m
N°. 3613.
A0. 1871.
Zaterdag
18 November.
Feuilleton van het „Leidsch
Dagblad".
1HAHM0VERSCHE PATRIOT,
MENSCHENL1EFDE EN BIJGELOOF.
Ail"
la
PRIJS DEZER COURANT.
Voor Leiden per 3 maanden...ƒ3.00.
Franco per postB 3.85
Afzonderlijke Nommers0.05.
Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van
Zen- en Feestdagen, uitgegeven.
PB1J8 DEK ADVKRTENTIKN.
Voor iederen regelƒ0.15.
Grootere letter, naar de plaatsruimte die rij beslaan.
Lelden, 17 November.
|5e katholieke leden der Tweede Kamer hebben
ie zitting van gisteren een moeilijke en ondank-
iiiaak te vervullen gehad. Tot hun eer moet
sl worden dat zij daarvoor niet zijn terug-
insd. Met die warmte en nu en dan ook met
hartstocht, welke bij de verdediging van gods-
stige belangen, zich van het inenscbelijk hoofd
hart meester maken, hebben de voornaamste
iholieke leden der Kamer de zaak van den
as trachten te verdedigen. Al hunne welspre-
Diiheid en overredingskracht hebben zij aan
wend om deze quaestie voor te stellen als eene
aarbij de heiligste belangen, niet alleen van
deelte onzer bevolking, maar van de geheele
lie betrokken zijn.
De heer Heijdenrijck, zoo wel als de heer C. van
;pen hebben immers gemeend groot gewicht
de schaal te zullen leggen, door de al of niet
tendiging van een Nederlandseh gezantschap
den Paus, vast te knoopen aan het behoud
ter onafhankelijkheid.
Wij willen dien leden en hunnen medestanders
arne deze illusie laten, in aanmerking als wij
men dat het geen gemakkelijke taak is voor
n onverdedigbare zaak zóó te ijveren als die
Iksvertegenwoordigers gisteren deden.
Wij die hunne redevoeringen kalm kunnen
erzien, ontdaan van, rhetorische figuren, en
argumenten die op het gevoel werken ter
|de stellen, wij zijn van oordeel1°. dat bij de dis-
issie van gisteren door geen der R. K. leden
n deugdelijk en overtuigend argument is bij
bracht om 8000 op de Nederlandsche Staats-
grooting te behouden om een hoffelijkheid aan
d onttroond vorst,te bewijzen; en 2". dat door
len, die van een ander standpunt het behoud
d den post verdedigden, geen andere redenen
in aangevoerd, dan ter vergoelijking van deu post.
De uieesle van die leden waren voor het be-
ïndigen der missie uit het oogpunt van ver-
■aagzaambeid, uit hoofde van het beginsel van
rbied voor de geloofsovertuiging van anderen,
aar zij zijn door den heer v. Wasseneer v. Cat-
ijck, die ook deze meening aanhing, voor een
val gesteld, dat een sterk wapen is in handen
heu die de missie bestrijden. De heer v. Was-
user was van oordeel, dat indien onze Katho-
landgenooten behoefte hebben aan een
,M" bij deu Paus, een post daarvoor moet ge
klit worden op het Hoofdstuk Eeredienst, maar
op de begrootiug van Buitenlandsche Zaken.
heer v. Wassenaer heeft, wellicht zonder
te willeD, aan de tegenstanders der missie
emiede een grooten dienst bewezen. Juist door
agent bij den Paus naar het Hoofdstuk Eere-
enst te verwijzen, komt nog meer uit hoezeer
geheele zaak in strijd is met het groote be-
nsel vau scheiding tusscheu Kerk en Staat.
Hoe, de Regeering zou 's lauds gelden uitgeven
een godsdienstig begrip van een der kerk-
ootschappen hier te lande te believen 1
de wereldlijke overheid zou in de bres
nogen voor eene kerkelijke overtuiging I
Maar dit zou in strijd zijn met de gewetens
vrijheid, met de onzijdigheid van den Staat op
kerkelijk gebied.
Indien de katholieke kerk, uit hoofde van hare
leer, een agent bij het Hoofd dier kerk noodig
heeft, dat zij er dan zelve in voorzie, maar de
Nederlandsche Staat mag zijn diensten en zijn
geld niet veil hebben om voor de uitvoering van
dit dogma zorg te dragen.
Ieder beroep op de edelmoedigheid, de welwil
lendheid, de wellevendheid, de verdraagzaamheid
van de volksvertegenwoordiging, het moge ge
paard zijn gegaan met bidden en smeeken eener-
zijds, met bedekte bedreigingen anderzijds,
moet afstuiten op de roeping van den volksver
tegenwoordiger tot ongeschonden handhaving der
Grondwet.
Wij zullen over de discussie niet in details
treden. Hare strekking ligt genoegzaam in het
voorafgaande. Wat wij echter ten slotte wenscheD,
is dat de Kamer óf den post vervverpe, omdat
zij ongrondwettig is, óf haar behoude met de
erkenning dat dit geschiedt om onze R. K. land-
genooten meerdere rechten toe te staan dan de
Grondwet toekent, en dan andere kerkgenoot
schappen bezitten.
De Kamer doe het een of het ander, maar zij
onthüude zich van tetransigeeren. Dit achten
wij ten eeneninale met de waardigheid der volks
vertegenwoordiging in strijd.
Met belangstelling zien wij de beslissing te ge-
moet. Neemt de Kamer een besluit, waardoor
aan het R. K. kerkgenootschap rechten worden
toegekend boven de andere bestaande, dan weten
wij wel waar het begin maar niet waar het
einde is.
(Wij verwijzen onze lezers naar hel telegram onder
de Laatste Berichten, waaruit blijkt dat de Tweede Kamer
heden het gewichtig besluit heeft genomen om den Neder-
landschen Slaat niet langer bij hel Hoofd der R. K. kerk
te doen vertegenwoordigen
f.
Naar wij uit goede bron vernemen, zal eerst
daags de leening opengesteld worden voor de
spoorwegonderneming van de heeren Knijff en
Kaptijn, van LeidenUtrecht. De aanvragers der
concessie stellen zich voor dit te doen tot een
bedrag van twee millioen, in aandeelen van ƒ1000,
ƒ500 en ƒ250; en ouder reserve later drie millioen
aan obligatiën uit te geven, waarbij de aandeel
houders de prioriteit hebben.
Er zal 5 pCt. rente uitbetaald worden tot aan
de voltooiing van deo weg of liever tot het in
exploitatie brengen der lijn.
De concessieaanvragers behouden zich voor,
onmiddellijk concessie aan te vragen voor eene
verbindingslijn naar Katwijk aan Zee, waarvoor
de berekeningen reeds gemaakt zijn.
Door de Arrondissements-Rechtbank te Leiden
zijn ter vervulling der vacature, ontstaan door de
benoeming van Mr. F. Canter Alta, tot rechter
in de Arr.-Rechthank te Leiden, voorgedragen
tot kantonrechter te Noordwijk: 1°. Mr, A. E.
Croockewit, kantonrechter te Hulst ;2°. Mr. J. W.
Mouton, griffier bij het kantongerecht te Bever
wijk; 8°. Mr. J. C. du Pui, griffier hij bet kanton
gerecht te Gouda.
Burg. en Weth. te Rotterdam hebben de navol
gende lijst van aanbeveling voor de benoeming
van leeraressen aan de openbare school voor mid
delbaar onderwijs voor meisjes aldaar opge
maakt.
o. Voor de Nederlandsche taal- en letterkunde,
mej. M. A. S. E. S. de Goeje, te Leiden en A.
Leendertz, hulponderwijzeres te Deventer.
b. Voor de Hoogduitsche taal- en letterkunde,
mej. Elise Kempf, hulponderwijzeres te Gronin
gen, en M. A. A. Siehe, te Arnhem.
c. Voor de Fransche taal- en letterkunde, mej.
C. M. J. Dejardin, hulponderwijzeres te Leiden,
en V. R. L. van Kappen, te Haarlem.
d. Voor de Engelsche taal- en letterkunde, mej.
J. M. Schaap, te Kampen, en G. van Pesch, privaat
docente te Utrecht.
e. Voor de natuurlijke historie, mej. G. Mühring,
te Ede.
Naar aanleiding eener missive van de commis
sie voor het middelbaar onderwijs is hierbij door
Burg. en Weth. een voorstel ingediend, om in de
verordening, regelende het aantal en de jaar
wedden der leeraars en leeraressen bij de open
bare school voor middelbaar onderwijs voor
meisjes, eene wijziging te brengen, zoodanig dat
het onderwijs in de wis-, natuur- en scheikunde
en het boekhouden wordt opgedragen aan den
zelfden persoon, en voor het onderwijs in do
aardrijkskunde eene afzonderlijke leerares wordt
benoemd, en voorts het tractement voor de eerst
genoemde betrekking te bepalen op 2000 en
dat van de laatstgenoemde op 100U, waardoor
het totaal bedrag der jaarwedden geen verande
ring ondergaat. Dit voorstel zal heden over
acht dagen aan de orde worden gesteld, zullende
alsdan tevens worden overgegaan tot de benoemin
gen uit de bovenvermelde lijst.
H. M. de Koningin is gisterenavond te 8 uren
na een verblijf van ruim twee maanden in het
buitenland in de residentie teruggekomen. Het
gevolg van H. M. bestond uit de heeren Von
Weckerlin, geheimraad en secretaris van H. M.,
Jbr. Gevaerts van Simonshaven, kamerheer en
freule van Zuylen van Nyevelt. In de prachtig
verlichte hofsalon van den rijnspoor werd H. M.
opgewacht door HH. KK. HH. de prinsen Fre-
derik en Alexander, den burgemeester der residen
tie Jhr. Mr. Gevers Deijnoot, den grootmeester van
Hr. Ms. Huis graaf van Randwijk, den gouverneur
van Z. K. H. prins Alexander Jhr. Hooft en den
kapitein Beijermann, die H. M. hartelijk welkom
heetten. H. M. en prins Alexander begaven zich
vervolgens naar het Koninklijk paleis en prins
Frederik naar het Huis de Pauw.
Tot griffier der Provinciale Staten van Gronin
gen is benoemd Mr. E. van Loon, lid van Gede
puteerde Staten.
Het gisteren bij de Tweede Kamer ingekomen
wetsontwerp tot regeling der naamlooze vennoot
schappen, is, naar men verneemt ingericht als
een afzonderlijke wet, die niet in het Wetboek
van Koophandel zal worden opgenomen. Het
vereischte der Koninklijke bewilliging, dat reeds
van de invoering van het Wetboek van Koop
handel af bij den handel algemeene tegenkanting
heeft gevonden, wordt daarbij opgeheven; de
waarborgen voor de soliditeit der vennootschap
worden gezocht in openbaarheid, en in repressieve
bepalingen tegen handelingen in strijd met de
wet. Het wetsontwerp is van een uitvoerige toe
lichting vergezeld.
De Minister van Financiën heeft aan de Tweede
Kamer inlichtingen verstrekt op het adres van
J. van Gilse, leeraar bij de Vereenigde Doopsge
zinde gemeente te Groningen,-omtrent zijn aan
spraak op het genot van kindergeld. Dat genot
is hem ontzegd, op grond dat de verplichting niet
is nageleefd om autorisatie der Regeering te
vragen voor eiken predikant die in het genot wil
treden der van iandsvvege aan de predikantsplaats
verbonden tractementen en aDdere voordeelen,
waaronder ook kindergelden vallen. De bewering
van den adressant dat kindergeld aan den persoon,
niet aan de standplaats verhouden is en daarvoor
geen autorisatie noodig is, bestrijdt de Minister door
er op te wijzen, dat de Staat niet meer gelde
lijke lasten mag dragen dan waarin hij heeft
toegestemd en de kerkelijke gemeenten geen vrij
heid kunnen hebben door meer predikanten dan
vroeger aan te stellen, zonder autorisatie, den
last van den Staat te verzwaren. Evenals het
tractement is ook het kindergeld een toelaag aan
de standplaats, niet aan den persoon van den pre
dikant, tegenover wien de Staat geenerlei ver
plichtingen heeft, dan alleen voor op zijn standplaats
bewezen diensten. De uitkeering gaat iD zooverre
niet buiten de kerkelijke gemeente om zooals
de adressant meent als de gemeente wegens
de Staatssubsidie minder uit eigen kas aan den
predikant behoeft aan te bieden. Dat emeritis-
predikanten het kindergeld behouden is een oud
gebruik, dat alleen ten behoeve van hen bestaat,
die met behoud van rijkspensioen worden ont
slagen. Verder betoogt de Minister, dat or geen
reden bestaat om voor de Doopsgezinde gemeen
ten eene uitzondering te maken.
Men meldt aan het Vaderland uit Warffum
„Het adres van den heer C. J. Geertsema c. 8.
heeft de andere provinciën in de meening ge
bracht dat de Groningsche landbouwers bijna
allen tegenstanders zij udëF Inkomstenbelasting.
Én toch is niets minder waar dan óat. De meeste
landbouwers zijn te ontwikkeld, om te gelooven
dat eene billijke verdeeling van lasten den land
bouw zou schaden.
„Wij zien zeer goed dat door het aannemen
van een meer zuiveren grondslag de Piegeering
JOHAN DUVE,
of
kaar hei hoog duitsch van
BMILIB HEIITBIOHS.
Vervolg.
*cb, daartoe behoorde inderdaad niet veel.
weinig haat en wraakzucht waren genoeg-
1 om wegens de meest onzinnige beschuldi-
'8 eene ongelukkige op de pijnbank en van daai
den brandstapel te brengen.
^as eene oude vrouw (en men heeft vrouwen
den ouderdom van 100 jaar verbrand) van
'®kserij beschuldigd, en bezat zij ten overvloede,
daarbij behoorde, zoogenaamde „gloeiende"
"Jtn, dan was zij reddeloos verloren.
De rechtspleging was zoodanig, dat aan geene
d'jspraak te denken was, daar men toch elke
'tentenis op de pijnbank kon verkrijgen.
Tbiele Eber's huisvrouw had, volgens het zeg
gen eener oude vrouw, die bij haar in huis woonde,
eens des morgens vroeg, terwijl haar man niet
te huis was, driemaal gespuwd en gezegd „Foei 1
ga weg van mij, gij brengt mij in het ongeluk!"
Er was echter niemand. Bijgevolg moet het naar
de meening der predikanteu de duivel geweest
zijn een meusch had men natuurlijk moeten
zien.
Op de pijnbank bekende zij de onzinnigste
zaken 1 Natuurlijk, men zeide ze haar voor en
zij antwoordde, zoo als men het verlangde, om
van de vreeselijke pijn bevrijd te worden; sterven
moest zij toch.
En zij werd als lijk op deD brandstapel gelegd
deu 12 November 1605, de barmhartige rechter
daar boven had de geplaagde ziel reeds in de
gevangenis verlost.
De veehoeder stierf kort na deze gebeurtenis
en liet een zoon van vijf jaar na, die als een
kleine paria door zijne vaderstad geheel verstoo-
ten scheen. Wie wilde zich met het kleine dui-
velsgebroed beiasten?
Toen erbarmde zich de beul over hem, wien
toch een knecht en toekomstige schoonzoon ont
brak. Zijn dochtertje was even oud als de kleine
Hermap, dat gaf later een paar en een zoon voor
den beul
En zoo geschiedde het. Herman had ook later
geene keus meer, hij werd Beul en zijn eenige
zoon Thiele natuurlijk zijn toekomstige opvolger,
zpoals hij reeds op zijn twintigste jaar zijn helper
bij het hangeü en verbranden, als ook bij het
pijnigeD was.
Vader en zoon hadden de ongelukkige Adelheid
Alcken ook gefolterd en verbrand, en toen Thiele
haar op deo brandstapel met touwen bevestigde,
zeide hij op zijne ruwe wijze: „Gij kunt gerust
paar uw patroon in de hel gaan, Adelheid, ik
zal mij over uw dochtertje erbarmen en haar tot
mijne vrouw maken; een eerlijken man krijgt
bet heksenkind nimmer."
„Thiele, Thiele, dat kan niet gebeuren I" jam
merde daarop de ongelukkige. „Sophie is het kind
van voorname lieden, zij behoort inij niet toe, en
ik mag haar aan den beul niet tot vrouw geveo.
Roep mijne oude moeder nog eens, om Jezus'
wil, erbarm u."
Toen werd de houtmijt aangestoken, de rook
dwarrelde omhoog en verstikte haar stem, Thiele
sprong er met een honend gelach af. Toen stegen
de vlammen omhoog en het onnoozele volk, door
dweepzucht en boosheid verblind, zag midden in
(iét offervuur de heks met haai helschen patroon
dansen; het gehuil der ongelukkige was voor
den geloofsijver de schoonste muziek, totdat ein
delijk de vlammen uitgingen en met hare asch d a
overblijfselen van het offer medelijdend bedekten.
Treden wij het huis van den beul aan den
kleinen „Wulfeshorn" binnen.
Een groote, akelige ruimte dient tegelijkertijd
tot keuken, voorhuisden "kamer. Thiele heeft zijne
kunst getoond door een bloedrooden galg aan
den grauwachtig wilten muur te schilderen en
daarnaast een brandende houtmijt. Dat is het
wapen des beuls
De vreeselijke werktuigen van zijn ambt hangen
aan den tegenovergestelde» muur, eenige haar
scherpe bijlen, een breed zwaard, stroppen van
pllerlei soort eti verscheidene foltertuigen, welke
hij in orde'moet brengen, daar zij door te veel
vuldig gebruik veel geleden hebben.
Een afschuwelijk hol, niet ongelijk aan den
^artarus der ouuen.
Voor een ruw getimmerde eikenhouten tafel
zat Herman Ebers, dien wij reeds dezen avond
als begeleider van moeder Alcken hebben Ieereh
kennen. Hij was forsch van gestalte. Het flikke
rende haardvuur verlichtte zijn donker, door de
zon verbrand gelaat met den ruwen, zwarten
baard en de doordringende oogen. Hij zat met
jiet hoofd op de hand in somber gepeins verzon
ken en scheen zich weinig om datgene, wat om
hem voorviel, te bekommeren. Wordl vervolgd.)