buitenland.
Franlirtjlt.
,oenng van Léon Say. Prins Napoleon naar
Corsica, Casimir Périer.
■ie heer Léon Say heeft op een banket, dat
WL werd aangeboden door de maires van Parijs
■e Schoone redevoering gehouden over den
Kiaod van Parijs. Hij deelde mede, dat de ar-
■jen bedrijvigheid weder merkbaar beginnen
H,e nemen, en dat b. v. de opbrengst der oc-
H en niet minder is dan in 1869. De prefect
K;i overigens volmondig erkend, dat de uiterste
Bfcerzijde in den gemeenteraad volstrekt de vrees
H rechtvaardigde, die men bij de verkiezingen
I - haar koesterde: als zou zij tegen hem en de
B gematigde partij eene hevige oppositie voe-
Kortom de benoemde prefect en de gekozene
Bjeeateraad zijn met elkander volkomen eens-
en onder die omstandigheden zal de Pa-
B/: bevolking zonder morren de zware lasten
H;:h nemen, die hare vertegenwoordiging ver-
Hit is, haar op te leggen. De heer Say ein-
Bje met zijn glas te ledigen op Parijs als hoofd-
van Frankrijk.
■De regeering heeft niet dan na lange deliberatie
Ids conferentie met de permanente commissie,
■hemmend geantwoord op het schrijven van
■u Kraaschen consul te Genève, of hij prins
■apoleon een paspoort mocht geven naar Cor-
Ita. Waarschijnlijk heeft de impopulariteit van
Ito heer, waardoor zijne verschijning op Napo-
I,ns geboortegrond weinig gevaarlijk wordt, veel
•dragen om Thiers tot dit gunstige antwoord te
Hotten. Wat de telegraaf ons mededeelt over
Heregeld heden op Corsica komt ons om dezelfde
Kil ook weiuig waarschijnlijk voor. Alles zal
H wel bepaald hebben tot eenige nuttelooze
Hingen van enkele aanbidders van de vervallene
Herlijke glorie, om den prins met eenige fees-
■ijkheid te ontvangen. Overigens zou volgens de
K. Beige de regeering aan de Nationale Verga-
■ring bij hare terugkomst een ontwerp willen
lorleggen om aan de familie Bonaparte den
legang tot het Fransche grondgebied te ontzeg-
Ru, en de ministers Ollivier en Palikao in staat
lan beschuldiging te stellen.
I Het Journal de Paris verklaart naar aanleiding
lan door verschillende bladen medegedeelde ge-
luchten over voorwaarden, die door Casimir
rêrier voor de aanvaarding zijuer portefeuille
[ouden gesteld zijn, dat dit nu niet juist heeft
[laats gehad, maar dat de nieuwe minister met
jen lieer Thiers een lange samenspraak heeft ge
lild, waarin hij de ideeën blootlegde, die hij in
tjue politiek dacht te volgen.
Daarin zou voornamelijk op het tapijt zijn ge-
lüinen de voortgang van de ontwapening der
Rationale garde, en de indiening bij de Vergade-
|iog van een ontwerp-kiesvvet.
Duitscliland.
I Legerwet en keuze van nationaliteit in Elzas-
Lotharingen. Antwoord van den Beierschen
minister van eeredienst.
I Asd den Bondsraad is door Bismarck voorge
legd een wetsontwerp tot invoering van bepalingen
Imtient het krijgswezen in Elzas-Lotharingen.
tic raste paragraat van dat ontwerp stelt vast
Hl de gezamenlijke artikelen over het krijgs-
Beten van de rijksconstitutie in de nieuwe pro-
Knciën in kracht zullen treden, met uitzondering
lan de artt. 60, 62 en 66. Het eerste handelt
Irer de contingenten in vredestijd, het tweede
per de conlributiën tot onderhoud van het rijks
leger, het derde eindelijk over de benoeming der
picieren van de verschillende contingenten, waar-
hoor de bijzondere toestanden in Elzas-Lotharin
gen ten minste voorloopig afzonderlijke bepalingen
'ereischen. Door 2 van het ontwerp wordt de
rijkswet over den verplichten krijgsdienst in
Elzas-Lotharingen ingevoerd. Deze zal echter niet
toegepast worden op de inwoners der nieuwe
provinciën, die voor 1 Januari 1851 geboren zijn.
De oproeping van hen, die in 1851 geboren wer
den begint in October 1872. Betrekkelijk de toe
lating tot den éenjarigen dienst en de vrijstelling
wegens huiselijke omstandigheden, zal men in de
eerste jaren de bijzondere verhoudingen in Elzas-
Eotliaringen in aanmerking nemen. Bij 3 ein
delijk wordt de Pruisische wet ingevoerd op de
ondersteuning van behoeftige familiën van reser
visten en landweermannen die voor den dienst
onbekwaam zijn, benevens de rijkswet tot onder-
taning der behoeftige familiën van manschappen
der vervangingsreserve, die in hetzelfde geval
'vkeeren.
Zooals men weet is bij het vredesverdrag van
lü Mei aan de inwoners van de nieuwe provin
ciën toegestaau zich tot een bepaalden termijn te
verklaren omtrent de nationaliteit tot welke zij
voortaan willen behooren. Bij besluit van de
rijkskanselarij is nu bepaald, dat dit recht niet
oon minderjarige personen zal worden toegekend,
hetzij uit eigen beweging, hetzij op gezag van
van hunnen vader of voogd handelende. Verklaart
•daarentegen de vader of de hem overlevende
moeder, op grond van art. 2 van genoemd trac-
'aat, dat zij de Fransche nationaliteit kiezen, dan
strekt zich de werking hiervan ook uit tot de
ut hunne macht staande kinderen.
Het antwoord, dat de Beiersche minister van
eeredienst, von Lutz, zooals wij gisteren mede
deelden, op de interpellatie van den heer Herz
c. s. gegeven heeft over de verhouding van staat
en kerk, heeft in de liberale kringen groote be
vrediging gegeven. Vooral de opstellers en onder
teekenaars van de interpellatie zijn met het
ministerieele antwoord volkomen tevreden.
Het mag beschouwd worden als een stuk van
groote beteekenis, niet alleen wat den omvang
betreft (de voorlezing er van duurde 2 kt uur),
maar ook wat den inhoud aangaat is het een
van de gewichtigste staatsstukken, die in langen
tijd tot de Beiersche kamer gekomen zijn.
De tribunes waren dan ook stampvol bezet, en
in de loge voor het corps diplomatique merkte men
ook den pauselijkeu nuntius op, die zich wel niet
bijzonder geamuseerd zal hebben.
Oostenryk-Hong. Monarchie.
De Oost.-Hongaarsche grenzen. Hongarije tegen
over de Cis-Leithaansehe aangelegenheden.
De opstand, die weder in een van de Hongaar-
sche grens-districten, namelijk in Rakovica, is
uitgebroken veroorzaakt te Ofeu vrij veel onrust.
Dit district is zeer dicht bij de Turksche grenzen,
en wel bij Turksch-Croatië gelegen, zoodat men
ook naar vroegere ondervinding alle reden heeft
om te vreezen, dat aan de opstandelingen van
daar uit veel heimelijke hulp zal worden ver
strekt. Over die voortdurende onlusten, naar aan
leiding van den exceptioneelen toestand, waarin
de Oostenrijksche grenzen nog altijd eenigszins
verkeeren, schrijft men uit Ofen aan de Köln.
Zeil. het volgende:
„Er gaat slechts éene stem op over de nood
zakelijkheid om met de zoo moeilijke opheffing
van de exceptioneele toestanden zorgvuldig door
te gaan. Doch deze erkentenis komt wel wat
laat, en het is niet waarschijnlijk dat de zaak
nu zoo gemakkelijk zal gaan. Zeer dikwijls heb
ben verstandige mannen, die de verhoudingen
op de grenzen kennen, de moeilijkheid van dien
arbeid betoogd, en voorgesteld om wat meer
zachtzinnig te werk te gaan. Om door een streng
maar welwillend militair bestuur in die ver
warde huishoudelijke toestanden, in die huizen
en goederen gemeenschap, regelmaat en vrijen ver
deelbaren eigendom in te voeren, om met andere
woorden sterk ingewortelde verhoudingen door
vrijheden te vervangen, die voor dit volk nog
geene waarde hebben, dat is een taak, die zelfs
bij de meeste omzichtigheid en gematigdheid
bijna niet zonder botsingen kan vervuld worden.
Voor Hongaarsch Croatië vooral zal dit steeds
een van de moeilijkste opgaven zijn, omdat ten
eerste de krachten ontbreken, die er voor ge
vorderd wordenen ten tweede hetgeen Hongarije
aanbiedt den grensmannen niet behagen kan."
De partijen in Hongarije onthouden zich maar
zorgvuldig van zich in de bestaande Cis-Leithaan-
sche twisten te mengen, of zelfs er ronduit
hunne meening over uit te spreken. De bladen
van de Deak-partij, de partij der Hongaarsche
emancipatie, begaan voortdurend in hunne uit
latingen kunststukken van balauceering. Deak zelf
gaat door voor ongesteld en de minister president
Andrassy i9 zooals men weet afwezig. De oorzaak
hiervan ligt in de weifelachtige politiek, vooral
van de regeeiings-partij. Men wil het rijk, zoo
als het in 1867 geconstitueerd is, ja in stand hou
den, en daarom zou men tegen Bohemen partij
moeten kiezen maar aan den anderen kant wil
men dat rijk of liever het ceutrale bestuur niet
te machtig maken, en uit dit oogpunt zou men
Bohemen weder moeten helpen. Alleen dan wan
neer men in Weenen slechts eenigszins het plan
scheen te koesteren om de teugels van Bohemen
losser te maken ten einde die van Hongarije
vaster te kunnen aanhalen, wanneer men met
andere woorden het dualismus door het foede-
ralismus wilde vernietigen dan zou Hongarije
met de Deak-partij voorop, weldra van zich laten
hooren.
België.
De Indépendanee en het plan Lessine3.
De Indépendanee Beige beklaagt of liever ver
ontwaardigt zich over de wijze waarop alle
mogelijke dagbladen haar hebben gedrongen om
het bekende plan van Oscar Lessiues openbaar
te maken, en nu weer eenigszins kwalijk nemen,
dat zij voortgaat met dergelijken beleedigendeu
nonsens te publiceeren. Vooral de Echo du Parlement
heeft zich aan deze ongerijmdheid schuldig ge
maakt. Dat blad verzoekt nu de lnd. om toch in
vredesnaam de lezers niet verder te vervelen en
te indigneeren door de waanzinnige voortbreng
selen van ziekelijke hersenen. En eerst schroomde
men niet, de lnd. Beige bijna insinuaties van
medeplichtigheid en dergelijke naar het hoofd
te werpen, omdat zij niet spoedig genoeg de
stukkeu openbaar maakte en eerst nauwkeurig
wilde onderzoeken of zij inderdaad echt waren.
Maar het blad zal zich aan deze malle aanmer
kingen nu niet meer storen, en geeft dan ook
in zijn nummer van heden het slot der veelbe
sproken stukken, waarin vriend Oscar voor het
kabinet van Napoleon LH de beste middelen tot
ouikooping bloot legt; en aan het verstand brengt
hoe tot bevordering van het plan tegenover de
drukpers moet gehandeld worden.
telegrammen.
Berlijn, 16 October. De Keizer heeft heden den
Rijksdag geopend met een troonrede, waarin ge
zegd wordt dat de eerste werkzaamheden van
den Rijksdag hoofdzakelijk gewijd waren aan
die zaken, die onmiddellijk voortvloeiden uit de
nieuwe organisatie van Duitschland. Nu zal de
regeling van de Rijksbegrooting de voornaamste
taak zijn.
De Keizer had gehoopt den Rijksdag ook een
begrooting van het Duitsche leger, overeenkom
stig de voortdurende behoefte, voor te leggen.
De uitgebreidheid echter waarmee de door den
oorlog veroorzaakte werkzaamheden al de admi
nistratieve krachten ook na den duur des oorlogs
in beslag genomen hebben, en de verandering,
waarin een deel van het leger zich nog bevindt,
hebben echter de samenstelling vau deze begroo
ting nog verhinderd. De Keizer zag zich derhalve
genoodzaakt de toestemming van den Rijksdag
te vragenden overgangstijd, welke de Rijkscon
stitutie tot het einde van het loopende jaar voor
de militaire begrooting aanwijst, nog tot het vol
gende jaar te doen voortduren.
De begrooting voor 1870 heeft in weerwil van
de invloeden van den oorlog, een overschot opge
leverd, waarover den Rijksdag een wetsontwerp
zal worden voorgelegd.
De troonrede kondigt de wetsontwerpen aan
over de instelling van een gouden munt en de
grondslagen van gemeenschappelijke Duitsche
munt; over de waarborgen van de spoorweg
verbinding lusschen Duiischland en Italië door
Zwitserland, enz.
Voorts wordt in de troonrede gezegdVertrou
wend op de voortdurende ontwikkeling van de
biunenlandsche toestanden van Frankx-ijk in den
geest van orde en vastheid, heb ik het doenlijk
geacht de ontruiming vau de departementen,
waarvan de bezetting volgens de vredesvoorwaar
den in Mei van het volgend jaar inoest plaats
hebben, reeds nu te doen gescnieden. De waar
borgen, die in de plaats vau de vroeger gegeveuen
zullen treden, zullen U uit de den 12den dezer
daarover gesloten overeenkomst blijken, en tevens
zal u daarbij ter goedkeuring een conventie wor
den aangeboden over de concessiëu, welke door
Duitschland voor de industrie van Elzas-Lothariu-
gen bedongen zijn.
Op het gebied vau de buitenlandsche staatkunde
heelt mijne opmerkzaamheid des te ongedeelder
gewijd kunnen zijn aan de bepaling en de be
vestiging van den met Frankrijk gesloten vrede,
omdat de betrekkingen van Duitschland tot al
de buitenlandsche Regeeriugen van vreedzameu
aard waren en zich keumerkten door weder-
zijdsche welwillendheid. Mijn pogingen blijven
steeds daarheen gericht het gegronde vertrouwen
te versterken, dal het nieuwe Uuilsclie llijk een vre
derijk zal zijn.
In dit opzicht was het eene belangrijke, maar-
tevens ook welkome taak met de uaatste buren
van Duitschland, de heerschers van de machtige
Rijken die het van de Oostzee tot de Bodenzee
begrenzen, vriendschappelijke betrekkingen van
dien aard te onderhouden, dat haar vastheid ook
in de openbare meeumg van alle landen niet
langer betwijfeld wordt.
De troonrede wijst verder op de ontmoetingen
liiet deu Keizer vuil Oostenrijk, op liet gemeen
schappelijk belang van Duitscülaud en Oostenrijk,
op het verdwijnen van de herinnering van deu
vroegeren strijd.
De troonrede eindigt met de vermelding vau
de hartelijke ontvangst, die den Keizer op alle
plaatsen is ten deel gevallen.
De ziusnede over de verzoening met Oostenrijk
werd levendig toegejuicht.
Marseille, 16 Octuber. Het bevestigt zich dat
er een eskader zal uitzeilen.
De gerucineu ütijveu loopen dat er ongeregeld
heden op Corsica zijn vourgevallen; doch met
zekerheid is mets bekend. Men weet alleen dat
de militaire autoriteit gisteren een bataljon jagers
te voet van Marseille naar Ajaccio heelt d°oeu
vertrekken.
Madrid, 16 October. Er heelt gisteren eene
zeer lainjke republikeinsche bijeenkomst plaats
gehad. Orense presideerde. De verschillende vour-
stellen zijn aldus sauieu te vatten: rustelooze
oppositie langs wettigen weg tegen elk gouver
nement, dat met het vertrouwen in de lederatieve
republiek aanneemt.
Er werden verscheiden heftige redevoeringen
gehouden. Verschillende sprekers verklaarden,
dat ondanks de verschillen, die lusschen de repu
blikeinen en de internationalisten bestaan, toch
eene volmaakte onderlinge sympathie ouder hen
heerscht. Een der sprekers zeide, dat de interna
tionale leerstellingen wettig zijn en zich over
geheel Europa zullen verspreideu. De verschillende
voorstellen werden bij acclamatie aangenomen.
Berlijn, 16 October. Vau particuliere zijde
woedt nu vVeeueu gemeld, dat de Keizer zijn
autwoord op het adres van den Boiieemsclien
Lauddag heelt uitgesteld, totdat hij daaromtrent
liet Ministerie nader zal hebben gehoord. Graal
Andrassy, de Hongaarsche Minister-President,
wordt er heden verwacht.
Par(js, 16 October. Het Journal of/ic. zegt, dat
heigeeu de dagbladen uit de zitting der „perma
nente commissie" mededeelden, onjuist is; het
geheim dier zntiugeu wordt goed bewaard.
Het blad noemt het onwaar, dat vele leden
zonder gegronde redenen wegblijven. De afge
vaardigden, wieu sommige dagbladen dit ten laste
leggen, munien juist door hun ijver uit.
Parijs, 17 October. De uilslag der aanvulliugs-
verkiczingeu heelt deu aard der eerste verkie
zingen met gewijzigd. Alleen is de minderheid
der radicalen nog sterker geworden.
Een depecbe uit Versailles zegt, dat men daar
mets weet van ongeregeldheden op Corsica.
Gisteren heeft de begeiiadigingscommissie slechts
over drie vonnissen beslist. De stukkeu waren te
uitvoerig, om meer te behandelen. Thiers heeft
zijne peisoonlijke meeumg niet willen zeggen,
maar de Gazelle des Tribunaux meent te weten,"dat
hij voor zachtheid is.
Monden, 17 October. De Times zegt, naar aan
leiding van de troonrede van keizer Wilhelm,
dat het Duitsche volk volkomen het beginsel
vau eenheid ouder Pruisens aanvoering aangeno
men heelt. Duitschland kan misschien nou een
aanval vau b .iteu te doorstaan hebben, maar
van tweedracht heeft het niets meer te vreezen.
Het blad keurt de invoering van een nieuw
muntstelsel en de liberale politiek des keizersje-
gens Frankrijk goed en voegt er bij, dat, zoolang
Thiers aan het bestuur blijft, er niet aan te twij
felen valt, of Frankrijk zal zijne verplichtingen
nakomen en het daartoe noodige geld vinden.
Gemeenteraad.
ingekomen sldkken.
Leiden, 9 October 1871.
Burgemeester en Wethouders hebben de eer bij
deze aan u over te leggen een staat van 173 man
schappen, die of op de rol dezes jaars als dienstplich
tige schutters zijn gebracht of na het opmaken der
rol zich ter vervulling hunner schutterlijke verplich
tingen hebben aangemeld, en van welke beoordeeld
moet worden in hoeverre zij in do termen vallen
om zeiven in hunne kleeding of kleedingkosten te
voorzien, dan of zij daarin geheel of gedeeltelijk uit
de gemeentefondsen moeten worden tegemoet ge
komen.
Een onderzoek door eene commissie uit ons midden
ingesteld, heeft tot het besluit geleid dat een en
dertig manschappen in staat zijn de kosten voor
hunne kleeding geheel te voldoen, zeven voor de helft
en zeventien voor één vierde, terwijl de overigen één
honderd achttien, wier onvermogen door bewijzen
gestaafd is, niet geacht worden daartoe iets te kunnen
bijdragen.
Wij nemen mitsdien de vrijheid u voor te dragen,
dat 31 manschappen, met name op de lijst vermeld,
geacht znllen worden in staat te zijn zeiven in
hunne kleeding te voorzien, terwijl 7 voor de heljl,
17 voor drie vierden en de overige 1 IS op dien staat
voorkomende manschappen als zoodanig voor liet geheel
uitde gemeentefondsen tegemoetkomingzullen erlangen.
Aan den Gemeenteraad.
Burgemeester en Wethouders, enz.
Leiden, 5 September 1S71.
Geeft reverentelijk te kennen Pieter Hendrik Hoos,
pachter der gemeente Leiden
dat hij sedert 1" September 1868 is pachter van
het ophalen van asch, vuil en puin dezer gemeente;
dat hij bovendien, ingevolge zijn contract, is belast
met de levering van grove en fijne puin ten behoeve
der gemeentewerken;
dat aan de vroegere pachters der puin, respectieve
lijk Pieter Dingjan, en later Dirk Wijsman en Dingjan
en Cornp., altijd is afgestaan de puin afkomstig van
straat- en gemeentewerken welke in eigen beheer der
gemeente werden gemaakt, iets, waarop de adressant
bij de berekening zijner pacht wel deugdelijk heeft
gerekend
dat het hem nu echter is gebleken dat puin, welke
hij vermeent dat hem uit den aard zijner pacht bil
lijkerwijze zou toekomen, door de gemeente zelve
wordt gebezigd tot aanplemping of het onderhoud
van wegen
dat hij met bescheidenheid vermeent dat hierdoor
inbreuk wordt gemaakt op zijne rechten als gemeen
tepachter der puin, aangezien hierdoor aan hem
wordt onthouden een gedeelte provenuën waarvan
hij zijne belangrijke pachtsom moet betalen;
dat naar zijn bescheiden oordeel hier iets wordt
gedaan dat nooit de bedoeling van do ontwerpers
van zijn contract heeft kunnen ziju, aangezien hij
als pachter tevens is belast met de levering vau grove
en fijne puin voor de gemeente, en art. 15 van zijn
contract uitdrukkelijk bepaalt: //De pachter is ver
plicht voor het onderhoud der gemeentewerken on
wegen, te leveren de benoodigde hoeveelheid grove
eu fijne puin, tot een bedrag van ongeveer,50 lasten
grove en 1U0 lasten fijne pum, berekend naar een
gewicht van 1800 Ned. ponden;" art. 1(3 bepaalt vau
welk soort, gehalte en sorteering de puin moet zijn;
terwijl art. 17 zegt: „De pachter zal aan de gemeente
in rekening mogen brengenvoor een last grove
puin een gulden en veertig cents, en voor een last
fijne puin zeventig cents;"
dat deze prijsbepaling gemiddeld de helft bedraagt
van de waarde waarvoor de puin in den regel wordt
verkocht, en nog op verre na niet dekt de onkosten
en arbeidsloonen die aan det inzamelen en sorteeren
van puin ziju verbonden;
dat uit een eu ander zeer natuurlijk volgt, dat de
hoofdgedachte van de ontwerpers van het contract
is geweest de volgende: „De gemeente heeft noodig
pum voor het onderhoud van werken eu wegen, en
zou de puin welke van de werken der gemeente
afkomt tot dat doel zeer goed kunnen gebruiken,
doch om ze zoodanig te hebben als de gemeeute behoeft
(zie art. 16 van het contract), zijn er noodig puin-
stalen en bijzondere sorteering, wanraan veel aroeid
en onkosten verbonden zijn; zij kan daarom de puin
veel goedkooper tegen een te voren bedongen laag
tarief van den pachter bekomen, dan dat zij zelve
puinstalen moet aanleggen en de belangrijke kosten
van verwerken, sorteeren enz. moet betaleuzij zal
daarom hare puin aan den pachter afstaan, maar
vordert van hem, dat hij in recompense daarvoor
zal leveren tegen een laag tarief datgeen wat de ge
meente voor het onderhoud van hare werken en
wegen noodig heeft;"
dat het tarief, vastgesteld voor de levering van puin
aan de gemeente, aan hem bij de aanvaarding zijner
pacht bekend was, en hij zich diensvolgens niet kan
noch mag beklagen; doch dat hem niet bekend was
dat de gemeente bovendien nog puin in haar voor
deel zou gebruiken, welke hij vermeent dat hem in
billijkheid toekomt;
dat hij het zeer prijzenswaardig vindt als de ge
meente-belangen zoodanig worden behartigd dat daar
mede voordeelen worden behaald, doch dat hij met de
meeBte bescheidenheid vermeent, dat die voordeelen door
de gemeente nimmer mogen worden genoten ten nadeele
van een pachter die jaarlijks eene belangrijke pacht
som moet betalen, zonder nog te spreken van de
talrijke verplichtingen waaraan hij gehouden is en
die alle met onkosten gepaard gaan
dat die pachtsom en onkosten natuurlijkerwijze
moeten gedekt worden door de opbrengsten zijner
pacht, waaronder de puin ook eene plaats bekleedt;
dat hij zich reeds eenige malen bij de Commissie
van Fabricage heeft beklaagd over het houden der
puin welke hij vermeent dat hem toekomt, doch zon
der vrucht, daar uwe Commissie heeft gemeend van
een tegenovergesteld gevoelen te moeten zijn;
dat hem dit nog kortelings is gebleken, toen hij
vernam dat de pum welke zal komen van den stati
onsweg buiten de voormalige Bijusburgerpoort, zou
worden gebruikt ten behoeve der Haarlemmer trek
vaart
dat hij met eerbiediging van het gevoelen uwer
Commissie met de meeste bescheidenheid vermeent
dat zij in deze dwaalt.