zen verstoren. Zoo de Redactie van Onze Eeuw,"
aan wier goede bedoeling niet mag getwijfeld
worden, de geringe sympathie voor Rochefort
koesterde, welke ik reeds tijdens het Keizerrijk
heb uiteengezet, dan zou zij mij nimtner den
slechten smaak hebben toegeschreven, van een
tijdschriftjen te gaan uitgeven in lantaren-formaat
met den niet minder onhebbelijken titel van „de
Haagsche Ooievaar."
Op de Xlllde Zweedsche Landbouw-Tentoon-
stelling in de maand Augustus jl. te Gothenburg
gehouden, is de eerste prijs (een zilveren medalje)
toegekend aan Dr. Starings Landbouwkaart van
Nederland, vervaardigd bij J. Smulders Cie.
lithografen des Konings.
Uit het Eiland Overflakkee verneemt men, d at
binnen enkele dagen zal worden overgegaan tot
eene uitbreiding van het telegraafnet aldaar, en
wel door het plaatsen van een kantoor te Goede
reede, dat in verbinding met Oude Tonge zal aan
sluiten te Dirksland, zoodat aldus ook het westelijk
gedeelte van dat eiland in telegrafische gemeen
schap inet den vasten wal wordt gebracht.
Aan het doofstommen-instituut te Groningen is
door eene dame uit Dordrecht een gift van 1000
toegezonden.
Den 30sten September 1871 heeft te Berlijn de
uitwisseling plaats gehad der akten van bekrach
tiging op de overeenkomst den 18 Augustus jl.
tusschen Nederland en het Duitsche Keizerrijk
gesloten, wegeus de aansluiting van den spoorweg
van Boxtel langs Gennep over Kleef en naar
Wesel.
Het rijkstelegraafkantoor te Scheveningen is
voortaan ook gedurende den winter met door
loopenden dagdienst geopend.
De generaal-majoor M. D. graaf van Limburg
Stiruin, buitengewoon adjudant des Konings,
maakt, overeenkomstig de aankondiging in de
Staatscourant van den ]9den Augustns jl., bekend,
dat bij hem is ontvangen tot het oprichten van
een monument ter eere der gesueuvelden in de
Citadel van Antwerpen in December 1832: eene
bijdrage van ƒ500 van Zijne Koninklijke Hoog
heid Prins Frederik der Nederlanden.
De minister van Staat en vau Binnenlandsche
Zaken brengt ter algemeene kennis, dat aan het
scheikundig laboratorium der polytechnische school
met 1 November in dienst kan treden een adsis-
tent, voornamelijk tot het leiden van de oefeningen
der leerlingen in het eerste studiejaar, op eene
jaarwedde van 1000. Zij die voor deze betrekking
in aanmerking wenschen te komen moeten zich
vóór 15 October eerstkomende aan zijn Departe
ment aanmelden bij gezegeld adres met opgave
van uaaui, voornamen, leeftijd, woonplaats, be
wijzen van volbrachte studie en tegenwoordig
beroep; met bijvoeging van een bewijs van goed
gedrag, afgegeven door het bestuur hunner
woonplaats. Zoo noodig zal hun gelegenheid
worden verschaft out van hunne geschiktheid
voor die betrekking persoonlijk te doen blijken.
Bij beschikking van den Minister van Kolo
niën, van den 2den October 1871, zijn de hee-
ren Mr. C. baron van Voorst tot Voorst, Mr.
M. H. C. van Oosterzee, Mr. J. H. Tersteeg,
J. G. Mijer, M. C. H. G. Coenen, J. Collard,
P. H. Kennis, B. Scholten Gz. P. Folmer,
D. H. van Gelder, J. Peelen, Mr. J. C. C. Al-
barda, VV. Beijeriuck, M. T. J. A. Keus, J.A. van
Rossem, B. L. Repeliu6, C. H. M. Ie Roux, A. E.
Smits, K. F. van Swieten, J. N. Labaar, Mr. J
W. H. de Moulin, Mr. P. van der Poel, Mr. D.
Mounier, Jhr. Mr. J. W. A. von Schmidt auf
Altenstadt, Mr. H. Wichers, Mr. J. F. Phitzinger,
op hartstochtelijken toon bij „Zeg wat,wat
weet gij?"
De officier verschrikte over de hevige ontroering
van den ouden heer. „Ik begin te gelooven," dacht
hij bij zich zeiven, „dat Seitz, door 't vertrek van
zijn ouden meester, vorst Wilhelm, het verstand
verloren heeft."
Om hem moed in te spreken, zeide hij vertrou
welijk
„Ik weet wat u drukt, mijn waarde inspecteur.
Het is niet alleen, omdat gij, oude, trouwe die
naar, die zijn goed en bloed voor zijn ouden
meester ten offer gebracht zou hebben, u niet
kunt schikken in de wending, die ons aller
lot genomen heeft, maar er ligt u nog iets
anders op 't hart.
„Mij," viel de oude heer hem driftig in de rede,
Mensing, hoe komt ge daaraan, wat zou mij op
't hart liggen? Koning Jerome heeft mij hier
mijn ambt en mijn inkomen gelaten, en....
„Zachtjes, spreek toch zoo hard niet oude
vriend, antwoordde de luitenant met kalmte.
Laat ons naar uwe woning gaan. Daar kunnen
wij op ons gemak over de zaak spreken."
„Ja, ja, kom, zeide de inspecteur met een zucht
en fluisterend alsof een inwendige vrees hem
alle kracht tot tegenspraak benomen had, kom
Mensing, kom laat er ons van spreken O, mijn
Mr. C. Wybrandi, Mr. P. H. F. Junius, Mr. A.
M. Pino, Mr. J. H. Verbeek en Mr. E. G. D. G.
Wassink gesteld ter beschikking van den Gou
verneur-Generaal van Nederlandsch Indië; de
twintig eerstverinelde om te worden benoemd
tot ambtenaar bij den burgerlijken dienst, en de elf
laatstgeinelde tot rechterlijk ambtenaar daar te
lande.
Z. M. heeft benoemd tot lid en voorz. der com
missie, tot 1 Aug. 1872 belast met het afnemen
der genecsk. examens, ter vervanging van den
overleden hoogleeraar G. E. Voorhelm Schnee-
voogt.den hoogl. Dr. L. G. van Goudoever, te Utrecht,
thaus vice-president dier commissie; tot lid en
viee-pres. dier commissie, den hoogl. Dr. J. van
Geuns, te Amsterdamen tot plaatsverv. lid dier
commissie, den hoogl. Dr. L. Lehmann, te Am
sterdam.
Z. M. heeft den heer H. S. van Santen, vice-
consul, benoemd tot Nederl. consul te Liverpool.
Z. M. heeft benoemd tot rechter-plaatsverv.
in de arrond.-recbtb. te Tiel Mr. N. J. van Lut-
tervelt, vroeger scbst. griflier bij die rechtbank,
wonende aldaar.
BINNENLAND.
Rotterdam, 5 Oct. Op de door burgemeester en
wethouders, na verhoor van den inspecteur, op
gemaakte aanbevelingslijst van benoembaren voor
de betrekking van directrice aan de openbare
school voor middelbaar onderwijs voor meisjes te
Rotterdam, zijn geplaatst: 1°. mejufvr. M. van der
Burg, hoofdonderwijzeres aan eene openbare
school voor meer uitgebreid lager onderwijs te
Rotterdam en 2°. mejufvr. C. Donker, privaat
docente te Rotterdam.
Caïelle a/d. IJssbl, 6 Oct. De droogmakerij,
de Prins Alexander-polder, beoosten Rotterdam,
levert van het gedeelte dat boven is en tot be
bouwing verpacht wordt, in zoover reeds goede
resultaten op, dat dit land buitengewoon gewild
is. Bij eene tweede verpachting van land die heden
den 6den October plaats had, zijn toch 125 bun
ders, ter bebouwiug voor IS72 voor 7785, of
ruim ƒ72 per bunder verpacht, terwijl de pachters
nog bovendien tien percent onkosten te betaleD
hebben. Men mag dit een buitengewonen prijs
noemen.
Met Februari zal er weder een zeer aanzienlijk
bundertal ter bebouwing verpacht worden.
Indien later de landerijen bij verkoop een even
redig bedrag opleveren, dan zal deze droogmakerij
uit een financieel oogpunt uitmuntend geslaagd
mogen heeten.
Utrecht, 5 October. Gisteren werd in het ge
bouw voor Kunsten en YVeteuschappeu alhier, de
huishoudelijke vergadering van de vereeniging tot
afschaffing van sterke dranken gehouden.
„De belangrijke inededeelingen, die door het
hoofdbestuur aan de afgevaardigden werdengedaan
en de besluiten, welke na ernstige beraadsla
gingen werden genomen, zullen, onder hooger ze
gen, kunnen strekken om den richligen gang der
werkzaamheden en den bloei dezer vereeniging te
bevorderen.
„De broederlijkegeest,diedegeheele samenkomst
en alle discussiën bezielde, heerschte ook aan den
eenvoudigen disch, waaraan de leden van het hoofd
bestuur en vele afgevaardigden na afloop der werk
zaamheden deel namen.
„Het ware te wenschen, dat eene vereeni
ging, die niet vraagt: „ben ik mijns broeders
hoeder?" maar de bestrijding wil eeuer heer-
schende zonde, welke de zedelijke en stoffelijke
welvaart van ons volk dreigt te vernietigen,
meer ondersteuning en medewerking van burger
lijke en kerkelijke autoriteiten en het welden
kend publiek ondervond en minder miskend werd."
Bovkncarspel, 3 October. Heden overleed, in de
kracht zijner jaren, de heer M. van Sandwijk,
God, het zal nnj het hart verpletteren, als ik
met eindelijk met een eerlijk mensch daarvan
kan spreken, van den goeden ouden tijd.
Was de inspecteur tot nog toe langzaam en
slepend voortgegaan, thans ijlde hij naar zijne
woniug, terwijl hij den jougeu luitenant met zich
voorttrok. Zijne woning lag gelijkvloers in een
aanzienlijk nevengebouwd. Van den gang kwam
uien in de voorkamer en vervolgens in eeu
daurachterliggend vertrek, het werkkabinet van
den inspecteur.
Alhoewel de heer Seitz die in zijne jeugd
met den landgraaf Frederik II geruimen tijd te
Parijs en Italië had doorgebracht en als bevoor
rechte dienaar, met den keurvorst Willem I in
dagelijksche aanraking kwam in zijne met
zorg gekozen kleederdracht eD zijn geheele uiter
lijk den hoveling verried, zoo waren zijne ka
mers toch slechts burgerlijk, bijna armoedig in
gericht. Maar iu deu haard braudde eeu gezel
lig vuurtje, terwijl eene lamp het vertrek ver
lichtte.
Achter de tafel 6tond een met leder overtrok
ken armstoel, kortom het geheele vertrekje maakte
eeu zeer behaaglijken indruk en de inspecteur
scheen gemakkelijker adem te halen toen hij de
deur gesloten en zich in zijn stoel gezet had.
Wordt vervolgd.)
hoofdonderwijzer aan de zoo bevolkte openbare
school in deze gemeente, waar hij slechts be
trekkelijk weinige jaren voor het heil der jeugd
mocht werken.
Blokzijl, 5 October. Naar men verzekert zal
nu bepaald worden overgegaan tot indijking van
het gedeelte der Zuiderzee van Kuinre tot Vol-
lenhove. Daartoe kwamen hier gisteren een in
genieur uit Londen en een ander heer, volgens
wier verzekering de noodige fondsen tot vol
voering dier belangrijke zaak bijeen zijn gebracht.
BUITENLAND.
Frankrijk.
Brief van Barthélemy-de-St.-Hilaire. Geeste
lijken en het onderwijs. Een slecht bericht
uit Algiers.
De heer Barthélemy-Salnt-Hilaire heeft een
brief geschreven aan de afgevaardigden van Op-
per-Savoye, die moet strekken tot antwoord op
een adres dat het repnblikeinsche comité van
Annecy door hunne tusschenkomst aan Thiers
had gezonden bij gelegenheid van den verjaar
dag van -1 Sept. De brief is door den heer Thiers
in de pen gegeveu en bevat niet veel meer dan
dingen, die reeds dikwijs gezegd en algemeen
bekend zijn. De republikeinsche partij wordt
tot orde en rust aangemaand als de eenige manier
om de republiek staande te houden. Er moeten
bij de departementale verkiezingen mannen be
noemd worden, die vast en zeker voortwandelen op
den hun door Thiers aangegeven weg enz. enz. Ten
slotte verklaart de heer Barthélemy-Saint-Hilaire:
„Ik ben zeker dat Frankrijk geen omwenteling
zal maken om een regeeringsvorm te veranderen,
die het zooveel weldaden gewaarborgd heeft
De minister van onderwijs, Jules Simon, heeft
volgens de verzekering van verscheidene dagbla
den twee geestelijken benoemd tot de waardig
heid van inspecteur van het academisch onder
wijs. De Temps is hiermede volstrekt niet inge
nomen. Vooreerst werd deze betrekking om zeer
goede redenen meestal aan hen die docenten
op de gymnasia en andere voorbereidende
scholen voor het hooger ooderwijs waren ge
weest, en ten tweede heeft de wet van 1850 aan
de geestelijkheid zooveel invloed op het openbaar
onderwijs gegeven, dat het minstens genomen
onnoodig is om ze ook te roepen in de admi
nistratieve verlangen der academies. De opvoe
dingsgestichten van godsdienstige vereenigingen
zijn zoo talrijk, dat de geestelijkheid bijna het
monopolie der opvoeding heeft in handen ge
kregen; moet men haar nu ook nog invloed
geven op de staatsinstellingen, waarmede zij
toch reeds zulk eene gevaarlijke concurrentie
onderhouden? Over de leekenscholen te LyoD
(d. i -zij die niet tot een godsdienstig gesticht
behooren) heeft de heer Jules Simon oulangs
zelf gezegd, dat de invloed der geestelijkheid
er op verminderd moest wordende minister
schijnt dus sedert dien tijd wel van opinie ver
anderd te zijn.
De Gaulois deelt een telegram mede, die door
het civiele gouvernement van Algerië naar Parijs
en Versailles zou gestuurd zijn, waarin wordt
gezegd dat de Bey van Tunis een bezoek heeft
gehad van de hoofden der oproerige Arabieren
en ze zeer hartelijk en vriendschappelijk zou
hebben ontvangen.
De Gaulois voegt er bij, dat dadelijk een eska
der naar Tunis zou jzijn gezondenj om den Bey
hiervan rekenschap te vragen en dat Italië aan
al deze beslommeringen waarschijnlijk niet vreemd
is. De Temps gelooft van al deze verhalen niets,
omdat de Bey, indien hij vijandig gezind was,
Frankrijk gedurende den oorlog veel beter had
kunnen aanvallen, en omdat bovendien steeds
een groote vijandschap heeft geheerscht tusschen
de Algerijnsche stammen en die van Tunis.
Duitsdiland.
Staat en kerk. Aanstaande werkzaamheden van
den rijksdag. Uitdrijving der Jezuieten.
Zooals men weet heeft de afgevaardigde Kolb
in de Beieische Kamer een voorstel ingediend
tot scheiding van kerk en staat. De liberale bla
den ondersteunen dit voorstel ten sterkste als het
eenige middel om aan het eeuwige geharrewar
tusschen de wereldlijke en kerkelijke autoriteit
een einde te maken. Het punt, waarover men
echter het meest van opinie verschilt, is de wijze
waarop met de kerkelijke goederen moetgehan
deld worden. Men kari deze aan den eenen kant
niet zoo maar plotseling aan de geestelijke stich
tingen ontnemeo, en aan de anderen kant blijft,
wanneer men ze geheel aan de regelen dier stich
tingen onderworpen laat, de iDbreuk op bet
staatsgezag feitelijk bestaan, terwijl dan ook het
groote materieel nadeel van de goederen in de
doode hand onopgelost blijft.
0(i eene te Muncheu gehouden vergadering
van liberale mannen uit Opper-Beiereu sprak
de afgevaardigde van Stauffenberg over de scheiding
van kerk en staat o. a. het volgende
„Helaas is op dit oogenblik de kerkelijke
quaestie de hoofdzaak van ons publiek leven
geworden. De Ultramontanen hadden op eene
sluwe mauier de aangelegenheden der politiek
met die van den godsdienst vermengd, om het
volk omtrent hunne eigenlijke doeleinden om
den tuin te leiden, en zichzelf den strijd gemat
kelijk te maken. Zij hebben misbruik geniaak
van de iuacht, die de constitutie aan de kath-
lieke kerk heeft toegekend.
Aan ieder, die nadenkt en wiens hart P0£l
Beieren klopt, dringt zich de overtuiging^^
de nu tusschen staat en kerk bestaande n,|irjJ
ding niet langer kan voortduren. De kerk liaj
zich in onze constitutie van eene grootere math
weten meester te maken dan de staat zelve bent
Dat heeft men niet zoo erg ondervonden, zoolan
de kerk deze macht niet in praktijk heeft g
bracht. Maar nu, terwijl de aanmatigingen va
Rome ons politiek en maatschappelijk leven be
dreigen, moet de staat zich inspannen om de haa
toebehoorende hoogere stelling weer te herwin
nen, en tot dit doel moet hij een aantal van d
aan de kerk toegestane voorrechten terugvorderen.
De zittiug vau den Rijksdag zal zoo als me
weet tegeu het midden van deze maand geopen
worden. Volgens de Prov. Corresp. zal de staats
begrooting voor het rijk het voornaamste pun
van behandeling voor deze zitting uitmaken. F.r
volledig in bijzonderheden tredend budget r
oorlog voor het geheele rijk is echter hierb,
nog niet te wachten; men zal op dit gebied ui
meer kunnen doen dan het gezamenlijke bedr
van de algemeene oorlogs-uitgaven voor het vc.
gendejaar bij benadering vaststellen. Voor hetove
rige zullen nog ter tafel komen de verhoogir
der tractementen en betere regeling der pena
oenen van staats-ambtenaren, de munts-hervoi
ming en de oprichting van een gemeenschap
lijke oorlogskas voor het rijk. De hervorming vat
het rechtswezen en eeue rijkswet op de drukpan
zullen echter waarschijnlijk nog tol de volgeodi
ziiting moeten uitgesteld worden.
Het jaarlijksche protestanien-congres is bij el
kander gekomen te Darmstad en zal zich Am
keer meer bezig te houden hebben met et:
anderen godsdienst dan haren eigenen, eenvot
dig omdat de eerste inbreuk dreigt te maken r
alle verdere bestaande godsdiensten. De toestan-j
toch, die door de Ultramontaansche leerstellinga
niet alleen voor de katholieke maar ook vooifi
andere kerken wordt in het leven geroepen, al
het eenige punt vzd behandeling uitmaken.
Het congres is reeds begonnen met twee bi-
sluiten aan te nemen tegen de orde derJezuïetei
Het eerste zegt, dat het dogmader pauselijke on
feilbaarheid in den zin dien de Jezuïeten erasi
geven inbreuk maakt op den modernen staat in
het algemeen en in het bijzonder op het Duit
sche rijk en al zijne ondcrafdeelingen; dat he
een hinderpaal is voor de verbroedering der vei
schillende christelijke geloofsbelijdenissen, de vrij
heid van geweten en de beschaving bedreigt. Br
gevolg is het de plicht van de Duitsche proles
tanten en de geheele natie om deze pogingenl:
bestrijden, en wezenlijke gevaren te verwijderen,
die den staat, den vrede en de beschaving be
dreigen.
Het tweede besluit luidt als volgt: „Voor ik
zekerheid van het recht, het gezag der wellen
en de burgerlijke autoriteit, voor het welzijn ra
de maatschappij, het behoud van den godsdiens
vrede en de bescherming der zedelijke vrijhei.'
en beschaving is het noodig, door de wet i'
orde der Jezuïteo uit Duitschland te weren, ft
protestantsche vereeniging zal met al hare krik
ten werken om de scholen en kerken vor^
leerstellingen en den invloed van de lede®
onderhoorigen dezer orde te sluiten."
De Jezuïeten mogen zich door hunne langdurig
kuiperijen en onderkruipingen veel macht hek
ben verworven, bemind schijnen zij er zich,®
als in den laatsten tijd blijkt, niet erg doorge
maakt te hebben. Het gaat echter gemakkelijke',
de uitdrijving dezer orde te decreteeren dan Ie
volvoeren, daar toch, evenals er vele ezels ondei
de menschen schuilen, nog oneindig veel meel
Jezuïeten onder voor het uiterlijk goedhartige et
joviale personen verborgen zijn.
Engeland.
Bedevoering van den onder wijs-minister. Strikes
Ook de heer Forster, minister van onderwijs
is in de gelegenheid geweest om eene van dit
redevoeringen te houden, die de Engelscbestaats
lieden in de vacantie-dagen zoo gaarne voor hunne
kiezers ten beste geven. In Bradford, welke stad
door den minister in het parlement vertegen
woordigd wordt werd een nieuw gebouw voor
het houden der zittingen eener arbeiders-vereeni-
ging geopend en bij die gelegeuheid sprak de
heer Forster de feestrede uit. Nadat hij eerst ovei
meer locale belangen had uitgeweid verdiepte
hij zich in de politiek, namelijk voor zoover bij
er dit jaar een werkzaam aandeel in had gehad
Het was, zoo sprak hij, zijn streven geweest, -
de eerste plaats te strijden tegeu de onwetend
heid des lands, die hij beschouwde als Engelanl1
grootste vijandin. Deze vijandin zou ernstig hd
nationale leven gaan bedreigen, indien men haa'
niet wakker te lijf stond. Hij voor zich wast'
ijverig op bedacht om alle strijdkrachten er tege"
te velde te brengen.
Welke deze krachten zouden zijn daarove'
verspreidde de heer Forster echter nog niet zeet
veel licht, daar hij zijne speech eindigde niet de