luitenant plaats hebben. De hoogere rangen wor den, zonder tijdsbepaling en naar de keuze van den opperbevelhebber, onder goedkeuring van den minister van oorlog verleend. Voorts zijn nog eenige bepalingen in genoemde besluiten vervat urer het stellen op half tractement, het overgnau in rang van het eene regiment in het andere enz., die minder belangrijk zijn. Deelden wij gisteren de opgaaf der verschillende democratische vereenigingen mede over de speech, door Gladstone te Greenwich gehouden, heden lullen wij nog met korte woorden aanstippen boe verschillende dagbladen er over denken, omdat daaruit de verhouding van de groote pers lot de tegenwoordige regeering als van zelf wordt gekenschetst. De Times velt een zeer gunstig oordeel, vooral over de verstandige wijze, waarop de premier uch over de Lords heeft uitgelaten. De Daily-News is natuurlijk bet meest van alle bijbladen met de redevoering ingenomen en be- If-ert dat Gladstone te Greenwich een sehitte- htde zegepraal heeft bevochten. De Morning Advertiser daarentegeu houdt staande, 'lat de premier slechts is toegejuicht door eenige tolderden politie-agenten en een troep werklieden der Docks, die ontevreden waren omdat zij pas Sun ontslag hadden gekregen. De conservatieve Standard vindt deze redevoe- nng beter dan al de vorige, die de minister in de lacanlie gehouden beeft, maar is van oordeel dat zij den vrienden van den premier niet bijzonder aaDgenaam in de ooren zal klinken. Dit kou zelfs wel zoo ver gaan, dat zij hunnen aanvoerder in tien steek lieten en hij bij de volgende verkie- kiogen niet wordt herkozen I te Birmingham worden toebereidselen gemaakt li:r een groote bijeenkomst van alle liberale lementen uit het geheele land, om de „question Iralante," de hervorming van het hoogerhuis te Sespreken. Oostenrpk-Hoiig. Honarohle. Intocht van Bieger in Praag. Vijf „lieve" ministers. De ontvangst van Rieger bij zijne terugkomst Ie Praag, die wij vroeger reeds in onze telegram men kortelijks mededeelden, heeft zich als volgt loegedragen. Op het perron van het station werd pij opgewacht door Bielsky, Skrejschowsky, Ceitkammer, en andere Czecben-hoofden, die hem piet het karakteristieke „Slaval" verwelkomden. loeD zij buiten het station gekomen waren werd lezellde uitroep, afgewisseld door „pereat Beust" laereat Andrassy", herhaald door eene ontzag- jjke volksmenigte waaronder vele studenten. Bieger steeg in het rijtuig van Skrejochowsky, doch de menigte spande de paarden uit en plaat- Ie zichzelve in het gareel. Toen ging het voor- oit naar het standbeeld van koning Wenzel onder lllerlei voor een gewoon menschenoor onver- Jtaanbare uitroepen, en vervolgens naar de woning Iud Rieger, waar deze heer uitstapte met een ledankje en een „nedje mese"(± laten wij stand louden). De menigte antwoordde hierop door lernieuwde kreten van pereat Beust, Andrassy, fcje mese, liej Slovene, etc., en verstrooide Bp. Een troep studenten gingen vervolgens nog Bu "pereat" roepen voor het pohtie-bureau en Bi van de „Tagesbote" doch werden, toen zij B> deze laatste plaats tot baldadigheden over- Igii'geu, door de politie uit elkander gejaagd en ■oor een groot gedeelte gevangen genomen. Gedu- Bnde het overige van den dag hadden, vooral lit de theaters, nog verscheidene demonstraties Bo ougeregdleheden plaats, waarbij de politie Ber krachtdadig optrad. Voor het station had Bieger nog eene korte redevoering gehouden, Be wij wegens haren hoogdravenden toon der ■«melding niet onwaardig keureu. Zij luidde Bis volgt B Wij wilden geluk en heil aan Bohemen, aan Bostenrijk, ja aan geheel Europa gevennog BclUs éene schrede, en wij hadden dat doel B'eikt. Toen traden vreemde ongeroepene ele- Beolen tusschenbeiden en wij zijn teruggedron gen; wij komen derhalve verdrongen, maar niet B«wonnen, tot u weder. Wij zijn aan ons zei- B» trouw gebleven en zullen dat blijven, ook de ministers hebben dit gedaan. Beil Bi hun toegebracht! Uaar dat uwe ontevreden- Beid zich niet keere tegen den hoogsten persoon B keizer moet ook nog te rade gaan met andere ■pen; maar dezen wilden ons geen recht doen Heiden! Hij, als constitutioneele monarch, ^B'nitecde dat hij ook nog andere beloften moest ■deden, en kwam in eene netelige positie; wij ■i° nu door den monarch afgewezen, terwijl ■e° hem slecht geraden had, wij zullen ons ■dit verwachten van den monarch, wanneer hem Bed geraden wordt." I 'J- woorden van Rieger over den keizer zijn Boatigd genoeg; maar dat de Czechen-partij, ■l,;l haar streven naar autonomie, ten doel had het heil van Europa te verzekeren, dat komt ■0s. na alles wat wij van de Oostenrijksche par- B'happen hebben gezien, wat kras voor. I 'Jf: Wiener Zeitung van 31 October bevatte vijf ■"even van den keizer aan de heeren Hohenwart, B'hietinek, Schaffle, Jirececk en Von Holzgethan. dieven vangen allen aan met een „Hein lieber etc.;" de vier eerste geven onder dank betuiging aan den „lieben Hohenwart," den „lieben Habietinek" enz. hun ontslag, terwijl bij den vijlden brief de „lieben Holzgethan" tot aan het nieuwe kabinet met het presidiaat in den ministerraad wordt bekleed. TEL.EGKAMJVlEiV. Versailles, 2 November. Het handelstractaat met Engeland zal van de zijde van Frankrijk niet worden opgezegd, maar in gemeenschappe lijk overleg worden gewijzigd. Men verzekert, dat de grondslagen der wijziging reeds gedeel telijk zijn vastgesteld. Het gerucht, als zou de Regeering voornemens zijn het algemeene stemrecht te beperken, wordt tegengesproken. Men hecht geen geloof aan het bericht, volgens 't welk het Comptoir d'Escouipte biljetten van 5 franken zou uitgeven, inwisselbaar tegen biljetten der Fransche Bank. De heer Ferry heeft nog geen last ontvangen om Corsica te verlaten. Berlijn, 2 November. De Rijksdag heeft heden in derde lezing het ontwerp betreffende den St.-Gothard-Spoorvveg aangenomen. De inzameling van gelden voor Chicago ter beurze alhier heelt tot gisteren 2U,60Ü thaler op geleverd. Leipzig, 2 November. De plechtige intocht der van het oorlogstooneel herwaarts teruggekeerde troepen heelt heden plaats gevonden. Parijs, 2 November. Het blad t'Ordre bevat een brlei van prins Napoleon aan zijne kiezers. Het schrijven is gedagteekend van 28 October. De prins zegt daarin, dat alleen een beroep op het volk een einde kan maken aan de crisis, maar hij raadt om middelerwijl het voorloopig Gouvernement te eerbiedigen. De briet eindigt met het stellen der drie volgende quaestiënDe republiek; het koningschap ouder de Bourbons, of de dynastie der Bonaparteu. Berlijn, 2 November. De dagbladen bevatten eene oproeping van het voorloopig comité, tot een algemeen arbeiders-congres, dat op 19 en 20 November te Berlijn gehouden zal wordeD, om eene algemeene werkstaking te organiseeren, ten einde te verkrijgen, dat de werkuren op 9 per dag vastgesteld en de loonen verhoogd zouden worden. Londen, 2 November. De Times verneemt uit Parijs, dat admiraal de la Roncière voor den post van gezant te Berlijn heeft bedankt. Parijs, 3 November. Thiers heeft gisteren den heer Jolly, advocaat van Rossel, ten gehoore ontvangen, die hem het verzoek om gratie over handigde. De reis van Thiers naar Rouaan is niet op 27 November vastgesteld. Waarschijnlijk zal hij vóór dien dag gaan. Het gerucht, dat de regeering onmiddellijk na de bijeenkomst der Nationale Vergadering zou voorstellen om naar Parijs terug te keeren, wordt tegengesproken. Men gelooft dat de minister van financiën heden de zitting der permanente commissie zal bijwonen. Alai-litbericliten. Amsterdam, 3 November. Taganrog 197; Nov. 198, 197; Maart 210, 211; Met 214, 213, 212. Raapolie 6 weken 4914; vliegend 48j{; Dec. -4,748, 47ü. Lijnolie 6 weken 3714; vliegend 3644Maart, April, Mei 3744Dec. 355», 3514. Hennepolie 6 weken 4144; vliegend 40. Raap koeken 106, 118. Lijnkoeken 13, 1644. Rechtszaken. In de zitting van de correctioneele rechtbank van 3 November 1871, zijn veroordeeld: S. S., te Leiden, wegens ontduiking der belas ting op de houden, tut geiub. van 6 of suos. gev. van 2d. F. J. v. u. 8. te Leiden, wegens misbruik van vertrouweu, tot cell. gev. van éen jaar, en een geldb. van f 25 ot subs. gev. van 2d. J. v. d. B. te Woubrugge, wegens dief stal, tot cell. gev. van 4 m. W. H. H. te Noord- wijkerhout, wegens dielstal, tot gev. van 5 d. luAAÏSTE BKRICHTEiN. (Per telegraaf.) 's Geavenhage, 3 November. Bij de Tweede Kamer is ïngekoiueu een wetsontwerp houdende een nieuw 1. tarief. De Regeering acht den tijd gekomen, om, zonder overgang, de laatste overblijfselen van het beschermend stelsel uit het Indisch tarief te doen verdwijnen. Alzoo afschaf fing van alle differenliéele in- en uitvoerrechten, en, ala aequivalent, geen algemeen uitvoerrecht, maar eene belasting op den uitvoer van eenige weinige artikelen vau uitvoer, als: huiden 2 pCt., indigo 10 cents de kilo, koffie f 3 de 100 kilo, suiker 30 cents de 100 kilo, tabak f 1, tin 8.50, vogel nestjes 6 pCt. van de waarde. Scheveninoen, 8 November. De, door wijlen H. M. de Koninginmoeder der Nederlanden voor 40 jaren gestichte handwerksschool voor de be hoeftige meisjes alhier, werd gisteren, als naar gewoonte, heropend. Bij de afwezigheid van HH. KK. HH. Prins en Prinses Hendrik der Neder landen, woonde de heer Mr. J, H. van Wicke- voort Crommelin, secretaris van HH. KK. HH. de opening bij. In een korte rede deed die heer niet alleen uitkomen, hoe groot de belangstelling van den Prins en de Prinses in deze zoo hoogst nut tige instelling was, maar spoorde tevens de kin deren met alleszins uiiDzame en voor baar bevattelijke bewoordingen, tot ijverig werken aan; daar immers de vruchten barer arbeid, ge lijk men weet de vervaardiging van kledingstuk ken, volgens het edel, menschlievend doel an de Hooge stichtster bestemd zijn voor de arme natuurgenooten. ST.A.TJEIV GENERAAL. TWEEDE KAMER. De Minister van Buitenlandsche zaken heeft zijne Memorie van Beantwoording ingezonden op het Voorloopig Verstag nopens het lilde Hoofdstuk der Staatsbegrooting voor 1872. Daarvan is het onder staande ontleeud Het zou den Minister aangenaam geweest zijn, bij de aanbieding der begrooting van het Depar tement van Buitenlandsche Zaken voor het dienst jaar 1872, bevredigende inlichtingen te kunnen mededeelen omtrent de Luxeinburgsche schuld. Hij was daartoe, tot zijn leedwezen, niet in staat. In den stand der zaak was sedert de vaststelling der laatste begrootiug geene verandering gekomen. Thans bestaat evenwel het vooruitzicht dat on derhandelingen dienaangaande eerlang weder zullen kunnen opgevat worden. Bij verwezenlijking van dat vooruitzicht zal de Nederlandsche Regeeriug steeds bereid gevonden worden eene op billijke grondslagen ruslende schikking te helpen bevorderen. Ten aauzien van de desaaogaande gestelde vragen, vermeent de Minister zich te kunnen bepalen tot de mededeeliog: 1°. dat de te nemen beslissing omtrent den spoorweg Antwerpen-Gladbach nog afhankelijk blijft van den uitslag der onderhan delingen met België omtrent andere daarmede in verband staande spoorweg-verbindingen aan hangig: 2". dat, naar luid der van Zr. Ms. gezant te Berlijn ontvangen berichten, de vooruitzichten omtrent de eindelijke verwezenlijking der aanslui ting van den Noorder-Ötaatsspoorweg aan het Duitsche spoorwegnet in den laatsten tijd eenigs- zios guustiger schijnen geworden te zijn dan vroeger het geval was. Indien de Kamer omtrent beide punten meer in bijzonderheid mocht wen- scheu ingelicht te worden, zoude zij wellicht kunnen goedvinden zich tot dat einde te wenden tot den Minister van Binnenlandsche Zaken. De termijn van het nader uitstel, bij art. 1 der overeenkomst van 27 December 1869 Staatsblad 1870, n°. 28) aan Frankrijk toegestaan om het invoerrecht op ruwe suiker in overeenstemming te brengen met de aangenomen reudementen, is werkelijk den isten Juli jl. verstreken. Op de officiëele nota, dientengevolge bij de Fransche Regeering ingediend, heeft zij geant woord, dat alleen de politieke omstandigheden haar hadden verhinderd binnen den bepaalden lijd hare verbintenis jegens de mede gecontrac teerd hebbende partijen ie vervullen, doch dat zij hoopte eerlang in staat te zullen zijn mededeeling te ooeu van de genomen maatregelen om de at- doeuing te bespoedigen. Men mag dus vertrou wen dat Frankrijk weldra aan zijne verplichting ten deze zal voldoen; zullende daarop, zoo noodig, nader worden aaugi drongen. De Regeering houdt onafgebroken hare aan dacht gevestigd op de richting der Fransche han delspolitiek sinds het eindigen van den oorlog; zij heeft van het Fransche gouvernement de meest geruststellende verzekeringen verkregen dat, door de daar le lande genomen of beraamde linan- ciëele maatregelen, geeuerlei inbreuk zal gemaakt worden op de bestaande tractaatsbepahngeu. Werkelijk werden, na de afstemming van het ontwerp van wet tot goedkeuring vau het trac- taat met Groot-Briuauiuë ointreut Sumatra ge sloten, met die Mogendheid opnieuw onderhandelin gen gevoerd, welker uitslag waarschijnlijk binnen een zeer kort tijdsbestek aan de Kamer zal kunnen medegedeeld worden. De Kamer zal er derhalve wel met op willen aandriugen dat daaromtrent reeds hier inededeelingeu gedaan wordeu, die niet zoo volledig zouden kunnen zijn als wen- schelijk is. Up een handelstractaat mei Zwitserland, waar aan trouwens voor den handel geene dadelijke behoefte schijnt te bestaan, daar wederkeerig in beide landen de behandeling op den voel der meest begunstigde natie plaats vmdt, is voorshands geen uitzicht, ten ware de grondwetsherziening, waarvour een ontwerp bij den Zwitserschen Boudsraad aanhangig is, aanleiding mocht geven -om de vroegere onderhandelingen weder op te vatten. De Minister had gehoopt dat de Kamer bij den aanvang van het nieuwe zittingjaar het politiek geschilpunt met Venezuela zouue opgelost gevon den heoben. Daartoe bestond een alleszins gegrond vuorunzicht, hetwelk zich echter, ten gevolge van tien ziekelijkeu toestand van den Veuezuelaauschen onderhandelaar en misschien ook van de opnieuw m Venezuela ontstane verwikkelingen en onlus ten, tol nu toe met heelt mogen verwezenlijken. De meest dringende slappen worden evenwel bij voortduring gedaau om de aldoemug zooveel mogelijk le verzekeren en te bespoedigeu. De Minister stelt zelf te veel belang in de ver wezenlijking van den wensch der Kamers vau Koophandel tot verzekering der onschendbaarheid van personen en goederen in oorlogstijd en tot beperking der contrabaude, om niet ïedeie gele genheid aan te grijpen, die een stap nader zoude kunnen brengen tot het gewensclne doel. Naar luid der in het begin des jaars verzamelde be richten moet hij evenwel vreezen dat daartoe aangeweude pogingen, voor het oogenlik, weinig kans zouden oplevereu voor een gunstig resultaat. Hij zal niettemin den gegeven wenk niet uit het oog verliezen voor het geval er eenig uitzicht mocht bestaan dat daarvau een nuttig gebruik zoude te maken zijn. De Minister geelt gaarne de verzekering dat het hem tot bijzonder geuoegen zal verstrekken, zoo hij er toe kan medewerken, dat Nederland op de aanstaande wereldtentoonstelling te Wee- neu op alleszins waardige wijze vertegenwoordigd worde. De verantwoording van den consul te Ports mouth dóór de Staats-Courant openbaar gemaakt, heeft een overzicht geleverd van hetgeen aldaar gebeurd is en van de geheel uijzondere omstandig heden die deu consul iu de allereersieoogenblikken belet hebben aan het verlangen onzer ongelukkige landgenooten zoo volledig te voldoen als zij en de consul zelf het zouden gewenscht hebben. Het komt der regeering voor, dat de consul zijn gedrag voldoende gerechtvaardigd heeft, terwijl dan ook voorzoover bekeod is, geen der belang hebbenden de juistheid der door hem opgegeven feiten heeft ontkend. Ware de verdediging minder bevredigend ge weest, dan zoude de Minister zeker niet geaar zeld hebben ten aanzien van den betrokken con sul die maatregelen te nemen, welke de eer des lands en het belang der scheepvaart zouden hebben gevorderd. China. Het voorstel der Regeering is: de behar tiging der Nederlandsche belangen in China op te dragen aan een consul-generaal die tevens diplomatiek agent zal zijn, en als zoodanig den titel van zaakgelastigde verkrijgen. Ten gevalle der politieke positie van den Ne- derlandschen vertegenwoordiger in China, scheen het niet ondienstig laatstgemelden titel voorop te stellen, en dieusvulgeus dezen post onder art. 5 te brengen, doch ziet de Minister er geen over wegend bezwaar in, aan den alhier uitgedrukten weDSch te voldoen en de uitgetrokken som van ƒ21,000 voor een zaakgelastigde, tevens consul- generaal, op onderart. 5 te laten vervallen en die som daartegen op onderart. 6 over te brengen, voor een consul generaal tevens zaakgelastigde. Duitsch Keilerrijk. Pruisen en Saksen. De aanmer king omtrent het hooge belang der missie te Berlijn wordt alleszins beaamd. Reeds bij de vorige begrooting heeft de Minister het bewijs geleverd van zijn streven om de bezoldiging van den gezant bij het Duitsch Keizerrijk te verhoo- gen. Hoewel de tegenwoordige titularis daardoor reeds dadelijk op voordeeliger voet aangesteld werd dan waarop zijn voorganger gebleven was, bestaat niettemin het voornemen de bezoldiging zoodra mogelijk op een gelijk cijfer te brengen als dat, hetwelk voor de gezanten te Parijs en te Londen uitgetrokken is. Rome. Met leedwezeo heeft de Minister verno men dat bij het onderzoek in de sectiën de meer derheid zich niet voor het behoud der missie te Rome verklaard heelt. Hij meent echter te mogen vertrouwen dat deze uitspraak slechts aan eene wellicht minder juiste opvatting van den werkelijken toestand toe te schrijven is. In zoo ver dan ook zoude er mede voor hem eenige grond bestaan het gemis aan toelichting van den post te betreuren, ware het niet dat, blijkens het voorloopig Verslag, de redenen die hem tot ont houding van toelichting genoopt hebben, in meer dan eene afdeeliug aangewezen werden. Geheel in overeenstemming hiermede was het den Mi nister voorgekomen dat, waar hij slechts zoude hebben kunnen te kennen geven dat de omstan digheden nog geene wijziging van den bestaan- den toestand gedoogden, ook het stilzwijgen als eene genoegzaam duidelijke aanwijzing dier mee ning inocht aangemerkt worden. Gaarne evenwel wil de Minister zijne zienswijze dienaangaande nader toelichten. Bij de beantwoording van het Voorloopig Ver slag op de vorige begrooting, werd verklaard dat het in de nog bestaande omstandigheden niet raadzaam voorgekomen was tot intrekking over te gaan der missie te Rome. Sedert zijn met de meeste zorg en oplettendheid die omstandigheden gadegeslagen, voorzoover zij eenigen invloed op de beslissing der Nederlandsche regeering konden uitoefenen. Bij de beoordeeling daarvan moest steeds en in de eerste plaats het oog gevestigd blijven op de politieke gedragslijn, in de verwik kelingen van lateren tijd steeds, als de voor Nederland meest wenscheiijke, door de regeering erkend en gevolgd en ook door de Staten-Gene- raal goedgekeurd en aanbevolen. Dubbel scheen die gedragslijn aangewezen daar waar het een der gewichtigste vraagpunten geldt van den te- genwoordigeu tijd, hetwelk schier in alle landen in meerdere of mindere mate zijn invloed doet gevoelen. Het nemen van een initiatief in dezen zoude met ons belang als kleine Mogendheid en met onze in de Europeesche couflicten steeds aangenomen houdmg moeielijk zijn overeen te brengen. Nu zoude echter door opheffing op dit oogenblik van de missie te Rome zoodauig initi atief werkelijk genomen worden, al ware het dan ook slechts door de uitlegging welke daaraan onvermijdelijk zoude gegeven worden. Wij zouden ons daardoor alzonderen van alle andere Mogend heden wier gezanten bij den Paus geaccrediteerd waren en die tot op dit oogenblik het aanblijven dier gezanten nog noodig of wenschelijk geoordeeld hebben. Met alle bescheidenheid vermeent de Minister het gevoelen te mogen uitspreken dat de Kamer de juistheid en het gewicht dezer beschouwingen wel zal willen erkennen en zich overigens zal willen overtuigd houden dat de Minister, in overeenstemming met zijne gegeven voorschriften aan onze diplomatieke agenten buiten's lands eu meer bijzonder in Italië, steeds met de meeste oplettendneid iiet oog zal gevestigd houden op al hetgeen den hiervoren geschetsten toestand mocht wijzigen. De minister resident bij het hof van Italië be vindt zich op het oogenblik nog te Florence. Bijna alle vreemde gezanten zijn tot nog toe aldaar gevestigd gebleven, doch de meesten maken zich tot het vertrek naar Rome gereed. Dit wordt ook door Zr. Ms. minister-resident gedaan. De toekomst zal moeten leeren of dozclfde diplomaat te eeniger tijd bij Koning Victor E.nanuel en bij den Paus zal kunnen geaccrediteerd zijn. Voor het tegenwoordige moet zoodanige combinatie als onuitvoerbaar beschouwd worden en schijnt het ook, zoowel feitelijk als met hi t doel om voor alsnog geene wijziging te brengen in den be- staandeu toestand, beter de omschrijving vau den post te Roine te laten gelijk zij is. Het zal zeker wel aan den levendigen peune- strijd moeten toegeschreven worden, die in de dagbladen over de Italiaansche aangelegenheden gevoerd wordt, dat ook het bericht van het bezoek van den Nederlandschen gezant op het Vaticaan in de nieuwspapieren deu opgang gemaakt heelt, waarvan in het Voorloopig Verslag gespro ken wordt. Dat bezoek toch is niet als iets buitengewoons aan te merken. Zulke plichtplegingen, van wege vreemde gezanten, hebben steeds en overal plaats bij gelegenheid van gebeurtenissen, die als merk waardig of heugelijk kunnen beschouwd worden voorde vorsten bij welke zij geaccrediteerd zijn. Hetzeltde is ook, op het bedoelde tijdstip, van wege alle bij den Paus geaccrediteerde diploma tieke agenten liet geval geweest en de Kamer zal zeker wel willen toegeveu dat deelneming, ook door den Nederlandschen gezant, aan zooda nige personeele plichtpleging niet als ongepast kan aangemerkt worden,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 3