, dat hij niet in de
termen der strafwet viel. Uitspraak heden over
acht dagen.
Dordrecht, 15 November. Tot lid van de Ka
mer van Koophandel en Fabrieken, in de plaats
van den heer Blussé van Oud-Alblas, is gekozen
de heer D. A. N. Vriesendorp met 88 van de 120
geldige stemmen.
Rheden, 14 November. In den loop der vorige
week bevond zich een landbouwer, hier ter
plaatse woonachtig, in het open veld, en terwijl
hij bezig was aan zijne werkzaamheden, wordt
hij in eens uit zijne mijmering, waarin hij ver
zonken was, wakker gemaakt; want rondom en
boven hem doet zich een vreemd geruisch hooren.
Verwonderd en bijna bezwijmende van schrik,
staart hij om zich heen, en welk een vreemd
schouwspel doet zich aan zijne oogeo voorl In
zijne al te levendige verbeelding, aanschouwt hij
een leger van strijdende 6oldaten; hij hoort het
gekletter der. wapenen en het gerommel der
wagens. Verstijfd van schrik, blijft hij het schouw
spel aanstaren, totdat.eensklaps alles verdwe
nen is. Ijlings snelt hij, zijnen arbeid latende
rusteu, naar huis, om datgene mede te deelen,
waarvan hij aanschouwer geweest was. Stellig
meent hij nu uit die verschijning te mogen af
leiden, dat hetgeen hij in zijne verbeelding aan
schouwd heeft, in werkelijkheid geschieden zal
en zijne profetie, dat weldra Nederland in een
oorlog zal gewikkeld worden, vindt bij velen
ingang. Doch het grootste deel onzer dorpsbewo
ners drijft den spot met zulk een verschijning, te
belachelijk om er verder over uit te weideu, eu
beklagen den bijgeloovigeD man, die op zulk eene
wijze de bijgeloovige menigte zand in de oogen
tracht te strooien, en nog meer hen, die aan de
woorden van zulk een persoon geloof slaan. Be
spottelijk is het, dat deze persoon, die, naar men
zegt, aanspraak maakt op den naam van een
beschaafd en ontwikkeld mensch te zijn, in onze
gemeente zulke verschijningen durft verhalen.
ilACTEJi, 14 November. De Raad dezer gemeeme
die dit jaar eene geldleening heeft gesloten met
de maatschappij voor gemeentecrediet te Amster
dam, heelt weder goed gevonden eeD leening
groot (20,990 met die maatschappij aan te gaan,
tot uitvoering van werken in het belang der
Gemeente, vooral ten einde te bouwen eene schoot
voor meer uitgebreid lager onderwijs, tevens
kostschool voor meisjes, waaraan alhier sedert
langen tijd zeer gruole behoefte is.
Hontenisse, 15 November. Van Z. M. den Ko
ning, beschermheer van de alhier bestaande Scherp-
schutters-vereeniging „Prins Frederik Hendrik"
is bij baron Collot d'Escury, kapitein-kommandant
van dat korps, ontvangen een sierlijke sigaren-
standaard, om te dienen als prijs bij het eerst
volgende concours van die vereeniging.
Naar men verneemt, zal dat concours na de
voorjaars-oefeningen van het korps in de maand
Mei of Juni van 1872 plaats hebben.
BUITENLAND.
Grl'OOt-ïïri ttilllllië.
Nasleep van het proces Kelly. Inlichtingen van
Scott Russell.
Het proces van den sluipmoordenaar Kelly
heeft nog een ander ten gevolge gehad, namelijk
tegen den redacteur van de Irishman. Deze heer,
Pigott genaamd, had zijne roeping om de publieke
opinie te leiden, zoo begrepen dat hij moord en
doodslag in die publieke opinie moest aanbeve
len. De brave redacteur nam daarbij zelfs de
vrijheid zich tot den uitlegger van de bedoelin
gen der Voorzienigheid te maken; immers hij
deelde aan de minder verlichte inwoners van
Ierland mede, dat hierin weder een onfeilbaar
bewijs was gelegen van de wedervergelding, die
de arm der Voorzienigheid steeds aan dergelijke
schurken doet toekomen. Gedurende het geheele
rechtsgeding vloeide de Irishman over van zulke
leerzame mcdedeelingen. De juistitie heeft
echter gemeend dat Pigott het volk al te
wijs wilde maken en hem gedagvaard we
gens aanstootelijke, boosaardige lastertaal en
beleediging, met het doel om de jury te intimi-
deeren en het recht in zijn loop te stremmen.
Het gevolg is geweest, dat de tolk van de be
doelingen der Voorzienigheid gedurende vier
maanden in de gevangenis mag gaan overdenken,
of het Opperwezen soins niet verkeerd heeft be
grepen.
Scott Russell, de intermediair tusschen de lords
en de arbeiders, beeft eindelijk uitlegging gegeven
van de redenen, die hem daartoe aanspoorden.
Zij leerden ons niet veel nieuws, behalve dat hij
evenals ieder rechtgeaard persoon, den wensch
koesterde om de heillooze scheuring tusschen
twee klassen der maatschappij te voorkomen.
Uit zijne ophelderingen nemen wij hier dan
ook alleen over de formeele opsomming van 7
boofdredeneu der ontevredenheid der Engelsche
arbeiders, die correspondeeren met de zeven
arlikeleu, welke in het quasi-contract tusschen
hen en de lords waren vastgesteld. Zij zijn
1°. Gebrek aan zindelijke, gezonde, fatsoenlijke
en in zuiveren dampkring gelegene arbei
derswoningen.
2'. Gebrek aan eene goede organisatie om ge
zonde eu goedkoope voedingsmiddelen te
verkrijgen.
3°. Gebrek aan den noodigen vrijen tijd om
zich te ontspannen en te ontwikkelen.
4°. Gebrek aan een goed georganiseerde ge
meente-inrichting tot bevordering van het
welzijD der inwoners van dorpen, steden
en graafschappen.
5°. Gebrek aan goede ambachts scholen.
6*. Gebrek aan doelmatige publieke ontspau-
nings-gelegenhedeu.
7°. Gebrek aan een organisatie van het Staats
bestuur, die aan het algemeene welzijn be
antwoordt.
Van deze zeven hoofd-gebreken, die een schoone
stof zouden opleveren voor een tweeden Eugène
Sue, koint bet laatste vooral ons zeer onbeMemd
voor. Het is gemakkelijk te zeggen, dat de staats
inrichting niet deugt, maar minder gemakkelijk,
er iets voor in de plaats te geven. Dat in allen
gevalle de Lords de mannen niet zijn, tot welk
men zich voor zulk eene hervorming zal moeten
wenden, zal wel ieder ons toegeven. Indien met
iets nieuws wil tot stand brengen, wendt met
zich gewoonlijk niet tot diegenen, die bij hel
behoud van het oude belang hebben.
Oo8tenr..Hong. Monarchie.
Kellersperg en Andrassy. Afscheid van dezen
laatsten te Pesth.
Er loopt nu weder een gerucht, dat hoogst,
waarschijnlijk onwaar is, maar dat toch toont,
welk eene verwarring en onzekerheid er heerschi
over de politiek, die de regeering nu verder zal
volgen. Dat gerucht behelstdat Kellersperg weder
af zou treden eu aan Beust de vorming vau een
nieuw ministerie opgedragen worden I De reden
hiervan (w(j zullen een oogenblik stellen, dat er
eenige grond voor het bericht beslaat) zou dan
zijn, dat Kellersperg het niet eens kan worden
met Andrassy over de Ausgleichs-politiek metdr
Czechen f neen, met de Polen. De vroegen
stadhouder van Bohemeu schijnt zich niet tevrt
den te stellen, hel geheele door Hoheuwart be
gonnen werk tegenover de CzecheD te vernietigen,
maar ook nog weêr eens te willen gaan tornen
aan het vergelijk, dat reeds sedert bijna een
jaar met de PoleD tot stand is gekomen. Het
afzonderlijke Poolsche ministerie, de uitbreiding,
die in Gallicië aan de bevoegdheid van den
landdag is gegeven, hij kan er volstrekt niet
mee instemmen. Graaf Andrassy nu verschilt op
dit punt van hem ten eenenmale. Schijnen de
HoDgaren tegenover de Czechen eeneonverschillige
of zelfs vijandige gezindheid te koesteren de Po
len hebben zij steeds beschouwd als hunne natuur
lijke boudgenooten en met hen gesympathiseerd
wegens de schandelijke onderdrukking en weder
rechtelijke handelwijze, waaraan zij nu reedi
sedert een eeuw zijn blootgesteld geweest. Ad-
drassy doet dau ook al zijn best, Kellersperg tot
andere gedachten te brengen, maar deze schijnt
nog al vast op zijn stuk te staan. Uit deze om
standigheden heeft nu waarschijnlijk de geagi
teerde publieke opinie het gerucht gedistilleerd,
dat Kellersperg voor von Beust plaats zou makeD.
De sympathie der echte Duitschers is intusschen
geheel op de hand van ,von Kellersperg tegen
den vroegeren Hongaarschen minister. Het is
verbazend, hoe die Oostenrijksche Duitschers maar
alleen letten op hun eigen belang, maar alleen
onderzoeken hoe zij de meeste inacht kunnen
behouden, zonder eenigszins te vragen, wat het
recht is van andere nationaliteiten en welke
concessies om der wille van den vrede noodza
kelijk zijn. Tot bewijs daarvan laten wij hier eene
passage volgen uit eene correspondentie uit Wee-
nen aan de Allg. Augsb. Zeil."
„Er worden ons al dadelijk (na de komst van
Andrassy) Hongaarsche gezichtspunten voor oogen
gesteld, waarvan wij volstrekt niet gediend zijn.
Den Hongaren staat het Russische schrikbeeld
steeds voor oogen, ons niet."
Na vervolgens duidelijk gemaakt te hebben,
dat de Duitschers de Polen niet noodig hebben,
om er een voormuur tegen Rusland van te maken,
gaat het blad voort:
„Wij zijn dus tegenover de Polen in een zes:
onafhankelijke stelling, en zij zouden de laatste
zijn om wier wille wij ons weder tot de A'i
gleichs-bewegingen zouden laten brengen, wat'
zij zijn geheel in onze hand. Bij directe verkie
zingen is ons in Gallicië de meerderheid verte-
kerd en bij eene formeele losmaking dier pro
vincie van onzen constitutioneeleo staat en de
invoering van een streng Oostenrijksch regee
rings-systeem aldaar, zou ons, met uitzondering
van de Poolsche edellieden, de bevolking mei
vertrouwen te gemoet komen. Het land, dat do
concessies van ons Doodig heeft zou dan in kor
ten tijd wel gedewee worden. Wat zou ons der
halve bewegen, in zulk een debat van Andrassy
toe te stemmen? Vrijheer v. Kellersperg handelt
zeer verstandig, wanneer bij hierin niet wil tre
den, en des noods zijn programma en portefeuille
er aan waagt!"
Ziedaar het oordeel van de Duitschers over de
houding die men tegen de nationaliteiten moet
aannemen. Geen toegevendheid, maar des noods
onderdrukking, geen partij trekken van de ge
schiedenis, die hun reeds sedert jaren geleerd
heeft dat zij met hunne koppige waanwijsheid
niet verder komen, maar stijf en sterk vasthou
den aan hetgeen zij het overwicht der besebs-
ving noemen. In Bohemen hebben zij het voor
wendsel, dat de Czechen te dom zijn va*
zelfstandigheidin Gallicië beroepen zij (t
zich op, dat de Polen de overige bevolking, voor
namelijk de Ruthenen, onderdrukken. Doch onde'
tusschen willen zij in plaats daarvan, zoo a'!
wij boven zagen, een Oostenrijksch despotism®
er voor in de plaats stellen. Het is dan ook inder
daad veel aangenamer, door beschaafde Duitschers
dan door onontwikkelde Slaven te worden onder
drukt! Neen, beschaafd mogen de Duitschers zijn
verwaand en ontbloot van alle billijkheidsgevoel
zijn zij waarlijk in geen mindere mate.
Even als von Beust te Weenen heeft Andrassy