erijen reeds dadelijk deze verandering gebracht
Cden, dat de frankeer-tax tot de vroegere
ile zal terug keeren. De reden hiervan is, dat
Lr den verhoogden tax de brievenverzeoding
merkelijk was afgenomen.
Duitschland.
Interpellatie aan het Beiersehe Ministerie.
De interpellatie, door 46 leden van de progres-
iiische partij aan het Beiersehe ministerie ge-
|,ht, luidt als volgt:
p, Is het gouvernement besloten om de volle
jili'erming van den staat te verleenen tegen
ji misbruiken van het geestelijk gezag aan alle
ailiolieke Beiersehe onderdanen, priesters of
^ten, die het dogma der (onfeilbaarheid niet
•noemen, en om hen te handhaven in al hunne
t,Degene rechten en betrekkingen?
Is het gouvernement meer in 't bijzonder
loten: a) om de ouders te beschermen tegen
leerstellingen van de Romeinsche curie, die
vrijheid van geweten bedreigen? 6) om aan
Ij gemeenten, die zich in den boezem der kerk
j|en vormen op den grondslag van het oude
■Diessiooeele geloof, en aan hunne pastoors
rechten te verzekeren, die hun toekomen
,jueDs de geldende wetten en reglementen?
v Is het gouvernement in het algemeen be-
o om de scheiding van staat en kerk tot ver
slijking te brengen, die onmisbaar is ge
lden om op het gebied des geloofs vrede en
.ijbeid te. vestigen, door zijne goedkeuring te
denken aan nieuwe wetten, die, terwijl zij de
schend bare rechten van den staat handhaven,
bepalingen van het concordaat van de ordon-
miie van 8 April 1852 en andere vernietigen,
eindelijk geheel voldoening geven aan de kreet
m injheid van geloof en geweten, die ons door
le Constitutie gewaarborgd zijn?"
tii-oot-Hi-ittlinnii:.
Home rule.
In de stad Drogheda, niet ver van Dublin,
eergisteren eene meeting plaats gehad tot
Itipreking der quaestie, die de Engelsche regee-
en het parlement binnen korten tijd weer
wat te doen zal geven, en waarover Glad-
|;ic zich ook bij zijne vacantie redevoeringen
verscheidene keeren heeft uitgelaten, na
ijl de zelfregeering, de zoogenaamde „Home
van Ierland. Er waren ongeveer 10,000
tomen tegenwoordig, die grootendeels met
Intreinen uit Dublin werden aangebracht. De
was met vele vlaggen versierd, waaronder
I meeste Fransche en Ainerikaansche, terwijl
i Engelsche door hunne geheele afwezigheid
Bntterden. De voornaamste redenaars waren sir
Itio Martin, lid van het parlement, SullivaD,
fóacleur van de Nation en O'Byrne, redacteur
en de Irishman.
De vergadering vereenigde zich met eenige
tiluiien, waarbij het volgende werd uitgedrukt:
Engelsche wetgeving heeft niets gedaan om
Ierland tevredenheid, eendracht en welvaart
stand te brengen, welke toch zoo gemakke
lk zouden kunnen geschapen worden in een
tod, waar de natuurlijke hulpbronnen er
tor zoo rijkelijk aanwezig zijn. Hoewel
vergadering geen algeheele afscheiding
in Groot-Brittannië vvenscht, beschouwt zij
foederatieven regeeriugsvorm met een
irlement te Dublin als de eeoige manier om
\n (evenwoordigen treurigen toestand des lands
verbeteren, even als dit ook in Canada en an-
re Britsche koloniën bestaat. De handhaving
ndelijk van hare eigene wetten en de regeering
ier haar eigen volk is een onomstootelijk recht
in de Iersche natie.
De heer Martin zeide onder anderen in zijn
beech, dat de Ieren de menscheii aan de andere
[de van het Britsche kanaal geen kwaad willen
pen, maar besloten zijn, hun recht te eischen.
jij vorderde van Gladstone, dat hij het parlement
Lu ontbinden, en de Iersche kiezers zou raad-
le«eu over de quaestie van eene inlandsche re-
lering.
lbe vergadering liep niettegenstaande de opge-
■ouAenbeid der redevoeringen rustig af. Binnen
pit tal te Cork eeue dergelijke groote vergade-
g Toor de „Houie rule" gehouden worden.
Oosteni*yli-Honjr. Monarchie.
Boheemsehe hervormingsplannen.
Hel ontwerp van een grondwet voor Bohemen,
|i aan het adres aan den keizer zal toegevoegd
lorden, is ODgeveer van den volgenden inhoud:
Ien als Hongarije zal Bohemen niet de rijks-
faering gemeen hebben de buitenlandsche poli-
Ik, het krijgs- eD financiewezen. Deze gemeen-
Jiappelijke aangelegenheden zullen geregeld
linden door delegaties, voor welke Bohemen
1 gewone en 8 plaatsvervangende afgevaardigden
|l kiezen. De wetgeving voor afzonderlijke Bo
tanische aangelegenheden zal geschieden door
In landdag
[lour de aangelegenheden, die geineenschappe-
|k le behandelen zijn met de andere lauden, be-
Vre Hongarije, wordt een ongres ingesteld van
Reraardigden, die door de verschillende laudda-
ft gekozen worden. Er is een afzonderlijk mi-
litcrie met een verantwoordelijken Boheemsehen
I-kanselier. ïot bestrijding van de gemeenschap-
flijke uitgaven wordt percentsgewijze naar de
ptengst der belastingen een quotum betaald,
ft door de deputaties uit de landdagen zal wor-
0 vastgesteld. lu de plaats van het heereuhuis
'een senaat worden ingevoerd.
[Volgens deze lordenugeu zou dus aan deu Bo-
Jeeinschen landdag de wetgeving toekomen over
1 onderwijs, de justitie, de inwendige politieke
fganisatie, het bank- eu spoorwegwezen, het
"Mijk verkeer, de op het land zelf betrekking
fktieode handels- en üuaucieele aangelegenheden
derhalve ook de directe belastingen daarmede
f''?t verder natuurlijk te zamen de geheele
H'dstratie, voor zoover zij de genoemde aan-
f'É;iDiiedeu betreft.
tiet algemeen zien wij .hier, zooals wij reeds
p6», hetzelfde wat Hongarije sinds jaren ge-
ftr" en in 1867 verkregen heeft. Maar er zijn
No voorwaarden van Bohemen, zoo als wij ze
oen telegram aau de Augsb. Allg. Zeit. over
igen, enkele bepalingen, die ons vreemd voor
innen. Terwijl b. v. de gemeenschappelijke aan-
r ^euheden bestaan in de buitenlandsche politiek,
f11 kr'jgs- eu financiewezenterwijl deze gemeen-
feensthappelijke aaugelegenheden zullen worden
|eregeld door delegaties van Hongarije, Bohemen
I" het overige rijk, zoo als tot nu toe delegaties
ldn Hongarije en Cis-Leithanië dn deden; hoe
er dan nog aangedrongen worden op de
r|"*''mg van een congres van afgevaardigden
I "e verschillende provinciën voor andere ge-
ponschappelijke belaugeu
Eene andere vreemde bepaling is de eisch van
Bohemen, dat in de plaats van het Heerenhuis
een senaat worde ingesteld, dat in het algemeen
de rijksvertegenwoordiging anders worde gekozen
en ingericht. Waarschijnlijk is de reden van deze
vordering te zoeken in de vrees, dat bij zijne
tegenwoordige samenstelling de rijksraad niet
altijd waarborgen genoeg zal opleveren voor de
handhaving der Boheemsehe rechten. Volgens
een telegram uit Praag aan de Neue Fr. Pr zou
ook geëischt worden, dat de delegaties (die tegen
woordig naar een vaste verhouding door hooger-
eo lagerhuis worden gekozen) op eene andere
wijze zouden worden samengesteldde reden
hiervan is zonder twijfel te zoeken in de vrees,
dat de Boheemsehe afgevaardigden daarin te
weinig zouden te zeggen hebben, daar zij door
Oostenrijk en Hongarije zouden worden over
schaduwd.
Al deze eischen nu komen ons daarom vreemd
voor, omdat zij ingrijpen in de algemeene orga
nisatie des lands en de grenzen van Boheineus
bijzondere belangen verre overschrijden. Bij der
gelijke vorderingen zijn de Duitsehers niet alleen
ïu hun gelijk, wanneer zij inoord en brand
schreeuwen, omdat Boheuie de organisatie van
het geheele rijk wil veranderen naar zijne eigene
behoeften, maar ook zou, dunkt ons, bij derge
lijke gewichtige wijzigingen Hongarije betrokken
zijn, dat zich lot nog toe onzijdig heeft gehouden.
De andere provinciën, die iets le vragen heb
ben, zullen van zelf spoedig geuoeg met huune
klachten aankomen. Immers ook de Vorarlberg-
sche landdag heeft reeds een adres voor den dag
gebracht, waarhij hij voor zich vrijheid vraagt
om ongeveer alle mogelijke reactionnaire en be-
kronipene handelingen te mogen bedrijven. Laat
Bohemen derhalve tevreden zijn, indieD het eene
afzonderlijke positie en autonomie in de meeste
zaken krijgt, maar laat het de regeling der ver
houding van het rijk tegenover de verdere pro
vinciën aan henzelven overlaten.
TELEGRAMMEN.
Londen, 10 October. De Echo bevat een telegram
uit Berlijn, volgens hetwelk 't zeker zou wezen,
dat het geschil omtrent de regeling der douane
rechten voor de geannexeerde provinciën uit den
weg geruimd is. Gisterenavond zou de heer Pouyer-
Quertier een vertrouwelijke conferentie met Prins
Bismarck gehad hebben. Hun gesprek zou voor
namelijk geloopen hebben over de afdoening van
't vierde halve milliard der oorlogsschadever
goeding.
Naar de Echo verder verneemt, zou de Keizer
van Oostenrijk tegen 't eind van de volgende
maand te Berlijn een bezoek gaan afleggen aan
den Keizer van Duitschland.
Madrid, 10 Oct. In de bijeenkomst der Pro
gressisten is met 92 tegen 42 stemmen het voorstel
tot 't uitbrengen van een votum van vertrouwen
ten opzichte der Regeering verworpen. De aan
hangers van Sagasta hebben zicli daarop verwij
derd, en eene commissie benoemd tot reorganisatie
van de partij. Die commissie zal lieden een mani
fest in 't licht zenden. Volgens de lmparcial zullen
zij den naam van „Radicalen" niet voeren. De
heer Sedano heeft geweigerd de portefeuille van
Buitenl. Zaken te aanvaarden.
Xieuw-York, 10 Oct. Hedenmorgen vroeg,
dank zij een overvloedigen regen, is de brand te
Chicago tot staan gekomen. Men berekent, dat
de stad over een oppervlakte van vijf vierkanle
Eng. mijlen vernield is. Honderden gebouweD
heeft men moeten laten springen, ten einde het
vuur te stuiten.
Madrid, 10 Oct. Voor het vicepresidentschap
der Cortes zijn, hij tweede stemming, 133 stem
men uitgebracht op den heer Monterino en 119
op den heer Bercera.
Parijs, 10 Oct. Het bevestigd zich dat het han
delsverdrag met Elzas—Lotharingen, waaromtrent
thans een overeenstemming is tot sta d gebracht,
zal worden onderworpen aan de kennisneming
van den Lijksdag, welke op 16 October zal bij
eenkomen.
Er wordt een gestreng onderzoek ingesteld
naar de ontvluchting van een staatkundig ver
oordeelde uit eeu der gevangenissen te Versailles,
welke ontvluchting dezer dagen heeft plaats ge
had.
IVew-York, 10 Oct. Al wat te Chicago waarde
had, is door de vlammen vernield. De schade
wordt op 200 uiillioen dollars geschat. De ramp
heeft onder de handelaren van New-York eene
paniek te weeg gebracht. De regen houdt aan.
Het aantal slachtoffers is groot. Uit Buffalo, Pitts
burg, Cincinnati en St. Louis zijn levensmiddelen
naar de plaats des onheils gezonden.
YYeenen, 11 Oct. De Peslher Reform meldt, dat het
voorloopig onderzoek in de zaak der gevangen ge
nomen werklieden is afgeloopen. Uit het onder
zoek is geblekeu, dat zij alle in betrekkingston
den met de Parijsche Commune en naar de in-
structiën der Internationale handelden. Drie af
gevaardigden der uiterste liukerzijde ziju bij dit
proces betrokken.
Xleun-Y'ork, 11 Oct. Uit Chicago wordt be
licht, dat reeds veertig lijken onder de puinhoopen
der stad zijn te voorschijn gehaald. Acht persouen,
die op plundering der woniugen betrapt werden,
zijn opgehangen.
STATEN GENERAAL.
Mobilisatie van liet leger.
Besluit.
De leemten in de orgauisatiën onzer levende
strijdkrachten in het tweede gedeelte van dit ver
slag vermeld, geven geuoegzaam den weg aan
die gevolgd moet worden om in dit opzicht tot
verbetering te geraken.
Het tijdperk van voorbereiding lot deD oorlog
is in onze wetgeving onbekeud. Blijkbaar heelt
de wetgever slechts liet oog gehad op vrede en
oorlog, alsof die twee toestanden scherp van
elkander gescheiden waren en er geen tijd van
overgang geslond. Toch bestaat die toestand en
zal zich bij een eventueelen krijg werkelijk voor
doen. Het is de toestand waarin wij tijdens de
mobilisatie van het vorige jaar verkeerden. Wij
waren toen niet in vredestoestand, want alle
lichtingen der militie waren opgeroepen, alle ves
tingen en liniën werden opgemaakt en gewapend
en het leger was grootendeels geconcentreerd tot
observatie om op alle eventualiteiten voorbereid
te zijn. Evenmin waren wij op voet van oorlog,
want de regeering onderhield voortdurend de
meest vriendschappelijke verstandhouding met de
overige Staten van Europa. Die verstandhouding
kon echter met de oorlogskausen elk oogenblik
veranderen, en wij zouden dan iu bet geval heb
ben verkeerd van het tijdperk van overgang in
menig opzicht ongebruikt te hebben laten voor
bijgaan.
Naarmate nu die overgangsperiode, gelijk bij
de hedenduagsche oorlogen, korter is, met andere
woorden, naarmate men minder tijd tot voor
bereiding heeft, moet men dien tijd met inspan-
ning van alle krachten zich ten nutte kunnen
maken en bij gevolg meer de noodige vrijheid
van handelen hebben. Wanneer de regeering en
de opperbevelhebbel van het leger door allerlei
wettelijke bepalingen, waaraan zich het bijzon
der belang vastklemt, belemmerd worden, dan
komen wij met onze verdedigingsmaatregelen te
laat en zal onze verdediging het meest geschaad
worden door de wettelijke bepalingen die haarjuist
moesten beschermen en in de hand werken.
Dat de bepalingen der wet van den 14deu
September 1866 [Stbl. N°. '138) belemmerend wer
ken, wanneer in het voorbereidingstijdperk, gelijk
onvermijdelijk is, troepen moeten worden samen-
geirokken, wat meer zegt zoodanige samentrek
king onmogelijk zouden kunnen maken, is uit
het vroeger bijgebrachte af te leiden. Nu moge
het bij eeo toestand van volkomen vrede te bil
lijken ziju dat de last der inkwartiering aan be
merkende bepalingen onderworpen zij, zoodra het
eger in eeu toestand verkeert waarin het elk
oogenblik kan geroepen worden om de stellingen
te bezetten, die het tegen den vijand zal moeten
handhaven, behooren hierbij evenmin belemme
ringen ondervonden te worden als in het tijd
perk van werkdadigen oorlog. Moet men met de
vereischte maatregelen wachten tot dat de oorlog
verklaard is, dan bestaat er alle kans, om niet te
zeggen zekerheid, dat men te laat komt.
Dezelfde wet is oorzaak dat wij, bij een oorlog,
niet bij tijds voorzien zullen zijn van de noodige
paarden.
Op die belangrijke leemte is reeds gewezen,
en eeue nadere toelichting ten aanzien dezer
hoogst belangrijke aangelegenheid schijnt dus
overbodig. Alleen deze opmerking wordt nog hier
gemaaktdoor het handhaven der thans vigeerende
belemmerende bepalingen op de requisitiën zou
het kunnen gebeuren dat een vijand zijn voor
deel deed met de paarden, welke wij, als een ge
volg onzer eigen wetgeving, in weerwil van de.
roote behoefte ongebruikt hadden laien staan.
Hetzelfde geldt met opzicht tot andere oorlogs-
benoodigdheden, zooals vaartuigen tot het slaan
van bruggen, tot gebruik bij de verdediging ven
inundatiën enz.
Overeenkomstige gronden als die, welke de
noodzakelijkheid medebrengen eener wijzigingvan
enkele bepalingen der aangehaalde wet van 14
September 1866, gelden ook ten aanzien der wet
van 28 Augustus 1851 Staatsblad N°. 125), rege
lende de onteigening ten algemeenen nutte. Het
Kan toch tot de noodzakelijkheden behooren dat
op de grensliniën, bij onverwacht en spoedig op
komend oorlogsgevaar, verdedigingsmaatregelen
worden getroffen op terreinen, die geen rijksgrond
zijn. Wacht men daarmede tot dat aan alle wet
telijke onleigenings-fonnaliteiten is voldaan, dan
zal het veeltijds te laat zijn geworden. Wij heb
ben gezien dat er geen acht dagen gevorderd
wordeu om van den diepsten vrede eensklaps
een hevigeu oorlog te zieu uitbreken.
Waar onze wetten op vruegeren toestand zijn
gebaseerd, dienen deze, nu die toestand is ver
anderd, ook in overeenstemming met de politieke
stelling, gebracht te worden. Er dient gelegenheid
te worden gegeven om iu het soms zeer korte
voorbereidingsnjdvak, dat ons voor het daadwer
kelijke begin des krijgs wordt gelaten, de ver
eischte verdedigingmaatregelen te kunnen treffen:
balterijen op te werpen, tamboers te plaatsen bij
accessen, coupures te maken, kampen te betrek
ken enz. Nu is het duidelijk dat waar de wet
alleen spreekt van onteigeuing of „oogenblikke-
lijke inbezitneming" bij openbaar verklaarden
oorlog, wij met onze maatregelen te laat zullen
komen; immers de oorlogsverklaring heeft meest
tijds, ook in het vorige jaar, eerst plaats nadat
de oorlogstoestand feitelijk reeds iingetreden.
Hetzelfde geldt met opzicht tot vestingen en ver
sterkte plaatsen, voor deo vereischten staat van
oorlog of van beleg. Behalve dat de staat van
beleg wel niet anders dan in de uiterste ure zal
worden afgekondigd, dat is, te laat om dan nog
passagère verdedigingswerken te kunnen opwer
pen, waar zulks op de bedreigde greuslinie wordt
vereischt, is hier alleen sprake van „vestingen;"
terwijl juist buiten de vestingraijons de voorloopige
inbezitname het meest noodig zal zijn.
Ook het opruimen binnen de verboden kringen
tnag en kan, en althans voor de versterkte pun
ten het meest nabij de grenzen gelegen, uiet ge
heel tot den verklaarden oorlog worden uitge
steld. Het voorbereidend wegruimen moet reeds
vroeger kunnen geschieden.
Onderwaterzettingen tot het vormen van defen-
siliniën kunnen uit den aard der zaak het is
reeds vroeger opgemerkt alleen in oorlogstijd
gesteld worden. Maar juist in die omstandigheid
ligt eene reden te meer om alle voorbereidende
maatregelen tot het verzekereD van tijdige inun
datiën mogelijk te maken. Het opzetten van liet
polderwater tot het hoogste peil, zoodanig dat de
landen verzadigd en de slooten en waterleidin
gen geheel gevuld zijn zonder over te loopen,
is daartoe iu de eerste plaats noodig. Voorts het
opstuwen tot een zoo hoog mogelijk peil van
het boezemwater. Het een en ander vordert even
wel eene tijdige en volledige samen werking van
militaire ingenieurs, waterstaatsbeambten en pol
derbestureu, zoodanig dat, zonder op bezwaren
te stuiten of mogelijke tegenwerking te duchten,
op éen zelfde gewenscht oogenblik alles zarnen-
werkt om het water voor de werkelijke inun
datie op de meest gunstige wijze te kunnen bezi
gen. Het overgroot belang, om door wettelijke
bepalingen die samenwerking teeds in vredestijd
te doen waarborgen, springt dus duidelijk in
het oog.
„Moge uit het voorafgaaode verslag gebleken
zijn dat bij de mobilisatie van een gedeelte onzer
strijdkrachten iü deu zomer van 1870 onderschei
dene leemten en gebreken iu onze militaire iu-
richting bestaan, Tiet is de overtuiging van den
Min. van Oorlog en hij vertrouwt dat dit ook
uit den inhoud van het verslag moet gebleken
zijn, dat, hadden wij handelend moeten optreden,
de meest ernstige bezwaren niet zouden zijn
voortgevloeid uit de gebreken der militaire orgr-
nisatie, maar uit die van onze wetgeving met
betrekking tot het tijdperk van voorbereiding dat
den oorlog onmiddellijk vooraf gaat."
INDISCHE BEGROOTING.
(Slot)
Aan het voorlooplg verslag ontleenen wij nog
het volgende:
In verband met hetgeen in vroegere jaren over
het Indische drukpersreglement is verhandeld en
van de toezegging eener wettelijke regeling van
dat onderwerp, door vorige Ministers van Kolo
niën gedaan, werd in twee der afdeelingen ge
vraagd, hoe de tegenwoordige Minister over het
aanbieden eener wet wegens deze aangelegenheid
deukt.
Volgens de redevoering des Ministers van Fi
nanciën bij het aanbieden der siaatsbegrooting is
over de vier diensten 1867-1870 nog een vermoede
lijk beschikbaar bedrag van 2S% tnillioen aan
wezig.
Bestaat er, werd gevraagd, genoegzame zeker
heid omtreut de beschikbaarheid? En waaraan
is het toe te schrijven dat thans, als bij verras
sing, zulke aanzienlijke overschotten te voorschijn
treden?
Verschil van gevoelen heerschte over de ware
oorzaken van de verregaande achterlijkheid die
in Iudië met opzicht tot het vereffenen van vroe
gere diensten heerscht. Eenige leden schreven dit
vooral toe aan de werking der comptabiliteitswet
van 1864; maar behalve, dat die wet Dog niet
op de begrooting van 1866 toepasselijk is, ziet
men stagnatie, uiet alleen iu liet beheer der
geldmiddelen maar Dagenoeg op elk ander gebied.
Welke daarvan ook de oorzaken zijn, middelen
behooren te worden beproefd, om het kwaad te
bestrijden eu de ook voor 's lands financiën aller-
uaieeligste onzekerheid, die thans omtrent de
Indische geldmiddelen heerscht te doen ophou
den. Van het middel echter, dat de Minister te
baat wil neuien, n.l. het uitzendeu van eenige
ambtenaren, met het financieel beheer en de
comptabiliteit vertrouwd, om den toestand gron
dig te onderzoeken en den G. G. de noodige voor
stellen te doen omtrent hetgeen gedaan moet
worden tot afdoende verbetering van liet „finan
cieel beheer in lijn geheel," van dit middel ver
wachtten de meeste leden geen voldoende uit
komst. Op breedvoerige grooden wordt dit gevoelen
verdedigd.
Te minder verwachtte men heil van de uitzen
ding naar India, omdat tot nu toe de ondervin
ding op dat punt niet zeer gunstig is. Meermalen
hebben zulke speciale zendingen weinig vrncht
opgeleverd.
Eindelijk wenschte men te weten of deze zaak
met de som van 759-090 die op de Indische be-
grootiDg daarvoor is uitgetrokken geheel ten einde
zal kunnen worden gebracht.
Het eindcijfer der thans voorgestelde begrooting
van uitgaven voor Nederlands Indië bedraagt, de
beide hoofdstukken te zamen genomen, doen ua
aftrek van de hijdra
Volgens de Meinoi
lers werden de u
7108,005,347. Er is loer dus eene verhooging van
uagenoeg 4 ton.
niet blijven, daai <(-
van ruim 5 ton up 1 «Clil llUpul lulliLliv rdi. «jji
ehandhaafd ygorden, wat onwaarschijnlijk voor
komt, de ui' flven voor marine, die insgelijks
net ,vier Ion jn verminderd, volgeus de mede-
declingen dés Ministers zeiven, aanvulling be
hoeven, eeue aanvulling, die, althans wat het
benoodigde voor den aanbouw der twee schroef-
stoomschepen betreft, onvermijdelijk schijnt, Er
is dus weder eene niet onaanzienlijke uitzetting
van uitgaven, zonder dal eenige nieuwe brou
van inkomst geopend wordt. Men neeuit tegen
die gestudige uitzetting vau uitgaven, waartegen
geeneriei afdoende poging tot voorziening over-
staal, op nieuw ernstig te moeten waarschuwen.
Wel verliest 'tnien niet uit het oog, dat de mid
delen voor 1S72 ougeveer 7 ton hooger geraamd
ziju dan voor 1871; maar aan dezeu Munster zal
dan toch wel niet herrinnerd behoeven te wor
den, dat tot behoud van evenwicht tusschenonl-
vangsteu eu uilgaven eene zuivere inkomst vau
ougeveer 20 millioen uit deu verkoop van gou-
vernementsproducten noodig is. Zal voor 1872 die
bate verkregen worden, nu de kolfieoogst vau
het loopende jaar onder de ongunstige moet wor
den geteld? Zeer vele leden twijfelden daaraan
zeer en meenden, dat de Minister op zijne ra
ming vau middelen zal moeten terugkomen. Men
zou dit punt bij de opzettelijke behandeling der
wet op de middelen iu Nederland nader iu het
licht stellen.
Mai-litberioliteii.
Amsterdam, 11 October. Jarige Galatz 206; Pe
tersburg 193, 195; October 203, 204, 205, 204;
Nov. 204, 205; Maart 215, 216; Mei 218, 219;
aangezegd 325. Raapolie6/w. 4Ï'Avliegend 40»,
Bombay 4614; Mei 5054, 51; Nov. 4b54Dec. 46
47. Lijnolie fl/w. 3754; vliegend 36; Maart, April,
Mei 3754, 37; Nov. 8054, 35%, 35%, 35%; Dec.
354, 35. Henuepolie 6/w. 414; vliegend 40%.
Raapkoeken 106, 116. Lijnkoeken 12%, i5%. Kou'-
zaad April 520.
2 74>ste STAATÜ-LOTEKIJ.
vijfde klasse. veertiende lijst.
Trekking van YVoensdag 11 October.
N". 6539, 9648, 9962, 11815, 18256 1000.
N°. 3167, 7346, 11535, 19476 f 400. N". 1390,
6444, 9080, 9213, 11549, 17519 206. N°. 1952,
2295, 4782, 5295, 5655, 6641, 11053, 11533, 14308,
147 5 4, 16006 f 100.
Prijzen van fSO.
11 >2816 5314 7780 10860 13804 16037 17771
13 2802 5425 7841 11283 13871 16018 17007
70 3096 5434 7857 11380 13899 10177 17919
125 3119 5518 8230 11395 14010 16230 17990
215 3166 5659 8265 11498 14019 16278 18005
"48 3205 5072 8361 11572 14061 16303 18089
3"0 3253 5694 8103 11574 11101 16111 18319
487 3297 5761 8786 11581 14123 16487 18511
550 3406 5772 8803 11582 14177 16526 48571
913 3808 5781 9126 11654 14242 16582 18038
964 3875 5794 9236 11666 14275 16668 18756
1033 3921 5857 9390 11859 14336 16727 18774
1211 4004 5872 9392 11863 14626 16761 18795
1226 4040 5953 9483 11956 14637 16908 18815
1"32 4070 5985 9493 12260 14684 17002 18805
4635 4112 6035 9199 12151 14883 17019 19010
1654 4131 6080 9621 12473 14966 17046 19023
1715 4297 6277 9031 12568 15011 17078 19040
1939 4316 6287 9650 12608 15025 17108 19113
1984 4423 6289 9697 12873 15031 17109 19129
"056 4504 6350 9704 12879 15058 17171 19-216
""34 4524 6569 9754 12881 15093 17-299 19310
2251 4793 6694 9762 13109 15151 17352 19377
'2286 4805 6763 9935 13110 15203 17442 19438
2305 4929 6864 10063 13191 15354 17456 19143
'2330 4949 7146 10365 13251 15531 17480 19458
2336 5027 7160 10477 13297 15007 17493 19521
2101 5032 7180 10507 13300 13647 17513 19336
2465 5052 7205 10572 13337 15732 17543 19556
2570 5108 7311 10574 13511 15750 17553 19624
2582 5110 7382 10691 13671 15769 17556 19869
2602 5165 7595 10741 13732 15896 17711 19973
2838 5173 7644 10759 13779
131e Lijst N°. 1368 niet, moet zijn f 70,