luitenant plaats hebben. De hoogere rangen wor
den, zonder tijdsbepaling en naar de keuze van
den opperbevelhebber, onder goedkeuring van den
minister van oorlog verleend. Voorts zijn nog
eenige bepalingen in genoemde besluiten vervat
urer het stellen op half tractement, het overgnau
in rang van het eene regiment in het andere enz.,
die minder belangrijk zijn.
Deelden wij gisteren de opgaaf der verschillende
democratische vereenigingen mede over de speech,
door Gladstone te Greenwich gehouden, heden
lullen wij nog met korte woorden aanstippen
boe verschillende dagbladen er over denken,
omdat daaruit de verhouding van de groote pers
lot de tegenwoordige regeering als van zelf wordt
gekenschetst.
De Times velt een zeer gunstig oordeel, vooral
over de verstandige wijze, waarop de premier
uch over de Lords heeft uitgelaten.
De Daily-News is natuurlijk bet meest van alle
bijbladen met de redevoering ingenomen en be-
If-ert dat Gladstone te Greenwich een sehitte-
htde zegepraal heeft bevochten.
De Morning Advertiser daarentegeu houdt staande,
'lat de premier slechts is toegejuicht door eenige
tolderden politie-agenten en een troep werklieden
der Docks, die ontevreden waren omdat zij pas
Sun ontslag hadden gekregen.
De conservatieve Standard vindt deze redevoe-
nng beter dan al de vorige, die de minister in de
lacanlie gehouden beeft, maar is van oordeel dat
zij den vrienden van den premier niet bijzonder
aaDgenaam in de ooren zal klinken. Dit kou zelfs
wel zoo ver gaan, dat zij hunnen aanvoerder in
tien steek lieten en hij bij de volgende verkie-
kiogen niet wordt herkozen I
te Birmingham worden toebereidselen gemaakt
li:r een groote bijeenkomst van alle liberale
lementen uit het geheele land, om de „question
Iralante," de hervorming van het hoogerhuis te
Sespreken.
Oostenrpk-Hoiig. Honarohle.
Intocht van Bieger in Praag. Vijf „lieve"
ministers.
De ontvangst van Rieger bij zijne terugkomst
Ie Praag, die wij vroeger reeds in onze telegram
men kortelijks mededeelden, heeft zich als volgt
loegedragen. Op het perron van het station werd
pij opgewacht door Bielsky, Skrejschowsky,
Ceitkammer, en andere Czecben-hoofden, die hem
piet het karakteristieke „Slaval" verwelkomden.
loeD zij buiten het station gekomen waren werd
lezellde uitroep, afgewisseld door „pereat Beust"
laereat Andrassy", herhaald door eene ontzag-
jjke volksmenigte waaronder vele studenten.
Bieger steeg in het rijtuig van Skrejochowsky,
doch de menigte spande de paarden uit en plaat-
Ie zichzelve in het gareel. Toen ging het voor-
oit naar het standbeeld van koning Wenzel onder
lllerlei voor een gewoon menschenoor onver-
Jtaanbare uitroepen, en vervolgens naar de woning
Iud Rieger, waar deze heer uitstapte met een
ledankje en een „nedje mese"(± laten wij stand
louden). De menigte antwoordde hierop door
lernieuwde kreten van pereat Beust, Andrassy,
fcje mese, liej Slovene, etc., en verstrooide
Bp. Een troep studenten gingen vervolgens nog
Bu "pereat" roepen voor het pohtie-bureau en
Bi van de „Tagesbote" doch werden, toen zij
B> deze laatste plaats tot baldadigheden over-
Igii'geu, door de politie uit elkander gejaagd en
■oor een groot gedeelte gevangen genomen. Gedu-
Bnde het overige van den dag hadden, vooral
lit de theaters, nog verscheidene demonstraties
Bo ougeregdleheden plaats, waarbij de politie
Ber krachtdadig optrad. Voor het station had
Bieger nog eene korte redevoering gehouden,
Be wij wegens haren hoogdravenden toon der
■«melding niet onwaardig keureu. Zij luidde
Bis volgt
B Wij wilden geluk en heil aan Bohemen, aan
Bostenrijk, ja aan geheel Europa gevennog
BclUs éene schrede, en wij hadden dat doel
B'eikt. Toen traden vreemde ongeroepene ele-
Beolen tusschenbeiden en wij zijn teruggedron
gen; wij komen derhalve verdrongen, maar niet
B«wonnen, tot u weder. Wij zijn aan ons zei-
B» trouw gebleven en zullen dat blijven,
ook de ministers hebben dit gedaan. Beil
Bi hun toegebracht! Uaar dat uwe ontevreden-
Beid zich niet keere tegen den hoogsten persoon
B keizer moet ook nog te rade gaan met andere
■pen; maar dezen wilden ons geen recht doen
Heiden! Hij, als constitutioneele monarch,
^B'nitecde dat hij ook nog andere beloften moest
■deden, en kwam in eene netelige positie; wij
■i° nu door den monarch afgewezen, terwijl
■e° hem slecht geraden had, wij zullen ons
■dit verwachten van den monarch, wanneer hem
Bed geraden wordt."
I 'J- woorden van Rieger over den keizer zijn
Boatigd genoeg; maar dat de Czechen-partij,
■l,;l haar streven naar autonomie, ten doel had
het heil van Europa te verzekeren, dat komt
■0s. na alles wat wij van de Oostenrijksche par-
B'happen hebben gezien, wat kras voor.
I 'Jf: Wiener Zeitung van 31 October bevatte vijf
■"even van den keizer aan de heeren Hohenwart,
B'hietinek, Schaffle, Jirececk en Von Holzgethan.
dieven vangen allen aan met een „Hein
lieber etc.;" de vier eerste geven onder dank
betuiging aan den „lieben Hohenwart," den
„lieben Habietinek" enz. hun ontslag, terwijl bij
den vijlden brief de „lieben Holzgethan" tot aan
het nieuwe kabinet met het presidiaat in den
ministerraad wordt bekleed.
TEL.EGKAMJVlEiV.
Versailles, 2 November. Het handelstractaat
met Engeland zal van de zijde van Frankrijk
niet worden opgezegd, maar in gemeenschappe
lijk overleg worden gewijzigd. Men verzekert,
dat de grondslagen der wijziging reeds gedeel
telijk zijn vastgesteld.
Het gerucht, als zou de Regeering voornemens
zijn het algemeene stemrecht te beperken, wordt
tegengesproken.
Men hecht geen geloof aan het bericht, volgens
't welk het Comptoir d'Escouipte biljetten van 5
franken zou uitgeven, inwisselbaar tegen biljetten
der Fransche Bank.
De heer Ferry heeft nog geen last ontvangen
om Corsica te verlaten.
Berlijn, 2 November. De Rijksdag heeft heden
in derde lezing het ontwerp betreffende den
St.-Gothard-Spoorvveg aangenomen.
De inzameling van gelden voor Chicago ter
beurze alhier heelt tot gisteren 2U,60Ü thaler op
geleverd.
Leipzig, 2 November. De plechtige intocht der
van het oorlogstooneel herwaarts teruggekeerde
troepen heelt heden plaats gevonden.
Parijs, 2 November. Het blad t'Ordre bevat
een brlei van prins Napoleon aan zijne kiezers.
Het schrijven is gedagteekend van 28 October.
De prins zegt daarin, dat alleen een beroep op
het volk een einde kan maken aan de crisis,
maar hij raadt om middelerwijl het voorloopig
Gouvernement te eerbiedigen. De briet eindigt
met het stellen der drie volgende quaestiënDe
republiek; het koningschap ouder de Bourbons,
of de dynastie der Bonaparteu.
Berlijn, 2 November. De dagbladen bevatten
eene oproeping van het voorloopig comité, tot
een algemeen arbeiders-congres, dat op 19 en
20 November te Berlijn gehouden zal wordeD,
om eene algemeene werkstaking te organiseeren,
ten einde te verkrijgen, dat de werkuren op 9
per dag vastgesteld en de loonen verhoogd zouden
worden.
Londen, 2 November. De Times verneemt uit
Parijs, dat admiraal de la Roncière voor den
post van gezant te Berlijn heeft bedankt.
Parijs, 3 November. Thiers heeft gisteren den
heer Jolly, advocaat van Rossel, ten gehoore
ontvangen, die hem het verzoek om gratie over
handigde.
De reis van Thiers naar Rouaan is niet op
27 November vastgesteld. Waarschijnlijk zal hij
vóór dien dag gaan.
Het gerucht, dat de regeering onmiddellijk na
de bijeenkomst der Nationale Vergadering zou
voorstellen om naar Parijs terug te keeren, wordt
tegengesproken.
Men gelooft dat de minister van financiën
heden de zitting der permanente commissie zal
bijwonen.
Alai-litbericliten.
Amsterdam, 3 November. Taganrog 197; Nov.
198, 197; Maart 210, 211; Met 214, 213, 212.
Raapolie 6 weken 4914; vliegend 48j{; Dec.
-4,748, 47ü. Lijnolie 6 weken 3714; vliegend
3644Maart, April, Mei 3744Dec. 355», 3514.
Hennepolie 6 weken 4144; vliegend 40. Raap
koeken 106, 118. Lijnkoeken 13, 1644.
Rechtszaken.
In de zitting van de correctioneele rechtbank
van 3 November 1871, zijn veroordeeld:
S. S., te Leiden, wegens ontduiking der belas
ting op de houden, tut geiub. van 6 of suos.
gev. van 2d. F. J. v. u. 8. te Leiden, wegens
misbruik van vertrouweu, tot cell. gev. van éen
jaar, en een geldb. van f 25 ot subs. gev. van
2d. J. v. d. B. te Woubrugge, wegens dief
stal, tot cell. gev. van 4 m. W. H. H. te Noord-
wijkerhout, wegens dielstal, tot gev. van 5 d.
luAAÏSTE BKRICHTEiN.
(Per telegraaf.) 's Geavenhage, 3 November. Bij
de Tweede Kamer is ïngekoiueu een wetsontwerp
houdende een nieuw 1. tarief. De Regeering acht
den tijd gekomen, om, zonder overgang, de laatste
overblijfselen van het beschermend stelsel uit het
Indisch tarief te doen verdwijnen. Alzoo afschaf
fing van alle differenliéele in- en uitvoerrechten, en,
ala aequivalent, geen algemeen uitvoerrecht, maar
eene belasting op den uitvoer van eenige weinige
artikelen vau uitvoer, als: huiden 2 pCt., indigo
10 cents de kilo, koffie f 3 de 100 kilo, suiker
30 cents de 100 kilo, tabak f 1, tin 8.50, vogel
nestjes 6 pCt. van de waarde.
Scheveninoen, 8 November. De, door wijlen H.
M. de Koninginmoeder der Nederlanden voor
40 jaren gestichte handwerksschool voor de be
hoeftige meisjes alhier, werd gisteren, als naar
gewoonte, heropend. Bij de afwezigheid van HH.
KK. HH. Prins en Prinses Hendrik der Neder
landen, woonde de heer Mr. J, H. van Wicke-
voort Crommelin, secretaris van HH. KK. HH.
de opening bij. In een korte rede deed die heer
niet alleen uitkomen, hoe groot de belangstelling
van den Prins en de Prinses in deze zoo hoogst nut
tige instelling was, maar spoorde tevens de kin
deren met alleszins uiiDzame en voor baar
bevattelijke bewoordingen, tot ijverig werken
aan; daar immers de vruchten barer arbeid, ge
lijk men weet de vervaardiging van kledingstuk
ken, volgens het edel, menschlievend doel an
de Hooge stichtster bestemd zijn voor de arme
natuurgenooten.
ST.A.TJEIV GENERAAL.
TWEEDE KAMER.
De Minister van Buitenlandsche zaken heeft
zijne Memorie van Beantwoording ingezonden op het
Voorloopig Verstag nopens het lilde Hoofdstuk der
Staatsbegrooting voor 1872. Daarvan is het onder
staande ontleeud
Het zou den Minister aangenaam geweest zijn,
bij de aanbieding der begrooting van het Depar
tement van Buitenlandsche Zaken voor het dienst
jaar 1872, bevredigende inlichtingen te kunnen
mededeelen omtrent de Luxeinburgsche schuld.
Hij was daartoe, tot zijn leedwezen, niet in staat.
In den stand der zaak was sedert de vaststelling
der laatste begrootiug geene verandering gekomen.
Thans bestaat evenwel het vooruitzicht dat on
derhandelingen dienaangaande eerlang weder
zullen kunnen opgevat worden.
Bij verwezenlijking van dat vooruitzicht zal de
Nederlandsche Regeeriug steeds bereid gevonden
worden eene op billijke grondslagen ruslende
schikking te helpen bevorderen.
Ten aauzien van de desaaogaande gestelde vragen,
vermeent de Minister zich te kunnen bepalen tot
de mededeeliog: 1°. dat de te nemen beslissing
omtrent den spoorweg Antwerpen-Gladbach nog
afhankelijk blijft van den uitslag der onderhan
delingen met België omtrent andere daarmede
in verband staande spoorweg-verbindingen aan
hangig: 2". dat, naar luid der van Zr. Ms. gezant
te Berlijn ontvangen berichten, de vooruitzichten
omtrent de eindelijke verwezenlijking der aanslui
ting van den Noorder-Ötaatsspoorweg aan het
Duitsche spoorwegnet in den laatsten tijd eenigs-
zios guustiger schijnen geworden te zijn dan
vroeger het geval was. Indien de Kamer omtrent
beide punten meer in bijzonderheid mocht wen-
scheu ingelicht te worden, zoude zij wellicht
kunnen goedvinden zich tot dat einde te wenden
tot den Minister van Binnenlandsche Zaken.
De termijn van het nader uitstel, bij art. 1 der
overeenkomst van 27 December 1869 Staatsblad
1870, n°. 28) aan Frankrijk toegestaan om het
invoerrecht op ruwe suiker in overeenstemming
te brengen met de aangenomen reudementen, is
werkelijk den isten Juli jl. verstreken.
Op de officiëele nota, dientengevolge bij de
Fransche Regeering ingediend, heeft zij geant
woord, dat alleen de politieke omstandigheden
haar hadden verhinderd binnen den bepaalden
lijd hare verbintenis jegens de mede gecontrac
teerd hebbende partijen ie vervullen, doch dat zij
hoopte eerlang in staat te zullen zijn mededeeling
te ooeu van de genomen maatregelen om de at-
doeuing te bespoedigen. Men mag dus vertrou
wen dat Frankrijk weldra aan zijne verplichting
ten deze zal voldoen; zullende daarop, zoo noodig,
nader worden aaugi drongen.
De Regeering houdt onafgebroken hare aan
dacht gevestigd op de richting der Fransche han
delspolitiek sinds het eindigen van den oorlog;
zij heeft van het Fransche gouvernement de meest
geruststellende verzekeringen verkregen dat, door
de daar le lande genomen of beraamde linan-
ciëele maatregelen, geeuerlei inbreuk zal gemaakt
worden op de bestaande tractaatsbepahngeu.
Werkelijk werden, na de afstemming van het
ontwerp van wet tot goedkeuring vau het trac-
taat met Groot-Briuauiuë ointreut Sumatra ge
sloten, met die Mogendheid opnieuw onderhandelin
gen gevoerd, welker uitslag waarschijnlijk binnen
een zeer kort tijdsbestek aan de Kamer zal kunnen
medegedeeld worden. De Kamer zal er derhalve
wel met op willen aandriugen dat daaromtrent
reeds hier inededeelingeu gedaan wordeu, die
niet zoo volledig zouden kunnen zijn als wen-
schelijk is.
Up een handelstractaat mei Zwitserland, waar
aan trouwens voor den handel geene dadelijke
behoefte schijnt te bestaan, daar wederkeerig in
beide landen de behandeling op den voel der meest
begunstigde natie plaats vmdt, is voorshands
geen uitzicht, ten ware de grondwetsherziening,
waarvour een ontwerp bij den Zwitserschen
Boudsraad aanhangig is, aanleiding mocht geven
-om de vroegere onderhandelingen weder op te
vatten.
De Minister had gehoopt dat de Kamer bij den
aanvang van het nieuwe zittingjaar het politiek
geschilpunt met Venezuela zouue opgelost gevon
den heoben. Daartoe bestond een alleszins gegrond
vuorunzicht, hetwelk zich echter, ten gevolge van
tien ziekelijkeu toestand van den Veuezuelaauschen
onderhandelaar en misschien ook van de opnieuw
m Venezuela ontstane verwikkelingen en onlus
ten, tol nu toe met heelt mogen verwezenlijken.
De meest dringende slappen worden evenwel
bij voortduring gedaau om de aldoemug zooveel
mogelijk le verzekeren en te bespoedigeu.
De Minister stelt zelf te veel belang in de ver
wezenlijking van den wensch der Kamers vau
Koophandel tot verzekering der onschendbaarheid
van personen en goederen in oorlogstijd en tot
beperking der contrabaude, om niet ïedeie gele
genheid aan te grijpen, die een stap nader zoude
kunnen brengen tot het gewensclne doel. Naar
luid der in het begin des jaars verzamelde be
richten moet hij evenwel vreezen dat daartoe
aangeweude pogingen, voor het oogenlik, weinig
kans zouden oplevereu voor een gunstig resultaat.
Hij zal niettemin den gegeven wenk niet uit
het oog verliezen voor het geval er eenig uitzicht
mocht bestaan dat daarvau een nuttig gebruik
zoude te maken zijn.
De Minister geelt gaarne de verzekering dat
het hem tot bijzonder geuoegen zal verstrekken,
zoo hij er toe kan medewerken, dat Nederland
op de aanstaande wereldtentoonstelling te Wee-
neu op alleszins waardige wijze vertegenwoordigd
worde.
De verantwoording van den consul te Ports
mouth dóór de Staats-Courant openbaar gemaakt,
heeft een overzicht geleverd van hetgeen aldaar
gebeurd is en van de geheel uijzondere omstandig
heden die deu consul iu de allereersieoogenblikken
belet hebben aan het verlangen onzer ongelukkige
landgenooten zoo volledig te voldoen als zij en
de consul zelf het zouden gewenscht hebben.
Het komt der regeering voor, dat de consul zijn
gedrag voldoende gerechtvaardigd heeft, terwijl
dan ook voorzoover bekeod is, geen der belang
hebbenden de juistheid der door hem opgegeven
feiten heeft ontkend.
Ware de verdediging minder bevredigend ge
weest, dan zoude de Minister zeker niet geaar
zeld hebben ten aanzien van den betrokken con
sul die maatregelen te nemen, welke de eer des
lands en het belang der scheepvaart zouden hebben
gevorderd.
China. Het voorstel der Regeering is: de behar
tiging der Nederlandsche belangen in China op
te dragen aan een consul-generaal die tevens
diplomatiek agent zal zijn, en als zoodanig den
titel van zaakgelastigde verkrijgen.
Ten gevalle der politieke positie van den Ne-
derlandschen vertegenwoordiger in China, scheen
het niet ondienstig laatstgemelden titel voorop te
stellen, en dieusvulgeus dezen post onder art. 5
te brengen, doch ziet de Minister er geen over
wegend bezwaar in, aan den alhier uitgedrukten
weDSch te voldoen en de uitgetrokken som van
ƒ21,000 voor een zaakgelastigde, tevens consul-
generaal, op onderart. 5 te laten vervallen en die
som daartegen op onderart. 6 over te brengen,
voor een consul generaal tevens zaakgelastigde.
Duitsch Keilerrijk. Pruisen en Saksen. De aanmer
king omtrent het hooge belang der missie te
Berlijn wordt alleszins beaamd. Reeds bij de
vorige begrooting heeft de Minister het bewijs
geleverd van zijn streven om de bezoldiging van
den gezant bij het Duitsch Keizerrijk te verhoo-
gen. Hoewel de tegenwoordige titularis daardoor
reeds dadelijk op voordeeliger voet aangesteld
werd dan waarop zijn voorganger gebleven was,
bestaat niettemin het voornemen de bezoldiging
zoodra mogelijk op een gelijk cijfer te brengen
als dat, hetwelk voor de gezanten te Parijs en
te Londen uitgetrokken is.
Rome. Met leedwezeo heeft de Minister verno
men dat bij het onderzoek in de sectiën de meer
derheid zich niet voor het behoud der missie
te Rome verklaard heelt. Hij meent echter te
mogen vertrouwen dat deze uitspraak slechts aan
eene wellicht minder juiste opvatting van den
werkelijken toestand toe te schrijven is. In zoo
ver dan ook zoude er mede voor hem eenige
grond bestaan het gemis aan toelichting van den
post te betreuren, ware het niet dat, blijkens het
voorloopig Verslag, de redenen die hem tot ont
houding van toelichting genoopt hebben, in meer
dan eene afdeeliug aangewezen werden. Geheel
in overeenstemming hiermede was het den Mi
nister voorgekomen dat, waar hij slechts zoude
hebben kunnen te kennen geven dat de omstan
digheden nog geene wijziging van den bestaan-
den toestand gedoogden, ook het stilzwijgen als
eene genoegzaam duidelijke aanwijzing dier mee
ning inocht aangemerkt worden.
Gaarne evenwel wil de Minister zijne zienswijze
dienaangaande nader toelichten.
Bij de beantwoording van het Voorloopig Ver
slag op de vorige begrooting, werd verklaard dat
het in de nog bestaande omstandigheden niet
raadzaam voorgekomen was tot intrekking over
te gaan der missie te Rome. Sedert zijn met de
meeste zorg en oplettendheid die omstandigheden
gadegeslagen, voorzoover zij eenigen invloed op
de beslissing der Nederlandsche regeering konden
uitoefenen. Bij de beoordeeling daarvan moest
steeds en in de eerste plaats het oog gevestigd
blijven op de politieke gedragslijn, in de verwik
kelingen van lateren tijd steeds, als de voor
Nederland meest wenscheiijke, door de regeering
erkend en gevolgd en ook door de Staten-Gene-
raal goedgekeurd en aanbevolen. Dubbel scheen
die gedragslijn aangewezen daar waar het een
der gewichtigste vraagpunten geldt van den te-
genwoordigeu tijd, hetwelk schier in alle landen
in meerdere of mindere mate zijn invloed doet
gevoelen. Het nemen van een initiatief in dezen
zoude met ons belang als kleine Mogendheid en
met onze in de Europeesche couflicten steeds
aangenomen houdmg moeielijk zijn overeen te
brengen. Nu zoude echter door opheffing op dit
oogenblik van de missie te Rome zoodauig initi
atief werkelijk genomen worden, al ware het
dan ook slechts door de uitlegging welke daaraan
onvermijdelijk zoude gegeven worden. Wij zouden
ons daardoor alzonderen van alle andere Mogend
heden wier gezanten bij den Paus geaccrediteerd
waren en die tot op dit oogenblik het aanblijven
dier gezanten nog noodig of wenschelijk geoordeeld
hebben.
Met alle bescheidenheid vermeent de Minister
het gevoelen te mogen uitspreken dat de Kamer
de juistheid en het gewicht dezer beschouwingen
wel zal willen erkennen en zich overigens zal
willen overtuigd houden dat de Minister, in
overeenstemming met zijne gegeven voorschriften
aan onze diplomatieke agenten buiten's lands eu
meer bijzonder in Italië, steeds met de meeste
oplettendneid iiet oog zal gevestigd houden op al
hetgeen den hiervoren geschetsten toestand mocht
wijzigen.
De minister resident bij het hof van Italië be
vindt zich op het oogenblik nog te Florence. Bijna
alle vreemde gezanten zijn tot nog toe aldaar
gevestigd gebleven, doch de meesten maken zich
tot het vertrek naar Rome gereed. Dit wordt
ook door Zr. Ms. minister-resident gedaan. De
toekomst zal moeten leeren of dozclfde diplomaat
te eeniger tijd bij Koning Victor E.nanuel en bij
den Paus zal kunnen geaccrediteerd zijn. Voor
het tegenwoordige moet zoodanige combinatie als
onuitvoerbaar beschouwd worden en schijnt het
ook, zoowel feitelijk als met hi t doel om voor
alsnog geene wijziging te brengen in den be-
staandeu toestand, beter de omschrijving vau den
post te Roine te laten gelijk zij is.
Het zal zeker wel aan den levendigen peune-
strijd moeten toegeschreven worden, die in de
dagbladen over de Italiaansche aangelegenheden
gevoerd wordt, dat ook het bericht van het bezoek
van den Nederlandschen gezant op het Vaticaan
in de nieuwspapieren deu opgang gemaakt
heelt, waarvan in het Voorloopig Verslag gespro
ken wordt.
Dat bezoek toch is niet als iets buitengewoons
aan te merken. Zulke plichtplegingen, van wege
vreemde gezanten, hebben steeds en overal plaats
bij gelegenheid van gebeurtenissen, die als merk
waardig of heugelijk kunnen beschouwd worden
voorde vorsten bij welke zij geaccrediteerd zijn.
Hetzeltde is ook, op het bedoelde tijdstip, van
wege alle bij den Paus geaccrediteerde diploma
tieke agenten liet geval geweest en de Kamer
zal zeker wel willen toegeveu dat deelneming,
ook door den Nederlandschen gezant, aan zooda
nige personeele plichtpleging niet als ongepast kan
aangemerkt worden,