iV. 3577. A0. 1871. Zaterdag 7 October. Feuilleton van liet „Leidscli Dagblad". OP WILHELMSHÖHE LEIDSCH DAGBLAD PRIJS DEZER COURANT. Voor Leiden per 3 maanden/3.00. Franco per post9 3.85 Afzonderlijke Nommers0.05. Deze Courant wordt dagelijks, met uitzondering van Zen- en Feestdagen, uitgegeven. PRIJS UUR ADV1CUTKNT1KN. Voorlederen regel0.15. Grootere letter, naar de plaatsruimte die zij beslaan. Ix-lden, 6 October. De Tweede Kamer der Staten Generaal zal ledenmiddag te 3 uren eene zitting houden, sarin de dag zal worden bepaald, waarop in ut begin van de volgende week de beraadslaging og zal aanvangen over het voorstel van den eer 's Jacob c. s., nopens do stoomvaart naar Koord-Amerika. Sedert Maandag jl. houden de afdeelingen der Kamer zich bezig met het onderzoek van de ont- [werpen der Staatsbegrooting voor 1872. Men vleit 'zich, (lat dit onderzoek nog deze week afloopen De Minister van Oorlog heeft den 27sten Sept. I. goedgevonden te bepalen: 1°. dat gedurende den aanstaanden winter de oefeningen in de rij kunst zoo voor officieren van onbereden wapens fcn diensten als voor studenten voor den militairen Geneeskundigen dienst, in de garnizoenen waar Licli beredeu korpsen bevinden, te Zutphen en Leiden echter voor zooveel daartoe paarden be schikbaar zullen zijn weder op den gebruikelij- fetu voet zullen plaats hebben. 2'. dat ditmaal tot het geven van bedoeld on- lierricht en alzoo van den lsten November a. s. pot den lsten April 1872 van de na te melden torpsen, pelotons ter sterkte van 1 luitenant, 2 wachtmeesters, 3 korporaals, 20 huzaren, 2 offi cers en 25 troepeupaarden zullen worden ge- petacheerd, als: van het 2de regiment huzaren, pit Breda naar Bergen op-Zoom en uit Roermond paar Maastricht; van het -1de regiment huzaren pil Deventer naar Leeuwarden, zoomede eeu pe loton, ter sterkte van 1 luitenant, 2 wachtmees ters, 2 korporaals, 14 huzaren, 2 officiers en 18 ktoepenpaarden, mede uit Deventer naar Gro ningen. dat in verband met het bovenstaande, door Bezorg van den heer inspecteur van den geneeskun dige dienst, de noodige maatregelen zullen geno- nen worden ter voorziening in den vélérinairen Dienst bij de detachementen in die garnizoens, Jan plaatsen, waar zich geen militaire paarden artsen bevinden. De Minister van Oorlog beeft den 19den Sept. Ber kennis van de militaire autoriteiten gebracht, pat de uitoefening van den dienst der militaire transporten te water gedurende den tijd van éen jaar, ingaande 1 Januari 1872, is toegewezen i IV. Hoven en Zoon te 's-Giavenhage, tegen pen prijs van twaalf cents per ton scheep6ruimte n per uur afstands. De heer C. J. la Rivière alhier, heeft heden Ie 's-Gravenhage met gunsttg gevolg examen af gelegd als hulponderwijzer. Bij herstemming voor eeu lid voor de Provin pale Stateu van Gelderland,in het hoofdkiesdistrict Ede, ia verkozen de heer F. Ph. A. J. baron van Brakel Doorwerth, burg. van Doorwerth, met 311 peinmen;de heer D. Vreede, te Wageningen, ver [kreeg 295 stemmen. Men schrijft aan het lltreehtsche Dagblad: In de vergadering van inspecteurs van 't lager onderwijs, in dit jaar te 's Hage gehouden, is o. a. het volgende besproken „Kunnen Gedep. Staten de schorsing van een hoofd- of hulponderwijzer uitspreken, indien Burg. en Weih. nalatig of weigerachtig zijn daartoe over te gaan," daar in het 5de lid van art. 5 gezegd wordt: Ged. Staten kunnen schorsing uitspreken, indien die, naar inzien der plaatselijke schoolcommissie of de districts-school- opzieners noodig is, en de gemeenteraad nalatig of weigerachtig is, daartoe over te gaan. De Minister van Staat en van Binnenlandsche Zaken, antwoordde op die opmerking: „de vijfde zinsnede van art. 22 der wet is minder juist geredigeerd. Dit werd reeds vroeger ingezien." Zij luidde beter, b. v. „is schorsiug naar aanzien der plaatselijke schoolcommissie of van den dis- tricts-schoolopzieuer noodig, en zijn burgemeester en wethouders nalatig of weigerachtig daartoe over te gaan, dan kan de schorsing door Gedepu teerde Stateu geschieden. Is ontslag, naar inzien der plaatselijke schoolcommissie of van den dis trictsschoolopziener noodig en is de gemeenteraad nalatig of weigerachtig daartoe over te gaan, daD kan het ontslag door Gedeputeerde Staten ge schieden." „Schoon dus voegt de minister er bij de redactie minder juist is, kan de meeuing, zoo men op het verband der bepalingen let, niet twijfelachtig zijn. Men zal dus voorzichtigheidshalve de zaak ook bij den raad moeten aanbrengen, opdat van diens nalatigheid of weigerachtigheid blijke. Eerst dan zullen, naar het oordeel der inspec teurs, Gedeputeerde Stateu de schorsing kunnen uitspieken. Daar het gedeelte der Nieuwe Bijdragen, waarin de Schoolberichlen voorkomen, als officieel wordt aangemerkt, wenschen de inspecteurs, dat ge noemde Bijdragen in twee hoofdrubrieken werd verdeeld, het eene bestemd voor de officieele, het audere voor niet-officieele stukken. Onder de laatsten toch worden er soms gevonden, die niet zelden aanstoot geven. „Is het tijdstip ook gekomen dat de inspecteurs het invoeren der nieuwe spelling belmoren te bevorderen Die vraag werd op nieuw ontkennend beant woord. Men wilde, evenals de regeering, zich in deze geen partij stellen en de zaak aan den tijd overlaten. Ten aanzien van de klacht nu en dan gehoord „de vergelijkende examens zijn niet praktisch ge noeg", meenen de inspecteurs, dat genoemde examens vooral behooren te doen blijken van de paedagogische geschiktheid der candidaten. „Is het wenschelijk, dat op de lagere school iets meer gedaan worde aan het onderwijs en de eerste beginselen der landbouwkunde?" De inspecteurs zijn van oordeel, dat hoewel het onderwijs in de landbouwkunde geen leervak op de in hel jaar 4807. (Historisch verhaal.) (Vervolg.) Baat er twee dienstpaarden uit gooien om pats te maken schreeuwde de kolonel. Ik zeg tal ik mijn paard en dat van mijn oppasser °le' geplaatst en verzorgd wil zien, en wel van ®0rgen af mijnheer Moulard I dit zal de bevelen de9 Konings en niet de daaromtrent volgen mijnheer Lacroix, ant woordde de stalmeester Moulard. Maar daar de "tnaitre de logis" graaf de Boucheporn, mij ver- Werd heeft, dat gij de twee kamers, die gij taarne in het paleis zoudt betrekken, niet kunt ïuH krijgen, zoo zou ik waarlijk niet weten, watgij met een plaats voor uwe paarden wilt doen." I Heeft graaf do Boucheporn u dat verzekerd I Dus is het alweer graaf Boucheporn die daar I achter schuilt, lagere school moet zijn, eenige meerdere theore tische kennis van den landbouw noodig is, dan door de beginselen van de kennis der natuur kan verkregen worden. „Moeten de plannen van schoolbouw ook aan het oordeel van het schooltoezicht worden onder worpen?" Dat is ook zonder het voorschrift, naar aan leiding van art. 36 zeer wenschelijk, opdat er geen geld worde weggeworpen. „Behooren op de voordracht ter benoeming, de sollicitanten te worden geplaatst, die bij 't examen het best hebben voldaan De inspecteurs zijn van oordeel, dat op die vraag niet in alle gevallen een toestemmend ant woord kan worden gegeven, maar de Minister is van oordeel, dat op elke voordracht zij, die aan het vergelijkend examen deel namen hoog stens tot een getal van zes, behooren vermeld te worden en wel naar den rang, dien zij bij dat examen verwierven. Daar de raad volkomen vrij is in zijne keuze, kan hij, dat raadzaam achtende, den een of an deren candidaat voorbijgaan, maar dien candidaat van de voordracht te weren, zou strijdig zijn met de wet. Naar aanleiding van eene opmerking, dat na melijk het programma ten aanzien van het exa men van meisjes ia de handwerken min volledig is, bleek het, dat de inspecteurs de keQnis vaü het knippen en maken van eenvoudige kleeding- stukken ongetwijfeld als een vereischte stellen tot het verkrijgen van eene acte van bekwaam heid als onderwijzeres in de handwerken, op het programma bedoeld. De uitslag der akten-examens voor het Middel baar onderwijs is gisleren de volgende geweest Gevraagd voor het Rechtlijnig teekenen S akten, waarvan 5 geweigerd en 3 toegestaan, aan de hh. J. Wind Jr. van Groningen, J. L. van Wuijck- huise van Middelburg en M. Vlamings van Veere. Voor Mechanica K. II. 1 akte, toegestaan aan L. van Zanten van Veendam; voor het Boekhouden 2 akten, toegestaan aan W. M. Vierser, geb. te Zwartsluis, en aan O. H. Labbrandt, geb. te Ter schelling; voor het Engelsch 1 akte, geweigerd; voor liet Hoogduitsch 1 akte, geweigerdvoor het Nederlandsch 1 akte, toegestaan aan J. A. Kolpa, geb. te Hardinxveldvoor de Aardrijkskunde 1 akte, toegestaan aan R. F. Modderman, geb. te Slochteren. Bij de gisteren te 's-Gravenhage gehouden exa mens voor het lager onderwijs zijn geëxamineerd 21 candidaten, waarvan 7 werden afgewezen. Als hulponderwijzers zijn toegelaten 14 candidaten, namelijk: M. van deu Berg, van Brielle; A. H. W. de Bock, G. H. Bouscholte en W. C. Capel, alle drie van 's-Hage; S. Claus, vaQ Scheveuingen; J. Hartuians, vau Ooltgensplaat; H.J. Hobbel, van Brielle; W. G. Kemna, J. E. G. van Lokeren, C. van Meeuwen, J. U. G. Roel, J. W. Ronda, K. E. van Rijsinge en C. J. E. C. L. Spiegel, alle zeven vaD 's-Hage. Tonnerre! graaf Boucheporn wordt het niet moede mij dergelijke liefdediensten te bewijzen! Maar wij zullen eens zien of de koning of zijn „maitre de logis" hier in het paleis bevelen te geven heeft. Laat de graaf maar op zijne hoede zijn.... Ha! luitenant Mensing, zijt gij daar 1 Gij zijt zoo wat de huisvriend bij Boucheporn en zijne schoone dochterGij moogt het hun ge rust over vertellen. Ik bekommer er mij drommels weinig om I Toen hij zoo onverwachts door den kolonel aangesproken werd, salueerde luitenant Mensing den kolonel stilzwijgend. De stalmeester Moulard keerde hem den rug toe en ging heen. De kolonel verliet al vloekende den stal. „Die Franschen leggen altijd met elkaar overhoop," zeide Willem toen de luitenant weer bij hem kwam. „En dan vloeken en razen ze alsof ze elkaar den bals gingen breken. Wat was er te doen?" De kolonel der gendarmerie Lacroix wil in het paleis twee kamers en in den stal plaats voor zijne paarden hebben, antwoordde Mensing, en graaf de Boucheporn die, geloof ik reeds te Parijs twist met hem heeft gehad, wil hem geen plaats inruimen. „Het zal zoo waar nog noodig worden om een nieuw paleis dat eens .zoo groot is. als het oude en een nieuwen stal te doen bouwen, merkte Professor van Rees, die gisteren den dag her dacht, waarop hij voor 50 jaren aan de Luik9che hoogeschool werd verbonden, ontving van de zijde van zijne oudleerlingen en vrienden menig blijk van sympathie. Zijne ambtgenooten boden hem een zeer fraai en kostbaar album aan met hunne fotografiën, die door den heer Georges alhier zijn vervaardigd en allen lof verdienen. Van zijne leerlingen ontving de jubilaris een gouden me- dalje, waarop het borstbeeld v. Rees aan de eene en een eenvoudig opschrift aan de andere zijde. De oud-Minister Dr. A. Vrolik was de tolk der oudleerlingen en gaf in treffende woorden te kennen, wat van Rees voor de wetenschap, voor zijne vrienden en leerlingen was geweest. De medalje is vervaardigd op 's rijks munt alhier en van de hand van den heer v. d. Keilen. Zij doet den bewerker alle eer aan. De gelijkenis is tref fend. Utr. Dagblad- Hel twaalftal door het kiescollege der Waalsche Gemeente, te Amsterdam voor de vacature van Ds. Guye, is (alphabetisch gesteld) als volgt. Th. Bost, van Verviers; G. Collins, van Rotterdam; A. Coquerel, van Parijs ;E. Fontanès, van Hflvre; Goy, van Sainte Foy (Frankrijk); Grotz, van Nimes (Frankrijk); F, C. J. van Goens, van Lei den; J. J. Lutti, van Middelburg; Bonnet Maury, van Dordrecht; P. Mounier, van Aigalliers (Frank rijk); M. A. Perk, van Breda; J. G. L. Nolst Trenité, van Utrecht. Eergisterenavond hield het departement Arn hem van de Maatschappij van Nijverheid te Arn hem de eerste zijner wintervergaderingen. Ter vervanging van de aftredende bestuursledeu, die volgens de wet niet dadelijk herkiesbaar zijn, werdeu benoemd de heeren Mr. A. J. Kronenberg en W. A. Nicola. Onder meer andere onderwerpen van behan deling is ook de belangrijke vraag ter tafel ge bracht Wordt eene Inkomsten-belasting van twee pCt., (die dus ongeveer een tiende gedeelte der gezamen lijke opbrengsten in het Rijk zal uitmaken) gepaard aan afschaffing van de patentwet, door liet Depart, wenschelijk geacht?" Na veelzijdige wisseling van gedachten, waartoe dit belangrijke onderwerp aanleiding gaf, en waarbij inzonderheid ook de billijkheid en het voor de nijverheid hoegenaamd niet nadeelige uit kwam, werd de vraag door de vergadering in toe stemmenden zin beantwoord. Dr. Jan ten Brink schrijft aan het Vaderland: „In uw nummer van heden (5 October) wordt een bericht overgenomen uit „Onze Eeuw," waarin men nog „een Tijdschriften op eigen hand" doet uitgeven en wel in lantaren-formaat." Van dit bericht is geen enkel woord juist, van dit alles zal niets geschieden. Het genoegen alzoo, dat wellicht bij het lezen van dit nieuws zal ge smaakt zijn door edelmoedige geesten, die mijnen naam met dien van den lantaarn-opsteker Roche- fort giugen verbinden, moet ik tot mijn leedwe- Willem aan, vooral dat vraatzuchtige Fransclm hofvolk, dat hier vrije woning en voer voor hunne paarden verlaDgt." „Ik moet mijn rapport af gaan geven," zei de luitenant. „Het ga u wel Willem, houd maar goeden moed." De officier begaf zich naar het bureau van den adjudant-generaal, waar hij zijn rapport moest inleveren. Bij het verlaten van den stal bleef hij een oogen- blik op den drempel staan, om, eer hij zich in den regen en wind begaf, zijn mantel dicht om zich heen te slaan. Eensklaps voelde hij een hand op zijn schouder. Hij keerde zich om en zag een oud man voor zich staan, die met een eigeuaardigen blik tot hem opzag alsof hij door een namenloozen angst bevangen was. Op 's mans bleek gelaat lag iets smartelijks, terwijl hij alle moeite deed om met een onbevangen stem den luitenant goeden avond te zeggen. Een kind had duidelijk kunnen bemerken, dat hij zich geweld aan deed, om dien toon aan te nemen. „Ha, ha, goeden avond, mijnheer de inspecteur," beantwoorde Mensing den groet van den man die, zeer elegant gekleed, voor hem stond. „Maar wat is er met u gebeurd, gij ziet mij aan alsof :ik een geest was mijn goede mijnheer Iseitz Zijt ge niet wel?" „Wel? O, ja, zeer well beste vriend!" De oude heer, die vreesachtig om zich heen zag, zeide dit met zulk een gedwongen lach, dat het pijnlijk was om aan te zien. „Hoor eens, mijn goede mijnheer Seitz," zeide de luitenant, terwijl hij den inspecteur een arm gaf... „Gaat gij naar huis?" „Ja, ik was op weg naar huis, wilt gij mij gezelschap houden F" „Gaarne, wij zijn oude vrienden, of liever, gij waart steeds welwillend en vriendelijk jegens mij, en daarom durf ik u dau nu ook een klein ver wijt doen. Het past eigenlijk wel niet dat een jong mensch dit iemand van uwe jaren doet, maar gij verdient het verwijt en niemand anders dan ik kan het u doen, want niemand kent het geheim dat u drukt. De beide heeren begaven zich naar een der zijgebouwen, waar zich de woning van den heer Seitz bevond. Bij de laatste woorden van den officier bleef de inspecteur eensklaps als door den donder ge troffen stilstaan. Meusing gevoelde dat ei' eene rilling door zijn gebeele lichaam ging, en dat de arm, die in den zijnen lag, beefde. „Mijn God, zeide Seitz met afgebroken stein als of hij geen adem kon krijgen. Gij weetgij gij weet?" En toen voegde hij er

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1871 | | pagina 1