concessie aan particulieren verleend, de gemeente
zich de zorg voor de exploitatie aantrok, de prijs
van het gas zeer aanzienlijk is verminderd.
Te Utrecht b. v. waar thans 9 cents de meter
wordt betaald, zal naar men verzekert, de prijs
met 1 Januari e. k. tot 7 cents worden verlaagd.
Te Groningen is de gasprijs 8 cents de meter.
En in 's-Gravenhage, bij veel aanzienlijker bevol
king en oneindig uitgebreider verbruik, moet
door particulieren worden betaald 18 cents de
meter, terwijl de gemeente voor de openbare
verlichting mede een zeer belangrijk bedrag heeft
te voldoen.
Waar de cijfers zoo duidelijk spreken, schijnt
verdere redeneering overbodig. Alleen valt nog
te wijzen op het feit dat schier overal, waar de
concessie, aan particulieren verleend, ten einde
loopt, de gemeenten (gelijk nog zeer onlangs te
Nijmegen) eene gasfabriek voor eigen rekening
oprichten.
Op grond van een en ander is de meerderheid
van de leden der Kamer van Koophandel en
Fabrieken van oordeel: dat het algemeen belang
van handel en nijverheid in deze gemeente het
raadzaam maakt, dat de aanleg en exploitatie der
gasfabriek geschieden vanwege de gemeente.
Zij onderwerpt dit gevoelen met vrijmoedigheid
aan de beoordeeling van Uwen Raad; omdat zij
hier, ia overeenstemming met hare roeping, op
treedt voor het belang der gasverbruikers in het
algemeen, in deze gemeente vooral zeer sterk
vertegenwoordigd door de industrie, welk algemeen
belang uit den aard der zaak, zwaarder bij haar
weegt, dan dat van den enkelen concessionaris-
industrieel."
Volgens L'llalie zou H. M. de Koningin der
Nederlanden Woensdag 18 dezer in gezelschap
van prof. Paluiieri het observatorium op den
Vesuvius bezoeken. Daags te voren had zij Sor-
rente bezocht.
Naar men ons mededeelt, is een onzer stadge-
nooten, matroos ter koopvaardij, te Konstantino-
pel uit zeer bedenkelijke omstandigheden gered
door de krachtige hulp van den heer Travers,
kanselier van het Nederlandsch gezantschap al
daar.
Bedoelde persoon, volgens zijn verhaal tegen
den avond aan wal gekomen om goed te koopen,
was, na een koffiehuis te hebben bezocht, op straat
onverwachts door drie Turken overvallen. Na
eenigen tijd zich met de vuisten te hebben ver
weerd, trok onze matroos zijn mes en bracht
daarmede een der aanvallers eene ernstige ver
wonding toe in den hals. Inmiddels was de Turk-
sche politie op het tooneel van den strijd verschenen
en werd de Nederlander gevangen genomen. De
kanselier, van het geval verwittigd, slaagde er
met moeite in, den beklaagde uit de Turksche
gevangenis te doen overbrengen in verzekerde
bewaring van het gezantschap, vastelijk besloten
zijnde hem niet weder aan de Turksche overheid
over te leveren, daar de man groot gevaar liep
van tot dwangarbeid te worden veroordeeld, het
geen in Turkije niet veel anders beteekent, dan
dat de gevangene nooit weder zijn vaderland te
rugziet, daar hij geheel aan de willekeur van
ondergeschikten is overgeleverd. Hierop stelde de
kanselier al het mogelijke in het werk, om de
vrijspraak van den beklaagde te verwerven, het
geen hem met eenige opoffering eindelijk gelukte.
Gedurende al den tijd van het geding is de ge
vangene door den heer Travers op zeer rnensch-
lievende wijze verpleegd, en na zijne invrijheid
stelling heeft hij hem overtocht verschaft naar
Engeland op een Duitscben bodem. Het blijkt
dus, dat onze landgenooten ook in verre ge
westen nog steeds de geweuschte bescherming
vinden, maar te wenschen is, dat zij niet door
eigen onvoorzichtigheid onze vertegenwoordigers
dikwijls in zoo moeilijke omstandigheden bren
gen. Handelsblad
Z. M. de Koning van Portugal heeft den heer
graaf Domenicy benoemd tot grootkruis der
Christus-orde en de gravin, zijne echtgenoote,
dochter vau den gepensioneerden kapitein der
artillerie L. Smits, is opgenomen onder de dames
der Koninklijke orde van St.-Elisabeth.
Wij vernemen, dat de heer Jhr. Mr. O. W. J.
Berg van Middelburgh, thans buitengewoon ge
zant en gevolmachtigd Minister van Z. M. den
Koning bij het Hof van Z. M. den Sultan van
Tnrkije, benoemd is tot dezelfde functie bij Z. M.
den Keizer van Rusland. Dv. Z. H.)
Naar men verneemt is mejufvrouw Jeanne de
Vries, oudste dochter van onze beroemde land-
genoote mevr. Rosa de Vries, als eerste chanteuse
légère geëngageerd aan de Italiaausche opera te
Londen, voor dezen winter en voor de „season"
van 1872, 1878 en 1874. Zooals men zich herin
neren zal is mejufvr. Fidès de Vries, tweede
dochter van mevr. Rosa de Vries, aan de Groote
Opera te Parijs verbonden.
De generaal-majoor M. D. graaf van Limburg
Stirum, buitengewoon adjudant des Konings,
maakt, overeenkomstig de aankondiging in de
Staatscourant van den 19den Augustus jl., bekend,
dat bij hem is ontvangen tot het oprichten van
een monument ter eere der gesneuvelden in de
Citadel van Antwerpen in December 1832: eene
bijdrage van 170.05 van de Amsterdamsche
dienstdoende schutterij, door tusschenkomst van
den kolonel-kommandant van het korps, Jhr. D.
Bicker, adjudant des Konings in buitengewonen
dienst, enz., enz.
Door den Nederlandschen consul generaal te
Athene is de heer S. P. Schiadau aangesteld tot
zijnen consulairen agent op Cephalonia.
De Minister van Financiën maakt bekend dat
bij hem ontvangen is een muntbiljet groot ƒ10,
door een onbekende, onder het postmerk Am
sterdam van 20 dezer, ten behoeve van 's Rijks
schatkist ingezonden.
Z. M. heeft aan D. Kaan Az., op zijn verzoek
eervol ontslag verleend als burgemeester van
Wieringerwaard, onder dankbetuiging voor de
in die betrekking bewezen diensten, en is tot
burgemeester dier gemeente benoemd Jhr. Mr. P.
van Foreest.
Z. M. heeft aan G. H. Bast, onder dankbetui
ging voor de door hem bewezen langdurige dien
sten, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als
auditeur bij den schuttersraad der dd. schutterij
te Hoorn.
Voorts is eervol ontslag verleend aan Mr. G. van
Rossem, als kapit. bij de dd. schutterij te Hoorn,
onder gehoudenheid tot het volbrengen van
de op hem nog rustende schutterlijke verplich
tingen als gewoon lid der schutterij bij de re
serve, met al de gevolgen daaraan bij de wet
gehecht.
Tevens is benoemd tot auditeur bij den schut
tersraad der dienstd. schutterij te Hoorn, Mr.
G. van Rossem, tot dusverre kapitein bij die
schutterij.
BINNENLAND.
Amsterdam, 20 October. De leening voor de
uitbreiding van het kosthuis N°. 1, groot ƒ9000,
is in drie dagen reeds meer dan volteekend, de
inschrijvingen voor zes en meer aandeelen zijn
niet geheel aangekomen kunnen worden.
Nieuwediep, 19 October. Het is alhier op het
Instituut weder druk met de baren geweest; een
onlangs op het Instituut geplaatst adelborst moet
zoo mishandeld zijn, dat zijn vader hem van 't
Instituut heeft genomener heeft weder een streng
onderzoek plaats gehad. Telkens hebben dergelijke
feiten op de instituten van Breda en Nieuwediep
plaats; 't is een kwaad, dat niet weg te nemen
schijnt; want, hoewel jongeren te mishandelen
den jongeling onteert, die zich daaraan schuldig
maakt, baat het wegzenden weinig. De indruk,
daardoor gemaakt, blijft niet laDg werkeDom
de 3 a 4 jaar heeft meu een geheel nieuw per
soneel cadetten of jonkers; en nog wil de een
maal als baar geplaagde op zijn beurt den baas
spelen over de pas aangekomenen. Jammer, dat
door deze jongens-brooddronkenheid soms meer
dan éen toekomst wordt vernietigd, en de ouders
't grootste leed van 't gebeurde dragen.
(Ulr. Dagbl.)
's-Gravenhage, 20 October. Voor het Provinci
aal Gerechtshof in Zuid-Holland werd heden be
handeld, de door den Hoogen Raad naar dit col
lege verwezene zaak van J. Dorst, oud 24 jaren,
die bij het door den Hoogen Raad vernietigde
arrest van het Hof in Zeeland, schuldig verklaard
was aan moord en te dier zake veroordeeld tot
levenslange tuchthuisstraf.
De besch. zou zijne vroegere minnares den 18den
Februari in een paardenput hebben geworpen
en haar zoolang onder water hebben gehouden
tot zij was overleden, na vroeger te hebben be
proefd haar door worging van het leven te be-
rooven.
Adv. Gen. van Maanen requireerde schuldig
verklaring aan moord en veroordeeling tot levens
lange tuchthuisstraf.
De verdediger van den besch. Mr. D. van Eek
concludeerde tot het toepassen van het minimum
der strafuitspraak, heden over 8 dageD.
Utrecht, 20 October. Dezer dagen werd alhier
in het hotel Beilevue de tweede algemeene ver
gadering van de vereeniging van officieren, tot
onderlinge ondersteuning in geval van overlijden,
gehouden. Belangstellende leden uit bijna alle
garnizoenen van ods land waren opgekomen om
het vóór drie jaren gemaakte en dus nu aan de
ervaring getoetste reglement, zooverre noodig, te
verbeteren en aan te vullen.
Het bewustzijn, van elk op zijne wijze het
zijne te hebben bijgedragen, om iets goeds tot
stand te helpen brengen, werd verlevendigd door
de mededeeling vaD den hooggeaebten en onver-
moeiden president-penningmeester Kuytenbrou-
wer, dat het getal leden tot 640 was geklommen,
en de laatste uitkeering 330 bedroeg. UD.)
Hengelo, 20 October. Een paar dagen geleden
hebben zich in deze gemeente opgehouden twee
kooplieden in zijden stoffen, lakens, damasten en
andere manufacturen, omtrent welke het vol
gende wordt bericht. Zij biedeo de menschen voor
ongehoord lage prijzen de schoonste stalen van
allerlei goederen aan, (waarvan zij echter de
orgineele stukken niet bij zich hebben) ten gevolge
waarvan meestal bestellingen worden gedaan en
waarvoor het geld eerst later bij de ontvangst
der goederen, door hen wordt geëisebt. Die be
stellingen worden echter door hen nooit afgeleverd,
ergo, ook niet door de koopers betaald. Zoodra
zij deze commissie hebben ontvangen en de koop
lust hebben opgewekt, bieden zij de geheele
stukken manufacturen, eveneens voor zeer lage
prijzen, aaD, welke goederen op het oog er zeer
goed uitzien, doch bij onderzoek blijken, geene
de minste waarde hebben.
Van dit goed nu ontvangt de kooper onmiddel
lijk het gekochte en moet dit contant betalen.
Even als hier zal het ook elders gebeuren, dat
het den koopers eerst blijkt, wanneer de koop
lieden reeds lang vertrokken zijn, dat zij door
dezen, somwijlen voor belangrijke geldsommen,
zijn bedrogen.
Een ieder wachte zich derhalve voor schade I
Zwolle, 20 October. Een onlangs overleden
dame hier ter stede heeft aan het instituut voor
doofstommen te Groningen, van welke inrichting
zij een kweekeling was geweest, een legaat vau
ƒ1000 vermaakt, vrij van successierechten.
Assen, 19 October. Dezer dagen waren te Em-
inen twee leden der directie van 't oudheidkundig
museum te Assen, ten einde „Hunnebedden" te
vvaardeeren, over welker verkoop aan den Staat
onderhandeld wordt. Ook hebben zij in de Wolfs
bergen een opgraving laten doeD, en daardoor
een gave urn verkregen. Ter zelfder plaatse zijn
in den laatsten tijd verscheidene urneu voor den
dag gekomen, die, voor zoover behouden gebleven,
ten Gemeentehuize gebracht, en verder naar het
Provinciaal Museum werden opgezonden.
(Pr. Dr. en Ass. Cl.).
Zierlkzee, 19 October. Heden arriveerde alhier
ter reede de Engelsche schoener Chimera, kapit.
Hodder, komende van Dublin, bestemd naar Ant
werpen, beladen met sulphathe de soda. Gisteren
was het schip door dikken mist misleid, gestrand op
het Noordland, van waar het door den redding
schokker met behulp van lichters en onder be
gunstiging van buitengewoon schoon weder is af
gebracht.
INGEZONDEN.
Met genoegen kondigen wij de eerste voorstel
ling aan van de Vereeniging Harmonie, welke a. s.
Woensdag zal plaats hebben in haar gewoon
lokaal.
Deze eerste uitvoering zal bestaan inDe Parel
snoer, groot drama in drie afdeelingen, door J. C.
Roobol, en daarna: De twee Marketentsters, eene
episode uit den laatsten oorlog tusschen Frank
rijk en Duitschland, oorspronkelijk blijspel met
zang, in één bedrijf, door J. K. de Regt.
De keuze der stukken, de goed geordende repe-
titiën, alles heeft bijgedragen om de leden en
hunne dames een waarlijk genotvollen avond te
bezorgen.
Het is ons tevens aangenaam te kunnen mede-
deelen, dat de Vereeniging Harmonie in bloei toe
genomen is en onderscheiden nieuwe verdien
stelijke sujetten heeft aangeworven. Werke
lijk, die Vereeniging verdient in alle opzichten
medewerking en ondersteuning. De liefhebbers
van goede tooneelvoorstellingen verzuimen dus
niet eene introductie kaart te neineD.
Een vriend der knnst.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Léon Say in Londen en de quaestie van vrijen
handel tusschen Frankrijk en Engeland.
Prins Napoleon.
De rede, die de Fransche prefect der Seine,
Léon Say, gehouden heeft op het banket, dat
hem door den Lord-mayor van Londen werd
aangeboden, heeft in Engeland een bijzonder
goeden indruk gemaakt. En geen wonder, want
Say heeft bij die gelegenheid met kracht het
stelsel verdedigd, waarvan hij door familie-traditie
en eigen overtuiging een onwrikbaar aanhanger
is, het stelsel namelijk van vrijen handel. Het
mocht zelfs, dunkt ons, eenige verwondering
wekken, dat hij over deze quaestie zoo onbewim
peld eene meening uitsprak, geheel in strijd met
die van den man, die op het oogenblik aan het
hoofd der zaken in Frankrijk staat, en misschien
op dit punt met Engeland in ernstige verwikke
lingen zou kunnen komen.
Gaan wij om deze reden kortelijk na, hoe de
verhouding tusschen Engeland en Frankrijk nu
eigenlijk is op dit punt, dat weldra bij de Natio
nale Vergadering in behandeling zal komen.
De geheele verwikkeling spruit, zooals men
weet, voort uit den bijzonderen toestand, waarin
Frankrijk door den ongelukkigen oorlog van
1870 is geplaatst. Thiers en Pouyer-Quertier
mogen nog zulke voorstanders van het bescher
mende stelsel zijn, zij zouden er niet over denken
deze vooringenomenheid op Frankrijk's verhou
ding met Engeland te doen influenceeren, indien
het scheppen van nieuwe financiëele hulpbronnen
hun daartoe niet, al zij het dan ook eene ge
wenschte, aanleiding gaf. Onder die nieuwe
hulpbronnen dan willen zij opnemen een in
komend recht op de grondstoffen voor de weve
rijen, die uit Engeland in Frankrijk worden in
gevoerd. Dit recht nu zou in strijd zijn metlM
handelstractaat van 1860, waarbij vrijheid 3
in- en uitvoer of in allen gevalle lage reclujl
zijn vastgesteld voor verschillende producten H
beide landen b. v. voor Engelsche katoet ,ifl
en andere grondstoffen, steenkolen enz., H
Fransche wijnen, Parijsche en andere artikf.H
In ieder verdrag echter wordt natuurlijk
geval voorzien, dat een van beide partijen
ziging zou kunnen verlangen, en zoo geeft
het handelstractaat van 1860 aan Frankrijk
middelen aan de hand, om de gewenschte vtl
andering tot stand te brengen.
Art. 9 zegt, dat zoo éen van de hoogecontnB
teerende partijen het noodig oordeelt, een vil
zijne inlandsche producten of fabrieks-artikel.B
te belasten, de invoer van het daarmede overee-M
stemmende artikel uit het andere land ook jl
dezelfde mate kan verhoogd worden. Indien d|
Frankrijk nu op zijne grondstoffen een rechti|
20 pCt. gaat heffen (waartoe zooals men v|
het voorstel aanhangig is) dan kan het volgel
art. 9 den invoer uit Engeland van die grol
stoffen insgelijks met 20 pCt. treffen.
Art. 21 van het genoemde tractaat luidt,D;B
hooge contracteerende mogendheden behoude|
zich voor om, met gemeenschappelijke goedkal
ring, in dit tractaat alle wijziging te brengt; I
die niet met den geest en de beginselen er ilI
in strijd zijn en waarvan het nut door de ondeil
vinding mocht gebleken zijn."
Volgens dit artikel derhalve staat aan Thieal
de diplomatische weg open om van Eugelanil
te verkrijgen dat het een inkomeDd recht op c l
grondstoffen voor de weverijen wel zou willet!
beschouwen als niet in strijd zijnde „met de:l
geest en de beginselen van het tractaat."
Oppervlakkig zou men zeggen, dat de Franse!I
regeering het verstandigste deed met zich sleet. I
aan art. 9 te houden, met kracht en geweld tl
20 pCt. op zijne inlandsche grondstoffen er do:l
te drijven en dan hetzelfde recht op die uit ifl
geland te heffen. Deze opvatting echter gelootl
wij eene verkeerde te mogen noemen, (altijd i l
het oogpunt der regeering gesproken en Diet u.,1
dat, hetwelk wij in het belang des lands beschot I
wen). Vooreerst toch is het nog zeer twijfelaci: I
tig of de nationale vergadering het ge-1
noemde inlandsche recht van 20 pCt. zal goed-1
keuren en indien Thiers zijne onderhande-l
lingen met Engeland dus nu op den grondsla'l
van art. 9 ging baseeren, dan zou bij zulk eene even-
tuëele afkeuring zijne geheele politiek in duigen
vallen. Ten tweede vreest de Fransche regeerio;
represailles van de zijde van Engeland. De veil
houdiDg tusschen de twee lauden is wel is waal
zeer goed, en Engeland genegen om zooveel mo
gelijk het ongelukkige land behulpzaam te zijn
Maar indien Frankrijk nu op deze als het ware
geforceerde wijze zijne plannen ging doorzetten
zou de andere partij zich wel eens op de eene
of andere wijze kunnen gaan schadeloos stellen.
Daartoe toch behoefde het nog niet eens de
Fransche wijnen of andere producten met een in
komend recht te treffeD, maar zou eenvoudig een
recht van uitvoer kunnen heffen op zijne steen
kolen, hetgeen voor Frankrijk een gevoelige sla;
zou zijn.
Bovendien zal Engeland niet gaarne op gron:
van art. 9 onderhandelen, en wel in het belas,!
van Frankrijk zelf. Indien het toch liet doel
schemeren, dat het in de 20 pCt. invoerrecht zond 1
représailles zou berusten, indien ditzelfde reet]
ook voor de Fransche grondstoffen werd geheven
dan zou het tot de goedkeuring van dit laatsu
door de nationale vergadering indirect kunnen
medewerken. Zulk eene medeplichtigheid nu zal
een vijand der bescherming van sommige takken
der industrie als het Engelsche gouvernement
is zonder twijfel tegen de borst stuiten,
indien het inderdaad voor Frankrijk's herstel
zulke goede wenschen koestert als het steeds
verzekert.
Het zou dus voor Thiers ter bereiking van zijn
doel het beste zijn, indien hij Engeland kon
overhalen tot eene wijde opvatting van art. 21.
Ue Fransche iudustrie zou er niet door behoe
ven te lijden, de Fransche schatkist zou er bij
winnen. Maar nu is het te vreezen, dat de vriend
schappelijke gezindheid van Engeland niet zoover
zal gaan. Het zou toch in dat geval medewerken
om het recht van 20 pCt. op de grondstoffen te
verhinderen, terwijl het dezelfde producten van
zijn eigen land zonder slag of stoot met 20 pCt.
zou laten treffen. Met andere woorden het zou
klaarblijkelijk den bloei der Fraosche manufac
turen ineer behartigen dan dien van zij De eigene.
De vriendschap nu tusschen de staten onderling
is en moet voorloopig nog zijn eene geheel andere
dan die tusschen bijzondere personenzelfopoffe
ring is een woord, dat de diplomatie niet keDt.
Het valt dus voor Frankrijk te vreezen, dat op
deze wijze de moeielijkheden niet nit den weg
zullen te ruimeu zijn, en zonder twijfel zou ook
menige stem zich daar verheffeD tegen eene con
cessie, .die men als eene soort van aalmoes uit
Engeland's hand zou ontvangen.
Wij zien de oplossing dezer quaestie met groote
belangstelling te gemoet, gedeeltelijk omdat zij
op Frankrijk's financiëelen toestand vrij veel in-