hij gedaan hebben, om een zoo ruimen blik in het leven der individuen en gezinnen te kunnen slaan, als hem geguad is. Wei heeft hij uitsluitend de Fransche maat schappij tot voorwerp zijner nasporingen geko zen, maar in andere landen bestaan daarmede zoovele aanrakingspunten, dat wij ons best kun nen begrijpen dat ook een ander publiek dan het Fransche zijne kostbare schilderijen be wondert. Moge het zedelijk leven bij andere natiën niet in éen adem met dat der Fransche natie worden uitgesproken zonder heiligschennis te plegen, toch ontwikkelen zich bij de eersten ook hartstochten en driften, die Sardou, onbewust wellicht, tref fend afschildert. De moreele strekking die Sardou met die sprekend gelijkende schilderingen in zijne stuk ken beoogt kan dan ook in den vreemde tot leering strekkeu, of althans tot hoogere waardee ring leiden van de bestaande toestanden. De vertaling van Sardou's tooueelwerken, waar mede meu hier te lande voortgaat, is dus zeer toe te juichen. Men drage echter zorg goede keuzen te doen, want niet alles wat Sardou levert, is voor ons land geschikt. Reeds bij de werkelijk voor vertaling geschikte stukken stuit men dikwerf op groote bezwaren. Is men een en ander te boven gekomen, dan kan meu zeker zijn, iets te zien opvoeren dat niet van alledaagsch allooi is, maar iets nieuws waarvau de frissche geuren h te gemoet korneu en streelen. Dan ontvangt men een geheel, dat boeit door oorspronkelijkheid en tintelend vernuft, door rijkheid van dialoog en belangwekkendheid van onderwerp. Vraag bij Sardou niet te veel naar deftigheid van toon, hij zou u niet kunnen bevredigen. Zijn onderwerpen leenen zich daartoe niet. Liefst en bij voorkeur toch zoekt hij die in de modder poelen der maatschappij, ten einde het hoogste doel, waarnaar hij streeft, meer kracht en klem bij te zetten en daaraan een schitterender over winning voor te bereiden. Fernande, dat eergisterenavond niet zonder verdiensten door de Koninklijke Zuid-Holland- sche tooneelisten, onder directie van den heer J. C. Valois, werd opgevoerd, is één van die stukken. De hoofdfiguur of liever de hoofdgedachte van dit zedetafereel is een vaderloos meisje, opgevoed in een van die ellendige geheime krotten, die men te Parijs dobbelhuizen noemt, waar 't uit vaagsel der maatschappij aan één tafel zit met de karakterloozen uit de hoogere standen, waar de zonen van goeden huize zich encauailleereu met gespuis, dat zij op de straat ontmoetende zouden ontvlieden. De zwakke moeder en hare verpestende kostwinuing zijn geheel afhanke lijk van een laaghartigen schavuit, die zijn invloed misbruikt om hare dochter, een onschuldig maar door de natuur niet misdeeld kind, te onteeren. Een reddende engel waakt over haar, Een rijke jonge dame trekt zich door bemid deling van een advocaat, die door zijn vroeger losbandig leven met den toestand van Fernande bekend is, het lot van het meisje aan. Zij wordt verlost uit het hol waarin reeds de schoonste jaren des levens zijn gesleten. Die jonge dame neemt moeder en dochter in haar hotel op en zal voor de toekomst van het meisje zorgen. Clotilde, zoo is de naam der weldoenster, wordt bemind, maar haar aanbidder verandert van idee, daar hij op Fernande verliefd wordt. Niets is er aan te doen. Zijn wil zal geschieden. Clotilde is eene vrouw, zij kan hem niet dwingen, maar zij neemt zich een geduchte wraak voor. Zij weet dat Fernanda geschandvlekt is; hij is daarmede onbekend. Clotilde verhaast nu 't huwelijk, wel wetende dat André's geluk voor eeuwig verwoest zal zijn, als hij weet aan wie hij zijn hart en hand heeft geschonken. Het gelukkig paar huwt, brengt de wittebroodsweken ongestoord door, doch nauwe lijks heeft het huiselijk geluk een aanvang ge nomen, of Clotilde komt dit vergiftigen. Zij ont hult alles aan André, en verkrijgt de gewenschte uitwerking. Hij is radeloos, vloekt zijne vrouw, ziet in haar een monster, en verstoot haar. Maar daar daagt weder de advocaat op, het edel karakter, dat niet alleen jeugdige onbezonnenen op het goede pad heeft teruggebracht, maar uit zijn vroe ger levensgedrag ervaring heeft geput om de deugd te dienen, overal, waar en wanneer hij daartoe in staat is. Pomerol, zoo is zijn naam, weet André tot rede te brengen door het listig weefsel, dat Clo tilde gebezigd had om haar doel te bereiken, te ontblooten. Hij toont een brief van Fernande, door Clotilde onderschept, waarin zij André alles van haar vroeger levensgedrag mededeelt. André ziende dat hij niet misleid was door Fernande, die van hare zijde in den waan ver keerde, dat André alles wist, maar om baar niet te pijnigen het stilzwijgen bewaarde, schenkt vergiffeuis en het echtpaar is weer even gelukkig als voorheen. Dit is eene zeer beknopte schets van de intrige van het stuk. Degeen, die een weinig fantaisie bezit, kan zich min of meer voorstellen, wat rijke stof daarin gelegen is voor het schilderen van karakters en het scheppen van frappante scènes. En nu is het juist een van Sardou's grootste verdiensten, dat hij dit zoo uitmuntend weet te doen, en zelfs prachtige scènes invlecht die men best uit het stuk kon lichten, al zijn de spron gen die hij daarbij maakt dikwijls vervaarlijk. Het is onmogelijk ons in al de fijnheden vau dit tooueelstuk te begeven, maar buiten het stuk op zich zelf, hebben wij ons perfect gea museerd met het even natuurlijk als koddig geschetst karakter van Pomerol's jaloersche echt- genoote. De geheele handeling tusschen haar en Pomerol was als 't ware een stuk in het stuk. De zetten, die Sardou den advocaat, om het tegen over zijn jaloersch vrouwtje uit te houden, in den mond legt, waren allergeestigst. Als iets bijzonder vernuftigs in het stuk uiag men gewag maken van het onderhoud tusschen André en Clotilde, waarin blijkt dat hij den baud der liefde, die tusschen beiden bestaat, voor Fernande wil verbreken. Het karakter van advocaat Pomerol is een van de best geslaagde van het stuk. Wij hebben reeds hierboven gezegd dat de op voering verdienstelijk was. De heeren Spoor, Haspels en Mevrouw Picéni hebben zich, naar ons voorkwam, zooveel moge lijk in de werkelijkheid verplaatst, waardoor zij hunne schoone rollen ongedwongen eu natuurlijk vervulden. Alleen verkeerd begrip kan o. i. de beoordeelaar van de Leidsche Courant op de ge dachte doen komen, dat het spel van Mevr. Picéni overdreven was. Integendeel heeft Mevrouw Picéni o. i. zich best van hare moeielijke taak gekweten. De bemerking van overdrijving kan alleen slaan op het spel van Clotilde, Mevrouw Valois. Overigens speelde zij zeer verdienstelijk, doch wij zagen Clotilde liever door een wat jeugdiger ar tiste vervullen. Een woord van hulde ten slotte aan den ver taler, den heer Spoor. Bij de eigenaardige moeielijkheden om de stukken van Sardou in onze taal over te bren gen, moet men over het hoofd zien, dat enkele passages wel wat veel hun Franschen oorsprong verraden. De heer Spoor is daarentegen zeer gelukkig geweest in het overbrengen der talrijke geestige zetten die in het stuk voorkomen. In de eerste helft der maand October zijn alhier aan het postkantoor bezorgd de volgende brieven, die wegens onbekendheid der adressanten niet bezorgd zijn kunnen worden C. J. H. Avis, H. A. des Amorie van der ÊCbe- ven, Mej. Haaska, A. Tetser, Wed. Qrishaven, de Vries, allen te Amsterdam,; J. van der Crught, te 's Graveuhage; de Rooi, te Hemmen; Mej. M. van Veen, te Hillegom B. Janse, te Homburg; Maarten Vetduiu, te Katwijk; W. van Zanten, te Leiden; H. E. Smeets, te Maastricht; S. J. Ba- teuburg, te Rotterdam; G. W. F. Cornielje, te Utrecht; Mevr. Kramerink, te Zwolle. Naar men verneemt, is de heer Fr. Botgor- schek, directeur van het orkest van het Badhuis te Scheveningen, door Z. M. den Koning van Zweden en Noorwegen tot ridder van de Wasa- orde benoemd. Bij nadere dispositie van den minister van koloniën, zijn alsnog aangesteld bij het Athenaeum Illustre ingeschreven en op primo November jl. in dienst getreden vijf militaire studenten bij den geneeskundigen dienst voor Oost-Indië, te we ten: de heeren J. W. Heijze, H. M. Bommezijn A. Faassen, W. Snetlage en E. Brandts, zoodat het getal studenten bij genoemden dienst alsnu tot 109 is geklommen. Den 30sten November zal te Amsterdam eene buitengewone algemeene vergadering van de alge- meene vrede-vereeniging plaats hebben. Het verslag van het Nederlandsch Tooneelverbond over 1870/71 is in het licht verschenen. Daarin wordt mededeeling gedaan van de begonnen drie. maandelijksche uitgave van het tijdschrift des Verbonds, en van het besluit door het hoofdbe stuur genomen, geen tooneelschool te stichten vóórdat de bijdragen van belangstellenden rui mer vloeien. Het uitgebreide leerplan is echter vastgesteld en in de laatste algemeene vergade ring aangenomen. Hetgeen tot nu toe verricht is, is alleen voorbereiding tot iets ernstigs en dege lijks. De Maatschappij telt 5 afdeelingen Amster dam met 95, Rotterdam met 41, Leeuwarden met 41, Gent met 25 en Utrecht met 23 leden. In het verslag wordt leedwezen uitgedrukt over de omstandigheid, dat in Zuid-Nederland, waar de zaak eerst werd toegejuicht, thans, nu het op handelen aankomt, de onverschilligheid zóo groot is dat zelfs bestuursleden de quitantie van bun lidmaatschap onbetaald terugzenden. Vooralsnog zal het bestuur echter noch klagen, noch juichen. Naar het Utr. Dagblad verneemt, wordt ook te 's-Gravenhage de agent van de heeren Isenthal en C°. vervolgd wegens den verkoop van Ham burger loten. 'uue Door de Maatschappij tot Nut van den Javaan, zal met 1 Januari 1872 eene Vecrtiendaagsche Cou rant worden uitgegeven. Neutraliteit is ondenkbaar. Christelijk of anti christelijk? is de vraag op elk gebied, beweert de heer Groen in n'. 141 der Nederl. Gedachten. Zal de natie in Nederland christelijk blijven, of anti-christelijk worden? dat is de vraag, en we zijn, sedert geruimen tijd, naar die anti-christelijke reformatie op weg. Onder de leus van scheiding van Kerk en Staat, die, wél begrepen, ook de heer Groen zegt te begeeren, is het, meent hij, in den grond der zaak om bezieling van Staat en Kerk en School met de religie van het onge loof te doen. Men meent den Staat te neutrali seeren; men geeft den Staat aan gansch niet neutrale invloeden prijs. Als in den Staat het christelijk beginsel niet meer den boventoon heeft, zal het antichristelijk beginsel, in den staatsvorm genesteld, tegen al wat aan eene christelijke natie nog heilig en dierbaar is worden gekeerd. Omtrent den strijd, in de Kamer te voeren en de indiening van een voorstel door de heeren van Loon en Wassenaer, zegt de heer Groen, dat hij er in berusten zal, zoo zij dat willen uitstellen vooralsnog. Alles of niets geldt het artikel 194. Zouder herziening is esseutiëele verandering der Schoolwet ondenkbaar. Alles of niets geldt niet den modus quo der bestrijding. Er behoort hier zelfs geen schijn te wezen van mandat imperalif. Bovendien heeft de heer Groen altijd wedijver tegen het artikel, nooit het in dienen van een voorstel, al6 conditio sine qua non van eensgezindheid, begeerd. Niet op eeu voorstel in de Tweede Kamer komt het aan. Wèl op het veldwinnen der overtuiging, dat de herziening noodzakelijk is. Dus op het verwerpen van pal liatieven, waardoor men, ten dienste der conser- vatiel-uUramonlaansche politiek, naar agitatie- sussing zou worden geleid. Het Comité van effectenhandelaars te Rotter dam heeft besloten, aan den Minister van Bui- tenlandsche Zaken een adres te zenden, om tegen de voorgestelde belasting op de coupons van Spanje te protesteeren; zullende een adres van dezelfde strekking worden gezonden aan den Spaanschen gezant te 's-Hage. o pa C/5 O P o" w w w ff rt> 55 D a T3 IT PT Q co *1' CD gwö S tr. 2- a>' 9? cp a 5" CD 2 S 3 O CTQ 3 3 o o o o *o O CD gf ?r CD g. 3- B o "W CTQ CD - O O- C7 ö5 O PT 3 Oi CJ5 OO ZO c: "t—O "co os O 0 W -d tfu. -3 C2 M w to I"1 y Ifx co to o <1 c OS OO O <0 O r-> O OX j» Oi co "oo "to CO O IIcc o CJX cc ZO pi to O "co "~-l O ~-3 Gi O W ^7 W 2 2 cn po o O <o O CJX O o •to I—11 O o M O CO OX -d cc trj "bi i— co I1 IO Ci o O O o, O OX H V ÏZ| i—i O UX ÜX i—i OO o O O 7*3 ox i o o o bi O O CC o «o >1- CO tf- O za jc. -t- as ÏO CC. CO "Ós "co r- to O -O as CO O O Ol OO O H "oo "o "o- Te- "o "co O co o oi co m o 4-- O O OO- O- to y- -O O O O O O- O O O to O -O 2 CS t- o S" v Uit dezen staat blijkt alzoo, dat de Nederland- sche Bank op 6 Nov., bij een muntmateriaal van f 145,164,157.48 voor eene som van f 153,961,742.55' minder aan bankbiljetten in omloop had dan waar toe zij gerechtigd is, terwijl het muntmateriaal op zijne beurt f 61.584,697.02 meer bedraagt, dan in verhouding tot de schuldvorderingen tot dek king noodig zou wezen. Volgens een bij het Departement van Marine ingekomen telegram, heeft Zr. Ms. fregat met stoomvermogen Admiraal van Wassenaer, onder bevel van den kapitein-ter zee R. L. de Haes, in den morgen van den 7den dezer de reede van Falmouth verlaten, ter voortzetting zijner reis naar Nederland. Bij beschikking van 6 November is de vergun ning voor een stoombootdienst tot vervoer van reizigers, goederen en vee, tusschen Rotterdam en Brouwershaven, bij beschikking van 4 Maart 1871 verleend aan Joseph J. L. van Poelvoorde, te Vlissingen, overgeschreven ten naine van de Brouwershavensche Stoombootmaatschappijgevestigd te Brouwershaven. Sedert de invoering van den winterdienst op de stations der Hollandscbe IJzeren Spoorwegmaat schappij en voor den duur van dien dienst, zijn de aldaar gevestigde telegraafkantoren open als volgt Alkmaar, Amsterdam, Delft, 's-Gravenhage, Haarlem, de Helder, Leiden, Rotterdam en Schie dam, van 8 uren voor- tot 1054 uren namiddags; de overige kantoren van S uren voor- tot 1 uur namiddags, en van 3 tot 10 uren namiddags. Z. M. heeft geagreëerd de opklimming van Otto baron van Dedem, oudsten ridder-expectant der Duitsche orde, Balye van Utrecht, tot tw kapittel-ridder der orde. Z. M. heeft benoemd tot plaalsverv. te Waalwijk J. van Dijk, burgem. der gei^ Sprang en Vrijhoeve-Capelle. BINNENLAND. Amsterdam. 7 November. Het antwoord Gedep.Staten vau Noord-Holland op de uit digiDg van het gemeentebestuur van Amstet» om de jaarwedde der wethouders tot 50t verhoogen, bevat de mededeeling, dat Staten het tegenwoordig cijfer van f 2000 tt vinden en het op 3000 wenschen te bres Zij vragen daaromtrent het gevoelen vau Geuieeuteraad. Haarlem, 7 November. De arrondissem rechtbank te Haarlem heeft gisteren uitsp gedaan in de, door hetgeen daaromtrent reed medegedeeld, genoegzaam bekende strafzaak A. Rexwinkel c. s. Bij zeer uitvoerig gemotir vonnis heeft zij den beklaagde Adolf Rexvvij schuldig verklaard aan 26 bedriegelijke opl tingen, en hem veroordeeld tot eene gevange straf van vier jaren, benevens 26 geldboeten f 25; de beklaagden Arie Ger. Rexwinkel Gerardina Gom. Schroder, beiden schuldig i klaard aan medeplichtigheid aan 23 dier op' tingen, en hen te dier zake veroordeeld tot gevangenisstraf: den eerste van drie, de laar noemde van twee jaren; beiden bovendien 23 geldboeten van ƒ26. Ingeval van wanbet is voor iedere geldboete subsidiair eene geva* nisstraf van twee dagen bepaald. Zaandam, 7 November. Op kerkelijk terr is hier thans woeling en strijd. In de Hervormde Gemeente aan de Wesli, neemt de beweging een ernstig karakter bij de aanstaande benoeming van een predik De confessioneelen en orthodoxen richten hos aanvallen tegen het 12tal, geheel uit mods predikanten bestaande. Hoewel het op we wijze is samengesteld, verneemt men, da morgen in de vergadering van het kiescoï een protest willen indienen op grond van bepaling in art. 30 van het PI. Regl. eo protest tot in de hoogste instantiën volhoud Door de laatstgedane partijkeuzen, waarbij confessioneelen al hunne krachten ontwikkel, hebben zij thans eene geringe meerderheid het kiescollege. Hun doel istijd te wio Mocht een der genomineerden elders beroep worden, waardoor wellicht kans zou zijn, deze voor hier bedankte, of Wel, als een bus kwam te overlijden, dan zou in beide ger' eene nieuwe nominatie of althans eene aa ling moeten plaats hebben. Dat dit in h richting zou geschieden lijdt geen twijfel. Met belangstelling wordt een en ander gadegeslagen. Of het gemeente-leven er bij wi is eene andere vraag. 's Gravenhaqe,' 7 November. Zooals vroege1 gemeld is in de jongste zitting van den Gene teraad alhier, een adres ingekomen, namens bestuur eener op te richten vennootschap totet ting van eene Concertzaal, waarbij de Gemer een strook gronds wordt aangeboden voor den leg eener straat tegenover de Rijnstraat. Die grond zou onze stad eene som van/" kosten. Dat aanbod was terstond onderworpen is overweging der commissie van fabricagir echter evenals Burg. en Wethouders zich' tegen verklaarde, bepaaldelijk omdat dan, ij ook op indirecte wijze toch weder een sul» voor eene concertzaal, van wege de gemeente worden verstrekt, iets waartegen de raad' voor eenige weken verklaard had. Burg. en W stelden alzoo voor aan de adressanten te keus te geven, dat hun verzoek niet kan worden gestaan. Dat voorstel is heden in de zitting van 1 gemeenteraad met bijna eenparige stemmen" genomen. Bij de behandeling, daarop, van het reedsu ons vermelde nader voorstel tot verbeterde richting der asch- en vuilnisstaal, hadden ee» leden bezwaren tegen, de groote uitgaaf, die werk zou vorderen, en oordeelden zij het weDSC lijk een nader onderzoek in te stellen terf krijging eener geschikte verzamelplaats, op et andere plek. nfiV Daartegenover stond echter zooals de I gemeester mededeelde, dat het vervoer t weder kostbaarder zou zijn en daarvoor vas zouden moeten gegraven wordenzoodat de dan eens zooveel zou kosten. Goedkooper g is er wel te krijgen, maap geen plek is geschi dan die in quaestie. De heer Eyssell stelde hierop voor om uit hygiënisch oogpunt een nader onderzoek 't stellen, ter verkrijging van anderen grond W polders, en daarbij tegemoet te komen aan bezwaren van de betrokken polderbesturen. Dit voorstel kon echter de goedkeuring der f gadering niet wegdragen. De drie onderdeelen van het voorstel van B« en Weth. vervolgens in stemming gebracbi aangenomen zijnde, werd het geheele voorsla uitbreiding der aschstaal, die de gemeente opee

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 2