10 October. N°. 3579. Dinsdag A°. 4874. LEIDSCH PRIJS DEZER COURANT, Voor Leiden per 3 maanden.ƒ3.00. Franco per post3.85 Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. 1'HI.IB DER ADVERTENT1EN. Voorieüeren regelO.lê. Grootere letter, nur 4e plaatsruimte die rij beslaan. Lelden, O October. Bet volgend adres is bij den Raad ingekomen Aan den EdelAchlbaren Raad der Gemeente Leiden, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ndergeteekende Albertus Willem Sijthoff, druk- er en uitgever van het Leiisch Dagblad, dat hij zich vroeger vruchteloos tot het dage- ijksch bestuur heeft gewend met het verzoek om 11e officieele stukken, die onder de rubriek stads- erichteu, van stadswege aan de Leidsche Courant er plaatsing worden toegezonden, denzelfden dag mogen ontvangen; dat hij de plaatsing van deze stukken kosteloos eeft aangeboden, terwijl de Leidsche Courant daar- oor eene jaarlijksche vergoeding geniet; dat bedoelde stukken steeds zooveel mogelijk «0 volgenden dag uit de Leidsche Courant in het sch Dagblad worden overgenomen it dit een groot ongerief veroorzaakt aan de aers van het Dagblad, die thans alle publicatiën b dag te laat ontvangen; dat de Leidsche Courant geen Stads-Courant is b aan een stelsel van begunstiging der Leidsche men I of tegeuwerking van het Leidsch Dagblad walijk kan gedacht wordeu; echter de tegenwoordige toestand feitelijk eo privilegie daarstelt voor de Leidsche Courant dat al moge de Leidsche Courant ouder zijn, het iisch Dagblad sedert zijn tienjarig bestaan even- er op eene steeds toenemende sympathie der idsche burgerij mag bogen; dat adressant dus in deze op uwe bereidwil- gheid en uwen ijver voor alles, wat het alge- belang kan bevorderen, meent aanspraak e mogen maken. Redenen waarom de ondergeteekende tot Uwen a&é komt met het eerbiedig verzoek dat het wen Raad moge behagen te bepalen, dat alie Bicieele stukken, die tot dusver in de Leidsche ourant van stadswege publiek gemaakt wer en, op den dag zeiven der uitgifte ook aan het tiisch Dagblad kosteloos zullen worden verstrekt. 't Welk doende enz. Lèidkn, October 1871. I Naar wij vernemen zal op Woensdag-avond a. s. Be plechtige inanguratie der nieuwe leden van jiel Leidsch studentenkorps in het gebouw van piet J|'tl van 't Algemeen plaats hebbeu. Ha afloop ■aman zullen de nieuwe ledeu in optocht onder begeleiding van muziek en fakkellicht zich naar 'ie sociëteit Minerva begeven, om daar hun intrede •jn het korps feestelijk te vieren. Hoogeschool mag zich dit jaar weder in (feu groot aantal nieuwe leerlingeu verheugen, ïan 18 Sept. tot 7 Oct. jl. toch zijn als leden van lei korps ingeschreven 115 jonge lieden, waarvan lullen studeeren 6 in de theol., 9 phil., 7 letteren, |t> med., 77 rechten. Dit kan waarlijk als een bewijs strekken, hoe- er de Leidsche Hoogeschool in bloei toeneemt in ruime mate hare plaats als eerste in ons aderland op uitmuntende wijze blijft handhaven. Als eene aardige bijzonderheid van het examen verkrijging van eene akte als ouderwijzer in t wiskunde, Zaterdag jl. te 's Gravenhage ge- oudeD, melden wij, dat J. H. van Leeuwen, een de twee gelukkigen, die de akte mochten erkrijgen een discipel is der Ambachtsschool sn het Genootschap, Mathesis seientiarum Genitrix, n het beroep van goudsmid uitoefent. Burgemeester en Wethouders vaD Leiden, ttitn de adressen van: a. Dirk van Rijn, vee- Mer, waarbij hij vergunning vraagt tot het 'nisen van een fournuis, om voeder voor het vee koken, op het erf tusschen zijn huis in de ngestraat u°. 71 en zijn veestal aan de Oran- S'acht ri°. 72; en b. Johannes Frederik Muller, Bioetwerker, houdende verzoek om in zijn u's in de Hooglandsche Kerk-Koorsteeg n°. 9, "o ournui» te mogen doen plaatsen: doen te eieu dat tot het hooren der eigenaars en be oners van de naast bijgelegene en belendende nden, ten opzichte der informatiën de commodo tncommodo, door Burgemeester en Wethouders a' worden gevaceerd op het Raadhuis dezer emeente, op Donderdag den 12den October nsL, 's voormiddags te elf uren. In de eerste helft der maand September zijn aan het postkantoor alhier de volgende brieven ontvangen, die door onbekendheid der adressanten niet bezorgd zijn kunnen worden: S. Bergman te Aalsmeer; Leentje van Dale te Amersfoort; Mej. A. Schumann, Wed. Grishaven, Wed. Wentzei, A. J. K. Nederbrugt, G. J. C. de Vries, J. Hopkoper, H. J. Dolstra, allen te Amster dam; L. Mulder te Delft; Wed. Woltman te Gouda; Cramers, P. Scheuk, Caritz allen te's-Gra- venhage; J. van den Horsch te 's-Gravensande; W. Koek te Haarlemmermeer; Mad". M. Blom te Langeraatn; Oosterbeek te Langeraar; V. Derko te Maastricht; H. v. d. Boon te Nieuwe- diep; P. R. van Zonst te Oud-Poelgeest; A. van Riet te Oudshooru; v. d. Bijl en v. Zwijndrecht, Griet Huizer beiden te RotterdamMadl'o Brandt te Stuttgart; A. P. Bijvoet te Woudsend; L. Prins te Zandsloot De Koning-Groothertog heeft benoemdtot kommandeurs van de Luxemburgsche orde der Eikenkroon, de heeren A. A. M. Casterman, R. C. Cankrien, heiden te Antwerpentot officier van die orde den heer J. L. H. Beijers, te Brussel en tot ridder dier orde den heer J. P. H. Dumenil, te Antwerpen, welke heeren zich bij het over brengen van het stoffelijk overschot van gesneu velden bij de citadel van Antwerpen bijzonder hebben onderscheiden. Bij het onderzoek in de afdeelingen der Tweede Kamer van de Staten-Generaal van het ontwerp tot regeling der invoering van een wetsontwerp Nederlandsche Pharmacopoea werd het beginsel de zer voordracht ooi de Nederlandsche Pharmacopoea voortaan bij algemeenen maatregel van inwendig bestuur vast te stellen nagenoeg algemeen goed gekeurd. Echter kouden zich enkele leden niet met dat beginsel vereenigen. Bij het onderzoek in de afdeelingen der Staten- Generaal van het ontwerp tot onteigening vau perceelea ten behoeve van een spoorweg van Doxlel langs Gennep naar de Pruisische grenzen in de rich tingen naar Kleef en Wezel trok in drie afdee lingen de aandacht hetgeen de regeering aan het slot der Memorie van Toelichting over het ge voelen van den Minister van Oorlog mededeelt. Terwijl men het aan den eenen kant goedkeurde, dat in dit geval de belangen der nijverheid over wegend waren geoordeeld, en het toejuichte, dat de Minister bij den tegenwoordigen stand der zaak geen voldoende redenen vond om zich tegen den verderen aanleg te verzetten, waren een aantal andere leden van gevoelen, dat de houding des Ministers niet van zelfstandigheid getuigde. De bewering van den Minister, dat de bijdrage voor het maken van verdedigingswerken in art. 1 der voorwaarden van concessie door den con cessionaris in der tijd „vrijwillig aangeboden werd, is, naar men meende, aau eeuigeD twijfel onderhevig. Wat hiervau zij, vele leden oordeel den het billijk, dat zoo de overblijvende/'100,000 aan de maatschappij al uiet worden kwijtge scholden, haar ten minste voor de storting dier som voorloopig uitstel worde verleeud. Hiertegen over stond het gevoelen van andere leden, welke het algemeen helaug niet iu die mate iu het tot stand komen van dezen spoorweg betrokken acht ten out de Maatschappij zoover te gemoet te ko men; zij had zich dan toch bereid verklaard om de bijdragen ain'den staal te voldoen. Verschei dene leden wenscütén echter te vernemen, of de van de spoorwegmaatschappij ontvangen gelden werkelijk worden aangewend tot den bouw van verdedigingswérken, welke den aanleg vau dezen spoorweg noodzakelijk maakt. Zoo uiet, het zou billijk ziju die geldeu terug te betalen. Gaarne ontving men vau het Gouvernement nadere in lichting omtrent den toestand der Maatschappij, Bij den in de Memorie van Toelichting doorstra- lenden twijfel zou men er prijs op stellen de overtuiging te erlangen, dal de geldelijke toe stand der Maatschappij op voldoende grondslagen steunt. Van het Hoofdbestuur der Vereeuigiug lot afschaffing van sterken drank, is bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal ingekomen een adres der Vereeniging tut afschaffing van sterken drank, houdende bezwaren tegen de bij het wetsontwerp op de inkomstenbelasting voorgestelde afschaffing van het patentrecht. De uitslag der acten-examens voor het middel baar ouderwijs is Zaterdag geweestGevraagd, voor 't Fransch 1 acte, de candidaat heeft zich teruggetrokken; voor Geschiedenis 1 acte, de cand. heeft zich teruggetrokken; voor het Boek houden 2 acten, toegestaan aaD F. F. Milatz, geb. te Helder, en aan J. Jurrius, geb. te Herwen en Aardt; voor het Nederlandsch 1 acte, toegestaan aan G. A. C. van Goor, geb. te Amsterdam; voor het Hoogduitsch 1 acte, toegestaan aan Lucas Dekker, geb. te Wageningen: voor het Engelsch 1 acte, geweigerd. Zaterdag zijn geëxamineerd voor het lager on derwijs in Zuid-Holland: Voor de wiskunde 9 can didates Afgewezen 7; toegelaten 2; de hh. van Leeuwen en Regt. Voor de acte van hulponderwijzer 23 candidaten, afgewezen 3; toegelaten 20: de hh. A. vau den Arand, A. Bouinan, H. J. Buijs, J. L. P. Duijser, J. W. Eggink, W. A. Emeis, J. A. S, De Milde la Faille, P. Kok, T. Kromhout. R. Langeweg, W. Lipjes, F. E. Luyljes, W. F. Matthijs, L. C. Muijen, A. Passer, P. Poot, J. C. Spoel, J. A. Sprenger, M. J. v. Wettum en J. J. Wiegman. Aan de Arnh. Cl., wordt uit 's-Hage uit goede bron gemeld, dat den heer Jhr. Mr. G. W. J. Berg van Middelburgh, onze gezant te Konstan- tinopel, vermoedelijk den vacanten gezantschaps- post te Petersburg zal worden opgedragen. Naar het Handelsblad verneemt, zal op de eerst volgende vergadering der Effecten-Societeit te Amsterdam een voorstel aan het bestuur gedaan worden, strekkende om de affaire des Zondags in de Sociëteit af te schaffen. Verscheidene leden reeds hebben het voorstel met hunne handteeke- uing voorzien. In de Debating-Society Vooruitgang te Amster dam zullen Woensdag e. k. verdedigd worden de volgende stellingen: 1". De arbeidersbeweging is een gunstig teeken van onzen tijd. 2°. Van loonverhooging alléén is op den duur geen beter schap te verwachten. 3°. Oiri in het leven en lot van duizenden arbeiders en duizenden andere bur gers in den staat beterschap te brengen, moet inen naar andere en betere middeleD omzien. Men leest in de Stoomposl: Tengevolge van den hevigen storm en hoogen vloed van 30 September ji. ontstond geen noe menswaarde schade aan de werken op den Hoek vau Holland. Slechts werd hier en daar een steen verplaatst en werden enkele bossen rijshout losgeslagen. De aannemers der werken leden eenige Schade aan hunne materialen; een stoombaggermolen werd van den benedenmond der doorgraving tot nabij het Scheur voortgestuwd, de beide emmer- ladders braken. Voorts dreven eenige klepschouwen eu sloeg eene heistelling van den Noordelijken dam weg. De winddrukmeter gaf als groote drukking aan 80 kilogr. per vierk. meter en de golfdruk- meler 12500 kilogram per vierk. meter. Het water liep op tot 3 meter boven peil of 2,30 meter AP. De wind was Zuidwest, West en Noordwest. In de vlugrharen van de Nederlandsche Speclator zegt Flanor ouder meer wat ad rem is, het vol gende: „Leüto gradu ad vindictam pfbcedil ira, maar ze komt er toch. Zoo ook over ónze oorlogsminis ters. Er is Wel eens om andere redenen een riL ling door het land gegaan; thans geeft hfet ver slag over de mobilisatie van Öns léger in 1870 daartoe eèn treurige aanleiding. Dankbaar moe ten wij dezen minister zijn voor de öperibariüg. Het blijkt daaruit zonneklaar, dat kaders, (natel riéel, paarden, Wajiefièd, |jatrdneu, dat alles aan wezig was in ongenoegzaam aantal eb ongenoeg zaam gehalte! Het is aan geen twijfel onderhe vig, of Nederland was in 1870, zoo 't was aan gevallen, onverdedigbaar en verloren. Als men zich herinnert, hoe sedert jaren door 1 ministers „plechtig"' is Verzekerd, dat alies in Orde was; als men ziet dat 'de verbeteringen kolbakken, laarzen en knoopÊn betroffea, dat er in tied jaren 134 millioen guldens van de ingezetenen zijn gebruikt om ons ten slotte dver te geven aan den spot en te brengen 'op den rand van een mogetijken ondergang, dan kan men zich, bij een volk dat nog eenig besef van goede trouw, van eigenwaarde en een zelfstandig be staan heeft, niet voorstellen, dat er geen kreet van verontwaardiging en woede tegen dien trits van landverradeude portefeuille-dragers zal op gaan, die dat alles hebben bewerkt of aange zien. En dit, terwijl men zoo vaak was gewaar schuwd, terwijl ieder die de zaken kende en geen belang had ze te verbergen reeds in den zomer van 1870 het onvoldoende van ons krijgs wezen inzag, terwijl mannen als de Roo van Alderwerelt en Stieltjes zeiden wat nu officiëel blijkt de waarheid te zyn. Maar zoo gaat het bij ons: die een krachtige, degelijke kritiek bij tijds, dat is voor dat het te laat is, doet hooren, wordt niet aangehoord en alle initiatief van frissche en nog niet verouderde geesten wordt verlamd door flauwheid en vrees voor 't nieuwe." Men leest in de Augsb. Zlg. „Nu iu de oude handelstad Antwerpen lief eerste ihternationale geografische congres 'afg'éloopen is, willen wij er aan herinnëren, dat er -><•* <t<» Ne derlanders op het gi evenals in vele andere ken vooruit waren, toen Hollandsche zeel noorden verbraken en der Wereld ue gC>»iw..0 ste ontdekkingen Schonken. Wie' herinnert zich niet, wat een Willem Barendtz, de ontdekker van Spitsbergen en NoVa-Zembla, en zoovele anderen tot stand brachten? Maar niet alleen door handelen brachten de Nederlanders op het laatst der 16de en in de 17de eeuw de geografi sche weteuschappen verder, ook in geschriften bleven zij niet terug, en wij zien er een reeks van mannen opstaan, die er met recht aanspraak op mogen maken, de eerSte en beste kenners van onze planeet geweest te zijn. Abraham Or- telius, Gerard Mercator, Hessels Gerrits, de scherpzinnige Peter Plancius, Willem Blaeu, Hommius, Gemma Frisius hebben zich door hunne werken een onsterfelijken naam verwor ven. In den laatsten tijd öfienbaart zich in Nederland het loffelijk streven om de levensge schiedenis dier mannen, die tot nu toe al teveel verwaarloosd werd, te onderzoeken. Het behoeft wel geen bewijs, hoévéel nut dergelijke naspo- ringeu voor de geschiedenis der aardrijkskunde moeten hebben. Met vreugde Werden dan ook onlangs, niet alleen door vakgeleerden, de wer ken begroet, die over den gevierden Gerard Mercator uitgegeven zijn, en niet rhinder ver heugt het ons nu op éen boek optheTkzaam te kunnen maken, dat een der uitstekendste Neder landsche kosmografen, Willem JauSzn Blueu, uit voerig behandelt. (Leven en werken van Willem Jansz. Blaeu, door P. J. H. Baudet, Utrecht 1871). De dezer dagen overleden generaal, Charles baron Nepveu werd den 5 Oct. 1791 op den huize Zaudbergen te Zeist geboren. Reeds op jeugdigen leeftijd begon hij zijne studiën aan de militaire school te Honsbolredijk, werd na twee jarigen leertijd in 1809 tot offiieier benoemd en nam reeds dadelijk deel aan den strijd tegen de in Zeeland gelande Engelschen. Onder de Fransche vaandels, tijdens onze in lijving, trok hij met het groote legér naar Duitsch- land, nam in 1812 een roemvol deel aan den Russischen veldtocht en keerde na twee jaren gevangenschap in 't vaderland terug. Dadelijk was hij als adjudant van den generaal Constant RebecqUe bij den slag van Waterloo tegenwoordig, waaruit hij, versierd met de Mil. Willemsorde terugkeerde. In 1830 nam hij deel aan het beteugelen der Belgische revolutie; werd door zijn toenmaals ge bleken beleid ed'dapperheid tot léitenaui-koio- nel benoemd en gaf iu 'den tiendaagschen veld tocht schitterende blijken van zijn persoonlijken moed. Door Z. K. H. den Prihs-veldinaarschalk ver kozen tot chef van zijn staf in 1839, werd hij weldra, bij de troorikbeStljglng van koning Wil lem II tot gëlierkal majoor en later tot luitënant- generaal verheven. Ook op ander dan militair tèrrein wist hij zich verdienstelijk te maken. Zoo werd hij in 1848, vaü éen belangrijke zen ding uit Berlijn teruggekeerd, tot "minister van

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1